NIEUWE
No. 849.
Zondag 16 November 1884
9e Jaargang
SOHl
Clericalen.
BUITENLAND.
Ellende te Londen.
HAARLEMIJRIÏ COURANT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem J
Voor de overige plaatsen iu Nederland fr. p. p.
Voor het Buitenland
Afzjuderlpke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
0,8b
1
1,50
0,06
AGITE MA HON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers K P P E R S LAURBY.
Men heeft in de jongste dagen zeer ge
schermd met het woord clericalisme. Het
loont daarom wellicht de moeite, ter be
paling van de waarde, welke men aau dat
groote woord heeft te hechten, eens kalm
na te gaan, wat het eigenlijk te bedui
den heeft.
Onze lezers weten hoe men met dit woord
reeds veel kwaad heeft gesticht; liet wordt
door de liberalen steeds met booze bedoe
lingen gebezigd. Maar juist daarom willen
wij eens zien, welken zin men aan het
woord clericaal gelieft te hechten.
De radicalen vervalschen wel de gansche
geschiedeniszij loochenen driestweg alle
hoogere openbaring, waarom zouden zij
niet een woord vervalschen. Zulk een klei
nigheid is niets voor hen.
Clericaal komt van clerus, dat is gees
telijkheid clericalen zijn dus geestelijk- of
priesterlijkgezinden. Welnu, zoo zal de een
voudige vragen, wat voor kwaad steekt
er toch in 's hemels naam in, dat men als
Katholiek gehecht is aan de Geestelijkheid
der Kerk Is dat niet zelfs een heilige
plicht om hen te eeren, door wie God ons
Zijne genademiddelen aanbiedt en toedient?
Zeker, maar de liberalen bedoelen, als zij
van clericalen spreken, iets anders. Zij be
weren, dat de clericalen geestelijk willen
zijn op staatkundig gebied, of liever dat
zij de staatsmacht, den staats-invloed zou
den willen aanwenden ten gunste van de
Kerk.
Opgevat in liberalen zin is dat niet waar,
de clericalen willen van de Tweede Kamer
volstrekt geen Kerkvergadering maken. Als
dat iu dê liberale organen vooral door
liberale schendbladen gezegd wordt, is
dat doodeenvoudig gelogen. Zij, die der
gelijke verwijten tot de clericalen richten,
weten zelf wel beter; zij schrijven met
het meest booze opzet de grootste onwaar
heden. Speciaal de Katholieken verlangen
niet, dat de Geestelijkheid, als zoodanig
zal optreden op staatsgebied, al zien zij geen
enkele reden waarom een Geestelijke zou
moeten worden beroofd van het recht, dat
ieder staatsburger bezit, namelijk van Lid
te worden van de Kamers.
Niet echter voor kerkelijke rechten strij
den zij, doch wel voor de vrijheid, voorde
FEUILLETON.
Voor eenigen tijd is er te Londen een blaadje
verschenen, dat ons, achter de paleizen der
grooten, de ontzettende toestanden in de hutten
der armen afschildert.
„In de straten, zegt het blad, doen zich al
lerlei tooneelen van armoede voor. Doch niet
alleen in de straten, neen, in de woningen, (als
men die verpestende holen zoo noemen mag,)
vertoont zich de ellende iu al hare vreeselijkheid.
In vunzige, enge keten of holen en zonder lucht
en licht, liggen de menschen samengerot onder
een leed, dat aan het tusschenruim van een
slavenschip doet denken. Om er binnen te drin
gen, moet men door hoven van volgestapelde,
stinkende en vergiftige gas- en smetstoffen, over
opeenhoopiugen van slijfü en afval, door gangen,
waarin nooit een zonnestraal dringt en die
nooit een druppel zuiver water hebben gezien;
men moet trappen en sporten bestijgen, elk
oogenblik in gevaar, naar beneden te storten.
Aldus geraakt men dan eindelijk in die holen
der ellende, welke met vuil en ongedierte zijn
opgevuld. Slechts eenige vierkante meters nemen
de ruimten in. De muren zijn zwart van het
jarenlange vuil, dat nooit wordt afgenomen en
alles vingerdik bedekt, gaten met oude vodden
dichtgestopt of met vermolmde planken dicht-
rechteu der Kerk. De liberalen zouden niets
1 ie ver willen, als zij het maar gedaan konden
krijgen, dan de Katholieke Kerk te knevelen.
