NIEUWE
No. 032.
Donderdag 3 September 1885.
10de Janrgan?.
IJdelheid.
n u 8 T K L A N D.
HAARLMSCHI tOARAAT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem t
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het Buitenland
Afzjuderljjke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
0,85
1
1,50
0,06
AGITE MA SOK AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÜPPIR8 k LAUREY.
Het ouverzadelijkste roofdier ter wereld
is de ijdelheid. Zij neemt elk voedsel voor
lief; zij verslindt steeueu als de struisvo
gel, en lijken als de hyena; zij onderkent
niet wat gezond of schadelijk, goed of
slecht is; zij begeert slechts voedsel om zich
op te blazen. Shakespeare noemt haar:
»deu onverzadelijken gier, die, als hij den
voorraad verslonden heeft, zich zei ven aan
valt.* Waarlijk groote meuscheu zijn niet
ijdel, eveu min als verheveu menschen
dweepziek zijn; doch gelijk alle fanatiekeu
zich als verheven menschen willen doen
beschouwen, zoo huppelen de kleine meu
scheu op de stelten der ijdelheid om ons
heen, teneinde groot te schijnen. Groote
menschen hebben het bewustzijn van het
geen zij zijn, maar kleingeestige, onbedui
dende meuscheu zijn de broeikasten der
ijdelheid. Dit afzichtelijk ondier is overal,
in elk land, bij voornamen en geriugeu,
bij rijk en arm, bij Europeanen zoowel
als bij negers, iu de ellendigste hut, als iu het
schoonste paleis tehuis. De ijdelheid heeft
de smakelooste mode even goed op haar
geweten als de doorboorde neuzen en ooren
der wilden en de tatoueeringeu der Indi
anen. Reeds bij het kleinste kiud dat de
eerste jurk aantrekt, bevindt zich de slang
en zij heeft den grijsaard niet verlaten, die
met bevende leden voor den spiegel staat.
Ja, bij het graf speelt zij nog hare rol
daar zij boven het doode lichaam prachtige
mausoleums en marmeren gedenkteekens
plaatst. Koningin Elizabeth van Engeland
had zelfs verordend, dat haar lijk, alvorens
dit op het paradebed werd tentoongesteld,
geblauket en met een welriekende essence
moest overgoten worden. Nu, de ijdelheid
is niets anders dan eeue essence, die ons in
een goeden reuk moet brengen.
Wie de menschen in hunne kleingees
tigheid en elleudigheid wil leeren kennen,
die moet hen iu hunne ijdelheid bestudee-
ren, waut dan ontmoet hij zoo vele zwak
heden, als vliegen bij een honingpot. De
meeste menschen kennen iets zoeters dan
te bewonderen, en dat is: bewonderd te
worden. Zoowel het dagelijksche leven, als
de geschiedenis van alle tyden en volken
FEUILLETON.
Onschuldig verstooten.
Geschiedkundige Novelle.
I.
Zwaar drukten de lasten van den oorlog op
Hongarije; de erfvijand der Christenheid, de Turk,
buisde met roofgierig geweld in dat bloeiende
Hnd en de doorluchtige Monarch van Oostenrijk,
°P wiens hoofd tegelijk de Duitsche keizerskroon
Pr<jkte, mocht het, zelfs met inspanning van alle
^achten, niet gelukken, de parel van zijn rijk
aa<t de hand zijner belagers te ontweldigen.
Want van alle kanten tegelijk woedden de grim
mige furiën van den strijd en het kwam er op
aan zich op alle punten te beschermen en te
VerdedigenLodewijk XIV van frankrijk wond
zjch aan zijn koningskroon de lauweren, die
Hjne veldmaarschalken Villars en Catinat aan den
H'ja en in Italië voor hem geplukt hadden, terwijl
ef Duitache leger, ondanks de voortreffelijke
aai>voering van den Hertog Karei van Lotharingen
ei1 Prins Lodewijk van Baden, voor de overmacht
moest wijken.
