N I E U W E No. 861. Zondag 28 December 1884. 9e Jaarg&Bg De Zondag. Verkwistende grillen in voegere tijden. Een geneesmiddel. Chineesch bijgeloof. u:im abonnementsfrijs Per 3 maanden voor Haarlemr 0,85 Voor de overige plaatsen iu Nederland fr. p. p. 1, Voor het Buitenland 1,50 Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AG-ITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 16 regels 30 Cents, Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Adverteutiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers K P P E R S Sc LAUREY. Nog slechts eeu tweetal dagen en wij staan aan het einde des jaars. Deze rust dag is de laatste, welke 1884 ons biedt. On willekeurig richten zich de gedachten op dezen Zondag, naar de Sabbathdagen, die achter ons liggen en ook op de week dagen, welke tussclien de rustdagen wer den doorleefd. Eu dan zal het wel onloo chenbaar wezen, dat dankbaarheid ons iu de eerste plaats móet bezielen, voor de vele geestelijke zegeningen, door God ons iu het straks afgeloopeu jaar geschonken. Onder de vele voorrechten, die het Ge loof boven het ongeloot bezit, mag onge twijfeld ook dat geteld worden, hetwelk alleen den Christen verzekerd is, namelijk van voortdurend met de lioogere wereld iu betrekkiug to zijn. Zij, die zich afwenden van Gods Kerk en geboden, om zich over te geven aan de macht der zonde en der rede (maar dat laatste is ook eeu zonde, en wel de grootste, wijl het eeu zonde is tegen den H. Geest) kunnen niet verder zien, dan deze stof felijke wereld. Hun blik is daardoor ont zettend beperkt. In hunne vreugde zijn zij dan ook meest mateloos, daar zij niet we ten van de grenzen, welke aan alle aard- sclie blijdschap moeten gesteld worden, wil het hart niet onvatbaar worden voor 't genot dier hoogere vreugde, die iu God haar wortel en tevens baar wijding vindt; iu bun droefheid zijn zij hopeloos, omdat zij de bron niet kenneu dier hemelscke vertroostiug, welke van Boven in 't hart van de geloovigen daalt. Hoe geheel anders staat bet in dit op zicht met hem geschapen, die gelooft in den Gekruiste, die ziju hart toevertrouwt aan de genade Gods en aan den Heiland, gelijk die wordt verzekerd en genoten in de gemeenschap Zijner Kerk. De Christen kan zich boven de aardsche smarten ver heffen, omdat hij in een hooger leven ge looft, ja, dat leven aanvankelijk reeds hier, door de Genademiddelen der h. Kerk deel achtig wordt. Het oog van dea Christen staart verder dan het sterkst gewapende oog van den Christus verwerpendeu geleerde. Terwijl deze laatste zijn blik niet verder kan richten dan tot de starreu, is het den FEUILLETON. Zoo spaarzaam onze voorvaderen in vele op zichten waren, zoo verkwistend was men som tijds in de middeleeuwen, en zoó zonderling openbaarde zich dikwerf de neiging tot ver kwisting in die riddertijden. Raimoiul de Vijfde, Graaf van Toulouse, gaf op hot einde der twaalfde eeuw een hoffeest, om den Koning van Arragonië en Raimond, Hertog van Narbonne, met elkander te verzoe- n*nOp dat feest zocht elk der voorname aan wezigen den anderen in pracht, mildheid, of eigenlijk verkwisting te overtreffen. De Graaf van Toulouse deelde wat voor dien tijd ont zaglijke geldsommen waren, onder de ridders en schildkuapen uit, maar eeuigsn van zijne gas ten deden iu het opzicht van verkwisting nog veel meer, Bertraud Ramboud liet een geheef veld in de nabijheid van het slot omploegen en daarin 30,000 onsen zilver aan verschillen de kleine muntsoorten zaaien. Guillaume lo Gras de Martel liet iu de keuken de gerechten