N I E IJ W E No. 900. Donderdag 14 Mei 1885. 10de Jaargang. Volhssympatliie. BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p, p. 1, Voor liet Buitenland 1,50 Afzinderljjke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Adverteutiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers K UPPERS k ],AUS1Y. 't Is duidelijk gebleken bij het thans, zij het ook voorloopig, geëindigd conflict tusschen Groot-Brittannië en Rusland, dat het eerstgenoemde Rijk op de meeste sym pathie kan rekenen van schier alle volken en natiën en dat het vrij algemeen zou wor den betreurd, als de Noordsche kolossus eene besliste overwiuuiug zou behalen. 't Komt ons belangrijk geuoeg voor de oorzaak dezer sympathie aan een nader onderzoek te onderwerpen. Daartoe dieue het volgende: De wereld kent het Eugelsclie egoïsme, iedereen is overtuigd van de zelfzuchtige beweeggronden der politieke daden van het Britsehe Rijk; men weet, dat achter de humanitaire phraseu derEugelsche staats lieden maar al te dikwijls een belang ver borgen is, dat weiuig strookt met de alge- meene menschlieveudheid. Ook weet men dat de humaniteit bij het Britsehe koloni satiewerk eene zeer ondergeschikte rol speelt. De nationale gebreken vau Engeland zjju dus van algemeene bekendheid, doch men weet ook dat er grenzen bestaan voor de Britsehe willekeur en dat eene overmaat van moedwil in Engeland zelfs niet door het Britsehe volk zou worden geduld. Groot- Brittaunië kau zich niet oatrekken aan de pressie der openbare meeniug; Europa be zit eene macht tegen welke Engeland niets vermag. In één woord, het brutaal geweld loopt parallel met de macht der publieke opiuie. De wetten van het volkenrecht zijn in Londen zoo goed als in Weeuen, Parijs of Berliju vau kracht. Groot-Brittannië heeft slechts over eene beperkte macht te beschikken. Het is mach tig maar niet almachtig ter zee, doch naar verhouding zwak te land. Al wil men het niet erkennen, toch is men in Downiug- Street van dit feit bewust. Engeland heeft nimmer vau eene uuiverseele heerschappij gedroomd en kou, aangezien elk motief FEUILLETON. De talisman. De gouden stralen der herfstzon vielen door het geopende venster, aan 't welk Mevrouw Ehrenstein zat te borduren. Hoe eenzaam, dacht zij, is het toch op het land, sinds mijne lieve nicht Dora gehuwd is. Ik heb mij nimmer kunnen voorstellen, dat haar gemis mij zoo zwaar zoude vallen. Slechts zes maanden zijn er siuds haar huwelijk verloopen, maar het komt mij voor dat het zes jaren zijn Plotseling werd de deur geopend en Dora Wilhelmi lag in de armen van hare tante. „Hoe is 't mogelijk, beste Dora, vanwaar komt gij, er is immers geen ougeluk geschied?" „Ach neen, lieve tante, zuchtte de jonge vrouw, maar ik had zoo 'n iuuig verlangen u te zien. Ik nam, toen Herbert heden-morgen naar zijn bureau ging, plaats op den sneltrein en uu ben ik hier om den ganschen dag bij u door to brengen," „Maar wat scheelt er aan, lieveling, waarom weent ge zoo? Zijt ge niet gelukkig?" „Neen, o neen, ik ben zulks niet," antwoord de Dora. Maar waarom niet, om 's hemels wil Hij beminde u toch en gij hem, en mij dunkt gij waart het gelukkigste paar, dat ik ooit heb gezien." „Dat was eenmaal zoo, maar Herbert bemint mij niet meer zooals vroeger." „Welnu, en wiens schuld is dit?" „De mijne zeker niet, lieve tante, niemand kan van mij verlangen, dat ik altijd vroolijk en geduldig ben. Als 't hem niet bevalt, dat ik driftig beu, dan behoeft hij mij zulks niet altijd te zeggen." Mevrouw Ehrenstein zuchtte. „Ja", zeide zij, „ik begrijp u, gij hadt eene zware beproeving uwei lielde kunnen doorstaan, maar „Ja, maar