NIEUWE m929. Zondag 23 Augustus 1885. 10de J&arg&og. m Vroeger erger? HiiRLEIHSCHE CO Mi 91. ABONNEMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1, Voor het Buitenland 1,50 Afzonderlijke Nummers 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA UOIÏ AGITATE. PBIJS DER ADVEHTENTIËH Van 16 rogels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPERS 8c I. A U R E Y. Wij hebben reeds vroeger, bij herhaling, doen uitkomen hoe ongegrond de redeuee- riug is van hen, die altijd zoo laag ue- derzien op de vroegere eeuwen. De mid deleeuwen moeten het bij de vergoders van onzen tijd vooral misgelden. Toen was let terlijk niets goed; er bestond (zeggen de lichtvrienden) evenmin recht als waar heid. Die bewering staat met het in 't aan gezicht slaan der historie volkomen gelijk. De geschiedenis leert toch, dat op het ge bied van den Staat destijds nog heel wat solider beginselen heerschteu dan thans, en dat op het terrein van den Godsdienst daden werden verricht, voor welke het meerendeel van de kinderen van onzen tjjd de zedelijke kracht zoude missen. Al willen wij niet ontkennen, dat niet alles ook in de middeleeuwen goud was wat er blonk, toch ziju wij ten volle over tuigd, dat zij in menig opzicht den toets der vergelijking met deze fiju beschaafde negentiende eeuw uitstekend kunnen door staan. Tot staving van dat gevoelen vestigen wjj heden de aandacht op een verschijn sel, hetwelk wel tot nadeuken mag stem men. Misschien hebben nog weinigen nage dacht over de houding, die de groote Rij ken tegenover de Cumberlaud-quaestie aan nemen. Zij verdient toch waarlijk wel in 't helderst licht te worden gesteld. Niemand zal kunnen ontkennen, dat aan den Hertog van Cumberland geweld wordt aangedaan. Ondanks zijn recht op den Brunswijkschen Troon onbetwist moet wor den genoemd, wordt het eenvoudig ter zijde gesteld. Dat geschiedt met goedvinden van den Keizer van Duitschland, hoewel die monarch zich telkens op de noodzakelijk heid beriep, dat het gezag, in zijne dragers worde geëerbiedigd. Toen een aanslag op zijn leven door de sociaal-democraten was beproefd en mislukt, beleed de Keizer zijne gehechtheid aan dat Goddelijk recht der Koningen, en ieder, die niet bevangen is door den revolutiegeest, moet ja en amen zeggen op die Keizerlijke woorden. Doch er bestaat geen tweederlei souve- reiniteitsrecht. Het recht van den Hertog van Brunswijk moet even heilig wezen voor Keizer Wilhelm, als dat van hem op den troon van Pruisen. Men heeft hem diets gemaakt, dat dit FE U ILL ETON. Het Consult. Vervolg.) Zoo had hij een jaar lang de fraaiste hon den en de kostelijkste rijtuigen in gansch En geland. Toen die hem begonnen te vervelen, verkocht hij ze aan een Lord, waarbij hij nog 300 pond won. Ten einde zijn huishouden op de meest goedkoope wijze te kunnen regelen, zond hij eenige bedienden weg en huwde een eenvoudig meisje. Zijn huwelijk werd met twee zonen gezegend. Men zag hem te voet in plompe schoenen door de straten van Londen gaan, en op de markt zijn vee zelf verkoopen. Om een schilling kon hij een half uur loven en dingen. Reed hij al eens, dan sloeg hij, om de tolboo- men te vermijden, de gevaarlijkste zijwegen in, en stelde zich liever aan het gevaar bloot van den nek te breken, dan dat hij eene kleinig heid tol had betaald. Zijn paard kreeg geen ander voeder dan het gras dat hij het onder weg vreten liet. Hij zelf nam zijn intrek in de geringste herbergen en kroegen, stak, wat hij niet gebruikt had, in den zak en at dat onder recht niet zóó moet worden opgevat. Eu de hoogbejaarde Vorst, van wieD, om een volksterm te bezigen, de witte puntjes ook wel af zullen wezen, is niet wakker genoeg meer om de onhoudbaarheid van de Bis- marcksche theorie te doorgronden. De oude man berust in hetgeen hij blijkbaar niet bevatten kan. Laat zich de houding van Duitschlauds Keizer nog verklaren, omdat Pruisen Han nover inpalmde, minder verdedigbaar achten wij de positie, welke de andere groote Mogendheden ten opzichte vau den Hertog van Cumberland innamen. Zij worden blijk baar alle door vrees voor het machtige Duitschland beheerscht. Waarom zouden zij ook de partij kiezen van een zoo onbedui dend Vorstje als een Hertog van Brunswijk? Men laat liever alles blauw blauw en be paalt zich tot het afkeuren van de ge dragslijn van Von Bismarck in 't ge beurde. In die richting gaat men zoo ver, dat toen de Keizer van Oostenrijk dezer da