voor het geheele gezelschap, dat uit ettelijke duizenden bestond, bij waslicht toebereiden. Ein delijk verbrandde Raimond de Veuois, die zijn rijkdom op geschikter wijze kou toonen, dertig van zijne beste paarden voor de oogeu van den gehe*len hofstoet. Christen in den geloove vergund, boven de starren te zien. En nu weten wij wel, dat de ougeloo- vige wereld lacht en spot met die instel lingen van den Christen, maar dat kan hem niet schokken in zijne heilige over tuiging. Wat voor den ongeloovige slechts een inbeelding is, dat noemt de Christen een feit, waarvan de zekerheid hem, door de Kerk, welke Christus stichtte, wordt gewaarborgd. Op de Zondagen nu, welke wij in 1884 mochten beleven, werd ons van die hoo gere wereld gesproken. Zij liggen voor ouze rekening. Wat hebben zij ons gebracht? Met die vraag moeten wij inkeeren tot ons zelven, en als wij dan moeten beken nen, dat wij veel hebben verzuimd, dan moeten wij berouw gevoelen en boete doen opdat de Kerk de vergeviug ons kan doen geworden. Voor den Christen bezitten de Zondagen een geheel eenige waardij. Zij bieden ons rust na arbeid, troost na smart, bovenal kracht naar kruis. De Zondagen ziju wer kelijk zondagen, (ach, waarom zoodikwert ook zondeni\'Ag$n door het licht van de zon des Gerechtigden bestraald, van daar heerlijker en vriendelijker dan de andere dagen der week. Houden wij daarom den Zondag in eere. Wel ziju wij verlost van bet juk der Mo zaïsche wet, zoodat wij niet gebonden zijn aan kleingeestige bepalingen, maar de wet is, met betrekking tot den Zondag niet ontbonden, maar vervuld, wij moeten niet minder rusten, maar beter rusten. Danken wij dus God voor de genade dat Hij ons weder zoovele Zondagen iu dit jaar heeft gespaard en bewaard. En. mochten wij soms in de waardeering van den rustdag zijn tekort geschoten, dan leve de biddende weuscb in ons hart om iu liet volgende jaar den Zondag meer te heiligen, allermeest aan onze onsterfelijke zielen. Vergeten wij bet nimmer, dat de Zondag eeu der heerlijkste en ouontbeer- lijkste instellingen is. Altijd door werken is voor ieder meuscli onmogelijk, tenzij hij spoedig oud en afgeleefd wil ziju. Rust is even noodig als arbeid. Zoo lieeft God het ook gewild en verordend. De rustdag is van Goddelijker) oorsprong en zóó on- De nieuwere tijden ziju wel niet zoo rijk aan dergelijke verkwistingen, maar soms levert toch de latere geschiedenis voorbeelden van zulke ridderlijke dolzinnigheid op. In het laatst der veertiende eeuw verbrandde Colin Campbell in Schotland, bijgenaamd de Zonderlinge, zijne ei gene woning, bij gelegenheid dat Lord O'Neil uit Ierland hem kwam bezoeken, alloen opdat deze, bij hot redden van ziju goederen, al ziju schatten en kostbaarheden te zien zou krijgen. James Hay, Graaf van Carlisle en afgezant ven van Jacobus 1 van Frankrijk, praalde bij ziju intocht te Parijs op eene even dolzinnige wijze met den rijkdom van zijn vorst. Hij en ziju gevolg waren over 't geheel prachtig gekleed, maar toch muntte ziju rijpaard inzonderheid uit. De hoeven waren beslagen met zilver, maar zoo los, dat er bij eiken sprong van hi t paard eea of twee stukken van de zilveren hoefijzers on der hot volk vlogen, en achter hein volgde een hoefsmid, met een zak vol van hetzelfde metaal, om het paard met alle snelheid opnieuw te be slaan. Iu de gedenkschriften van een Weimarschen veteraan, lleinr.ich ScinnidC, wordt eene kleine geschiedenis verhaald, waaruit men leereu kan hoe een ma n van speelzucht te ge nezen i». De held van het verhaal is de een