Maar bij de genoemde helden zou zich een
erde aansluiten; wiens naam zoo lang er een
eg«r van Oostenrijk zal bestaan, onafscheidelijk
Ban zijne eer verbonden blijft, Prins Eugeuius
van Savooie. Franschman van geboorte en aan
vankelijk voor den geestelijken stand bestemd,
toont ons talrijke belachelijkheden en mis
grepen van de hoogere en lagere eerzucht
der menschen, en de eerzucht is de dochter
der ijdelheid. Met de Ministers en Staats
lieden zit zij aau de groene tafel; met de
Vorsten rijdt zij in de staatsiekoets; bij
volksvergaderingen en bij feestelijke gelegen
heden doet zij zich kennen iu redevoerin
gen en toosten en zij helpt de dienstmaagd
voor den gebroken spiegel zich de idioten-
franje voor het voorhoofd strijken. Zij maakt
van verstandige menschen dwazen, vau
mannen fatteu, van jonge meisjes mode
poppen en zelfs de oude matrone hangt
zij nog valsche haarlokken over de ooren.
Vau onze kinderen maakt zij apen en
vrouwen met blozend gelaat, snoert zij in
pantser-corsetten, die haar bleek doen wor
den en op danspartijen of op de wandeling
doen ineenzakken.
Trotscbheid is Taak een hartstocht eener
groote, sterke ziel, die bewust is vau bare
kracht; de ijdelheid echter is een genot
voor eeue kleine zwakke ziel, die aan on
beduidende dingen grootere waarde hecht
dan zij verdienen. De trotsehaard is som
ber, afgetrokken en bekommert zich niet
om het oordeel van anderen; de ijdele wil
iedereen bevallen, daarom is hij buigzaam
en gemakkelijk te behandelen. De ijdele is
te zeer bewust van zijne zwakheid om trotsch
te zijn en de trotsehaard te trotsch om ijdel
te zijn. De wijze zegt: »alles is ijdel,het
geen echter niet belet, dat vele wijze man
nen zeer ijdel zijn: de philosoof Schopen
hauer bezat zulk eene overmatige ijdelheid
eu zulk een oubesehaamdeu hoogmoed, dat
hij zelf eischte, dat het nageslacht voor
hem een denkmaal zou oprichten eu Momm-
sen verhaalt dat Cezar zoo ijdel was dat
hij den lauwerkrans niet van zijn hoofd
nam, ten einde zijne kaalhoofdigheid te
bedekken. IJdelheid is eeu ei zonder dooier,
eeu noot zonder kern, een vat zonder wijn;
en ten aanzien van de eeuwigheid is op
aarde alles ijdel.
IJdelheid is eene klip, waarop zoo menig
geleerde en zoo vele vrouwen stranden; zij
aast op lof als de kinderen op dë suiker
vaas. Waar de ijdelheid heerscht, is het
verstand haar dienaar geworden.
Zoolang de vertegenwoordigers van het
hadden de intriges van dea Minister van oorlog
Louvois, een gunsteling van Lodewijk XIV,
die zijne familie haatte, hem uit zijn vaderland
verdreven en bewogen aan de Oostenrijksche
monarchie zijne diensten aan te bieden. Met
hem kwam de overwinning in het Oostenrijksche
leger; de man van wien Louvois met minachting
gezegd had; „nooit Zal hij in zijn vaderland
terugkeerenstond in korten tijd als overwin
naar in de waardigheid vau luitenant-veldmaar
schalk op Franschen bodem en schreef de voor
waarden van den vrede voor, die echter maar
al te kort van duur was.
Voorloopig echter was de arm van den even
dapperen als vromen krijgsman vrij en hij was
niet voornemens hem werkeloos te laten zinkeu
hij vva» er veeher op bedacht zijne zwaarte te
doen gevoelen aan degenen, die op de kerken
en kapellen van Hongarije het heilig kruistee-
ken vervangen hadden door de halve maan van
den Islam en in dweepzieke woede gezworen
hadden niet te zullen rusten, voor op de torens
der St. Stephanuskerk zelve, de groene vaan van
den profeet wapperde. Maar de oude langzaam
heid en bedachtzaamheid van den Weener hof-
krijgsraad, die nog een eeuw later de krijgsver
richtingen van een Daun en een Laudon ver
lamden, stonden hinderend tusschen willen en
volbrengen. Slechts zeer langzaam en bedaard
werden de toebereidselen tot den beslissenden
oorlog tegen do Turken gemankt, en terwijl de
veldheeren van ongeduld brandden, vielen deels
door geweld, deels door list, plaats aan plaats,
sterke geslacht zich als dwazen aanstellen,
wachte men zich het zwakke geslacht van
bizondere ijdelheid te beschuldigen en de
met zijne kleeren pronkende Europeaan
heeft geen recht den spot te drijven met
de negers eu Zoeloes, die huuue haren
met vet besmeren en beenderen in de oor
lappen steken.
