NIEUWE No. 913. Zondag 28 Juni 1885. 10de Jaargang* Woord en daad. BUITENLAND. Een eigenaardige klok. Een weddenschap. Parlements-advocaten. HMRLMSCH1Ï C0DR4VT. ABOIÏNEMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1, Voor het Buitenland 1,50 Afzinderljjke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BtJHEAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NOU AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÉW Van 16 rogels30 Cents. Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KUPPER8 LAUKET. Het liberalisme verkondigt dagelijks aller lei fraaie stellingen. Nu en dan hebben wij enkele van die theorieën aan de practijk getoetst, waarbij jwij dan deden uitkomen, dat de liberale begrippen, als het op de toepassing aankomt, op de meest drieste wijze door de radicalen worden verloochend. Men maakt zich nog volstrekt aan geen miskenning van de liberalerij schuldig als men beweert, dat zij in woorden iets geheel anders dan in daden te zien gee t. Eu dat is zoo geweest reeds vau het begin der liberale ellende, alzoo van de dagen der beruchte omwenteling. Toen werd er met grooteu ophef gesproken van de vrijheid, en nu weten we allen wat er ten slotte van de revolutie-vrijheid is gekomen. Het bloed der edelsten en besten heeft met stroomeu van 't schavot gevloeid; zoodra men anders dacht over de vrijheid dan de omweutelings- mannen, werd men »algemaakt«. Zoo was de >joyeuse entreeder revolutie in de wereld, en aan dat begin was de voortzetting gelijk. Huldigt de liberale partij die tactiek in groote, belangrijke zaken, ook in be trekkelijk minder gewichtige aangelegen heden gaat ze niet anders te werk. Een zeer merkwaardig staaltje hebben wij daar van dezer dagen in de Tweede Kamer be leefd. Daar was toen aan de orde de con clusie van het verslag der Commissie, welke rapport moest uitbrengen over de inlich tingen door de Regeering ingezonden nopeus een adres van de maatschappij De Schelde. Die instelling verzocht (daarop kwam haar geheele vraag feitelijk neder) wat meer bestellingen van het Gouveruemeut te ontvangen. Haar zaken marcheeren niet best en nu wil zij door leverantiën aan den Staat hare positie verbeteren. Zij beriep zich voorts op de toezeggingeu, welke vroeger door de Regeeriug aan haar zouden zijn gedaan. In de Commissie, welke over de ophelderingen, van wege den Mi nister van Marine verstrekt, zich beraden moest en een voorstel aan de Kamer doen, was Zeeland rijkeljjk vertegenwoordigd. De Ylissiugsche maatschappij kon er dus zeker van wezen, dat haar belangen ten volle zouden worden behartigd. Dat is dan ook geschied. De conclusie der Commissie strekte, om de Regeering uit te noodigen, dat zij zou overwegen of 'a lands belang niet zou gedoogen de leve ring van werkzaamheden op te dragen FE U1 L L E TON. In eene Duitsche atad stond op de markt een toren, met een klok, waarvan het lange touw tot op den grond neêrhÏDg. Deze klok heette de klagersklok en wie zich door ondank gekreukt of benadeeld achtte, kou heengaan en aan 't koord trekkenop het eerste geluid moesten de raads- heeren bijeenkomen, al was het ook midden in den nacht. De klager kon dan zijn woord voe ren en de beklaagde antwoordden naar recht en billijkheid. Eens in het holle van den nacht, begon de klagersklok te kleppen; maar geen klager verscheen voor den vergaderden raad. En toen zij heengingen, om te zien, wie zich nog zoo bij nacht en ontijd over geleden on recht beklaagde, toen bleek het, dat een oude magere schimmel, door honger gedreven, aan het touw had geknabbeld en zoo dat angstwek kend gelui had doen ontstaan. Het beest be hoorde een rijken koopman toeeens dat deze door roovers overvallen werd, had het hem door zijne vlugheid het leven gered. Hij beloofde toen, het edele dier tot aan zijn einde naar be- aan fabrieken, buiten de linie van defensie gelegen, meer speciaal aan de requestree- rende maatschappij. Over die conclusie zullen wjj in geen beoordeeling treden. Wij gelooven dat er veel te zeggen viel voor De Schelde. Het nationaal belaug wordt altijd gebaat door het in 't leven houden van zulke groote werk-iurichtingen. Daarvan overtuigd, ge looven wij echter ook met den heer Minis ter van binuenlandsche zaken, dat het niet aangaat om te vorderen dat zulk eene maatschappij kunstmatig door de begun stiging van den Staat in het leven wordt gehouden. Bij deze zaak deed zich echter een ver schijnsel