N I E U W E
i
No. 935.
Zondag 13 September 1885.
10de Jaargang,
Teekenen des tijds.
BUITENLAND.
Onschuldig verstoot en.
ii mi l i; Usui i m
m
ABONNEMEHTSPBIJ8
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederlaud fr. p. p. 1,
Voor bet Buitenland 1,50
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
B ORE AU: St. Jansstraat Haarlem.
AINXIENDP ii.
AGTTE MA NON AGITATE.
PEIJS DER ADVEHTENTIÉH
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant,
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgever»: K UPPERS EAURET.
Onze tijd kenschetst zich door eene ze
kere manie tot het oprichten van stand
beelden eu gedeakteekens. Het wordt in
onze dagen niet meer als regel aangeno
men verdienstelijke mannen na hun dood
eeu monument op te richtenneeu, velen
genieten reeds het voorrecht, terwijl ze nog
in het land der levenden verkeereuhun
eigen gedeukteeken of standbeeld te mo
gen aanschouwen. Die standbeelden-manie
gaat zelfs zoo ver dat ook «grootheden*
van den vijfden en zesden rang vereeu
wigdworden, ja zelfs personen, wier aan
denken met smaad is overladen.
Zoo werden in ons land standbeelden
opgericht voor eeu Desiderius Erasmus, en
eeu Baruch Spiuoza, mannen wier aanden
ken voor den geloovigen Christeu alles
behalve stichtelijk en aangenaam moet wor
den genoemd. Zoo zullen, volgens geloof
waardige berichten, in 't naburig Duitsch-
laud standbeelden worden opgericht voor
Uirich Von Hutten en zijn vriend Fraus
Von Sickingen. De liberale organen heb
ben voor het project warm gepleit, naar
dien zij deze beide nationale helden* als
>edele ridders« hebben voorgesteld, die ge
streden hebben voor vrijheid, licht eu be
schaving, ja, zij zijn zelfs zoo vergegaau,
dat zij de oprichtiug vau een standbeeld
of gedenkteeken voor die beide mannen
als eene nationale eereschuld willen heb
ben beschouwd.
Een en ander behoeft echter niemand
te verwonderen. Het tongetje der weeg
schaal laat in onzen tijd menigeeu vallen,
die vroeger zeer hoog hebbeu gestaan, ter
wijl anderen op eeu schild gedragen wor~
den, wier aandenken met smaad is overladen.
St. Bonifacius wordt door niet-Katholie-
ken, van een weldoener der Duitsche na
tie, straks in een misdadiger veranderd.
Omgekeerd verheerlijkt Delia Gattina Judas
Iskariot als een man van eer en als een
wakker patriot, terwijl een zekere Pietro
Cossa de loftrompet steekt voor Juliaan
den afvallige en den wreede Nero boven
mate verheerlijkt. Het is onze plicht, aldus
zegt deze vertegenwoordiger van de revo-
lutiounaire litteratuur vau Italië, Juliaan,
»deze reine zieldezen philosophischen
F EU ILL E T O N.
4.
Geschiedkundige Novelle.
Plotseling bleef hij voor Rudolf staan. „Hoor
mij aan," sprak hij, zijne hand op den schouder
zijns zoons leggei.de. „Ik ken het meisje; zij is
goed eu zachtaardig en verdient ten volle uwe
genegenheid. Wel is waar, had Engelbrecht Von
Zarnitz zich eene andere schoondochter dan de
spruit van een kramer gedroomdmaar de tijden
zijn veranderd en met hen ook het oordeel der
menschen. Als gij het meisje liefde en trouw
gezworen hebt, moet gij uw woord gestand doen
Hier lateu kan ik u niet; want de eer roept u
in 's Keizers dienst; maar voor gij gaat, moogt
gij u met het meisje uwer keuze verloven ik
geef u mijn zegen maar met haar schraap-
zuchtigen vader wil ik niets te maken hebben.
Hij moge met zijn rijkdom pronken, ik zal hem
nimmer als de gelijke der Zarnitzers erkennen,
nimmer 1
De arme heer Engelbrecht had in het besef
zijner waardigheid er volstrekt niet aan gedacht,
dat liet nog zeer twijfelachtig was, of de oude
Nar dory de eer, een doodarmen, adellijken
schoonzoon, in plaats van een rijken, burgerlijken
te bekomen, wel zoo hoog zou schatten.
