N I E W E
■JwJffL}
No. 855.
Zindag 7 December 1884
9e Jaargang
Moderne beschaving.
BUITENLAND.
De schuiermaker te Bristol.
ii 4inL£!if sen e coerait.
ABONNEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem r 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,
Voor het Buitenland 1,50
Afzrnderljjke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS Sr LAUHEY.
Vervolg.)
Ieder welgezinde zal, wanneer hij een
blik slaat in onze hedendaagsche maat
schappij, opgemerkt hebben, dat zulk een
soort beschaving, als waarvan wij in ons
vorig artikel gesproken hebben, niet tot de
uitzonderingen behoort, dat zij veeleer vrij
algemeen is onder het jongere geslacht en
dat de moordenaar Conrad haar op typi
sche wijze vertegenwoordigde. Over hare
doelmatigheid moge gestreden worden, maar
dat deze soort van beschaving zonder in
vloed is op de zedelijke ontwikkeling harer
dragers en dat zij niet dienen kan als sur
rogaat voor eene christelijke beschaving,
daarover zal wel geen verschil van meening
zijn.
Ten aanzien van de snel op elkaar vol
gende misdaden komt bij ons de vraag op,
of niet juist onze tijd alle vereischteu
heeft, die de kwade hartstochten van den
mensch bevorderen en hem aan het dier
gelijk maken. Sinds een tiental jaren is
systematisch alle goddelijk en menschelijk
gezag in de volkskringeu verdreven en
genotzucht in woord en voorbeeld als le
venswijsheid verkondigd. De gevolgen zijn
niet uitgebleven. Vooral in de groote steden
groeit een geslacht op voor hetwelk niets
meer heilig is. In Berlijn o. a. stelt men
alles in 't werk om den mensch tot zijn
vierbeenigen broeder* te doen naderen.
Er werden nog niet lang geleden bulletins
uitgegeven omtrent den toestand van den
gorilla in den dietentuiu, als ware het
leeiijke beest een groot proteutaat. Elegante
dames omringden de kooi van den aap en
gaven hem de liefste benamingen, ofschoon
slechts met grimassen antwoordde. In
een der schouwburgen worden gedresseerde
ossen ten tooneele gebracht; oud en jong
stroomt er heen, om dit wonder te aan
schouwen en het gebrul der vierbeenige
kunstenaars vermengt zich met de bijvals
betuigingen van het enthusiastische publiek,
tot een harmonisch concert. In een
andere schouwburg kan men gedresseerde
varkens bewonderen, wier geknor door het
gejuich der toeschouwers overschreeuwd
FE U1LLE TON.
Briefkaarten.
Sedert de briefkaarten den lsteu Januari
1871 bij ons zijn ingevoerd, zal er zeker wel
niemand zijn, die deze vergemakkelijking en ver
eenvoudiging der correspondentie ten minste,
voor zooverre die niet van vertrouwelijken aard
is, maar open en bloot onder ieders oogen mag
komen niet erkent en waardeertgetuige het
veelvuldig gebruik, dat er bij alle gelegenheden
van wordt gemaakt.
Niet onbelangrijk is het dus eenige bizonder-
heden aangaande de „Geschiedenis der Brief
kaarten" te vernemen uit de „Bijdrage," die de
Berlijusche expeditie-secretaris Unger, in het licht
heeft gegeven. Hij bericht daarin, dat het eerste
plan tot invoering van de briefkaarten is uit
gegaan van den tegenwoordigen hoofddirecteur
van het Duitsche Rijkspostwezen, Dr. Stephan.
Zijne memorie dagteekent van October I860. Zij
kwam in Karlsruhe op de vijfde postconferentie
6r sprake, en wekte de bizoudere b elaügstel-
hng van den geheimraad Kolbensteiner, die later
Oostenrijksch generaal-post- en telegraafdirectenr
werd. Door zijn invloed werden da briefkaarten
voor de Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie den
Isten October 1869 ingevoerd. Het verbruik in
Oostenrijk was terstond reeds in een enkel kwar
taal 2.930.000 stuks.