Bij de oude volkeren was Alcibiades en
bij de Romeinen Cicero het echte toon
beeld der ijdelheid dea afscbuwlijkeu
bloedhond Nero niet te vergeten. Maar
hoeveel Alcibiadesseu eu Cicero's loopen
er niet iu onze dagen rond.
Ofschoon de vrouwen iu het ongeluk
grooter ziju dan de maunen, omdat zij de
vrouwelijke, cardinale deugd van 't geduld
bezitten, zoo ziju zij in 't geluk toch klei-
uer, uit kracht van het vrouwelijke hoofd
gebrek, de ijdelheid. De ijdelheid verleidt
iu deu regel de mannen tot grootere uit
gaven, dau de kas verdragen kan; zij sta
pelt schuld op schuld en doet dikwerf
schraalhans keukenmeester zijn, opdat de
vrouw in haar nieuw mode-costuum de
wereld diets kan maken, dat zij wat in de
melk te brokken heeft. De ijdelheid stelt
den schijn boven de werkelijkheid; zij is
een mengelmoes van leugens en dwaasheid
eu zelfs de grootste patriot offert niet zoo
gaarne en niet zoo veel op het altaar des
vaderlands, dan op het altaar der ijdelheid.
Voor haar is geen offer te groot en te
zwaar, zij voert Parijsehe zenuwachtige
dames uaar de slachthuizen, waar die dwaze
vrouwen ossenbloed drinken om een frissche
teint te behouden. De weelde, zich dagelijks
iu de melk van 500 ezelinnen te baden,
zooals Keizerin Agrippina deed, kunnen de
Parijsehe modepoppen zich natuurlijk niet
veroorloven.
IJdelheid is de steeds vloeiende bron van
twist eu tweedracht; zij spreekt slechts van
zich zelve eu zwijgt anderen dood. Men is
trotsch ojr zijn huis en tuin, op paarden
en houden, op zijn naam eu verwantschap;
ja er zijn dames, die trotsch zijn op hun
ziekelijk bleek gelaat. De ijdelheid brengt
Keizers en Koningen ten val, zij ruïneert
Staten en volkereu, zij heeft Dnitschlaud
naar de zandwoestijnen van Afrika gevoerd,
opdat de Germanen zouden kunnen zeg-
vesting aan vesting, in de macht der ongeloovigen.
Ook het sterke stadje Mohar had een Turksch
corps, dat waarschijnlijk van het gros van het
leger afgeraakt was, voor zijne wallen gezien,
maar de burgers hadden onder de leiding van
een ouden ridder, die vlak in de nabijheid met
zijn zoon op zijn vervallen burcht woonde, zoo
moedig den aanval afgeslagen, dat den vijanden
de lust tot een nieuwe poging vergaan scheen
te zijn en zij ijlings de vlucht namen.
Sinds dien tijd waren meer dan veertien
dagen verloopen; de gerustheid en het gewoel
der veiligheid waren in de harten der burgers
teruggekeerd, hoewel zij ook nog binnen zorg
vuldig hunne poorten bewaakten en geen
vreemdeling den toegang tot de stad veroor
loofden.
Ook Engelbrecht Von Zarnitz had in het be
wustzijn van het doorgestane gevaar den burcht
zijner vaderen weder opgezocht. Zoolang zij iu
benauwdheid verkeerden, hadden de burgers den
ruwen, ervaren krijgsman gevleid, nu echter, na
het afgeweerde gevaar, had men hem niet on
duidelijk te verstaan gegeven, dat men hem
niet meer noodig had en hij terug kon gaan,
van waar hij gekomen was, een weuk, dien
de heer Engelbrecht zich niet ten tweeden male
liet geven.