Rudolf dacht er in dat oogenblik evenmin
aan. Als een centenaarslast had hem de geda.hte
geest* wieu zooveel onrecht is aangedaan,
te rohabiliteeren. Carducci zingt zelfs lof
liederen ter eere vau Satan. Dat door
de onzalige, moderne wetenschap J. J-
Rousseauals een »diep religieus genie*,
Voltaire als eeu man van eer wordt
beschouwd, die nimmer gelogen heeft, mag
ons ook al geen verwonderiug baren. In
onze dagen is alles mogelijk.
Zoo zal dan ia het hoos; beschaafde
Duitschland de nagedachtenis van de»hel-
den« Hutten en Sickingen worden verheer
lijkt. Laten we eens in 't kort nagaan,
van welk kaliber deze beide mannen in
hun leven waren.
Frans Yon Sickingen overleed na een
veelbewogen, wild eu woest leven, eenzaam
eu verlaten in eeu rotsgewelf van zijne
tot een puinhoop geschoten burcht. Hij
was een roofridder, die weerlooze koop
lieden uitplunderde en het ruwsto vuist
recht in Duitschland uitoefende. Dat Von
Sickingen als kampvechter voor het
Lutherdom optrad, geschiedde minder
uit voorliefde voor het reine Evangelie*
dan wel ter bevordering van zijne belangen
als roofridder. Het verstandigste wat Vou
Sickingen in zijn leven heeft gedaan, was
dit, dat hij bij het naderen van zijn sterf
uur, de vriendschap van de Luthersche
predikanten vergetende, aan een Katholiek
priester rouwmoedig zijne zonden biechtte.
Maar voor dit feit zal men hem in Duitsch
land wel geen standbeeld oprichten
David Strauss stelde reeds in het jaar
1871 «den grooten held Huttenvoor als
een toonbeeld, waaraan de Duitsche jeugd
zich had te spiegelen. Hij schaamde zich
zelf niet den geest van Hutten voor den
genius van het Duitsche volk te verklaren.
«Een vijand van Romezegt Strauss, was
Hutten tot aan zijn laatsten ademtocht.
Zijue pijlen zijn onsterfelijk en waar immer
in Duitsche landen een slag gewonnen is
tegen duisternis en geestverdrukkiug, tegen
papen- en despotendom, daar is 't geschut
van Von Hutten tegenwoordig geweest.... Hij
zij de genius van ons volk.*
De volgende trekken uit het leven van
dezen man, volgens de schets van zijn lof
redenaar Strauss, kenschetsen ten volle dezen
sterken geestesstrijder tegen Roomsche
duisternis.Dat Von Hutten de vijand vau
beangstigd, hoe zijn vader wel de openba
ring van zijne liefde zou opnemen, daarom
maakte hem thans de toegevendheid van den
gestrengen heer overgelukkig. Hij boog zich
over de hand zijns vaders en drukte er een
warmen kus op. „Heb dank, duizendmaal dank
riep hij in vervoering uit;" nu is mijn schoonste
hoop vervuld en ik zal het u vergelden, vader,
wat gij aan mij hebt gedaan! Den naam dor
Zarnitzers zal ik door mijne dapperheid
in nieuwen luister doen stralen. Nu ga ik blij
moedig voor Keizer en Vaderland strijden, daar
ik geen tranen en lijden achter mij laat. En
nu naar den ouden NardoryHij zal niet on
buigzaam zijn; de trots op een adellijken naam
vermag veel op hem. Vaarwel vader, ik zadel
mijn paard en vlieg naar de stad; voor het
avond is, ben ik weder op den burcht!"
Hij stormde het vertrek uit; hoofdschuddend
zag de oude Ridder hem na. „Een zonderling
volkje toch, die jonge lieden," bromde hij in
zijn witten baard. „Dat was anders in mijn
tijd! Ik had hij mijn gestrengen heer vader
eens met een burgermeisje moeten aankomen
Eu toch kon ik niet anders; hij is mijn eenige
zoon en het meisje is welopgevoed en zedig.
Vroeger zou het niet zoo kalm afgeloopen zijn,
zonder een fikschen stormmaar ik word oud
oud; aan deu burcht Ziruitz en zijn meester
knaagt do tand des tijds. Mogen zij beiden in
eer en vrede vallen!"
