NIEUWE No. 893. Zondag 19 April i885. 10(1* Jaargang Von Bismarck. BUITENLAND. Hulp bij brand. Wat de verbeelding al niet doet. RiARLlMS( abonnementspbijs Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het Buitenland Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. 0,85 1 1,50 0,06 AGITE MA NON AGITATE. (01R 4 IT. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en V r ij d a g- avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KUPPER8 k LAUREY. Wij hebben reeds meermalen gewezen op de onhoudbaarheid der staatsrechtelijke toestanden in Duitschland. Het nieuwe Duitsch» keizerrijk is niet ontslaan maar eenvoudig te Versailles gemaaktterwijl men wel kan aannemen dat de man, die het initiatief nam voor deze schepping, de Koning vau Beiereu, zelf met niet veel ge noegen terugziet op den dag, waarop hij zich liet gebruiken als werktuig om een keizerrijk te stichten, dat niets anders wezen kon dau een Kanseliersrijk en met den waren stichter ook zal verdwijueu- Dat de oude Duitsche bond hervorming noodig had, daarover zullen alle staat kundigen het wel eens zijn. Dit was feite lijk en vormelijk reeds geschied als resul taat vau den oorlog vau 1866. Geheel ounoodig was het, nadat de oorlog van 1870/71 Noord- en Zuid-Duitschlaud had verzoeud, om een nieuw Duitsch keizerrijk te stichten.Meu had den Noorderbond kunnen veranderen in een nieuwen Duitschen boud. Maar dat was een te boscheiden pro gramma voor Von Bismarck. Hem zweefde een hooger en breeder ideaal voor oogen. Was het werkelijk eeu ideaal, een verheveu doel, die vorming van eeu nieuw Duitsch keizerrijk? Misschien zijn wjj te eenvoudig om een man als Von Bismarck te begrijpen, maar volgens onze bescheiden meeuiug heeft hij een groote dwaling begaan, toen hij zijn meester, Koning Wilhelm, de keizers kroon opdrong. Niet straffeloos zon digt men tegen de historie en het is eene zonde tegen de geschiedenis om weder eene instelling in 't leven te roepen welke reeds had uitgeleefd. Er lag in het vroeger Duitsche keizer rijk geen blijvende kracht. De laatste Kei zers gaven, in hunne macht, nog minder dau eene schaduw der vroegere keizerlijke grootheid te zien. Niets trouwens natuur lijker dan dit, daar de ontwikkeling der tijden medebracht, dat elk der onderschei- 'den Staten behoefte kreeg aan meerdere zelfstandigheid. Geen enkel motief is er denkbaar, waarom allen zich zouden on derwerpen aan éen. Het verzet gold niet de samenwerking voor een nationaal doel; men wilde weer een staatsrechtelijk bond, FEUILLETON. De meeste menschen verliezen bij ieder onge val en vooral bij brand, dadelijk alle bedaard heid en hoe komt dit? Omdat het ongeluk hen verrast; zij lijn er niet op voorbereid. Daarom is het goed en noodig, bijv. naar aanleiding van berichten, die door de nieuwsbladen tot ons komen, ons telkens in zoo'n gevaar te denken, het voor en tegen der aan te wenden hulpmiddelen, of te nemen maatregelen te overdenken en met anderen te bespreken. Op deze wijze zullen wij ons eenigs- zins met een groot gevaar vertrouwd maken. Het is zelfs nuttig zulke dingen met kinderen te bespreken en hun eens de vraag te stellen „Wat zoudt gij in dit of dat geval doen Want de handen uit te steken is goed, maar men dient dan ook de beste middelen te kennen en te ge bruiken. Met dit doel zij het volgende in herinnering gebracht. 1. Bij het begin van brand is het afsluiten van lucht het beste bluschmiddel; de vlam wordt gedoofd. 2. Wanneer eene ruimte met rook is gevuld, is de rook het minst dicht bij den grond. Wanneer men zich dus plat op den vloer werpt, kan men doch geen persoonlijke overheersching. Zoo ging het keizerrijk te gronde. Moet het nu niet vreemd gerekend worden, dat men in deze eeuw onder den invloed van oorlogs-succès beproefde eene instelling te vestigen, juist op hetzelfde beginsel, waarop dezelfde instelling in vroegeren tijd had schipbreuk geleden? Wat men er toch van zeggen moge, het nieuwe Duitsche keizerrijk is gebouwd op eeu persoonlyk overwicht. In naam wordt dat uitgeoefend door Keizer Wilhelm, iu waarheid door Prins Von Bismarck. Dat kwam zeer treffend uit op den eersten dag dezer maand, toen de Rijkskanselier zijn 70steu jaardag vierde. Men maakte zich bij die gelegenheid bepaald schuldig faan Bisnarck-vergodiug; lierzaugers en huldebetooners prezen hem als de redder van Duitschland. Hij zelf had dan ook maar werk, om telkens te verzekeren, dat hij niets had gedaan dau zijn keizerlijken meester raad