gen zich naar Gmuuden begaf, waar de Hertog van Cumberland zijn hof gevestigd heeft, de dagbladen uitdrukkelijk consta teerden, wat zij anders nooit doen, dat de Keizer in het strengst incognito zich der waarts begaf. Het is duidelijk dat de Re geering van Oostenrijk bevreesd was voor den toorn van den »heerscher« van Schöu- hauseu. Ook de Keizer van Rusland durft er niet voor uitkomen dat bij wel is met den Her tog van Cumberland. Men verhaalde name lijk eerst dat de Czaar, van Kremsier uit, een bezoek zou brengen aan den Hertog van Cumberland. De tijding klonk zeer betrouwbaar, want de Keizerin van Rus land en de Hertogin van Cumberland zijn zusters. Niettemin rekende men het in St. Pe tersburg noodig in de officieuze pers te doen verklaren, dat er volstrekt geen quaes- tie was van een tocht naar Gmunden. Die tegenspraak verdient geen onver deeld vertrouwen. Het is zeer goed moge lijk, dat als de Czaar eenmaal te Krem sier is, hij toch naar Gmunden zal trekken het zal dan ook heeteu: de Czaar begaf zich in 't strengst incognito naar zijn schoonbroeder. Zoo deinzen de machtigen voor den nog machtigere terug. Prins Von Bismarck heeft het zoo ver gebracht dat men hem vreest. Wij achten zulk eeu toestand werkelijk onhoudbaar. Langs dien weg isdeDuitsche weg, als hij weer honger voelde. Door allerlei gelukkige speculatiëu verdriedubbelde hij eer lang zijn vermogen Eena op een goeder, dag kwam hij op den inval, om zich in het parlement te laten kiezen. Hij werd ook werkelijk door het graalschap Terks gekozen en wel zonder medediugers, daar 't gerucht var. ziju onmetelijk vermogen allen terughield. Hij beroemde zich vaak, bij zijne verkiezing geen zes shillings kosten te hebben gehad. Deze zonderling zat twaalf jaren in het huis der gemeenten en stond, in weerwil van ziju grillig gedrag en ziju armzalige kleeding, bij zijn collega's in den naam van strikte gerech- tigheidslisfde. Bi] alle oneenigheden koos men sir John Elwes tot scheidsrechter. Meermalen bood men hem de pairswaardigheid aan, welke eer hij nochtans voortdurend van de hand wees, daar hij lachend verklaarde, dat hij alsdan zijne met spijkers beslagen schoenen tegen lichter schoeisel verruilen en gouden gespeu dragen moest. Zoo was de wonderlijke patiënt, ten wiens behoeve dr. Abernethy de beroemdste chirurgen van Loudon tot een consult samenriep. Rijkskanselier voor Europa nog grooter ti ran dan Napoleou III was. Die monarch was alleen gevaarlijk voor die mogendhe den met welke hij, als erfgenaam van zijn oom, nog moest afrekenen. Hoe kou de Rijkskanselier aan zulk een invloed komen? Die vraag is diep beschamend voor Euro pa. Het eenig antwoord, dat men op haar geven kan, vormt eene aanklacht tegen de moderne diplomatie. Men liet Von Bismarck dood eenvoudig ziju gang gaan. Waar bleef Europa toen Pruisen het zwakke Dene marken vernederde? Waar waren de in vloedrijke Kabinetten, toen iu 1866 Han nover, Keur-Kesseu, Nassau eu Frankfort werden ingelijfd? Wie pleitte voor Frank rijk na Sedan en wie ontraadde de annexa tie van Elzas-Lothariugen? Europa zweeg als het graf. Von Bismarck werd door dat zwijgen gesterkt iu zijne bedenkelijke politiek. Het is waar de pers in Europa zweeg niet; sommige organen brulden zelfs. Hunne stem, hunne getuigenis oefende evenwel niets uit. Door dat gebrek aan effekt werd be wezen, dat zelfs de openbare meeniug niet meer is wakker te schudden, als het geldt om op te komen voor recht en gerechtig heid. Had die toch zich doen hooreu, dan zouden de Regeeringen minstens iets heb ben moeten doen? Er zou wellicht zelfs eene Europeesche sameuwerkiug tegen de annexatie-staatkunde zijn geboren. Niets vau dat alles werd aanschouwd. Europa bleef slapen; het recht bleef verkracht. Het Europa der negentiende eeuw toonde dus dat zijn gevoel voor rechtvaardigheid jam merlijk is verzwakt. Er bestaat dus zeer weiuig aanleiding om zoo hoog op te ge ven van den vooruitgang, ook op het ge bied van het publiek besef, betrekkelijk al les wat recht is en billijk. Sommigen vinden dat uitnemend. Zij willen geen oorlog en die zou toch ont staan, als de Kabinetten telkens tegen het onrecht getuigden. Volgeus ons gevoelen is dat nog zoo zeker niet. Tegeu het vereenigde Europa zou b. v. Pruisen, of later Duitschland, het zwaard niet hebben durven trekken. Onder stellen wij voor eeu oogeublik, dat werke lijk het recht door een oorlog ware te redden geweest, zou