NIET] W P I'J \o. 889. Zondag 5 April ï&*>5. Paschen. Vrij, in theorie of in de 10(1^ Jaargang. Tegen het fooienstelsel. Deur dicht. ABOtKHSTEMENTSPKIJS Per B maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het Buitenland Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B UEE AU: St. Jansstraat Haarlem. 0.8b 1,- 1,50 0,06 PBIJS DEK ADVEKTENTIËN 30 Cents. AGHTE MA NOU AGITATE. VAn 16 regels Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag- avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KUPPERS LAUBEY. Zoo is dan het hoogfeest van Paschen aangebroken. Geestdrift straalt uit ieders oogen; vreugde woont in ieders hart. De Heer is waarlijk verrezen, gelijk hij voor zegd heeft, Alleluja! De dood is overwon nen, de hel sidder van woede en de heme len openen zich juichen 1 voor den Verwin naar van dood en hel, voor den Godmeusch, die door zijn lijden en dood de zondeschuld van het gevallen menschdom uitwischte. Breek dezen tempel af, en na drie da gen zal ik hem weder opbouwen,had Hij eenmaal voorzegd. En de tempel werd af gebroken. De Zoon des meuscken werd gevangen genomen, valschelijk beschuldigd, gehoond, verguisd, met doornen gekroond, gegeeseld, met een spotmantel omhangen, den volke vertoond en achter Barrabas ge steld, en eindelijk gekruisigd. Hij stierf den smartelijkste» en smade- lijksten dood, maar ziju graf zou heerlijk zijn. De Joden zelf zouden de waarheid dezer woorden moeten bevestigen. Zij de dwazen, verzegelden het graf en stelden er eeue wacht bij. Maar op den derden dag verbrak de Heiland de kluisters, de wachters sidderden van schrik en moesten de grootheid des Heeren erkennen, die waarlijk verrees, zoo als Hij had voorzegd. Ziedaar het hooghei lig Geheim vau Paschen. Wat zoude het lijden, de dood van den Godmeusch gebaat hebben, indien de Ver rijzenis ze niet had bezegeld? Wat ware er van de Waarheid des Woords, indien het onvervuld ware. En wat zouden wij zijn zouder de Opstanding? Wat zou ons streven, ons lijden en onze dood ellendig zijn, indien de hoop op eene verrijzenis met den Heer ons niet ondersteunde? Wij Katholieken, wij worden menigmaal met Hem en om Hem, Dien wij moeten na volgen, en Die onze Meester is, verguisd. Wij zieu dat de besten onder onze broe ders het meest deelen in zijn smaad, in zijue vernederingen. De woede van jood en heideu tegen allen, die zijn naam dra gen, is nog even groot als in de dagen van de Verrijzenis des Heeien. Zij looche nen zijne wouderen, verachten zijne wel daden, verminken zijne woorden, spotten met zijne liefde zoowel als met zijne wraak, zijn jaloersch op zijn aanhang en haten Hem met een verschrikkelijken haat. Weg met hem, is de kreet, die thans even luide weergalmt als in het gerechtshof van Pi- latus. Weg met Hem, weg met de Kerk, zijn gewrocht, weg met zijue leer en be ginselen, weg met zijne leerlingen, weg met allen die Hem liefhebben en belijden! Zijn naam zelfs wordt gevloekt, en daarom FEUILLETON. De Kölner Sonntags-Anzeiger wil eene ver- eeniging tegen het geven van fooien opgericht hebben. „Er zijn vele kasteleins", schrijft het blad, „die hunne kellners op fooien aannemen, en het pu bliek is, zeggen wijzoo... beleefd die aanwij zing op zijne beurs te honoreeren en de kell ners op zijue kosten te onderhouden. Van den kant der kellners is in de laatste jaren zooveel tot verheffing van hun stand gedaan, en de pers heeft dit streven gaarne ondersteund. Nu vraag ik of het kan verheffen op fooien aangenomen *e zijn en of het niet veeleer moet verlagen leder arbeider is ziju loon waarden zou de kellner zich dan met aalmoezen moeten verge noegen? Want, strikt genomen, zijn fooien niets anders; de kellnor heeft het recht niet ze te vorderen het staat een ieder koffiehuisbezoeker vrij ze te geven of te weigeren. Aalmoezen te moeten aannemen is een ongeluk, maar naar aalmoezen te moeten bunkeren is zelfvernede ring. Men behoeft maar te zien hoe er naar leingeld gezocht wordt, als iemand zijne ver wordt al de gal en venijn bij voorkeur op de zoueu vau Jezus, op de Jezuïeten uitgebraakt; daarom wordeu dezeu nog meer vervolgd, gehooud, uit huu vaderlaud ver bannen en ware bet mogelijk uitgeroeid, alzoo het woord van Jezu3 vervullende: Gij zult gehaat worden ter oorzake van mijn naatu.