Men vergete hierbij niet, dat de school bij de
Kerk behoort, en dat de liberalen de school
geheel voor zich opeischen. Wanneer men
zich ook tegen dat streven verzet, dan is
men zeer gedecideerd clericaal.
Oppervlakkige lieden laten zich zeer dik
werf door die manoeuvres der liberalen
misleiden; zij gelooven de liberalen als die
iemand, van wien iets te vreezen is voor
het liberalisme, uitmaken (in hun oog)
voor clericaal. Denkt men evenwel ernstig
na over de zaak, dan zal men spoedig eene
andere opvatting erlangen over dat woord
clericaal. Na bedaard nadenken zal men
leeren inzien, dat de liberalen van cleri
calen gewagen, als zij meer juist van gods
dienstige menschen moesten spreken.
Zeer eigenaardig is het, dat de libera
len het altijd zoo op hun religieuze me
deburgers voorzien hebben. De ultra-on-
geloovigen laten zij met rust, zij verheer
lijken ze zelfs boven de wolken.
Alweder door de eenvoudigen zal ge
vraagd wordenis dat niet ergerlijk, dat
juist de geloovige menschen zooveel vau
de liberalen te verduren hebben? Dat ver
schijnsel is echter nog zoo heel bevreem
dend niet, want de wortel van den afkeer
der liberalen van de clericalen ligt in het
feit, dat zij van de Kerk afkeerig zijn, in
welke de Geestelijkheid waakt en werkt.
De Priesters worden vervolgd (bij ons
te lande gelukkig nog maar in zedelijken
zin, alzoo nog niet door stoffelijk geweld)
omdat zij opkomen voor den Godsdienst.
Als de Priesters, die men vermoordde (zoo
als iu Frankrijk onder de commune ge
schiedde), vrijdenkers waren geweest en
alles hadden vervloekt, wat zij nu geloo-
vig vereerden, dan waren zij door de vrij
denkers op de armen gedragen.
De liberalen kunnen echter niet dul
den, dat iemand knielt voor hetgeen zij iu
hun hoogmoedswaanzin vermetel wegcij
feren. Geloof heet bij hen bijgeloof en Gods-
vereering dweperij.
Daar het nu niet wel aangaat om in
een vrij land, als het onze nog is, iemand
aan te vallen op zijn kerkelijk gebied»
probeeren de liberalen de geloovige Chris
tenen te bestrijden en zedelijk te vernie-
genageld, vormen de vensters. Een gebroken
stoel en iets dat op eene bedstede gelijkt, een
stuk tafel, beeten daar nog een rijk huisraad;
meerendeels bestaat dit echter uit eene op den
harden vloer gelegde plank, of wel uit eene
vergane, oude kist en een hoop lompen. Welke
lucht en akelige walm daaruit opstijgen, begrijpt
men; want een uurtje in dien verpestenden stank
te moeten doorbrengen zon voor ons ondoenlijkzijn.
Ziedaar de woningen van menschen boe
gausch anders ziet het er in onze diergaarden
uitIu elk hol wonen soms vele familiën.
Wanneer men op het blaadje mag afgaan, dan
vindt men in een kelder: de ouders, drie kin
deren en vier varkens. In een anderen lag een
doodzieke man, terwijl kinderen schier naakt
en met vuil bedekt door 't hol kropen. Op
eene andere plaats vinden wij eene weduwe
met drie kinderen, wier vader zich kortelings het
leven benam. Daar treffen wij eene weduwe met
zes kinderen; vlak er naast wonen negen broe
ders en zusters. Ginder jaagt de moeder hare
kinderen bij den avond de straat op met het bevel
niet voor middernacht terug te komen. Een bed
vindt men zelden, meestal oude lompen of stroo
of wel eene harde plank. In een vertrek woonde
eene weduwe, die niets dan de ruimte harer
slaapplaats bezat, het andere deel had zij voor
ƒ1.50 per week aan een andere vrouw verhuurd.