niet die dagelijks wederkeerende voor zulke droomerijen in wakenden toe stand ontbreekt, zich ook niet aan zulke droomerijen overgeven. Er is in Europa stellig geen enkele diplomaat, die vrees koestert voor eene onderwerping van de beschaafde wereld aan het grijze Albion. Overigens kan men van dit land veel goeds getuigen. De natie, en hare staatslieden, be zit eene juistheid in het deuken, welke het geloof aan het bestaan van overheerschings- plannen totaal doet verdwijnen. Gansch anders is het echter met Rusland gesteld. De meeste volkereu zijn tegenover de Russiche natie en hare regeerders hete rogeen. De ondervinding en historische fei ten hebben ons aangaande de oorzaken van die tweedracht veel verklaard en geleerd. Men heeft het immers kunnen waarnemen hoe de spionnen van Czaar Alexander in Italië samenzweringen organiseerden en on rust stookten terwijl de autocraat zelf aan 't hoofd der heilige alliantie stond en voor het behoud van den vrede arbeidde; wij weten welk eene warme vriendschap Kei zer Nicolaas tot 1853 voor Oostenrijk koes terde en hoe desniettegenstaande de Rus sische agenten niet nalieten de Oostenrijk- sche onderdanen, die het Grieksch-orthodox geloof belijden, tegen de Oosteurijksche Regeering op te hitsen en tot afval van Oostenrijk aan te sporen. Het is trouwens algemeen bekend hoe weinig de daden vau Ruslaud overeenstemmen met de vredes- verzekeriugen van zijne beheersehers. Het gevaar dat Europa dreigt, wanneer het tot een oorlog komt tusschen Engeland en Ruslaud, ligt niet aan den Engelscuen kant, maar schuilt ongetwijfeld aan de Rus sische zijde. Rusland stelt zieü niet te vreden, goed of slecht te koloniseereu, neen, het haakt naar onderwerping en naar eeuwig bezit. Men zal te St. Petersburg nooit tevreden zijn, als Russische kooplieden ergens in een ver verwijderd land kantoren vestigeu en voor iuheemsche producten debiet trachten vitterijen en plagerijen," antwoordde Dora schie lijk. „O, tante, beste tante, wat moet ik be ginnen?" „Zie eens, Dora, sprak Mevrouw Ehrenstein, na eene korte pauze, „hetgeen gij mij zegt is niets nieuws; toen ik met uwen oom huwde, meest ik dezelfde ondervinding doen." „Werkelijk tante?" „Ja, doch slechts een korten tijd, later werd het beter." „En op welke wijze?" "Met behulp van een wonderdadigen talisman." „Een talisman?" „Ja, ja, ik bezit een kostbaren talisman, dien ik van mijne moeder heb geërfd." „Wat is dat lieve tante?" „Ik zal het u onmiddellijk verhalen, ik zal u zelfs mijn talisman schenken." Bij deze woorden nam Mevrouw Ehrenstein eene ketting van haren hals en gaf die aan hare nieht. 't Waren 21 gouden parelen, waarvan de cise leering door den tijd bijna was uitgewischt. „Hoe, tante, uwe gouden pareleu?" „Dat is mijn talisman. Toen ik hem noodig had, droeg ik hem niet om den hals, doch in den zak. Dat moet gij ook doen, opdat Herbert er niets van bespeure. Spreekt hij op driftige of barsche wijze tot u en hebt ge lust, hem op dezelfde manier te antwoorden, zwijg dan vooreerst, tel met uwe vingers drie parelen af en geef hem dan een antwoord." iiora lachte. „Ik spreek in vollen ernst, lief kind, en ik verlang niet, dat ge mijne woorden zult gelooven, alvorens ge den talisman hebt beproefd." „'t Komt mij inderdaad zier belachelijk voor". „Nu, wacht den tijd af; ik ontving de parelen van mijue moeder. Let op, gij moogt geen syl labe spreken alvorens ge de drie parelen hebt afgeteld, een voor het Geloof, een voor de Hoop en een voor de Liefde. Gij zult dan zien, mijn kir.d, dat uwe drift tot bedaren komt en do barsche woorden ongesproken blijven." „Welnu, beste tante, ik zal