« De leerling is niet beter dan de meester eu de kueclit niet boven zijn heer. Hebben zij mij vervolgd, zij zullen ook a vervolgen. Maar wat deren Jezus op deu dag der Verrijzenis, de armoede van zijne geboorte af, de onbekendheid zijner levensjaren te Nazareth, de geleden smaad en vernede ringen, zijn lijden en dood? Het zijn Hem zoovele zegeteekeuen. Do wouden vau zijn H. Lichaam zijn enkel gloriestraleu. Zoo smadelijk eu smartvol ziju lijden was, zoo glausrijk is thans zijn zegepraal. Het vloek hout des Kruizes, deu heideu een dwaas heid, deu jood een ergernis, is de banier geworden waaronder millioeueu volgelingen zich scharen, en eenmaal zal dat heilig teekeu op de wolken verschijnen in de groot ste heerlijkheid. Zoo ook zal het leven, het lijden en de dood des Christens eenmaal zijn roem eu glorie uitmaken; immer naarmate wij dee len iu ziju lijden zullen wij deelen in zijue glorie, eu het lijden vau dezeu tijd is nie-^ tig als we deuken aau de glorie, die eens zal geopenbaard worden iu hen, die met Hem huu kruis opuameu en iu zijue liefde tot het einde volhardden. Zouden wij dau heden uiet volmondig in stemmen met deu lofzaug der Kerk, Jezus' Bruid eu ouze Moeder: Verheug eu verblijd U. Zoudeu wij bij het woedeu der stormeu, door deu duivel en ziju aanhaug tegen ons opgezweept, nog kleinmoedig worden? Voor zeker neen. Wij weten dat onze Koning ous is voorgegaan. Hij zal voor ons strij den eu ous ten zegepraal voeren, zooals Hij zegevierde eu thans heerscht iu eeuwig heid. Een zalig Paaschfeest zij aan al onze lezers en lezeressen hartgrondig toegewenscht. Dezer dagen bevatte de Nieuwe Rotter- damsche Courant eeu schrijven uit Antwer pen waarin hevig werd uitgevaren tegen de kloosters. Zulk eeu stuk kou geen beter plaats erlangen dan in een blad, hetwelk steeds van gloeieudeu haat jegens de Ka tholieken doet blijken. De N. R. Ct. weet natuurlijk uitstekend, waarop haar lezers zijn gebrand. De getrouwe geahonlieerden van het liberale orgaau hebbeu altijd gaarne bij ontbijt, middagmaal en avondeten, eeuige tering betaald. Is dat geen bedelarij Alleen maar 1n een anderen vorm. Een gewonen bedelaar kan ik weigeren, maar hier komt een zekere zede lijke dwang bij. Dat zoeken naar kleingeld hin dert mij. „Laat het maar zoo blijven," zeg ik en ik betaal mijn glas bier met 25 pCt. ver- hoogiug. Als ik in een winkel iets koop, en deu verkooper of der verkoopster een groschen als fooi gaf wat zou ik dau niet moeten hooren De kellner loert op den groschen eu steekt liem met genoegen op, zonder dat hij schijnt te ge voelen hoe hij zich daardoor vernedert. Bij wien Js de kellner in dienst Ongetwijfeld bij den kastelein. Wie is dus verplicht zijue dienstver richtingen te betalen De kastelein, en niemand anders. De kastelein, die zijne kellners op fooien aanneemt, onttrekt zich aau zijne verplicktiug ten koste van anderenhij vernedert den ar beider, die zijn loon waard is, tot een bedelaar. En als de bedelarij niet genoeg oplevert, wat dan „Dan kan het er toe komen dat de bedelaar een dief wordt! Dan slaat de kastelein alarm, dan wordt de arme vent voor het gerecht gebracht, en openlijk als een schurk gebrandmerkt en veroordeeld. Eu