NIEUWE
No. 008.
Donderdag li Juni 1885.
10de j&argansr.
De school In de middeleeuwen.
BUITftNLAND
im
pggi
"'SUJir
Zij zijn gebleven.
HUKLEHSdlE I HIK UT.
ABOJfNEMEHïSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem0.85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p, p. 1,
Voor het Buitenland 1,50
Afzmiderljjke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janastraat Haarlem.
MA*STlÉ&f>>-47
AGITE MA HON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIE®
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPEKS LAUREL
Vervolg en slot.)
Om te beweren dat er eene algemeene
onwetendheid in de middeleeuwen bestoud,
wijst men er op, dat baronnen, ridders en
Vorsten in dien tijd, slechts het zwaard
wisten te hanteeren en er dus schrijvers en
voorlezers op nahielden. Daarmede wordt
echter niets bewezen.Als men nagaat op welk
eene voortreffelijke wijze deze als ongelet
terd beschouwde mannen meester waren
van het woord, zelfs dan wanueer zij plot
seling, zonder voorbereiding en in oogeu-
blikkeu van opgewektheid in den politieken
strijd, in vergaderingen en op de Rijksda
gen werden geroepen, zou men dan nog
aan hunne ontwikkeling en beschaving mo
gen twijfelen? Zou men dan werkelijk nog
meeneu dat zij niet schrijven of lezen kon
den? of mag men veronderstellen dat zij
deze kunsten niet machtig waren, omdat
zij er schrijvers en voorlezers op nahielden?
Vorsteu, en adellijken, Prelaten eu geleerden
hadden hunne secretarissen, dat is zeer waar.
Maar, wanueer in onze dagen geleerden eu
overheidspersonen secretarissen in hun dienst
hebben, moet dan daaruit volgen, dat zij
niet lezen of schrijven kunnen?
Feitelijk zien we, dat ridders, moedig en
s trijdlustig van aard, eene fraaie hand
schreven, dat dezulken, die zich ter boet-
plegiug in de eenzaamheid begaven en als
kluizenaars gingen leven, zich onledig hiel
den met het lezen en schrijven van boekeu.
Velen onder hen, waren in het bezit van
blibliotheken en dat de leeswoede toenmaals
niet minder was dan in onze dagen, zulks
bewijzen ons de ridderromans, die zoo tal
rijk waren, dat verstandige mannen tegen
de heersckende leesmauie ernstig moesten te
velde trekken.
Bij de oorspronkelijke onbeschaafdheid
van de door volksverhuizing binnengedron
gen volkeren, bij de groote duurte der on
derwijsmiddelen, der boeken en der schrijf
behoeften, zou men inderdaad geneigd zijn
te beweren, dat de middeleeuwen naar ver
houding, hetzelfde, zoo niet nog meer, bij-
FEUILLETON.
Een levensbeeld.
Vervolg en slof).
De bange ure naderde. Nielsen kwam weder
thuis. De vreemde stille wijze waarop Antje hem
ontving, maakte hem angstig. Hij omhelsche haar
en wilde juist naar de oorzaak van hare droef
heid vragen toen de kleine Christiaau naderde
en luidkeels riep: "Vader, Janbroer is met de
w For tuna" vergaan
Wederom verliepen er eenige jaren. Antje
was nu met Christiaan alleen; de oudste was
aan boord bij vader; de tweede was stuurman
op de „Cimbria." 't Was zomer, de visch-
netten hingen buiten in de zon te drogen, vliegen
vlogen in de kamer en zetten zich op het knik
kende hoofd van den neusloozen pagode. De
mus had Christiaan hem met zijn erwtenblazer
met een keraepit afgeschoten; aan de Turksche
muts ontbrak de kwast, overigens was alles nog
op zijn plaats, de schatten waren vermeerderd,
want ook de zoons brachten van tijd tot tijd
iets mee.
Antje las met Christiaans hulp een brief, dien
zij van den reeder uit Hamburg had ontvangen
zij moest onverwijld op 't kantoor komenAij
ontstelde hevig; dat was nog nimmer gebeurd.
Zonder dialen ging zij op reis.