het probeeren, te verkrijgen. Rusland wil, waar de Rus sische soldaat den bodem betreedt, heerschen. De steppen der Turkomaueu moeten een integreerend deel van het Moskovitische Rijk en de bewoners er van de onderdanen vau den machtigen Czaar worden. Zoo is het nog altijd eu overal gegaan, waar Russische Generaals op verovering trokken. De ver kregen resultaten spreken voor het politieke systeem en de Moskovitische diplomatie zal zeker den weg niet verlaten, langs wel ken alles bereikt werd, wat men te St. Petersburg ontwierp. En wat al zal er nog in de stad van Peter den Groote geprojecteerd worden? De verovering der wereld wellicht, als de kans o daarvoor bestoud, maar zeker de annexatie van Constantinopel, zoodra de omstandig heden voor zulk eene onderneming gunstig zijn. Aau de zucht der Russische Regeeriug tot een onbeperkte uitbreiding der Mosko vitische heerschappij twijfelt niemand, zelfs niet de innigste boezemvriend van den Noordscken kolossus, en aau de middelen, om den wil tot eene daad te maken, kun nen zij slechts twijfelen, die geen begrip hebben van Ruslands macht eu van het taaie geduld in het afwachten eeuer guu- stige gelegenheid om een slag te kunnen slaan. Wie de geschiedenis der Russische machtsontwikkeling siuds 1855 bestudeerd beeft, wieu de grove gebreken der gausclie Europeesche politiek, ook die der Britsehe diplomatie, niet zjjn ontgaan, wie het over wicht der scrupuleuze eu, al naar de om standigheden zulks eiscbeu, boffelijk-fijne of cyniscb-ruwe staatslieden kent, die te St. Potersburg worden gekweekt, die zal niet zonder ernstige bezorgdheid aan de toekomst denken. Waar deze bezorgdheid niet keu- baar keerscht, waar men bang is voor eene analyse van de politieke omstandigheden, of waar de hoogmoed zulk een onderzoek niet toelaat, overal toch wordt het gevaar instinctmatig gevoeld. Kan bet ouder zulke omstandigheden bevreemding baren dat ik ben er eeliter bijna zeker van, dat ze mij niet zullen helpen." „En ik geloof eu hoop liet tegendeel; doch kom, ga nu mee naar den tuin, dan kunt gij mij helpen erwten en bessen plukken." Dora bracht het overige van den dag bij ha re tante door; tegen de schemering ging zij weder naar huis. Herbert was reeds voor zijne vrouw thuis gekomen en liep met groote schreden in de woonkamer op en neer. n't Is niet bizouder aangenaam als men thuis komt de woning donker en ledig te vinden," zei Herbert op scherpen toon. „Waarom hebt gij mij niets medegedeeld vau uw voornemen, op reis te gaan? Dan bad ik den avond in mijue club kunnen doorbrenger.." „Omdat ik geen vijfjarig meisje ben, dat telkens verlof moet vragen," wilde Dora snibbig antwoorden.. Doch zij schrikte en dacht aau den talisman, tastte in den zak eu telde drie pirelen af, eene voor het Geloof, eene voor de Hoop en eane voor de Liefde. Terwijl zij dit deed moest zij haren echtgenoot eigenlijk gelijk geven, dat de woning er donker en ongezellig uit zag en dat zijn aanmerking dienaangaande zeer gegrond was. „Ik zal onmiddellijk licht maken Herbert" zeide zij zeker, ik had u moeten zeggen, dat ik tante ging bezoeken." Herberts gelronst voorhoofd werd effen. „Nu ja, zeide hij, ,,'t is ook vervelend den ganschen dag slechts een vogel en wat handwerk voor tijdverdrijf te hebben, ik zal n daarom straks iets schoons voorlezen." Djra's hart klopte van vreugde over dit succes van den talisman. Toen Herbert den volgenden morgen toilet maakte, ontbrak er een knoopje aau zijn man chet." „Daar ontbreekt weer een knoop riep hij driftig en wierp het kleedingstuk in een hoek. „Ge moest wat meer zorg dragen voor iniju ondergoed. „Nu, Herbert, ge behoeft daarom niet zoo drif- de sympathie der volkeren van ons wereld deel van de Kabinetten spreken wij niet aau den kant van Engeland is? 