wie is er voornamelijk do schuld van, dat een vroeger eerlijk man een schelm geworden is? Mijuheer de kastelein in eigen anti-clericale toespijs. Dat ziju nu een maal zoo de manieren vau het ougeloovig volkje. Nu, over deu smaak valt uiet te twisteu. Wij zullen ous hier niet begeven iu eeu polemiek over de voordeeleu, deu zegeu vau het kloosterleven. Dat deden wij reeds vroe ger eu zullen later daarop uog wel eens terugkomen. Voor de lezers van ous blad is dat trouwens eigenlijk overbodig, daar zij die afzondering vau de wereld als eeu daad van vrome toewijding aan God waar- deereu. Zeer goed kunnen wij ous eveuwel voor stellen, dat aadei'sdenkeudeu niet oordeeleu over liet kloosterleven als wij. Maar moet dat beu dau uu leiden tot het brandmer ken vau het kloosterleven als eau soort van misdaad? Eischeu de ougeloovigeu en li- O O bertijueu uiet, dat men de vrijheid dei- vrijmetselaars eerbiedige, hoewel die iu 't geheim beramen, beradeu eu werken. Wat zouden de moderne Jacobijueu zeggen als de Katholiekeu de sluiting eischteu van de hoo- gescholeu, omdat aan de meeste van die scholen de verderfelijkste godsdienstige, po litieke eu sociale theorieën wordeu verkou- digd. Waar de niewigheidszoekers (eu leugen- vinders) verlangen dat huune tegenstanders de vrijheid der godloocheuing, van de we- relddieust zullen ontzien, daar wiileu wij het gevraagd hebben: waarom moet men vau beu, die geen andere misdaad, begaau, dau dat zij God stellen bo/eu de wereld, Hem willen vereereu, liever dau hun leveu te wijten aan zingenot eu vermakou, ook geen vrijheid gunueu dat te doen. Eu toch concludeert de briefschrijver, op wien wij zoo eveu doelden, dat de Belgische Regeering handelend tegen de kloosters moet optreden. Iu bizonderhedeu geeft de schrijver uiet op, wat hij eigenlijk verlangt. Gegist kau echter wel wordeu, weikeu weg hij wil zieu ingeslagen. Do kloosters wil hij treffen, door deu arm van de wet. Voor het liberalisme is toch de wet het ideaal. Elk leveu dat deu liberalen mishaagt, trach ten zij altijd te doodeu door de dommekracht van do wet. Hoogstwaarschijnlijk loert het Belgisch liberalisme ook op de eigendommen der kloostergoedereu. De Staat moet zich van die goederen meester maken. Het libera lisme is ten slotte niets anders dan het wet geworden geweld. Wie weet of men in België uog uiet eeumaal zal beleven dat de Geestelijken eu Kloosterlingen vogelvrij wordeu verklaard, dat het als eene daad van vrijheidsliefde zal wordeu beschouwd als meu zijne wraak jegens deu Godsdienst koelt op de verkon digers eu dragers ervan. Die toestand werd persoon Maar voor een klein gedeelte ook toch het publiek, omdat het zich dat gedwongen fooien geven laat welgevallen, omdat het den kastelein niet flink weg zegt: „Vriend, betaal uw kellner als 't u belieft uit uw eigen zak, of, als gij dat niet kunt bekostigen, wees dau uw eigen kellner!" Als het publiek zoo sprak, en er ook naar deed, zou de verhouding tusschen kastelein en kellner spoedig de normale ziju, dat wil zeg. gen, zooals het tusschen werkgever en arbeide r behoort, dan zou de kellner zoowel zijn persoon lijk eergevoel als het besef van zijn stand terug verkrijgen. Hebt gij wel eens opgemerkt, zegt een Eugelsch blad, hoe lastig deuren zijn? Altijd zijn zij dicht als zij open moesten wezen, en open als zij dicht moesten ziju, hetgeen meer gebeurt dau het eerste, om lat zij altijd dicht behoorden te wezen, behalve als men tocht wil maken (en hoe gevaarlijk is dat ook alweer! maar dat is nu mijn ergernis niet) of om even in of uit te gaan. Denk eens na Waartoe dient eene deur? Om eene kamer af te sluiten en in verband met de wanden eene zekere ruimte binnen zekere grenzen besloten te houden, waar het