NIEUWE j No. 857. Zondag 14 December 1884, 9e jaargang De belastingdruk. BUITENLAND, Mevrouw begreep bet. Een soeppraatje. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem1 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het Buitenland Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. 0.85 1,- 1,50 0,06 AGITE MA NOU AGITATE. PRIJS DER ADVEHTENTIÉN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentie n worden uiterlijk Dinsdag- en Vrij dag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers K P P E R S Sc L A U R E Y. Er wordt van verschillende zijden weder aangedrongen op belastinghervorming. Ge lijk men weet is die eisch sedert jaren een middel om het opvolgende Regeeringen moeilijk te maken. Het is trouwens al zeer gemakkelijk om altijd zulke wenschen of eischen te formuleeren; miuder vlug zouden ook zij, die ze stellen of ontwikkelen, zich toonen, als het er op aankwam persoonlijk de handen aan 't werk slaan. In den laatsten tijd werd vooral van li berale zijde op steeds kooger toon gedecla meerd, dat het nu eindelijk uit moet wezen met het talmen in 't voorstellen van nieuwe belastingen. De liberale heeren schijnen te meeuen, dat de burgers van Nederland verteerd worden van belastingdorst. Toch gelooven wij, dat de werkelijkheid met die voorstelling in volkomen strijd is. Naar onze en veler meening wordt de Natie, reeds meer dan wenschelijk is, ge drukt door lasten, ten bate van het Rijk de Provinciën en de Gemeenten geheven. Men kan dan ook veilig aannemen, dat de burgerij allerminst verlangt, dat de heffin gen voor den openbaren dienst zullen wor den verzwaard. De mogelijkheid, dat tot ontheffing van belastingdruk werd overgegaan, bestaat, helaas! in de tegenwoordige omstandigheden niet. Door de heeren liberalen werd, toen zij aan het bewind waren, zoo duur gere geerd, werden zulke blijvende lasten op de schatkist gelegd, dat het tegen woordig Be wind, met den besten wil ter wereld, de begrootiugen niet zoo verminderen kan, dat alle bezwaar financieel wordt opge heven. Hetgeen de Regeering niet doen kan, omdat er verbintenissen, beloften en toe zeggingen bestaan, door vroegere Minis- teriën aangegaan ot afgelegd, dat vermag de Kamer gedeeltelijk wel. Tegen uitgaven, welke moeten worden gedaan om reeds ge decideerde werken uit te voeren, kan niet worden opgekomen, doch men kan de werken wat langzamer doen uitvoeren. Er zijn vele werken, welke nog een zeer lang durig uitstel gedogen. Die werken moeten van de begrooting verdwijnen. De schatkist mag niet worden misbruikt om er uit te putten voor werken, welker noodzakelijk heid nog niet zóó is bewezen, dat nu reeds daarvoor uit den geldbuidel van den Staat FEUILLETON. Het schrift na beroerte. 't Is eigenaardig dat aan patiënten, die door eene beroerte aan de eeue zijde verlamd zijn en wier tong den dienst weigert, een lei voorgelegd en een griffel in de goede hand gegeven wordt om hen op die wijze in staat te stellen hunne gedachten op te schrijven. Is de rechterzijde aan getast en moet de linkerhand dezen dienst ver richten, ach, hoe onleesbaar zijn de teekeneu, die de gezonde hand naderschrijft. De omgeving kan er niets van lezen, en hoe langer de proef duurt, des te zenuwachtiger en ongeduriger wordt de arme patiënt. Nu is dokter Brichwold, te Breslau, tot de ont dekking gekomen, dat degenen, die tengevolge van een beroerte aan de rechterzijde verlamd zijn, wanneer zij zich in schrift willen verstaan baar maken, steeds spiegelschrift