NIEUWE No. 873. Zondag 8 Februari 1885. 10de Jaargang Nationaliteiten. B U 1T F L A N 1). aboknbmemtspbijs Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1, Voor het Buitenland 1,50 Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG, BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. (OllillL PRIJS DER ADVERTEHTIÉW Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KUPPERS k I. AU REA. Er werden in den Duitscheu Rijksdag onlangs zeer belangrijke debatten gevoerd over een hoogst gewichtige quaestie. Het gold namelijk het recht van taal, dat aan de vreemde nationaliteiten, welke op Duit- schen bodem leven, moet worden toege kend. Door een Deensch afgevaardigde werd verlaugd, dat de Deensche taal in Noord- Sleeswijk, tot zekere hoogte, in de zuiver Deeusche strekeu ook ten aanzien van de administratie en het rechtswezen, als de landstaal zou worden beschouwd. De daar toe strekkende resolutie beoogde, om dat zelfde voorrecht aau de Polen en de be volking van Elzas-Lothariugeu te ver- leeneu. Hoe doeltreffend ook toegelicht, met hoe veel warmte ook van meer dan eeu zijde verdedigd, het aangegeven denkbeeld kou de goedkeuring van de meerderheid der ver gadering niet wegdragen. Die weigering, om aan de nationaliteiten recht te doen, moet zeer worden betreurd. Eeu groot volk dat kleine stammen of ras sen of wel een deel van een andere groote natie, gelijk dat met Elzas-Lotharingen het geval is, in zich opneemt, moet weten edelmoedig te zijn. Zulk eene inlijving is toch meest het resultaat van een oorlog; de overwonnen partij moet eeu veerlaten. Pruisen kreeg Posen als gevolg eener schan delijke verdeelings-overeeukomst; Duitsch- land kreeg Sleeswijk en Holsteiu na een oorlog, die een oneer was voor onze eeuw, want een kleine Staat werd letterlijk door overmacht tot onmacht gedoemd, en Elzas- Lothariugeu kwam aan Germanië als vrucht van een krijg, die niet had mogen eindigen met het eischen van zooveel grondgebied van de vernederde Natie. Men kan nu al die feiten en gebeurte nissen betreuren, maar er valt niets aan te doen. De overwonnenen kunnen te zijner tijd beproeven revanche te nemen, doch dan is het nog zeer onzeker, of zij daarin zullen slagen. Daarenboven het staat met dergelijke onrechtvaardigheden zoo gescha pen, dat na een reeks van jaren alles zich naar den nieuwen toestaud zet. De afkeu- riug, welke de betrokken dader vond, ver zwakt langzamerhand en zelfs de geannex eerde bevolking schikt zich in hetgeen zij als onvermijdelijk is gaan beschouwen. FEUILLETON. Van kwaad tot erger. In zijne jeugd verbleef Aartshertog Stepkanus van Oostenrijk gedurende eenigen tijd in eene garnizoensstad van Hongarije. Kort te voren was daar een nieuwe plaats- commandant gekomen, die om zijne bovenma tige strengheid zeer gevreesd werd. Onder anderen was hij onverbiudelijk op een punt van het militair reglement, dat door zijn voorganger eeuigszins toegevend was toegepast; „dat eeu officier in geen geval in burgerklee- ren mocht uilgaan;" en in ouderscheiden gevallen waren de overtreders reeds met arrest gestraft geworden. Desniettemin liet een eerste luite nant zich door die voorbeelden niet afschrikken, en hij ging op zekeren dag iu burgerkleeding uit. Immers, 't was zulk heerlijk lenteweder, en alles lokte uit tot eene wandeling naar een dorp iu de nabijheid. Nadat de parade was afgeloopen, veranderde de jeugdige officier zijn zware en lastige uni form