Och! het was geen gezellig verblijf, dat den
afstammeling van het eenmaal zoo machtige ge
slacht der Zarnitz herbergde. Nog voor tachtig
jaren hadden do tinnen van den burcht over
uitgestrekte bezittiugeu het uitzicht gegeven en
gen: wij hebbeu koloniën. Zij deed den
Jupiter van Varzin de traditioueele rechten
vau Spanje op de Caroliuen-eilanden mis
kennen; zij deed de Duitschers hunne vlag
hijschen op een Fransch eiland iu deu
Stillen Oceaan. Evenals de vrouw vau
den slager, wat kleereupracht en uiterlijk
vertoon aangaat, niet wil onderdoen voor
de vrouw vau den bakker, zoo wil ook de
eeue Staat uiet achter blijven bij deu an
deren eu daarom worden er steeds nieuwe
geweren, kanounea, pautserschepen en ves
tingen gebouwd, die zooveel millioeneu ver
slinden, dat de meeste Staten voor een
bankroet staan eu de gaten iu de beurs
vau deu Miuister vau Fiuauciëu niet we
ten te stoppen. De ijdelheid is altijd zeer
duur zoowel in de burgerlijke huishouding,
als iii het bestuur vau den Staat. Als de
soldaat trotsch is op de woudeu, die hij
in den oorlog heeft ontvangen, dan kun
nen wij met zulk eene ijdelheid nog eenigeu
vrede hebbeu, maar niet3 is belachelijker
dan de ijdelheid van sommige lieden, die
trotsch ziju op de schrammen eu lilteekeus
welke zij door het duel hebben verkregen.
Zulk een onzin herinnert ous aau Alcibi
ades, die zijne schoonste honden den staart
afhieuw, opdat de Atheners van hom zouden
spreken.
Inderdaad alles is ijdel; die 't niet ge-
looven wil, neme een doodshoofd iu de
hand.
Ook te Dantzig hebben thans eeu aan
tal Russische en Oostenrijksche Polen, on
geveer 80, bevel outvaugen om vóór 1
October het land te verlaten. Daaronder
ziju kooplieden, die er reeds jaren heb
ben gewoond, groote zaken doeu en grond
eigendom hebben, zelfs eeiiige leden vau
de handelscorporatie. Men vreest aldaar dat
deze maatregel veel afbreuk zal doeu aau
deu handel op Rusland, te meer omdat
ook te Koningsbergen vele dergelijke per
sonen zulk eeue aanzegging hebben out
vaugen.
Men verzekert, dat de Miuister van
Justitie deu President der Fransche Repu
bliek eeu besluit ter onderteekening heeft
het geheele stadje was daaraan schatplichtig ge
weest. Van lieverlede echter had de burgerij
zich van haren adellijken beschermheer onafhan
kelijk weten te maken. De voorouders van ridder
Engelbrecht hadden voorname hartstochten ge
had, die de bewoners van Moliar uitmuntend
ter verkrijging van hunne onafhankelijkheid
hadden weten te benuttigen. De jacht, de drank
en liet sp 1 hadden een recht, een stuk land,
het eene na het andere, verslonden, tot deu
tegenwoordigen bezitter en zijn zoon van al die
heerlijkheden niets was overgebleven, dan de
oude burcht, door wiens vervallen torens de
wind streek, terwijl de vertrekken van dag tot
dag onbewoonbaarder werden.
In een der best onderhouden daarvan, een
middelmatig groote zaal, zat Ridder Engelbrecht
voor het geopende venster en staarde raar bui
ten. De lentezon schoot hare warme, levenwek
kende stralen over bosch en veld en vervulde
het duistere vertrek met een zie van licht.
Eenige ruw bewerkte stoelen met verbleekte,
lederen zittingen, eenige schilderstukken van
twijfelachtige kunstwaarde, welke de ridderlijke
voorzaten vereeuwigden en eeue verzameling
van krijgsen j'chttropeeën vormden het gebeide
ameublement. Er lag eeu treurige uitdrukking
op het ernstige gelaat van den buicit eer,
het waren strenge maar goedige trekken en
het kort afgesneden zilveren haar en de golven
de grijze baard pasten er voortreffelijk bij.
Wordt vervolgd