men dau zulk een krijg niet mogen voeren? Wij zijn diep afkeerig van den oorlog, maar uit vrees voor een krijg schuwe men niet voor het recht op te komen. De eerste persoon, die op het bepaalde uur verscheen, was sir John Elwes zelf. Welkomriep Abernethy hem tegemoet. Mijne collega's passen doorgaans niet te best op hun tijd en ik wil van hunne slof heid ge bruik maken, om 'teen en ander met u af te spreken. Gij moet al wat verhandeld wordt, zelf aanhooren: gij moet alles volgen, zoodat ge ten volle overtuigd wordt, hoe mijne colle ga's over uwen toestand denken. Ga dus iu de kleine kamer hiernaast. Als ge bij de deui blijft, die ik half open zal laten, kunt gij alles hooren, wat de heeren zeggen. Na afloop van het consult hoor ik dan van u, wat gij besloten hebt. Sir John Elwes zette zich in 't vertrekje daarnaast op een stoel neer, en de een na den ander kwamen de ontboden heelkundigen op dagen. Toen zij voltallig waren, sprak Abernethy hen aan Ik heb u hier bij mij verzocht, zonder u vooraf te doen weten met wat inzicht, 't Is in 't belang van sir John Elwes. Bij 't noemen van dezen naam ontstond een gemompel van verrassing en ontevredenheid. Ik weet er zijn onder u, die reden tot Ook in vroeger eeuwen werden er gru welen vau ongerechtigheid ten opzichte van verschillende Staten gepleegd. Het verschil tusschen toen en nu is dit, dat thans alles ongestraft kan plaats hebben. Dat werd in oude tijden niet beleefd. Toen werd over het bezit van lauden soms jaren gestreden. De oorlogen waven destijds aan de orde van den dag, de eene krijg was niet af- geloopen, of de andere stond voor de deur. Welke akelige tijden, zucht de zoon de zer eeuw. Gaat het nu zonder oorlogen beter Er wordt toch geoorloogd, al zijn er langdurige tijdperken vau rust, terwijl de oorlogen in dezen tijd niet eenmaal het aantrekkelijkste van het echt tragische be zitten. De oorlogen van deze eeuw zijn eigenlijk moordfeesten, die zoo kort moge lijk moeten duren eu zooveel meuschenle- vens mogelijk moeten kosten. Zou daarin nu iets verhevens liggen? Wij gelooven het niet. Wij zijn van ge voelen, dat het gelijkvloersche van onzen tijd, zelfs akelig is om waar te nemen. Met dat al worden de belanghebbenden de dupes der rekening. De zwakken wor den vertrapt. Laat de Hertog van Cum berland de meest ouwederlegbare beginse len ontwikkelen, op de deugdelijkste wijze zijn recht verdedigen, het baat hem alles niets. Europa kijkt even op van zijn rust bed, glimlacht endommelt voort. Alleen voor het geld heeft men tegen woordig ooren; de macht van den gelddui vel is grenzenloos. Dat dit verschijnsel het ergste voor de toekomst van ons wereld deel doet vreezen, zal ieder beseffen, die nog iets verder ziet dan ziju neus lang is. De stof der ontevredenheid hoopt zich op; de grieven vormen langzamerhand bergen; er behoeft niet veel te gebeuren of de opeengestapelde brandstof wordt iu ontvlamming gebracht. Wat dau? Dan zal iu Europa eene geduchte beweging ontstaan, die als een vreeselijk ouweder de bedorven lucht zal zuiveren. Dat reini gingsproces zal bloed en levens kosten. Het eveuwicbt zal niet woVden hersteld dan door het verbranden, het onschadelijk maken dei- besmetting verspreidende kiemen van onlust en verzet. Die toekomst is niet vriendelijk. Toch zal zij dagen als de volken niet terugkeereanaar den weg der gerechtigheid ook in betrek king tot de internationale verhoudingen. klagen hebben over sir John, vervolgde Aber nethy, maar hij heeft mij opgedragen, alles weer goed te makeu. Hij heeft uw consult met slechts ééne guinje betaaldhier zijn echter vooreerst 25 pond voor ieder uwer, die ik u in zijn naam voor het vroeger door u gedane ter hand stel. Hij schoof werkelijk aan ieder de genoemde som toe. Thans, mijne geëerde collega's, laat ons met onze beraadslagingen over den patiënt beginnen. Wnt is uw oordeel, miju waarde en geleerde vriend Bliek? Elwes heeft een wassend bloedgezwel op het oog. 't Geval is aoodelijk, als men de slag ader niet zoekt te onderbinden, antwoordde Bliek. Wat ondervinding ik echter in mijne kuust heb, zou ik deze operatie toch niet wagen uit vrees, dat de patiënt mij onder de handen stierf. En als de operatie niet geschiedt! Zal 't met den patiënt even zeker binnen kort gedaan zijn. Het kloppen der ader heeft den beenderwand in de oogholte reeds aangedaan. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1885 | | pagina 1