met een lichte en gemakkelijke burger kleeding, wandelde welgemoed naar het voor gestelde doel en kwam daar aau zonder dat hij een verklikker ontmoet had. Met herstel vau zelfstandigheid kunnen dus de ingelijfden niet worden gevleid; maar hun kan toch het leven iu het overwinnende Rijk dragelijk worden gemaakt. Dat is zelfs een heilige plicht van den overwinnaar, aan welker vervulling hij zich, in ziju eigeu belang, niet mag onttrekken. Met betrekking tot Elzas-Lothariugen wordt de regeerkuust zoo opgevat door den Gouverneur of Stadhouder, baron Von Man- teuffel. Naar waarheid mag toch van hem worden getuigd, dat hij, voor zooveel de Rijkswetten dat toelaten, aan de over- heerschte bevolking vrijheid verzekert. Dr. Wiudthorst heeft dan ook iu den Rijksdag deswege opeulijk hulde aan hem gebracht. Toch wordt de Fransche taal niet officiëel als volkstaal geëerbiedigd. Daaraan kan de Stadhouder niets veranderen. Dat moet van den Rjjkswetgever komen. 't Komt ons voor, dat Duitschlaud wel zou doen, als het aau de Polen (iu Posen), de Frauscheu (iu Elzas-Lothariugeu), en de Denen (in Noord-Sleeewijk) ten volle recht, minstens ten opzichte van hunne taal, deed wedervaren. Zoo alleen toch zou het van hen goede onderdanen kunnen maken, die een goede aanwinst voor Duitschlaud kou den heeten. Hier moeten wij wijzen op eeu verschijn sel, hoe de Duitschers steeds klagen over miskenning hunner rechten overal waar zij tot de minderheid behooreu. De Duitschers in de Oostzee-provinciëu van Rusland doen onafgebroken klachten hooreu, en zeker niet ten onrechte, want het Russische be stuur is tiranniek in hooge mate. Niet minder achten de Duitschers iu Hongarije zich verongelijkt. De Duitsehe bevolking iu die wederhelft* van Oostenrijk is nim mer tevreden. Vooral ook door de terug zetting van hunne taal, tooneu zij zich diep gekrenkt. En nu zwijgen wij nog van Oostenrijk zelf, terwijl toch in dat Rijk een hevige strijd tussehen het Duitsch en niet-Duitsch element wordt gevoerd. De Duitschers vormen in Oostenrijk de min derheid en toch willen zij de alleenheer schappij minstens de opperheerschappij. Zulk eeu streven wekt natuurlijk steeds den weer zin van de niet-Duitsche elemeuten iu Oos tenrijk, die voor huu recht opkomen eu zich de wel niet willen laten stellen door ééu deel van het rassen-geheel over hetwelk de Habsburgers gebied voeren. Van ons standpunt kunnen wij de hou- Op den terugweg, en reeds de stadspoort bin nen, zag hij tot ziju niet geriugeu schrik zijn commandant uit de verte op hem aankomen. Men kan zich zijn angst voorstellen. Reeds voelde hij in den geest het ouweder boven ziju hoofd losbreken. Hij keek uit naar eene gelegenheid om het te ontgaan, maar, zag er geen. Maar wacht daar was een uitweg. Vlak voor hem wandelden twee heeren in vriendelijk gesprek. De luitenant drong zich tussehen hen iu, verhaalde huu met veel ver ontschuldigingen de reden zijner onbescheiden heid, eu sloot met het verzoek dat zij hem wil den veroorloven in hun midden zijn weg met hen voort te zetten. De heeren stonden zijn verzoek bereidwillig toe. Daar trad de gevreesde commandant naderbij en de luitenant was zoo druk in gesprek met zijn buurman rechts, dat hij de diepe buiging niet bemerkte, waarmee de commandant het drietal begroette. En zoo kwam hij, naar zijne meening onbemerkt door zijn overste, aau zijne woning en waande zich, daar den ganschen avond door hem niets meer van