O de armoede heerseht vreeselijk in die wereld
stad. Ja, tooneelen van de hardverscheurendste
ellende treden voor onze oogen. Meestal zijn het
tigen op politiek terrein. Wacht u voor
de clericalen (roepen zij de kleinmoedigen
toe) want zij willen u overlevereu aan het
Kerkgezag; alsof dat gezag zou willen heer-
schen als staatsmacht. Niets van dat alles
is waar, doch de clericalen verlangen ech
ter wel, dat de Staat de Kerk niet muil-
bande en dat hij de school der geloovigeu
niet zal bemoeielijken. Dat ziet er, naar
wij meenen, geheel anders uit, dan het
streven naar overheersching van den Staat
door de Kerk. Van zulk een pogen is in
ons dierbaar vaderland schijn noch scha
duw gezien. Toch houden de liberalen on
eerlijk genoeg vol, dat de clericalen, waar
onder in de eerste plaats de Katholieken
worden verstaan, gevaarlijke lieden zijn.
Gevaarlijke lieden! Zeker toch niet zoo
gevaarlijk als de liberalen, die het koning
schap ondermijnen door er de parlemen
taire almacht voor iu de plaats te willen
doen treden.
Gevaarlijke liedenZeker toch niet zoo
gevaarlijk als de liberalen, wier beginselen
noodzakelijk moeten lijden tot de omver
werping van de maatschappelijke verhou
dingen en toestanden, zooals zich dat in
den loop des tijds heeft ontwikkeld.
Gevaarlijke lieden Zeker toch niet zoo
gevaarlijk als de liberalen, die alleen reeds
door hun onderwijs, ook van de «cleri
calende hoogste lasten eischen en daar
door de volkswelvaart ondermijnen.
Gevaarlijke liedenZeker toch niet zoo
gevaarlijk als de liberalen, die (en dat is
het ergste van alles) het Geloof onder
mijnen en daardoor de zedelijkheid, welke
in den Godsdienst haren wortel vindt, op
bedenkelijke wijze doen dalen.
Men spreekt telkens van liberale zijde
van de zegeningen der groote revolutie.
Gerechte hemeldat zouden zegeningen
zijn, met welke de omwenteling de wereld
heeft begiftigd! Gaat maar eens naar
Frankrijk, waar de revolutie thuis moet
heeteu, waar zij geboren, gebakerd werd
en opgroeide. Daar ziet het er mooi uit.
In Parijs, de hoofdstad der beschaving, is
moord, doodslag en straatroof aan de orde
van den dag. De politie moet er telkens
worden versterkt, omdat de mogelijkheid
schier niet bestaat om de boosdoeners te
ontdekken en in te rekenen. Godverloo
chening en opstaudsgeest ontwikkelen in
vrouwen en weduwen met hare kinderen, die lang
zamerhand in den bittersten nood wegkwijnen,
doch Godlof! men vindt er ook nog eerlijke lieden
tusschen. Maar het dient gezegd, de ellende stijgt
er boven alle begrip. Men vond er eene door
tering hoogst vermagerde vrouw, aan een ge
raamte schier gelijk; haar man was een dronkaard,
vijf kleine kinderen liepen om haar heen. Zij
de dood-zieke moeder at juist een paar
rauwe wortels, de kinderen kochten vier aard
appels. Dit was hun eenige voedsel voor dien
dag. De jeugd groeit bandeloos en zonder ver
pleging op in ongedierte en schreeuwenden hon
ger. En men mag het een geluk noemen, wanneer
de Hemel deze ongelukkige schepsels van de
aarde neemt, om hen voor een ellendig leven
te vrijwaren.
Zedeloosheid is het natuurlijk gevolg dezer
ellende, want die holen zijn ware broeinesten
van zedenbederf en misdaad. Aan 't eerste is men
gewoon en 't tweede gaat met dronkenschap hand
aan hand. Godsdienst kent men vast niet, want
van 246 huisgezinnen in eene straat bij Leicester-
Square bezoeken slechts 12 de kerk. Er zijn
grijsaards, die zich niet kunnen herinneren ooit
eene kerk bezocht te hebben.