Zij inoeat op het kantoor lang wachten voor
dat zij in de zijkamer werd geroepen. De patroon
zag er zeer droefgeestig uit.
„Juffrouw NUlsen?"
gedragen hebben tot algemeene ontwikke
ling, dan de tegenwoordige tijd. In 't laatst
der middeleeuwen was er in Beieren nau
welijks een stadje of dorp te vindeu zon
der latijusche school; zeker zal het naar
evenredigheid nog beter gestaau hebben
met de volksscholen.
En dit alles is geschied, zooals wij be
wezen hebben, ouder den invloed der Kerk.
Eu daardoor heeft zij haren plicht en hare
taak ook in dit opzicht erkend en naar
behooren vervuld. Het zij ons verder ver
oorloofd, hier eene vergelijking te maken
met onderscheidene beschaafde Staten van
den nieuwereu tijd. Dezulke hebben onbe
schaafde volkeren ouderworpen, maar heb
ben zij dezen beschaafd, ontwikkeld, ver
edeld? De Indianen van Noord-A merika,
zij werden door de Europeanen verdrongen,
vervolgd, vermoord eu daardoor werden
tevens de eerste bloesems van Christelijke
beschaving vernietigd. De stammen, die
thans nog bestaan ziju nog even wild als
vroeger eu als zij beschaafd zijn, dan ge
schiedde dit door het Apostolische werk
onzer Missionarissen, hoofdzakelijk door de
steeds zoo miskonde Jezuïeten. Zuid-Atne-
rika bezat eenmaal in verschillende gewes
ten een hooge beschaving, mede door de
Katholieke Missionarissen aangebracht. Dat
daar thans geen vooruitgang valt waar te
nemen, wat anders is daaraan schuld dan
de verdrijving vaa deze offervaardige, nim
mer genoeg te waardeeren mannen? Eu
deze verdrijving wordt dan nog wel be
werkstelligd door de voorstanders der zoo
genaamde moderne beschaving eu hoofdza
kelijk door de meest concrete vertegenwoor
digers der loge. Is het Frankrijk gelukt
Algiers te beschaveu? Is er algemeene be-
O O
schaviug gebracht ouder de bewouers van
Nederlandsch- en Engelsch-Indië? Wat er
van beschaving valt aan te wijzen i3 het
werk van Bisschoppen en Missionarissen.
Met chassepots «u kanonnen, met zwaard
en bajonet kan men wel overwinnen en on
derwerpen, maar niet ontwikkelen en be
schaveu.
Aan het slot van onze beschouwingen
„Ja, mijnheer."
//Wij hebben," zoo begon hij talmend, „wij
hebben u geen aangename lijding mede te deeleu,
juffrouw Nielsen. Wij hebben sinds het vertrek
van de „Johanna Maria" niets meer van dat
schip vernomen. Er zijn gegronde vermoedens
dat haar een ongeluk is overkomen, want anders
zou Nielsen, die onze beste kapitein was,
hier knikte Antje bevredigd het hoofd ons
niet zonder bericht laten. Te Amsterdam is
het schip niet aangekomen. Niemand weet
te zeggen, wat er mee gebeurd is, doch dezer
dagen is er te Cherbourg eene flesch aange
spoeld waarin een bericht is omtrent het
lot der „Johanna Maria' en hare bemanning."
Meer kon hij niet spreken. Antje zag hem
strak in 't aangezicht,de reeder zocht in zijn
lessenaar, ofschoon de flesch juist voor hem lag.
„En?" vroeg Antje op beteekemsvollen toon
doch de reeder kon niets zeggen. Toen sprak
Antje: „zij zijn gebleven?" De reeder knikte
bevestigend. Hij sloeg een vluebtigen blik op-
Antjes gestalte en verwonderd dacht hij: „zulke
lui ziju toch werkelijk ongevoeliger dan wij; die
vrouw staat daar zoo onbeweeglijk alsof men
haar iets zeer alledaags had verteld. Toen was
hij in staat haar eenige troostende woorden toe
te spveken terwijl hij haar tevens materiëelen
bijstand beloofde. Maar zij autwoordde slechts:
„Geef mij die flesch, mijnheer. Ik zal Christiaan
wel alleen groot brengen."
