NIEUWE
903.
Zondag 24 Mei 1885.
10(k jaargang.
liet 0iiü-Katholicisme in
Diiltscliland.
BUIT ft i\ L A N i).
Aan de eer voldaan.
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het Buitenland
Afzmderljjke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAIT: St. Jansstraat Haarlem.
ABONNEMENTSPBIJS
AGITE MA NOK AGITATE.
PBIJS DEB ADVEB.TENTIËH
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers K UPPERS k LAUÏET.
Hat kluchtspel van het Oud-Katholicisme
zal in Duitschland weldra ziju afgespeeld.
Als de heer Reinkeus ons zijne oprechte
ineeuing zou willen verkondigen, dan zou hij
ongetwijfeld moeten bekennen, dat het
oud-Katholicisme een onredbare doodscan-
didaat is. Het oud-Katholicisme werd be
schermd, gevleid, geliefkoosd en getroeteld,
zoolang het in zekere kringen van Berliju
de illusie gaande hield, dat het een stevige
spaak zou ziju in de Katholieke vrijheid,
een bruikbare stormram tegeu het zoo zeer
gevreesde »ultramontanisiue.In ziju hart
zal Prins Von Bismarck zeker gelachen
hebben over de dwaze professoren, die ter
zake van een, volgens Katholieke begrip
pen als van zelf sprekend dogma zooveel
rumoer maakten en toch hem en de gansehe
wereld verzekerden, dat zij Katholieken,
ja, de eigenlijke, de eeuig ware Katholieken
zjju. »Wat kunt gij uitrichten?« was de
vraag. Maar het oud-Katholicisme kon niets
uitrichten; het kon slechts twist en ver
bittering voortbrengen en daardoor de cul
tuurstrijders in de hand werken; maar toen
de polsen rustiger sloegen kwam het schreeu
wende contrast aan het daglicht tusscheu
de bombastische beloften en de werkelijk--
heid, tusscheu de millioerien Katholieken
die eensgezinder, getrouwer en vastberade
ner dan ooit zich aan de Kerk hechtten en
de weinig duizenden dissidenten, die geen
enkele gemeente, geeu enkelen kiezerskring
konden beheerscheu.De Regeering zoowel als
de vrienden der rechterzijde werden spoedig
uit hunne dwaling verlost. Thans moeten
allen wel degelijk erkennen, dat zij zich
met een lijk hebben verbonden. Waarom
wil men nu, nadat het fiasco der oud-Ka
tholieke beweging is geconstateerd,de laatste
ergerlijke overblijfselen dezer dwaling niet
totaal opruimen? Deze vraag kwam ons in
de gedachte, toen we onlangs de verhande
lingen van het Huis van Afgevaardigden
lazen, over de petitie uit Wiesbaden. De
toestanden in die stad, waar de weinige
oud-Katholieken eigenaars zijn van de groote
kerk en de duizenden Katholieken zich
moeten behelpen met een kleine hulpkerk,
zijn zoo bespottelijk en zoo in strijd met
alle begrip van billijkheid en rechtvaar-
heid, dat zelfs een »Culturkampfer«, de heer
Von Cyuern, om de Katholieken ter hulp
FEUILLETON.
De sneltrein was op 't punt het station te
R. te verlaten. Een jeugdig Priester, had in een
coupé tweede klasse plaats genomenhij was
alleen, toen even voor het vertrek van den trein
een reiziger het portier opende; 't scheen, dat
hij had gevouden wat hij zocht. Na wederzijd-
«clie begroeting plaatste de onbekende zich te
genover den Priester en bleef eenigen tijd in
diep gepeins verzonken. Deze had de ge
legenheid hem aandachtig gade te slaan, 't Was
een man van een rijzige gestalte, op wiens ver
magerd gelaat kommer en verdriet te lezen stond.
Zijn voorhoofd was gerimpeld, zijne haren waren
grijs.
//Eerwaarde heer," zeide de vreemdeling na
lang te hebben gezwagen /,ik zou van u wel
een grooten dienst willen verzoekengij zijt
Priester, uw hart zal voor een ongelukkige niet
gesloten blijven."