schrijven. Dit merkwaardige feit zal hieruit moeten verklaard worden, dat ean deel der organen die geleerd hebben van de linker- naar de rechterzijde te schrijven, in de linkerzijde der hersenen ligt, en daar verlamd is, zoodat de gewone manier van schrijveu niet gevolgd kan worden. Daarentegen wordt onwillekeurig door de gezonde hersenen der rechterzijde do gewone beweging van de moet worden geput. Later, in betere tijden, zou dan kunnen worden overwogen of de bewuste werken al dan niet kunnen geacht worden te zijn van publiek belang. De heeren liberalen bezigden de openbare werken als middelen om zich sympathie in de kiesdistricten te verwerven; daarmee moet het uit zijn; het noodwendige, al kost het millioenen, moei worden tot stand gebracht, doch hetgeen, uit een nationaal oogpunt, alzoo van het standpunt van 't publiek belang, niet te rechtvaardigen is, mag niet worden aangelegd. De Natie heeft dus volkomen recht als zij geen nieuwe lasten wil opbrengen, voor de noodzakelijkheid duidelijker gebleken is. Het fiuanciëel programma der rechterzijde van de Kamer is dus zoo logisch mogelijk, als zij bezuiniging vóór belastingverhoo- ging stelt. Niettemin zijn wij van oordeel, dat hoogst vermoedelijk eenige vermeerde ring van inkomsten niet zal kunnen uit blijven. Dat begrijpen de heeren liberalen ook en daarom begiuneu zij nu reeds met hun lievelingsdenkbeeld, de inkomstenbe lasting, op de proppen te komen. 't Schijnt wel dat de liberalerij een boos aardig genoegen vindt in het uitputten van de financiëele kracht der Natie. Ten einde nude pil te vergulden, komen de liberalen met allerlei redeneeringeu voor den dag, welke bestemd zijn voor >de kleine luiden.* De belastingdruk (zoo praten de liberalen het volk voor) moet zoo worden gelegd, dat de eenvoudigen niets behoeven te betalen. En dat beweren dan dezelfde lieden, die niet ophouden de leer der gelijkheid te verkondigen. Gelijkheid voor de wet dit beginsel aanvaarden ook wij ten volle doch verder gaan kunnen wij niet. Wij kunnen geen gelijkheid prediken, met de werkelijk- heid in beslisten strijd. Maar als men nu die gelijkheid voor de wet aanneemt, volgt daaruit dan dat de kleine man niets moet opbrengen voor de schatkist? Hoe zou dan die hooggeroemde gelijkheid kunnen blijven gehandhaafd? Tegenover lusten staan lasten, en alle burgers van den Staat genieten van de handhaving van orde, rust en veiligheid, aan welke de Staat zich wijdt. De kleine man, zelfs de geheele uiterste zoom van de burgerklasse, bezitten het voorrecht van hun kinderen kosteloos, of bijna gratis, onderwijs te doen genieten. Ofschoon wij rechterhand, die zich al schrijvend van het lichaam verwijdert, op de linkerhand overgebracht, zoodat deze zich van de linkerzijde beweegt, gelijk de rechterhand zich naar de rechterzijde placht te bewegen, en dus spiegelschrift schrijft. Zoo is mer. nu in staat, het onleesbaar geheimschrift van zulke ongelukkigen te ontcijferen. Een spiegel is daartoe het eerste middel. Dat deze ontdekking voor de wetenschap groote waarde heeft, is ontwijfelbaar zeker, maar groot is ook haar waarde voor den zieke, die nu niet meer alle pogingen ijdel ziet om zich verstaanbaar te maken. Een man schelde aan en vroeg of mevrouw ook tapijten had uit te kloppenhij had dit werk over de twintig jaar bij de hand gehad. ;/Wat kost het uitkloppen van dat tapijt in de huiskamer vroeg mevrouw. «Twee gulden." «Dat is ontzaglijk duurGisteren kwam hier een man, die aanbood het voor een