In Duitschland werden de briefkaarten in Juni
1870 ingevoerd. Den 25steu Juni 1870 had de
eerste uitgave der Noord-Duitsche briefkaarten
plaatsop dien eenen dag werden er alleen in
wordt, 't Spreekt wel duidelijk voor be
schaving, als ossen eri zwijnen het volks-
tooneel beheerschen.
Hoe vindingrijk is de geest der misda
digers. Zelfs op de zee vertoonen zij hun
bloedig drama-Op den AtlantischenOceaau
stoomt de sierlijke mailboot met honderden
passagiers en rijke lading. De kapitein
verheugt zich in de voordeelige en vlugge
vaart op de spiegelgladde watervlakte, de
mannen spreken over hunne zaken, de
vrouwen over hare familie in het ge
boorteland, de kinderen spelen
een vreeselijke knal en eene waterhoos met
verbrijzeld houtwerk en verscheurde men-
schelijke ledematen verheft zich torenhoog,
de trechter in de zee gevormd, sluit zich
weer en er is geen spoor van de City of
Boston te zien. Een helsche machine had
haar vernietigd met haren ganschen inhoud.
Eenige weken later neemt de houder van
een polis een groote verzekeringssom in
ontvangst en met dit bloedgeld leeft hij
heerlijk, amuseert zich in Linz en Dresden
en huwt eene jonge schoone vrouw. Hij
*deed< in sclieepsexplosies. De Atlantische
zeeslang, die gansche schepen in de diepte
sleurt,heeft meusckengeuaante aangenomen.
De misdadiger Thomas, die door de alge
meens speculeerkoorts was aangetast, werd
speculant in torpedo's en eigengemaakte
zee-ongelukken.
Helaasde goede zachtzinnige geest, die
het Katholicisme gedurende eeuwen heeft
aangekweekt, is verdwenen. Socialistische
theorieën vervullen de gemoederen der meu-
scheu en doen hen de vuist ballen tegen
alles wat hen in den weg staat of schijnt
te hinderen. >Ik weet, dat er geen God is<
(het valt ons hard deze vreeselijke woorden
op 't papier te zetten) sprak de moorde
naar Stellmacher, die onlangs te Weenen
werd ter dood veroordeeld, en die hemel
tergende uitspraak deed hij op grond van
de kennis, welke hij in de godsdieustlooze
school en uit de moderne weteuschap had
opgedaan. Welnu, wat antwoorden daarop
onze wereld-verlichters, onze liberale theo
retici? Jaren lang heeft de valsche we
teuschap het ongeloof systematisch onder
het volk verspreid en thans staat zij sid-
Berltjn 45,468 stuks verkocht; in nog geen twee
maanden waren er twee millioen afgegeven. Alle
overige Staten volgden allengs het voorbeeld van
Oostenrijk en Noord-Duitschland.
De briefkaarten kwamen te juistertijd; van
hoeveel nut zij waren, weten allen te vertellen,
die in 1870 te velde trokken. Tien millioen
briefkaarten gingen van Duitschland uit naar het
leger, en van het leger naar Duitschland terug.
De Fransche regeering der nationale verdediging
volgde den 29steu September het voorbeeld van
Duitschlandna den oorlog geraakten de Fransche
briefkaarten in onbruik, en eerst in het begin
van 1873 werden zij weder ingevoerd.
In de Vereenigde Staten van Noord Amerika
worden ontegenzeggelijk naar verhouding de meeste
briefkaarten gebruikt. Bij de enkele briefkaarten
kwamen er ook weldra met antwoord-kaarten.
Door de toenemende correspondentie, tengevolge
van den goedkoopen prijs der briefkaarten, wor
den de Staatskassen aanmerkelijk bevoordeeld.
In het jaar 1872 verzond de Duitsche rijkspost
307.042 000 brieven en 7.727.853 briefkaarten;
in het jaar 1873: 337.567.392 brieven en
24.955.986 briefkaarten.
Tegenwoordig zijn er ook wereld-briefkaarten in
44 Staten 73 landen voeren correspondentie met
briefkaarten. Tusschen Duitschland en andere
Staten bestond in het 1879 een briefkaarten-
verkeer van 16.614.000 stuks, tegen 14.096.000
in 1878, dus 21/» millioen stuks meer.