Toen vertrok zij zonder een oogenblik te rus
ten, tot dat zij weder in hare kamer was. Daar
nam zij de smalle strook papier uit de flesch en
las hetgeen de reeder haar reeds had voorge
lezen „Moeder, lieve, beste, goede moeder, wij
zij het ons vergund ons te beroepen op
een leerling en dischgenoot van Maarten
Luther, zekeren Veit Dieterick vou Nuru-
berg, die over de Luthersche scholen van
zijn tijd klaagt en hij die gelegenheid ge
noodzaakt is van de Katholieken eene goede
getuigenis af te leggen: »Daar (in de Katho
lieke Kerk) wordt men des gevens nimmer
moede, maar bij ons wil niemand de beurs
opeuen, men weigert iets bij te dragen om
de arme kerken, de vervallen scholen, weder
op te richten en de armen, de noodlijden
den te helpen.Eu Luther zelf getuigt:
vroeger was het eene groote zoude als een
onderwijzer nalatig was in het vervullen
zijner plichten; men offerde rijkelijk voor
kloosters, gestichten en scholen, thans laat
men de scholen vergaan.In eene kroniek
van Ennoch Wideman lezen we het vol
gende: Omstreeks het jaar 1525 begonnen
de scholen te vervallen, zoodat niemand
meer zijue kindereu naar de plaatsen van
ouderwijs wilde zenden of hen laten stu-
deeren, omdat de mensckeu uit de geschrif
ten van Luther hadden vernomen, dat de
Priesters eu geleerden het volk zoo jam
merlijk hadden misleid; vandaar dat ieder
een vijandig was tegen de Priesters eu
keu hoonde en vervolgde waar het moge
lijk was.
»Aau hunne vruchten zult gij ze ken-
neu;« deze woorden blijven eeuwig waai
en als wij er de middeleeuwen en het werk
der Kerk in de hier geschetste ricktiug naar
beoordeeleu, dan is het gemakkelijk te on
derkennen te wiens gunste dit oordeel moet
uitvallen. Eu als wjj het zeker onpartijdige
oordeel van Raumer in zijne Geschiedenis
der Hohenstaufen, waarin hij zegt de ver
dienste van de oprichting eu het onderhouden
der scholen komt bijna uitsluitend aan de
Geestelijkheid toe«, in aanmerking nemen
en overwegen, dat de Kerk met rein mo-
.reele middelen, door vermaning, zonder
dwang of belasting, sléchts door vrij willige
offergaven zulke uitstekende resultaten
heeft verkregen, dan heeft de Kerk zeker
wel het recht aan de modernehaar
vijandige wereld toe te voegeu »Probeer
vergaan. Vader laat u en de broeders hartelijk
groeten. Vergeet ons niet en bid voor ons!"
Daaronder het onderschrift en het juiste adres;
dat was alles.
„Christiaan," sprak Anije, "gij hebt geen
vader meer."
„Waarom niet?"
„Hij is gebleven."
„En Erits ook?"
„Ja, Frits ook."
's Nachts kon Antje niet slapen. Zij stond op,
bond een bandje om den hals van de flesch
eu hing deze midden in de kamer op. Daar zou
zij eeuwig blijven hangen.
De smart, den tweeden zoon de droeve tijding
mede te deelen, bleef haar gespaardin den
zelfden herfst verging de„Cim'>ria" met man en
muis op de Newfoundlandsche kusten. Eu Antje
moest werken en zorgen voor z:ch en voor Chris
tiaau. Ach, zij had zoo gaarne eens goed uitge
weend, maar zij viel des avonds doodmoe van
den arbeid in een vasten slaap.
Eindelijk kwam de tijd dat ook Christiaan
een beroep moest kiezen,
„Moeder ik wil zeeman worden."
„Sta dat niet toe, juffer Nielsen," meende
buurman Fischer.