gulden te doen. «Juist, mevrouw. Maar op hoe 'n manier zou hij het doen «Hij had een stok in zijne hand." «Jawel. Hij zou het tapijt naar een leeg erf meenemen, niet waar?" «Ja. Onze binnenplaats is te klein, weetje." voor ons kroost dat onderwijs van den Staat niet begeeren, blijft bet niettemin een feit, dat duizenden bij duizenden wel voor hunue kinderen ervan profiteeren. Daar zulks nu zoo is, behooren allen (de geheel onvermogendeu alleen uitgezonderd) iets bij te dragen, tot dekking der uitgaven, welke in 't belang van allen worden ge maakt. De eenvoudigen in den lande moe ten dat, dunkt ons, zeiven begeeren. Aalmoezen te ontvangen vernedert. In 't voorbijgaan merken wij op, boe eigenlijk alle gegoede ouders, die hunne kiuderen laten genieten van het Staats onderwijs, een aalmoes van de belasting schuldigen ontvangen. De onderwijswet- geviug is eene vernedering voor hen, die wel het onderwijs hunner kinderen zouden kunnen betalen en die toch niet aarzelen hunue lievelingen te zenden naar de Staats scholen, welke bekostigd worden door het geld van allen, waaronder niet weinigen, die allerminst tot de gegoeden behooren. Er kan dus van geen oubehoorlijken belastingdruk gesproken worden als ieder in den lande iets opbrengt tot stijving der geldmiddelen van den Staat. De vraag is maar, hoe moet dat aandeel in de alge- meene lasten door den kleinen burger worden gebracht. Liefst moet hij niet, of bijna niet, door directe heffingen worden getroffen. De ac- cijnsen leveren een uitstekend middel op om van de eenvoudigeu iets voor de schat kist te ontvangen. Men zou dus in die richting nog wat verder kuunen gaan o.a. door de invoering vau de tabaksbelasting, als accjjns of licentie-recht geheven. Daar tegen zou zich geen billijk verzet kunnen doen gelden. Aan zulk een indirecten last zouden wij in elk geval verre de voor keur geven, boven nieuwe of verzwaarde directe belastingen. De liberalen willen daarvan niet weten; zij spelen, om tot directe belasting te komen, de rol van volhoudenden, zooals wij reeds aanstipten. In den nood van den werkman moet worden voorzien, zoo roepen zij uit, doch de Staat kan direct niets voor hen doen indirect kan hij hun lot verzachten door ze van allen belastingdruk te ontheffen. Reeds deden wij uitkomen, dat die leer in strijd is met een gezonde staathuishoud kunde, maar wij voegen er bijhet doel zou toch niet worden bereikt. Als de «Juist. Dat is een Brusselscli tapijt, 't Is erg ver sleten. Er zijn veel gaten in. Hij zou er eene groote vertooning van maken als hij het hier uit en in droeg. Eenmaal op het erf zou hij uw naam zeg gen aan iedereen, die vroeg van wien dat tapijt was. Is dat de manier om zulk werk te doen?" «Hoe doet gij het dan?" «Ik draag het tapijt de achterdeur uit. Ik krui het naar mijn huis. Ik klop het uit op een erf, door eene hooge heg omringd; en als ik het terug breng, netjes opgerold en met een linnen kleed er overheen, antwoord ik, als iemand mij er naar vraagt, dat het een fluweelen tapijt voor No. 224, Blankstreet, is. Vraagt niemand mij iets, dan schel ik aan bij uwe buren aan weerszijden, en vraag of zij een nieuw Wiltonsch tapijt besteld hebben. Dan zien ze mij hier ingaan. Begrijpt u me vrouw?" Mevrouw begreep het en hij mocht het tapijt uitkloppen. Te Parijs is een boekje in het licht verschenen, getiteld: «De Geschiedenis van da Soep." Waarom niet De soep is iets, dat ons zeer van nabij aan gaat, zij maakt bijna ons eerste, eii zeker ons laatste