voor, dat onze aandacht trok en dat de opmerkingen rechtvaardigt, die wij in den aanvang ter neder schreven. Er na men ook liboralen deel aan deze discussie, onder anderen een liberaal Afgevaardigde uit Amsterdam en een dito uit Rotterdam. Beiden kwamen met grooten nadruk op tegen de conclusie van de Commissie; zij voerden daarbij gronden aan, welke op het gehoor af ontleend waren aan het publiek belang. Niemand zal echter niet begrepen hebben waarom het die beide heereu was te doen. Ieder van hen was bezorgd voor de groote fabrieken, in elk der beide genoemde steden gelegen. Werd er nu door de Kamer een speciale reclame gemaakt voor een bepaalde werkinrichting, dan zouden natuurlijk de belangen van de fabrieken in de hoofdstad en in Rotterdam kunnen worden bena deeld. Ontdaan van alle parlementaire omwiud- selen kan men dus zeggen, dat ieder der bewuste sprekers voor zijn parochie pleitte. Wij hebben daartegen geen bezwaar; wij gelooven dat zoo iets volstrekt niet mag worden gewraakt. Het is evenwel zeer be slist tegen de liberale theorie. De liberalerij kent quasi geen locale belangen; het al- gemeeue belang domineert alles. Die verheven leer werd reeds gepredikt op de guillotine, want hare slachtoffers vielen ten beste van het algemeen welzijn, 't Muordcomité was zelfs met die uitlok kende leuze getooid. Geen bizondere belangen dus; het pu bliek belaug mag en moet het eenige richt snoer zijn ook van de parlementaire hande lingen der liberalen. Het Bijblad levert in het debat over de Schelde-quaestie eene tegenspraak op die fraaie theorie. De heeren Gleichman en hooren te zulleu voeden en verplegen, maar hij brak ziju woordde arme schimmel werd uit den stal gedreven en dwaalde lang rond zonder stal of dak. De onbarmhartige koopman werd in 't openbaar gestraft; hij moest zijn paard op nieuw verzorgen en voor het dier werd een standbeeld tot herdenking van 't geval opgericht. Iemand had een groote balzaal in ziju huis laten bouwen en was erg in ziju schik met deze verbetering. Allen bewonderden de groote ruime zaal, de prachtige lusters, den kostbaren vloer enz. Doch een der heeren maakte de opmerking dat de zaal wel wat laag was. Laagriep de eigenaar, laag Ben je dwaasWou jij ze nog hooger hebben Zekerer zijn menschen die hier niet rechtop kunnen staan De gastheer haalde de schouders op: in een zaal, zeven meters hoog, kon de merkwaar digste reus rechtop staan. Je gelooft mij niet, he? vroeg de vriend. Natuurlijk niet; 'tis belachelijk. Waarom gewed? Ben je mal Mees kwamen op voor de bizondere belan gen van de maatschappijen in hun district (of stad) gevestigd. Wij willen de laatsteu zijn om daarin iets volstrekt misdadigs te zien; maar het strijdt in elk geval met de liberale leer, welke door de liberalen steeds wordt toe gepast tegen de belangen der anti-liberalen. Voor De Schelde kwamen ook anti-liberalen op; één liberaal, de heer Van Kerkwijk, voegde zich bij heu, hetgeen zeer verklaar baar moet heeten, daar de betrokken maat schappij te Vlissiugeu, alzoo iu Zeeland, is gevestigd. De heer Van Kerkwijk, men weet het, is een der Afgevaardigden uit dit ge west. Ook hij stelde dus de liberale theorie achter, bij de eischen der practijk. Hetgeen bij deze discussie gebeurde, noemen wij zoo natuurlijk mogelijk. Wij gaan zelfs verder en oordeeleu, dat een gezonde politieke toestand geen andere ge dragslijn der Kamerleden gedoogt. Aan wie zou de behartiging der belangen van een gemeente, eene instelliug, ja zelfs van een enkel persoon, als daartoe termen bestaan, tegenover den Staat, beter kunnen worden opgedragen dan aan den man, die met het vertrouwen der kiezers in het betrokken district werd vereerd? Als de Grondwet zegt dat de Staten-Geueraal het geheele Nederlaudsche volk vertegenwoordigen, dan wordt daarmee uitgedrukt, dat die instel liug, dat Staatslichaam, in haar geheelde volksvertegenwoordiging uitmaakt. Door die uitdrukking wordt niet gezegd en kon ook niet worden bedoeld, dat een Lid der Kamer niet zou mogen opkomen voor de bizondere belangen van zijn district. Zelfs al nam men aan, dat de aanduidiug »Staten-Gene- raalop de bewuste plaats der constitutie zou moeten slaan op elk Lid der Stateu- Generaal als persoon, dan nog zou de uit legging, welke men aan die woorden geven wil, dat zij een Kamerlid verbieden zouden voor eeu bizonder belang op te komen, on aannemelijk zijn. Al vertegenwoordigt- een