In Europa worden volgens de mededeelingen
van deu heer Unger tegenwoordig jaarlijks 3 50
millioen briefkaarten verzondenin Amerika is
het verbruik alleen in dc Vereenigde Staten op
250 millioen jaarlijks te schatten. Van de 36u
derend voor haar eigen werk, haar ellen
dige schepping! Alle hartstochten werden
opgewekt om de goede zeden, den Gods
dienst te doen verdwijnen en eindelijk is
het lang bezworen spook verschenen maar
het is niet het ongeloof alleen, bet is ook
de moord. De maatschappij werd van de
Kerk bevrijd, maar aan eene georgani
seerde, breedvertakte moordenaarsbende
overgeleverd. Merkwaardig, dezelfde ge
leerden, die uit de geschiedenis bewijzen,
dat een volk slechts dan een hooger trap
van bloei bereikt, zoolang het in het volle
en ongestoorde bezit is van zijn Gods
dienst, diezelfde geleerden dringen den
Godsdienst uit den Staat, uit de school,
ja zelfs uit het huisgezin. De wetenschap
is door het religieus-moreel verval aan
den rand van den afgrond des verderfs ge
naderd. Het jagen naar rijkdom en genot
is de voornaamste bezigheid van die klasse
der maatschappij, welke men de bezit
tende noemthaat en wanhoop is het erf
deel der andere. Het ontbreekt deu be
zitters aan de liefde voor den evennaaste.
Men verschanst zich achter armenwetten.
Daar, waar de Godsdienst der ware men-
schenliefde verdwijnt, daar staan spoedig
slechts twee vijandige machten, armoede
en rijkdom, verbitterd tegenover elkander.
De bloeddorst van de uitgestootenen der
maatschappij is mede het gevolg van
den gewetenloozen gelddorst der rijken.
Thans, nu de cousequentiën der moderne
wetenschap zich vertoonen, nadat de vree
selijke vergrijpen aan de menschheid zijn
gepleegd, verwonderd men zich nog over
de verwildering van het volk. De moderne
wetenschap zegt, dat de mensch niet ver
antwoordelijk kan gesteld worden voor zijn
doen en laten, waut hij is het product
zijuer opvoeding, hij heeft eigenlijk geen
wil. Nu, ten aanzien van Stellmacher heeft
deze wetenschap ten deele gelijk, ten slotte
is echter wederom de moderne maatschappij
de schuldige. Wie heelt Stellmacher geleerd
dat er geen God is? De Katholieke Kerk
zeker niet, maar het liberale ongeloof,
zooals dat in de godsdienstlooze scholen
wordt geleerd. De moderne wetenschap
heeft al de veroveringen der ware bescha-
millioen briefkaarten in Europa bezorgde de
Duitsche rijkspost in het jaar 1879, 122.747,000
stuks, waaronder meer dan 16 millioen stads-
briefkaarten.
Om die behoefte te voorzien, levert de rijks
drukkerij te Berlijn gemiddeld dagelijks 400.000
afdrukken, een gewicht van i860 kilogram be
dragende; tot de vervaardiging zijn niet minder
dan 28 personen, drie snelpersen en twee stoom-
snijmachines werkzaam.
John Duddleston was een schuiermaker te
Bristol, die door Koningin Anna tot den adel
stand verheven werd, omdat hij haar gemaal,
Frius George van Denemarken, toen deze onver
wacht daar de beurs bezocht, en geen van de
rijke kooplieden het gewaagd had hem ten eten
te noodigen, hem gastvrij en gul ziju roastbeef
zijn plumpudding en zijne kruik ale aanbood,
hetgeen den Prins zoo goed beviel, dat hij den
braven burger in zijne nederige woning volgde.
Toen zij daar binnentraden, riep Duddleston
zijne vrouw toe, die op de bovenverdieping bezig
was
„Mary, doe een schoon voorschoot voor en
kom benedenwij hebben twee gasten, den man
van de Koningin en een anderen heer (den adju
dant van den Prins)."