de gansche zaak ver nomen werd, iu volkomen veiligheid. Doch hij had zich bedrogen Den volgenden morgen werd hij reeds vroeg tijdig bij den commandant ontboden ding der Duitschers slechts billijken. Elke nationaliteit heeft aauspraak op de erken ning barer rechteu. Maar als de Duitschers zelveu verlangen, dat men op hunne be langen let, dat men hunne taal, meer iu 't bizouder als officiëele volkstaal toelate, dan moeten zij ook wederkeerig in huu eigeu land, tegenover andere nationalitei ten, iu dienzelfden geest te werk gaan. Doeu zij dat niet, dan verbeuren zij feitelijk het recht van anderen te vorderen, wat zij zei ven weigeren toe te staan. Op grond van die overwegingen noemen wij het vermelde voorstel vau deu Deeu- scheu afgevaardigde in deu Rijksdag, recht vaardig, billijk eu rationeel. Het steunt op eeu beginsel van het natuurrecht en wel dat van het onvervreemdbaar recht vau ieder Volk op de taal, welke het zichzelf vormde. In die taal spreekt het de beste gedach ten van zijn gemoed uit en aanbidt het God. De taal is gausch het volk. Eu nu weten wij wel, dat geen macht ter wereld aau een Volk, hoe ook verdrukt eu ver volgd, ziju taal kan ontnemen, maar zoo dra zij niet langer wordt beschouwd en geëerbiedigd als de officiëele volkstaal, ver liest zij veel vau haar kracht op de jeugd, die in de school niet langer in haar als in de taal, de taal van haar Volk, wordt ou derwezen. Elk Gouvernement dus, dat aau eeuigeu volksstam het geuot van ziju taal onthoudt, pleegt een diefstal aan het heilig erfgoed vau dat Volk. Zegen kan op zulk een be drijf niet rusten. Vroeg of laat wreekt zich zulk een onrecht. Gerechtigheid verhoogt zoowel eene Re- geeriug als een Volk. Daaraan wordt maar al te weiuig, ook bij de nationaliteits- quaestie, gedacht. Die wiud zaait zal storm oogsten. Ook dat vergete Duitschlaud niet tegenover Elzas- Lotharingen. De erfvijand blijft, eu 't is even natuurlijk als verklaar baar, agiteeren in het Rijkslaud tegen Duitschlaud. De Fransche partij vormt in Elzas-Lothariugeu een voortdurende bedrei ging voor Frankrijk. Met die zekerheid moet men iu Berliju wel degelijk rekeuen. Doet men dat niet, dan zullen de kwade gevol gen niet uitblijven. Nu in Frankrijk de Kerk wordt vervolgd en haar rechteu in Elzas-Lothariugeu meer dan ergens anders iu Duitschlaud worden geëerbiedigd, altijd voor zooveel dat de Rijkswet toestaat, zou Hij voelde ziju hart angstig kloppen. Op 't ergste voorbereid, was hij niet wtfinig verwonderd, toen hem bij zijn binnentreden zijn overste vriendelijk groette, en toen wel is waar op ernstigeu toon, maar niet driftig of barsch, hem de vraag stelde „Hoe hebt gij gisteren tegen mijn uitdrukke lijk bevel durven handelen. „Ach, Excellentie, sprak de schuldige eeuigs- zins bemoedigd verontschuldig mij voor ditmaal om buitengewone omstandigheden. Gisteren-mid dag kwamen twee ledeii mijner familie, die op reis waren, mij bezoeken, en verzochten mij wat met hen op te wandelen. En om lat zij spoedig weer zouden vertrekken, kon ik het niet ge schikt weigeren, maar evenmin had ik tijd mij te kleeden, eu zoo ging ik met hen mee in de kleederen die ik toevallig thuis aan had. Ik weet dat ik daaraan misdeed, maar Uwe Excel lentie ziet, dat ik niet zonder verontschuldi ging ben." „Zoo, zoo! antwoordde de overste; zoo, waren dat een paar familieleden van je? „Ja wel, Excellentie, t van heel nabij 't ziju neven van moederszijde „Komaan, dat doet me plezier dat je zulke deftige familie hebtwelnu, om hunnentwil zal ik het geval door de vingers zien. Maar pas op voor een volgende keer; dan kan uwe familie het niet onmogelijk wezen dat vele Elzas- sers en Lothariugers zich terwillle van het hoogste beginsel, zooal niet met Duitsch laud verzoenden, dan toch gemakkelijker dan vroeger in de positie van overheersching berustten. Eu ten aanzien van Polen mag Duitsch laud niet voorbijzien, dat zij in Oostenrijk beter worden bejegend dan in Pruisen, ter wijl met betrekking tot de Denen, iu Slees- wijk de overweging te Berliju moge ge'den, dat het prestige van Duitschlaud wordt ge knakt, als het tegenover zulk eeu klein hoopje volks, 't levend beeld der zwakheid, misbruik maakt van zijn kracht! Eindelijk doordringen zich alle Staten, waarin meer dan één nationaliteit wonen, van de waarheid, dat het onrecht zijne ure heeft, maar dat de toekomst aau het recht behoort. Geheel onverwacht komt uit Soudau eene hoogst ernstige tijding, aan welker waar heid, helaas! niet te twijfelen valt. Immers Generaal Wolseley seint het zelf aan het Eugelsch Ministerie. Khartoum is gevallen iu handen van deu Mahdidoor verraad wil men weten, eu Gordon is hoogstwaar schijnlijk krijgsgevangene. Het bericht komt zoo onverwacht, dat men moeite heeft zich het gebeurde voor te stellen. Gordon, die zoo zeker van zijn zaak was, dat hij de lieden, die hem kwa men ontzetten, eigenlijk wel een weiuig belachelijk maakte met ziju zenden van vier stoombooten en zijn zeggen, dat hij het nog wel jaren houden kouEu nu is de man, die daar, als eenige Europeaan, uit een troep laffe Egyptenaren en onge disciplineerde negers een naar het scheen tamelijk betrouwbaar verdedigings-corps had gevormd, gevallen door verraad en de gevangene vau den Mahdi. Wilson kwam den 28steu voor de stad aau, maar, de plaats door den Mahdi bezet vindende, keerde hij terug onder een hevig vuur van de beide oevers. De stoombooten, waarmede hij terugkeerde, leden schipbreuk bij deu Shabluka-waterval, maar de be manning kon zich gelukkig redden op een eiland, waar zij nu veilig is. Een stoom boot is gezonden om de mannen daar af te halen. Gordon's lot is onbekend. Er is te Londen onmiddellijk eeu Kabinetsraad bijeengeroepen. u niet meer helpen. Uw straf zou er dan te zwaarder om ziju." De luitenant nam afscheid en vroeg: „„heeft Uwe Excellentie nog iets te bevelen?"" „Wel zeker! zeide deze op afgemeten toon gij zijt van daag met mij bij Zijne Keizer lijke Hoogheid Aartshertog Stepbauus ter maal tijd genoodigd. Zorg er precies om drie uur te zijn." De luitenant was stom van verbazing, maar wie beschrijft zijne ontsteltenis toen hij bij den Aartshertog binnenkwam en gewaar werd hoe ziju vriendelijke gastheer niemand anders was dan zijn buurman rechts op de wandeling van. den vorigen dag. Zijn andere neef „van moeders zijde" was de Adjudant van Zijne Keizerlijke Hoogheid Toen hij, eenigszins hersteld, zijn excuus maakte sprak de Aartshertog tot hem op een toon vol vriendelijke goedheid, maar tevens van diepen ernst„voor deze maal is 't goed afgeloopen, maar pas op voor 't vervolg. Eu zie daarbij uit uw eigen gedrag hoe de eene fout uit de andere voortkomt. Uwe ongehoorzaamheid gaf aanleiding tot een leugen: maar weet het wel: ongehoor zaamheid strekt den soldaat, leugentaal den man tot oneer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1885 | | pagina 1