Lid der Kamer ook het geheele volk, dan is hij daardoor niet uitgesloten, dat hij zijne stem verheft voor de specifieke belangen van een deel van dat volk, tenzij men zou willen ontkeuneu, dat het mindere in het meerdere is begrepen. De economen van de vroegere school (ook op dit gebied veranderen de meeuiugen tegenwoordig zoo snel) leerden, dat de som der bizondere belangen het algemeene be lang vormt. En dat is o. i. volkomen juist. Het nationaal belaug zou niet meer wezen Nu, om twaalf flesschen Champagne Kom, kom. Ik zal je bewijzen dat er menschen zijn, die hier niet rechtop kunnen staan. Neem je de weddenschap aan Ja dat is goedsprak de heer des huizes. Wacht dan maar even. De vriend vertrok en kwam eenige oogenblik- ken later met een oppasser terug, die in Indië een schot in zijn rug gekregen had en steeds voorover liep. Hier is de man. Sta eens overeind, Jan. Men lachte en de oolijke vriend had de Cham pagne eerlijk verdiend. George Stephenson sprak dikwijls met veel verontwaardiging over de „parlements-advoca ten", die hem met hun boekenwijsheid allerlei moeilijkheden in den weg legden, toen hij zijn eersten spoorweg wilde aanleggen tusscheu Li verpool en Manchester. De rook zeiden eenigen, zal de vogels dooden, de voorbijgangers zullen zeeziek worden, zeiden anderen. De koetsiers en omnibussen raken buiten werk, was de opmerking van sommigen, en dan een vaag begrip, als het zich niet in den aangeduiden vorm liet omschrijven In de werkeljjke, de stoffelijke wereld kan men alleen rekening houden met hetgeen als het ware tastbaar kan worden gemaakt. De revolutie heeft van het algemeen belang een reusachtig gewicht gemaakt, waarmede zij de bizondere belangen dood drukt, 't Spreekt wel van zelf dat die miskenning der realiteit zich wreekt. Langzamerhand hernamen de bizondere belangen hunne rechten. Liberale Afgevaardigden voeren zelfs bijkans nimmer het woord in de volksvertegenwoordigingen, dan om voor de belangen van het district, dat hen naar de Kamers zond te pleiten. De natuur bljjkt daarin sterker dan, de leer. Door dat verschijnsel wordt bewezen, dat eeu woord nog geen daad is en dat de leugen der omwenteling door de waarheid der ervaring wordt achterhaald. De anti-liberalen hebben nooit beweerd dat de bizoudere belangen van een gewest, eene gemeente, eeue instelliug, een persoon een beteekenis voor hen bezit. Zjj aarzel den niet openlijk voor die belangen op te komen, doch alleen dan als het publiek be lang er niet door werd benadeeldhetgeen nog geheel iets anders is dan bevoordeeld. Dat laatste is niet noodig en zou ook, wilde men aan dien eisch vasthouden, tot groote dwaasheden voeren. Toch wordt indirect dikwijls het openbaar belang gebaat als een particulier belang wordt behartigd. Als het toch ieder goed gaat, gaat het allen, de maatschappij, wel. Gelijk men ziet, staat het gezond ver stand in deze zaak, gelijk in alles, aan de zijde der bestrijders van de revolutie, welke van onwaarheid is uitgegaan en den vloek daarvan meedraagt. De Rijksregeering heeft er van afgezien, eene Commissie naar Spanje te zenden, die aldaar de methode van Ferran ter zake van cholera-iueutiug zou onderzoeken. Geljjk de Berliner Polit. Nachr. meldt, ligt dit aan het weinige vertrouwen op de wetenschappelijke en practische waarde dier mothode. Door den Pruisischen Minister van Ouder wijs zijn de betrokken onderwijzers herin nerd aan het wenschelijke om in de scholen aan de lichameljjke oefeningen de grootste aandacht te wijden. De Minister denkt daar bij aan de gymnastie, maar ook aan zwem. al het wild zal door 't gedruisch worden wegge jaagd, was de meening weer van anderen. De mail-rijtuigen in dien tijd reden tien mij len per uur. Toen Stephenson beweerde dat zijne uitvinding den weg viervoudig verkortte, hield men hem algemeen voor krankzinnig. Als 't eens zeventien mijlen was, die uw stoommaehine aflegde? onderstelde een lid van het adviseerend comité. O ja. Of twintig Zeker. Misschien wel vijf-en-twintig, hé? Zonder twijfel. Zoudt ge ook dertig durven beweren? Natuurlijk. Men dacht dat men den grooten uitvinder thans tot het uiterste punt van belachelijkheid had gebracht en heel het comité brulde het uit van genoegen. De spoorweg kwam er evenwel, en van daag rijden de naneven van die knappe comitéloden zestig mijlen in 't uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1885 | | pagina 1