maal beroemde Eroderik Uuzelmaun, en wordt sprekende ingevoerd, ougove*r als volgt misbaar, dat zelfs de Goddeloozeu moeten toestemmen, dat hij niet kan worden ge mist. Zij willen hem echter alleen om te rusten en in wereklschen zin genieten. De uempels Gods, die op de Zondagen ont sloten worden, gaat de mensch, die bet zonderGodlu de wereld meent te kunnen doeu, met een voorname minaóhting voorbij. Voor hem is bet leven des vermaaks alleen aan trekkelijk; bij heeft niet geleerd zijn ver maak in den Heer zijn God te stellen, gelijk de psalmist dat zoo heerlijk uit drukt. Toonen wij, dat de geloovigen de ware Zondagskinderen Gods ziju, dan zul len wellicht nog veleu, die verre van 't Kruis bleven, derwaarts heengaan om zich door den Gekruiste den Zondagszegen te zien geschonken. De Zondagen maken de minderheid uit van de dagen des jaars. De werkdagen vor men de zeer groote meerderheid. Dat is •en zinrijk teekeu, als uitdrukking van de macht, welke de wereld op ons heeft en iu gezonde en geoorloofde beteekeuis ook op ons hebben moet. En hoeveel is er iu die werkdagen niet gebeurd of onder ons bekend geworden De wereld bleef in gistiug en beroering onlust en onrust blereu iu alle deelen der wereld zichtbaar. Tevredenheid werd wei nig betuigd, ontevredenheid heerscht iu bet hart van de meesten. De gewichtigste wereldgebeurtenissen hielden de aandacht gespannen of wekten de bezorgdheid van de nadenkenden op. Maar ook die beduchtheid, die augsteu, die bekommernis moesten wijkeu op de Zon dagen, welke de weekdagen zoo aange naam afwisselden. God is de bestuurder van het lot van den enkele, maar ook van allen. Hij leidt zoowel de volkereu, als de personon op hun baan. Dat is eeu vertroostende waar heid, welke wij ons tot geen prijs moeten laten outrooven. Toch wordeu daartoe steeds door bet ongeloof pogingen aangewend. Omdat men Gods daden niet begrijpt, wil men niet aannemen dat Hij werkelijk regeert. Alsof het kind des stofs den On eindige zou kunnen naspeuren iu ziju wegen. Waar wij gewagen van de ongeloovige richting, daar komen wij als van zelf tot zeer belangrijke verschijnselen, welke ook «Ik was nog een jonge klant, die in loszin nigheid allerlei tijdverdrijf zocht, en zoo kwam ik eindelijk cok aan het verderfelijk hazardspel, waarmede ik mijne nachten, dikwijls tot in den vroegen ochtend, doorbracht. In de eerste dagen van ons huwelijk kon het er nog mee door: toen ging ik slechts naar de bank om er een uurtje, hoogstens twee, te blijven. Maar al spoe dig dreef de speclduivel mij er toe eerst tegen drie uur iu den ochtend thuis te komen, waar ik zeer onaangenaam venast werd door mijne lieve jonge vrouw nog op te vinden. Geen toor nig woord kwam echter over hare lippen. Hoe vast nam ik mij voor zulke een# huiselijke stoornis niet weder te veroorzaken 1 Eenige da gen hield ik ook werkelijk woord, maar eindelijk begon de demon iu mij weer te woelen over mijne gotde voornemens, en andermaal kwam ik eerst tegen drie uur thuis. Wij woonden des tijds in eene lange straat en hadden eeu bal kou. Dit zag ik, toen ik dichtbij mijn huis was, tot miju grooten schrik verlicht en ik vond miju vrouwtje met eeaig huiselijk werk bezig. Geen woord van verwijt, maar des te dieper was de indruk op mij. Kortom, ik kon wel eenige malen de ongelukkige neiging geen weer stand bieden; maar kwam eiken dag een halfuur, ja zelfs eeu uur vroeger thuis, zoozeer hield mij het balkou iu toom, totdat ik eindelijk in 't geheel niet meer uitging en nu de speelbank niet eens meer zou willen