//Dat zal weinig baten, dat zit in 't bloed,"
zei Antje en zij sloeg een droeve blik op de
flesch, die in den zonneschijn aan den zolder hing
ach ik zal wel eenmaal geheel alleen op 't kerk
hof liggen.//
het eens in uwe koloniën onder de wilden,
of gij met dezelfde middelen hetzelfde tot
stand brengt als ik; eerst dan kunt ge het
wagen een woord te uwer gunst te spreken,
maar nog lang niet te mijnen nadeele.
Afkeuren, berispen, bedillen is gemakke
lijker dan beter maken. De Kerk is de
moeder van alle scholen,ook der volksschool,
eu wanneer men haar deze ontrukt, dan
vervult zij slechts een recht, eene heilige
plicht, als zij het haar door God toever
trouwde kind, dat zij ter wereld heeft ge
bracht, bemind heeft eu opgevoed, niet van
haar van liefde gloeiend moederhart af laat
scheuren. Zij strijdt een gerechtigden strijd
voor haar teeder geliefd kind eu God zal
haar ongetwijfeld ook weder vroeg of laat
de overwinning doen behalen, tot heil en
zegen der hulpbehoevende meuschheid.
Zij ziju gebleven 1 Op het veld van eer maar
niet op dat waar de kogels sissen en de wonin
gen van vreedzame menschen een prooi der
Sedert het Pantheon gedesaffeeteerd is,
stroomt dagelijks een groote menigte naar
de naadbijgelegen kerk Saint-Eiienne du
Mont, waar thaus de reliekeu der Patrones
vau Parijs worden bewaard. Alle dagen vau
2 tot 5 uren in den namiddag ziet men
meer dan 6000 persouen nederkuielen bij
het graf der H. Genoveva, dat niet, zooals
eenige bladen beweren, van liet Pantheon
naar eerstgenoemde kerk is overgebracht
maar zich steeds daar in bevond, De prach
tige, uit massief koper bewerkte graftom
be, waarop het beeld der Heilige ligt
uitgestrekt, bevindt zich ter rechterzijde
bij den ingang der Sacristie.
Da Daily Telegrap'i verneemt dat er
tusschen Engeland en Rusland betreffende
de Afghaansehe grens eene overeenkomst
gesloten is, aan welke nog slechts de rati
ficatie door de contracteerende partijen ont
breekt. Rusland moet concessiën hebben
gedaan in verband met de greuslijn bij Zul-
fikar.
Aan de Daily News, wor it uitSebasto-
pol gemeld dat de Russische Rageeriug
met onverpoosdeu ijver deze stad in een
geduchten staat van verdediging doet stel.
vlammen worden neen, op een ander veld
van eer, waar (1e golven zich over de diepe
graven bewegen, daar zijn zij gebleven.
Zij, die uittrokken niet met klaroengeschal
en in militaire pracht, maar in de stille en toch
groot?che waardigheid vau burgerlijken mannen
moed, om de zeeën te doorklieven en de pro
ducten der nijverheid en van den landbouw van
land tot land te brengen.
Wiens moed is verhevener? Die van der. man
die door het bloed, dat hij in de rijen var, zijne
medestrijders ziet vloeien, tot razernij ontvlamd
en zich woedend op den vijand werpt of die van
den anderen, die een notendop koelbloedig door
den gierenden storm leidt en met kalmte den
dood in 't aangezicht ziet.
Over het graf van deu braven zeevaarder, die
door de zijuen zoo diep betreurd wordt, knal
len geen geweersalvo's, die luide verkondigen:
hier wordt esn held begraven; maar de storm
zingt ziju lied dag en nacht over de ruime rust
plaats; de pracht van de plantenwereld der zee
omringt zijne legerstede met phantastischen tooi
Zij, die hij in het dierbare vaderland achterliet,
zeggen van hem als van alle anderen: hij is
gebleven! En zijne eehtgenoote beweent hem,
zooals men een beid beweent, niet met wilde,
luidruchtige smart, maar mat stil en toch zoo
verheffend wee! Heldinnen eu martelaressen
vindt men onder deze vrouwen, die gelijkgesteld
kunnen worden met eene Cornelia ofeeneNiobe.
En zij dragen zwijgend in God haar hard en
diep rampzalig lot.