verstrekken; de Keizer en zijn dapper leger, die hadden het grootsche werk gewrocht. De bescheidenkoid van den 70 jarige was op dien feestdag zeer groot; bij andere gelegenheden aarzelde hp niet meer zelf verheffend te spreken. Nu zullen wij de laatsteu zjjn, van te willen ontkennen, dat Von Bismarck een man van een zeld zaam talent is; hij heeft dingen tot stand gebracht, waartoe men moet beschikken over geestelijke reuzenkracht. Dat alles stemmen wij toe, doch wij voegen er bij: hij heeft zijne schitterende gaven niet aan gewend tot eeu blijvend doel. Misschien zou hem dat nog hebben kunnen gelukken als hij zich, bij het opbouwen van zijn stichting, een wezenlijke vriend der vrjjheid had getoond. De cultuurstrijd bracht ech ter een nieuwe en ontzettende ramp over Duitschland, omdat die strijd de gevoelens van een groot deel der Duitschers aan tastte. Langs dien weg ontnam Vou Bismarck den hoogsten zegen aan het nieuwe Rijk, namelijk dien van den Godsdienst. Afge scheiden echter zelfs van die rampzalige kerkvervolging, zou het Duitsche keizerrijk der 19e eeuw volstrekt geen levensvat baarheid hebben bezeten. De dagen zijn voorbij, waarin men de volkeren door zulk een louter wereldschen eenheidsbaud vaak ongehinderd, als ouder een wolkgordijn op handen en voeten kruipende, zich verwijderen zonder gevaar van stikken. 3. Brandende petroleum wordt alleen gebluscht door zand of asch, ook door melk. Water helpt bij geen enkele brandende olie, daar dezo soortelijk lichter is, en op het water drijft. 4. Een petroleumlamp kan niet als eene ge wone olielamp behandeld worden. Petroleum ont wikkelt gas, hetgeen olie niet doet. Gaat dus eene petroleumlamp bijna uit, dan mag mon er eerst nieuwe brandstof bij doen, na ze uitgeblazen te hebben. Maar dan ook kan de vulling dadelijk geschieden. B. Petroleum kan zonder gevaar als vuuraan- maker gebruikt worden, mits mon daarmede buiten den haard of de kachel koude brandstof (bijv. doove kooien) bevochtigt. Zulk een doove kool kan dan met een lucifer of zwavelstok in de kachel worden aangestoken. Nooit echter giete men petroleum op het vuur.Degene, die zulks doet, stelt zich aan het gevaar bloot, in vlam te geraken. 6. Gestorte petroleum kan zonder gevaar bij lamp- of kaarslicht worden opgenomen, indien men slechts de kaars er niet op laat vallen. (Vele Personen durven dit, uit overdreven vrees, niet te doen.) Hoe nu één omgevallen lamp een gansche kelder plotseling in een vuurzee kan herscheppen en de gansche trap in korten tijd verkolen, zooals bij op den duur kan samensnoeren. Hooger beginselen moeten hunne heilrijke werking doen gevoelen. Het Christendom (hetwelk nog wel door de domheid der revolutiemannen als eene instelling tegen de vrijheid gericht, wordt voorgesteld!) heeft niet te vergeefs het vrijheidsbesef in de harten der geloovigen gewekt en gekweekt. Alle aardsche macht is daarom beperkt; zij vindt hare grens in de vrijheidsbehoefte der volken. Die waarheid heeft Vou Bismarck miskend en misschien heeft hij iu zijn zelfgenoeg zaamheid, niet eeumaal er aan gedacht. Von Bismarck heeft zich zelf tot den beschermer des Rijks gesteld. De toekomst des Rijks laat zich daardoor gemakkelijk voorspellen. Als de Rijkskanselier door ziekte of dood niet langer het roer van Staat zal kunnen voeren, zal de oppositie, niet langer door zijn machtige hand be dwongen, zich steeds sterker doen ge voelen. Iu de Zuider-staten wast de vloed van een alleszins verklaarbaar verzet onop houdelijk. Bij de behandeling der wet, welke Rijkspostspaarbanken in 't leveu zoude roepen, kwam dat aan 't licht. Omdat men in het Zuiden zijn eigen spaar banken wilde behouden, had men er een afkeer van de Rijksinstellingen van die soort. Eu hetgeen bij die betrekkelijk onbeduidende zaak zich voordeed, vormt de uitdrukking van geheel de richting, waarin men zich iu 't Zuiden beweegt. Opmerkelijk is het daarbij, dat de demo cratische partij welke in 't Zuiden nog al invloed bezit, over die onafhankelijk heids-quaeetie precies denkt als de behou- deude. Hieruit volgt, dat, ten dage dat het vuur van de oppositie zal ontvlammen, geen der partijen het water zal aandragen om de laaie te blusschen. Pruisen zou dau, eren als in 1866, tot geweld de toevlucht moeten nemen. Maar de omstandigheden zijn sedert zeer veran derd. In 1866 hield Frankrijk zich neu traal. Dat zou nu niet meer geschieden. Frankrijk zou met beide handen de gele genheid aangrijpen om het zwakke Zuiden tegen het sterke