Het blaadje zegt, dat het bepaald alles niet
naar waarheid wil schetsen. Duizenden edele
zielzorgers en kloeke vrouwen, dringen deze
holen binnen, om de rampen en de ellende te
lenigen, doch deze ellende zal Londen nooit te
boven komen.
Frankrijk eene ontzettende kracht.
Niet enkel echter in Frankrijk kan men
de ellendige gevolgen der revolutie waar
nemen. In alle landen, waar men het oor
aau haar sirenenzangen leende, kan men
zien welke de vreeselijke resultaten van de
revolutionnaire beginselen zijn. Volksver
wildering valt overal te betreurenzoodra
de volkeren zich afwenden vau God, ver
laten zij ook de oude paden der deugd en
gerechtigheid. De zonde, welke in opstand
tegen God en zijn heilige wetten en ge
boden is, vergiftigt steeds meer de gemoe
deren van duizenden. Satan gaat, ook in
de gedaante der revolutie, rond, zoekende
wie bij verslinden zal.
Dat alles is aan den geest der verloo
chening, der ontkenning te wijten, welke
door de revolutie is verspreid.
Tegen dien afval van God en Zijne Kerk
is de strijd der clericalen® gericht. Geen
wonder dat de liberalen hen haten met een
volkomen haat. Dien smaad moeten de
clericalen® maar dragen; zij worden ge
lasterd wegens hun liefde en ijver voor de
Kerk en haar eeuwige waarheden.
Eeuwige waarheden. Dat woord eeuwig
wijst op het ontzettend verschil (ontzet
tend voor de liberalen) tusschen de cleri
calen en de liberalen. Alle berekeningen
der liberalen houden op met deze aarde,
die voorbij gaat. Zij bezitten niet en kun
nen niet bezitten de hoop des eeuwigen
levens. Dat is alleen het voorrecht voor
hen, die clericalen worden genoemd, doch
die dan ook even geestelijk willen zijn als
de liberalen stoffelijk en aardsch.
Laat ons dus de aanduiding van eleri-
ricaleu meer als een eeretitel beschouwen
en waardeereu. Meenen de liberalen ons
oneer en schande aau te doen, als zij ons
als clericalen betitelen, wij laten hen in
dien waanwaarom zou men inhumaan
genoeg zijn hun die blijdschap te misgun
nen. Wij moeten er echter, door gods
dienstzin, steeds naar streven ons den eer
naam- van clericalen immer meer en meer
waardig te maken.
Woensdag 11 is te Rijsel, onder voorzit
terschap van Mgr. Langéuieux, Aartsbis
schop van Reims, het jaarlijksche congres
Duizenden stroomen naar de groote stad om
er hun heil te zoeken. Zij schijnt hun een red
dingsanker, een lichtende sterre te zijn; doch
zij brengt de ongelukkigen op het dwaalspoor,
in een poel van ellende en zekerlijk ten af
grond. Eu zoo gaat het in vele groote steden;
het ongeluk, de nijpende armoede, vindt men
immers ook te Parijs, Hamburg, Berlijn en op
andere plaatsen, al is de toestand er niet zoo
verschrikkelijk als te Londen.
Wie is er dan niet veel, oneindig gelukkiger
in zijne vreedzame woning op het platteland of
in een kleine stad, waar men noch honger noch
kommer gevoelt, waar het lichaam kost voor
bestaan en voortleven ontvangt, waar de zinde
lijkheid en de eenvoud van levenswijze in de
frissche, vrije lucht de onders gezond naar li
chaam en geest houdt, terwijl de rozen op de
wangen hunner lieve kinderen bloeien? Neen,
God zij dankzulk eenen kommer en zulk eene
ellende kan een dorp, eene kleine stad niet op
leveren. Wie hier gezond is en geen gebrek
lijdt, dat hij niet klage, al staat de barre winter
voor de deur hij werpe een oogslag op Lon
den en hij waant zich rijk als een Koning en
weet niet, hoeveel duizenden armen en onge
lukkige schepselen hem overgelukkig zullen
roemen