//Spreek, mijnheer, door Gods genade zal ik
alles doen, wat in mijne macht is om u van
dienst te zijn."
te komen, een pleidooi hield waarbij bij
aandrong op eeu organieke wetsherziening.
Dat spreekt nog duidelijker dan het uit
voerig verslag van de commissie, dio de
lijdensgeschiedenis der Katholieken in Wies-
baden op drastische wijze vermeldt. Inder
daad geen staatsman, geen enkel volksver
tegenwoordiger zou een traan plengen, als
de zoogenaamde Bisschop Reinkeus met
zijn gansch gevolg en zijn geheelen aan
hang naar Cameroen of Angra-Pequeua ging
verhuizen. Integendeel allen zouden zich
verheugen, als de kerkelijke politiek van
dit lastig ea onvruchtbaar aanhangsel werd
bevrijd. Maar Reinkens verteert liever zijn
staatssalaris in Duitschland terwijl zijne
steeds in aantal afnemende aanhangers zich
amuseereu in 't aanhitsen van twist en ver
warring,tenminste zoolang hun karretje nog
op eeuzandweg rijdt, 't Is nu maar de quaes-
tie of de overheid eu de wetgevende macht
vanalle tot dusver genomen maatregelen ten
gunste der secte zal afzieu of deze, niet
tegenstaande alle treurige ervaring, zal
blijven toepassen. Hoogmoed en hardnek
kigheid spelen hier belaas! eeu groote rol.
Niemand wil gaarne bekennen dat hij eeue
dwaasheid, eene domheid of etue onrecht
vaardigheid heeft begaan. Men tracht de
zaak te bewimpelen eu langs omwegen een
openbare schuldbelijdenis te vermijden.Daar
om kou bet voorstel, om aan de gemotiveerde
aanspraken en eischen der Katholieken in
Wiesbaden te voldoen in het Huis der Af
gevaardigden niet de geweuschte meerder
heid verklijgen, ofschoon niemand de te
genwoordige toestanden houdbaar achtte.
Men redde zich met het diplomatieke voor
stel de Regeering te laten overwegen, of
men door het voeren van verdere onder
handeling tot een gunstig resultaat zou
kunnen komen.Dit is nu een tamelijk
oubedui'deud besluit, dat evenwel nog tot
iets goeds kan leiden, als de Regeering al
hare krachten aanwendt om de oud-Katho
lieken in Wiesbaden te bewegen, onder
aannemelijke vormen afstand te doen van
de groote kerk. Maar zal de Regeeriug
haar vroeger standpunt willen desavoueeren
om de oud-Katholiekeu tot de noodige be
scheidenheid aan te sporeu, waartoe deze
sectarissen, gelijk men weet, slechts door
maatregelen van dwang zijn te bewegen.
Voor de Katholieken in Wiesbaden geefc
het diplomatieke besluit weinig hoop op
beterschap. Maar voor de Katholieke zaak
„Ik ben geneesheer," hernam de onbekende
't is twintig jaren geleden, sinds ik mijne prak
tijk in de stad B., waarheen wij reizen, heb
neergelegd. Ik had op mij genomen, een vriend,
een student, die aan eene vratselijkc kwaal
lijdende was, te verplegen, doch niet tegen
staande al miju moeite en zorg werd de kwaal
van dag tot dag erger. In hare wanhoop riep
de moeder van mijn vriend de hulp in van
een jeugdig geneesheer, die reeds veel naam
had gemaakt. Bij het eerste onderzoek verklaar
de deze geneesheer dat de zieke verkeerd werd
behandeld, ja zelfs in tegenwoordigheid van ge
tuigen durfde bij zeggen, dat de dokter, die
den zieken jongeling had behandeld een onbe
kwaam geneesheer moest zijn. Deze uitspraak
kwam mij door een onbezonnen tong ter oore. Mijn
hoogmoed was gekrenkt en ik zwoer, zoo de
jeugdige arts zijue woorden niet herriep, mij vol
doening te verschaffen door de wapens. Ik was
toenmaals een voorstander van het valsche be
ginsel over eer en duel, waarmede zeer vele
jouge lieden zijn behept. Ik begaf mij naar den
jongen arts, ik zeide hem dat hij mijn goeden
naam had bezoedeld en ik eischte van hem dat
hij zijne woorden zou herroepen of een duel
met mij zou aanvaarden.