bezoeken, al zou ik ook telkens de heele bank als winst mee naar huis uemen." iu 't afgeloopen jaar vieleu te betreuren. Er werd sauiengespaunen tegen de Kerk, tegen de waarbeden van welke zij de draag ster is. Overal woedden de ongeloovigeu tegen bet Christendom. Resultaten iu den zin door hen gewensclit, kunnen de vij anden van bet Evangelie nimmer verkrij gen. Toch (wij ontkennen bet niet) kun nen zij tijdelijk veel kwaad stichten. Daar om is bet plicht tegen hen met alle eer lijke wapenen te strijden. Meermalen wekten wij daartoe op en zeker niet altijd te ver geefs. Niettemin is het te bejammeren, dat nog niet meer wordt gedaan om de po gingen te verijdelen van hen, die zich tegen de Kerk verzetten, die aan baar de heer schappij over de harten betwisten. Deze laatste Zondag des jaars is zeker bij uitnemendheid geschikt om ons af ie vragenof wij in dit opzicht reeds alles deden, wat wij zouden kimnen, als wij ernstig wildén. Eu waar die vraag wordt gesteld, daar vreezeu wij, dat maar al te veleu een niet geheel bevredigend antwoord zouden moeten doen hooreu, als zij iu op rechtheid zich zelven onderzochten. Lezers, laat ook dat auders eu beter wordeu. Vergeten wij niet, dat wij hoogc eu onschatbare voorrechten hebben ont vangen, waardoor heilige plichten ons zijn opgelegd. De Godsdieust is het hoogste eu beste in 't leven, niet alleen voor ieder Christen iu 't bizouder, maar ook voor de meiiscblieid iu 't algemeen. Hetgeen 't meest waard is, moet natuurlijk boven alles wor deu geschat. Houden wij daarom den Gods dieust in eere. Wij zullen daardoor een der voorwaarden vervullen, welke onmis baar moeten wordeu gerekend om bet volks geluk op on waukelbareu grondslag te doeu rusten. Verbinden wij ons daartoe opnieuw op dezen laatsteu Zondag des jaars, dan zal hij een der gezegendste van alle wezen. Rusten is zoo zalig na deu arbeid van de week. Da rustdag van den Christen O vormt een verheffend symbool van die eeuwige rust iu den Hemel, van dieu Sab bath, aau weikeu geen einde zal komen. Bereiden wij ons door geloof en deugd tot dezeu Sabbath voor, dau zulleu wij eenmaal rustig insluimeren, uadat het onderpand vau Gods geuade iu ouze harten zal ver zegeld zijn. Iu vele opzichten heerscht er iu het Hemelsche Rijk nog geestelijke duisternis. De werking vnu de telegraaf, bij voorbeeld, geschiedt, volgens het begrip der Chineezen, rechtstreeks met be hulp van verschcidsue duivels, en wordt aldus door hen verklaardIn elk postkantoor is eeu duivel, en de postkantoren zijn door een draad met elkaar verbonden, eensdeels opdat de duivels zich voor elkander verstaanbaar kuuueu maken en anderdeels er zich rechtop aan ts kunnen houden. De trillingen van den telegraafdraad veroorzaken den duivel, die in het postkantoor opgesloten is, zoo iets als buikpijn. Die helle- kinderen spreken eene taal, die voor de ouinge- wjj len ten eeutnmale onverstaanbaar blijft, 't Is eigenlijk de taal van de buitenlandsche duivels en deze weten zich gemakkelijk voor do andere verstaanbaar te maken. Wanneer er dus eene boodschap overgebracht moet worden, zegt de buitenlandsche duivel die aan den telegraaf- duivel iu bet eerste postkantoordeze brengt de boodschap weer over aau ziju helschen con frater in bet tweeds kantoor, eu zoo gaat bet voort tot aau de plaats der bestemming, waar de telegraaf-duivel langs denzelfdeu weg den buiteulandscbeu duivel bet antwoord zenc t. Van dit begrip zijn de Chineezen met af te breugen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1884 | | pagina 1