Snel haalde de vrouw haar beste blauwe voor
schoot voor den dag, bond het voor en liep de
trap af otu de gasten te begroeten. Aan tafel
vroeg de Prins zijn gastheer of hij nooit in Lon
den kwam.
„Soms," was het antwoord, „om inkoopen
voor mijn zaak te doen."
ving van liet verleden in het grootste ge
vaar gebracht. Als Gibbon te zijner tijd
de bewering uitte, dat de hedendaagsche
beschaving niet meer kan verloren gaan,
omdat het aan barbaren ontbreekt, die
onze landen verwoesten, dan kunnen wij
gevoegelijk zeggen, dat de barbaren door
het onzalige liberalisme onder ons worden
gekweekt en dat zij reeds vrij talrijk zijn
en machtig.
In 't religieus-zedelijk verval ligt het
grootste gevaar voor de beschaving. De
moderne school met haar leerplan van
«algemeene kennis en menschelijke ontwik
keling* heeft fiasco gemaakt, want uit haar
komt de school der anarchisten voort. Het
onderwijs in den Godsdienst werd niet
meer verstrekt, het werd aan anderen over
gelaten. Doch, wij willen het gevraagd
hebben, wat is dat voor eene opvoeding,
als de Priester van Christus' Godheid of
van andere dogma's spreekt en de leeraar
in de natuurwetenschappen dan als een
»verlicht« man in het volgende uur de
apentheorie van Darwin doceert? De Gods
dienst moet geleerd en beoefend worden
dan zal hij ook zedelijke karakters vormen.
Mochten toch de »verlichteu« van onzen
tijd eens onderzoeken welke gevolgen de
verbreiding van het materialisme, van het
atheïsme, in een woord van de liberale
wereldbeschouwing na zich kan slepen. In
derdaad ten opzichte van de schoolquaestie
is een reactie noodzakelijk, zal de Staat en
maatschappij niet te groude gaan.
(Slot volgt.)
De Afgevaardigde Leuzmann zal het
wetsvoorstel, betrekkelijk het toekennen
van schadeloosstelling aan onschuldig ver
oordeelden, weder bij deu Rijksdag aan
hangig maken en in zijn ontwerp rekening
houden met de bezwaren, tegen zijn vroe
gere voordracht bij het parlementair overleg
geopperd.
De schuldeischers van Egypte mogen
deu Duitschen Rijkskanselier wel dankbaar
wezen. Hij wil toch van geen vermindering
van deu interest weten als zij niet gepaard
„Nu, breng aan een volgenden keer uwe vrouw
mte en kom mij bezoeken. Daar hebt gij een
kaartje, dat moet gij aan het koninklijk kastiel
afgeven." Toen nam de Prins dankbaar afscheid
van de vriendelijke, eenvoudige burgerlieden.
Kort daarop kwam het echtpaar te Londen
en gaf aan het kasteel het kaarije af. Nu volgde
er een formeele uitnoodiging van den kant der
Koningin. De schuiermaker verscheen met zijne
vrouw in Zondagskleeding, en de Koningin stelde
het paar aan het hof voor als de eenigen in Bristol,
die wisten te leven en haar gemaal ten eten
hadden genoodigd.
Daarop liet zij zich een zwaard geven, beval
John Duddlestone te knielen, en sloeg hem als
„Sir John" tot ridder. Tegelijk bood ze hem
een geschenk in geld of een voor hem geschikte
betrekking aan.
Beide wees hij echter bescheiden maar beslis
send af.
„Ik heb," zeide hij, „een klein kapitaal op
rente staan, en mag het groot aantal van dege
nen, die tot de hofhouding van uwe Majesteit
behooren en op staatskosten leven, niet vermeer
deren."
Met bewondering en welgevallen hoorde de
Koningin hem spreken, nam haar horloge uit
haar ceintuur, hing het met den ketting Lady
Duddlestone om den hals, en liet beiden met
gunstbetuigingen overladen heengaan.
Zoo dikwijls Mylady later te Bristol naar de
markt ging, om inkoopen voor hare keukeu te
doen, hing zij het gouden horloge om, en droeg
het beven het blauwe voorschoot.