te hopen beleefd iu de dagen der groote revolutie eu hij wordt weer aanschouwd iu Italië, waar het bemind Hoofd der Kerk niet veilig is iu de strateu van Rome, terwijl de ont aarde bevolking zich indertijd vergreep aau de stoffelijke overblijfselen van den groo- teu Paus, deu beroemden Pius IX. De cultuurstrijd iu Duitschlaud is ook eeue proeve j vau hetgeen^ kerkhaat kau teweeg brengen. Als meu het oog vestigt op al die ver schijnselen, dan wordt de uitspraak steeds meer bevreemdend, vau liberale zijde telkeus vernomen, dat de Kerk eeue macht verte genwoordigt, welke, goed opgevat, slechts eeue »oumacht« is. Togeu iets dat geen kracht kan ontwik- kalen behoeft men zich uiet teu strijde aau te gorden. De Kerk moet dus wel de gelijk eau iuvloed oefenen, weikeu de god loochenaars vreezen. En omdat "zij uiet gerust zijn op de werking van het Chris tendom, deinzen zij er uiet voor terug om, huu eigeu vrijheidstheorie vertrappend, ketenen te smeden juist voor die iustelliug, die als de moeder van de vrijheid moet worden geschat. Het Christendom, de Katholieke Kerk, bevrijdt toch den mensck van de macht, de overheerschiiig der zoude, eu maakt hem daardoor vatbaar voor bet wezenlijk genot der ware vrijheid. Dat zedelijk ver mogen van het Christendom, is een doorn iu 't oog vau ziju haters. Da wereldliug wil niet hervormd, vernieuwd, gelouterd wordeu. Hij geeft zich over aan het we- reldsch vermaak en wil van niets anders weten. Wat gaat het hem aan wat er wordt vau de Kerk en hare dienaars! En iu den grond der zaak ziju alle voorstan ders vau de zoogenaamde nieuwe denk beelden, welke echter niet anders zij a dan oude dwalingen, het met hem eens, ook al nemen de libertijnen dikwerf het voor komen aan van wijsgeereu. Die nieuwe wijsbegeerte lost zich immers ook op iu eeu ontkennen der bovennatuur lijke wereld. Alles wat uiet met cijfers kau wordeu bewezen eu nagerekend, wordt stout weg, door die denkers outkeud. Zij wiileu vau niets hooreu eu weteu dan hetgeeu door huu zinnelijk oog kan wordeu waar genomen eu nagespeurd. Daareuboveu wei geren zij halstarrig het geloof aau de Ge wijde Bladeu eu aau de overleveringen der H. Kerk. Bij dit alles is het verschijnsel wel zeer merkwaardig, dat dezelfde lieden, die niet willen aannemen hetgeeu, wel gestaafd en bewezen, staat geboekt als voor 18 eeuwen en later geschied, wel gelooven hetgeeu door de ongewijde historie wordt medege deeld. Aan de authenticiteit van de ge- is, dut eene zekere mate van overeenstemming en rust lieeischt. Laat de deur open laat een, twee, drie, vier deuren open en al de harmonie is verstoord. Waar de deur, die ge hebt opengelaten, uitkomt, is hetzelfde; weg is mijn gevoel van rustig beschut te zitten. Dan is 'traaar beter een Arabier te ziju, die in zijne openo tent zit en op de uitgestrektheid der woestijn Sahara uitziet. Woont ge in eeu paleis, dan is elke kamer op zich z lve zeker ruim geuoeg zouder dat eene deur, die tot andere vertrekken toegang geeft, behoeft open te staan: woont gij in een gewoon huis, en zijt gij zoo verstandig van in de fraaiste kamer te zitten, dan behoeft gij de andere niet te zien. Eu inzonderheid als gij op kamers woont, dan is uwe deur, als eeue straatdeur, en wordt zij opengelaten, dan zijt gij blootgesteld aan de invallen van de honden en ander straatgespuis. Het spreekt van zelf dat eene kabiuetdeur niet moet openstaan, dan alleen als gij daarin fraaie voorwerpen hebt, die gij uwe vrienden wilt laten zien. Maar neem iu dat geval de deur er uit en zet er een glazen deur voor iu de plaats. De moraal is eigenlijk, dat alle fatsoenlijke meuscken de deur achter zich belmoren dicht te doen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1885 | | pagina 1