voedsel uit. De verschillende soorten van soep zijn in onze eeuw aanmerkelijk verminderd. Een schrijver uit de dertiende eeuw verhaalt, dat Staatslasten enkel door de gegoeden zouden moeten worden opgebracht, dan zouden zij veel meer dan thans moeten betalen En zou men dan meenen, dat zij dat alles zoo maar dood laconiek zouden dragen. Wij gelooven, dat de rijken hunne uit gaven zouden beperken, dus ook minder geld laten verdienen door den werkman. In plaats dus dat de volkszaak zou zijn gered, ware zij nog meer dan thans ver loren. De volhoudenden*, die enkel langs directen weg aan het geld voor de schat kist willen komen, zouden den arbeidenden stand de dupe doen worden van onjuiste theorieën. Op dien grond hebben wij steeds gestreden tegen den incometax en zullen wij hem blijven bekampen. De belastingdruk des volks mag niet, tot welken prijs ook, worden verzwaard, ook niet onder de leus van belasting-her vorming. Een zuinig beheer der geldmid delen van den Staat is in de eerste plaats, plicht, en dan (als de nood het eischt) moet aan de versterking der Rijksmiddelen worden gedacht. Doch juist omdat de anti-liberalen wil len bezuinigen en daarbij het eerst zullen tornen aan de onderwijsuitgaven, pleiten de liberalen voor nieuwe lasten, 't Geld voor het peperdure Staatsonderwijs moet beschikbaar blijven. Wij zeggen daarentegen bezuinig aller eerst op het onderwijs, wellicht zal het mogelijk blijken om door vermindering van onderwijsdruk aan verkoogiug van den belastingdruk te ontkomen. De Fransche Kamer heeft in de eergisteren gehouden zitting eenige posten geschrapt op de Begrooting van Eeredienst. Ondanks een welsprekend protest van Mgr. Freppel, die daghelder betoogde dat het trac- tement der Kanunniken van St.-Denis een gevolg was van het Concordaat, werd dit, groot 1,157.000 fr., verworpen met een meerderheid van 250 stemmen tegen 231. De Regeering had in de schrapping van dien post slechts toegestemd op voorwaarde, dat dit bij uitsterving zou geschieden. Hetzelfde lot wedervoer een crediet van 120,000 fr. voor het Kapittel van St.-Denis. De scharlaken Afgevaardigde De Dou- ville-Maillefeu merkte hierbij op, dat de Republiek niet noodig had, de graven van er op de tafels der voorname lui altijd vijf of zes soepen opgedischt werden, die elk op eene andere wijze toebereid waren en eene andere kleur hadden. In verschillende inrichtingen gebruikte men, bij ei kenmaaltijd drie soepen.Eene destijds zeer beroemde soep, die onzen tegenwoordigen lekkerbekken ze ker den eetlust bederven zou, was uit merg, hen nepzaad en gestampte amandelen bereid. Men liet ze een geruimeu tijd koken, en deed er sui ker, gember, saffraan en rozenwater bij. Eene zeer pikante soep was de «mosterdsoep", die uit gekookte eieren, mosterd, gember, suiker en druiven bereid werd. De hertog van Guise at dagelijks de door zijn kok uitgevonden «goud soep." Deze bestond uit geroosterd brood, witten wijn, suiker en eierdooiers, rijkelijk met saffraan vermengd. In den tijd vau Lodewijk XIV kwamen de kippen- en duivensoepen in zwang; Boileau verhaalt ook van eene «citroensoep", waarin hij tot zijne aangename verrassing een kapoen vond. Voor de uitvinding van nieuwe soepen werden in zijn tijd ook aanmerkelijke geldprijzen uitge loofd. Eerst veel later werd in Frankrijk de «bouillon" uitgevonden, die in korten tijd de over winning behaalde op alle zoete en zure soepen der vorige eeuwen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1884 | | pagina 1