Noorden te helpen. En wat zou men in Hannover, Hessen, Nassau en Frankfort doen? Vermoedelijk zou de bevolking van die ingelijfde Staten (en den jongste» noodlottigen brand op Wittenburg te Amsterdam bet geval was boe op eeii andere plek vroeger reeds het slaan van de vlam in een pan in de keuken gelijksvloers, zolders vol papier en boeken, van een kolossaal buis, in brand kan steken, waarbij de vlam de trap optrekt, is en blijft niettemin raadselachtig. De Eransche geleerde Boutihouse diende bij bet leger vat) Napoleon en woonde verscheidene veld slagen bij. Bij den slag van Wagrara, w as hij in de hitte van bet gevechtde gelederen om hem heen waren verschrikkelijk gedund, en tegen zonsondergang stond hij bijna alleen. Terwijl hij ziju geweer weder laadde, werd hij door eeu kanonskogel getroffen. Hij dacht niet anders of de kogel had hem zijne beide beenen onder de knieën afgi scho- ten,want hij meende ongeveer een voet korter te zijn geworden. Het lijf viel achterover op den grond en hij was half bewusteloos door den schok. Zoo lag hij den geheelen nacht onbeweeglijk te midden van dooden en gekwetsten, want hij durfde zich niet verroeren, uit vrees dat daardoor het bloed verlies met doodelijk gevolg zou toenemen. Dat hij geen pijn gevoelde, schreef hij toe aan de verdoovende uitwerking van den schok op zijn zenuwgestel, en hij had zijne zinnen nog niet vrije stad) zich met het revolteerend Zuiden vereenigeu. Altemaal slechts ongegronde profetiën, hooren wij ous toeroepeu; doch, wij willen het gevraagd hebbeu of ze wel voor zoo ongegrond kunnen worden gehouden, als de vriendeu der staatkunde van Vou Bismarck beweren. De geschiedenis Zal, biervau houden we ons verzekerd, onze uitspraak rechtvaardigen. Het keizerrijk van Von Bismarck zal niet bestaud ziju tegen de macht des tijd3, als hij-zelf tot onmacht zal zijn gedoemd. De wil van ééu kan geen Staat stichten, welke, als ziju macht niet meer geldt, tegen aller wensch bestand is. Al werd dus Vou Bismarck op den eersten van Grasmaand 1885 als eeu half god verheerlijkt, zijne schepping zal later als die van een dwalend menschenkind iu het niet verzinken. Naar men verneemt, is de uitvoering van het plan tot het houden van eeu natio nale uijverheidsteutooustelliug te Berlijn in 1888, verzekerd. De koopliedeu van Berlijn geven 100,000 Mark subsidie. Brière seint uit Hanoi dd. 15 April, dat hij boden had gezonden om de Chi- neezen te verwittigen, dat de vijandelijk heden hadden opgehouden, maar vóó r deze boodschap den militairen mandarijnen was geworden, deden deze, daar zij geen waarschuwing uit Peking ontvangen had den, den 14n op Kep een aanval met 2000 man; de aanvallers werden terugge slagen; de Frauscheu hadden eeu doode en zeven gekwetsten. Een uitval van het garnizoen te Honghoa verdreef eeu deta chement, dat een aanval deed op kauon- ueerbooteu. De Generaal zond ook daarheen een bode met de tijding dat de vijandelijk heden geëindigd zijn. Het Journal ojjiciel behelst de benoeming van Sadi Carnot tot Minister van finan ciën, iu de plaats van Clam'ageran. De Molé is benoemd tot Minister van open bare werken. Eene depêche van Courbet meldt dat de kruiser Estaing nog voor de wijziging der vredespreliminairen een Chiueesch schip genomen heeft met 750 man, officiereu en 3 mandarijnen. genoeg bij elkaar, om te kunnen beredeneeren hoe het kwam dat hij niet reeds doodgebloed was. In den vroegen ochtend werd hij gewekt door een officier van gezondheid, die daar kwam om de gewonden te helpen. Wat scheelt u, goede vriend vroeg de mili taire dokter. Ach, raak mij voorzichtig aan, dokter, ant- Boutihouse; „een kanonskogel heelt mijne beenen afgeschoten." De dokter bezag de bedoelde lickaamsdeelen, schudde ze ter dege en zeide luid lachend. Sta maar op, er scheelt niets aan uwe beenen. In de grootste verbazing sprong Boutihouse overeind en stond vast op de beenen, die hij voor altijd dacht verloren te hebben. Nooit in mijn leveu heb ik zulk eeu dankbaar gevoel gehad, zeide hij. Ik had geen enkele wonde. Wel was ik door een kanonskogel om vergeworpen, maar in plaats van mijne beeneu te raken, zooals ik vast geloofde, was de kogel ouder mijne voeten doorgegaan en had een groot gat in den grond, van minstens een voet diepte gegraven, waar ik plotseling was ingezakt, het geen mij in den waan bracht, dat ik door het verlies van mijne beenen zooveel korter was ge worden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1885 | | pagina 1