't Is wellicht een zwak onzerzijds, doch ook wij verklaren gaarne, dat we liever een Schot zien in zijne ietwat bizarre uni form, dan een Russische Kozak en dat wij liever met een agent van de Engelsche Re geeriug, dan met een Ru3siscken Tsehin- nowuik te doen hebben en dat een En gelsche verordening ons vriendelijker toe lacht, dan eene Moskovitische ukase en dat de Britten ons minder vreemd toe- scliijuen, dan de zonen van het Russische Rijk. Die sympathie, men moge haar dau ook een zwak noemen, is, we herbaleu het, voor zeker gewettigd als men met aandacht let op de resultaten van Ruslands politiek systeem en op de onloochenbare feiten, waarmede de historie ons in keuuis stelt. Onze leus is derhalve zeer gedecideerd: lie ver Brit clan Rus. Tot bestuurder van den nieuwen Cougo- Staat, waarvan de Koning vau België on langs »Souvereiu« werd, moet de bekende reiziger Stanley benoemd zijn. Als Mi nisters zouden hem ter zijde staan de hh. Strauch (Binnenland eu Oorlog), Vau 't Velde (Koophandel) eu Vauuous (geldmid delen). De zetel van dit Ministerie zal te Brussel wezen. In den Rijksdag heeft VonBismarck eene verklaring voorgelezeu, volgens welke de bepaling omtrent het invoerrecht op rogge iu liet Spaansche haudelstractaat, hetwelk tengevolge van de meest begunstigiugs- clausule ook aau verscheidene andere staten ten goede kwam, ingetrokkeu is. Graaf Herbert von Bismarck is benoemd tot ouderstaatssecretaris vau buiteulandsche zaken. Daar deze benoeming geen verhoo- giug van rang is, behoeft hij zijn mandaat tig te zijn," sprak Dora bevende. O, die talisman, 't was alsof er eene toovermacht in die parelen zat. „Ik zal ze heden alle nauwkeurig nazien," sprak zij op bedeesden toon, gij zult er u niet meer boos over maken." Herbert lachte. „Je weet immers. Dora, dat zoo'n knoop ons geduld op een al te groote proef stelt." De thee was slap, het brood niet doorbakken. Nijdig wierp Herbert zijn stod op zij en vroeg: „Wat is dat voor kost Dora werd rood. „Gij zijt eeu" doch zij zweeg plotseling eu telde drie parelen af. Ja werkelijk de thee was slecht en het brood ook, 't smaakte haar zelf niet. Kalm en bedaard zeide zij„de meid heeft geen verstand van broodbakken, maar ik zal het haar beter leeren doen en als ge nog een paar minuten wilt wachten, Herbert, dan zal ik andere thee zetten." Herbert, do driftige maar toch welgeaarde man, was wederom goed gemutst. „Neen, Dora, doe geen moeite, geef mij een glas melk, later zal de meid wel beter oppassen." Toen Herbert naar zijn bureau was gegaan, drukte Dora don talisman aau de lippen. Na verloop van een maand ging Dora weder naar hare tante, ditmaal in gezelschap van Herbert. «Welnu, Dora," ziide Mevrouw Ehrenstein, toen zij eeu oogenblik alleen waren, „heeft de talisman geholpen?" „O, beste tante," antwoordde Dora, „ik kan er u niet dankbaar genoeg voor zijn en ik wenschte die kostbare parelen wel iu eigendom te hebben." „Nu, gij moogt ze behouden, ofschoon wat hare tooverkracht aangaat „O, dat weet ik reeds," zeide Dora lachend en blozend, „'t Zijn de drie parelen niet, die zulk eene goede uitwerking veroorzaken, maar t is dat ik eerst overleg wat ik zal antwoorden. -Niet de parelen maar de zelfbeheersching heeft zul eene garstige wending in ons leven gebiac Ik was te driftig en Herbert ook, th.'uisheoioii wij ons leven gebeterd en elkander beloofd nooit meer eeu scherp of bits woord te spreken."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1885 | | pagina 1