De jonge dokter was uiterst beleefdhij ver
in 't algemeen zijn de verhandelingen over
deze aangelegenheid van groote beteekenis.
Da cliscusaiëu in de vergaderiug der com
missie, zoowel als in de zittiug van het
Huis van Afgevaardigden gehouden, hebben
dö dwaasheid van de ganscbe oud-Katho
lieke beweging duidelijk bewezen. »Wij heb
ben eene wet* dat is bet refrein van alle
antwoorden op de ouwederleg'oare ontwik
keling der rechtsgronden, welke tegen de
Wiesbadeusche affaire getuigen. Men ge
raakt in eeue tegenspraak met de wet en bet
recht, waaruit men zich niet meer redden kan.
De onhoudbaarheid der theorie van Falk,
die beweert dat de oud-Katholieken nog
werkelijk tot de Katholieke Kerk belmo
ren, wordt door de gebeurtenissen te
Wiesbadeu voor de zooveelste maal duide
lijk geconstateerd. In 1872 ontsloeg Falk
de oud-Kutholieken vau de executie wegens
kerkelijke lasten, omdat zij geëxcommuni
ceerd waren, maar korten tijd daarua erkende
hij, dat het voor ziju doel beter is, de oud-
Katholieken als Katholieken te beschouwen.
Inderdaad zeer consequent! Met behulp eener
uitspraak van het opper-gerechtshof wordt
nu deze theorie in praktijk gebracht. Op
alle klachten antwoordde Falk: »De Staat
is immers niet bevoegd om over inwendige
aangelegenheden der kerken te beslissen.
En feitelijk stelde hij alle mogelijke po
gingen in het werk om niet alleen door de
Meiwetten in de inwendige aangelegenhe
den der Kerk inbreuk te maken, maar lijj
matigde zich ook aau te beslissen over het
lidmaatschap der Kerk, door de oud-Katho
lieken als werkelijke Katholieken te ver
klaren. Volgens dit beginsel nu belmoren
de oud-Katholiekeu tot eeu of ander dio
cees of parochie, even als alle andere Ka
tholieken. >0 neen,« zeide Falk, »zij kun
nen eigen parochiën of gemeenten oprich
ten eu deze tot een diocees rereeuigen, dus
Altaar tegeu Altaar, Bisschop tegen Bis
schop stellen, eu zij ziju toch Katholieken.*
Daardoor was in Pruisen eeue Katholieke*
Kerk opgericht, in weerwil vau de Grond
wet, die slechts eeue Roomsch-Katholieke«
Kerk erkent. Doch vermits het praedicaat
>Roomsck-Katholiek* op de Oud-Katholie
ken zeer slecht past, veranderde men dit
in Katholiek.Aldus ziju er iu Duitsch
land twee kerkelijke stelsels, verschillend
in Geloof, in organisatie eu iu naam, maai
de Meiwetten en de Regeering decreteeren
dat deze twee een zijn. In de geschie-
zekerde mij, <lat het zijne bedoeling niet was
geweest mij te beleedigen, docii aangezien hij
niets dan de waarheid had gesproken, was het
hem onmogelijk zijne woorden te herroepen. Ver
bitterd verliet ik den jongen arts er eenige
uren later zond ik hem een secondant. De jeug
dige dokter in den waan verkeerende, dat hij
oen duel niet mocht ontwijken, bepaalde eene
plaats in een bosch nabij de stad, waar wij ons
den volgenden morgen zouden ontmoeten.
Des avonds onder den invloed van mijn toorn
verkeerende, liep ik in mijne studeerkamer op
en neer en dacht ik aan het duel van den
volgenden morgen. Plotseling wordt de deur
geopend; eeue gesluierde dame treedt mijn ver
trek binnen en valt voor mij op de knieën.
„Mijnheer, zeide zij, „ik ben de vrouw van den
geneesheer, die door u is uitgedaagdik smeek
u medelijden to hebben met mij en mijne kin-
deren
De weenende vro uw maakte op mij een die
pen indruk. Ik was een oogenblik besluiteloos;
hare droefheid vermurwde mijn hart; doch spoedig
zegevierde mijne trotschheid; mijue rampzalige
ijdelheid maakte mij wieed. „„Mevrouw,"" ant
woordde ik,uw echtgenoot moet zijne woorden
herroepen of hij moet met mij duellesren.""
„Mijnheer, ik smeek u," antwoordde de
deuis der ketterijen zal dit intermezzo eene
tragisck-komiscke rol vervullen. Inderdaad
het ontstaan, de begunstiging en de ontwik
keling van het oud-Katholicisme bieden uiets
dan beklagenswaardige en werkelijk ellendige
momenten aau eu het einde van bet oud-Ka
tholicisme zal gelijk ziju als zijn leven.
Moge zijn doodstrijd, in het belang van
velen, zeer kortstondig wezen.
Iu de volgeude zittiug van den Rijksdag
zal een Pensioenwet voor de werklieden
worden voorgesteld. De Rijks-Regeeriug
houdt zich thans met de samenstelling vau
het onderwerp bezig.
Ter vervanging van den heer Von Schor-
lemer-Alst is in het distriet Aahaus tot lid
van den Rijksdag gekozen de fabrikant
Tiinmermaun. Zijn candidatuur door
de Katholieken gesteld werd niet ernstig
betwist.
De Bondsraad heeft het ontwerp der
beursbelasting en de aanvulling van het
toltarief goedgekeurd.
De Fransche Kamer hoeft alle arti
kelen van het wetsontwerp tot organisatie
van het koloniale leger, zonder noemens
waardige wijziging aangenomen.
De Peterburgsche correspondent der
Daily News maakt thaus melding van
verontrustend nieuws, maar iu goed inge
lichte kringen worden de woelingen ge
weten aau de oorlogspartij, welke het ver
loren terrein tracht te herwinnen.
De Daily News zegt dat het bericht, dat
de van Sosakin terugkoereude brigade gar
disten bevel ontvangen tot nader order te
Alexaudrië te blijven, groot opzien baart.
Naar men verneemt, staat deze schikking
min of meer iu verband met de nog steeds
hangende ouderhandelingen met Rusland
over de Afghaansehe grens.
De Times meent dat het doen achter
blijven van de garde-troepen te Alexaudrië
niet uitsluitend op den staat der Eugelsch-
Russische onderhandeling behoeft betrek
king te hebben. Er is iu de aangelegen
heden van Egypte zelfs méér dan genoeg,
wat voorzichtigheid gebiedt en bezorgdheid
rechtvaardigt.
In het Lagerhuis gaf Hartington aau
Northcote feu antwoord, dat het niet wen-
schelijk was, in bizouderhedeu de'redenen
op te geven, waarom de garde voor korten
echtgenoote van mijn vijand. Toen viel zij in
onmacht. Mijne beide secondanten, die juist bin
nengekomen waren, reikten de behulpzame hand
om de goede vrouw tot bewustzijn te brengen en
een hunner bracht haar later naar huis.
Des andereu daags begaf ik mij op den be
paalden tijd naar de aangewezen plaats. De
jonge dokter was reeds aanwezig. Er werden
twee pistolen geladen, de secondanten telden
vijftien passen en ik legde op mijn vijand aan.
Op het commando „vuur!" knalde slechts één
schot; ik alleen had geschoten. Mijn kogel had
den jongen geneesheer getroffen. Tegelijkertijd
hoorde ik eeu vreeselijken gil in het bosch; de
echtgenoote van miju vijand kwam ijlings toege-
loopen eu ving haren man in hare armen op; hij
was in het hart getroffen.
De secondanten naderden; stamelend sprak de
ongelukkige; „O mijne arme vrouw, mijne arme
kinderen!" en blies toen den laatsten adem uit.
De vrouw verhief haar hoofd; geen traan was in
hare oogen te zien. „Mijnheer," zeide zij, gij
hebt mijn echtgenoot vermoord, ik zal hem in
't graf volgen. Gij hebt drie kinderen tot weezen
gemaakt, moge de barmhartige Heiland uwer ge
nadig zijn."
(Slot volgt.)