Peinzend staarde hij op het landschap, dat zich
Rome was, onophoudelijk alles vervolgde
wat met Kerk eu Pausdom samenhing en
dat hij vrijzinnig en ontwikkeld* elke
positieve grondleer van het Christendom
als eeu bakersprookje verwierp, is voor
Strauss voldoende, om hem iu hooge mate te
verheffen. Uirich Vou Hutten ging tot de
humanisten over, ouder welke het onzalige
heidendom meer en meer veld won. Onder
deze revolutionnaire partij heerschte eene
heidensch-naturalistische richting; de reha
bilitatie des vleesches was hun ideaal. Aan
deze pest vau den modernen tijd, zegt
Strauss, is hij te gronde gegaan. Het roof
ridderschap werd door Uirich Von Hutten
niet alleen practisch beoefend, maar hij
was er ook eeu theoretisch voorvechter van.
Hij had zelfs de brutaliteit, in eeu brief
aan Karei V openlijk te verklaren dat het
zijn doel was, een omkeer in de bestaande
orde te brengen. Het is bekend, hoe Hut-
ten's geschriften iu deu boerenkrijg hebbeu
gewerkt. Hutten gedroeg zich als een nieuwe
Catilina. Zijn doel was alle Priesters en
Monniken van de aarde te doen verdwijnen.
Later echter, zoodra hij gewaar werd, hoe
nuttig de ketterij, wier religieus karakter
hem als heiden geheel eu al onverschillig
was, voor eene politieke omwenteling kon
worden, ging hij tot de Wittenbergers over.
Eu deze moreel bedorven revolutie-held
werd, zooals bekend is, nog wel door de
oud-Katholieken iu Duitschland als een
model-mensch, als een moedig kampioen
tegen »de gruwelen van het Pausdom* aan
bevolen. De Protestantsche rechtsgeleerde
Jarcke kenschetst dezen heiligein zijn
werk: Studiën und Skizzen zur Reformation*
aldus: «Door de gemeenste liederlijkheid
zedelijk en lichamelijk bedorven nu eens
bedelend, dan weer tafelschuimend aan de
hoven der Vorsten, zich hartstochtelijk men
gend in den geleerden strijd, werd hij door
eenigen geëerd en verheven, ja als dichter
gekroond, door velen echter gehaat en ge
vreesd, door alle goedgezinden veracht.
»Voor hem een gedenkteeken op te rich
ten,* zegt de Kölnische Volkszeitung staat
gelijk met een slag in 't aangezicht geven
van de openbare zedelijkheid en van de
vaderlandsche gezindheid. Als men een
standbeeld laat plaatsen voor Uirich Vou
Hutten, dan heeft die daad slechts ééue
voor hem vertoonde. Eene traan rolde langs de
gerimpelde wang in den zilveren baard. Ridder
Engelbrecht verwijlde met zijne gedachten in
het verleden.
Een hoefslag wekte hem uit zijne mijmering;
het was die van het paard, dat zijn zoon buiten deu
burcht droeg.
Zoo fier draafde de jonge ruiter daarheen,
dat een glimp van tevredenheid op 't gelaat
van den ouden heer verscheen. „Ridderlijk
bloedsprak hij, vergenoegd glimlachend „frisch
naar lichaam en geest, bezield' voor recht en
eer! God geve dat hij eu zijue nakomelingen
steeds zoo blijven mogen
II.
Druk met elkander fluisterende, zaten Rudolf
en Elze bij elkander iu den tuin ach'er h 6t huis
van den koopman Nardory; een lindeboom geurde
boven hunne hoofden eu inde bladeren sp:elde
een koeltje zijn vroolijk spel, zoodat zij ruischten
en ritselden als waren zij in een vertrouwelijk
gesprek. De ridderlijke jongeling was vol vertrou
wen, de jonge maagd daarentegen vol bange vrees.
Maar al te goed kende zij deu bekrompen geest
van den man, wien zij naast God het leven dankte
eu die toch steeds aan haar teeder deuken en ge
voelen vreemd was gebleven. De oude Ridder En
gelbrecht behoefde zich waarlijk over deze schoon
dochter niet te schamen, al was zij ook slechts
van burgerlijke eu niet van adellijke geboorte
Daar dreunden schreden in den huisgang, die
goede zijde, deze namelijk dat dit stand
beeld worde opgericht om te dienen als
afschrikwekkend voorbeeld voor de Duitsche
natie.*
Ook in Frankrijk heerscht de standbeel
den-manie in dezelfden graad als in Duitsch
land.Behalve aan andere ziekten leed Frank
rijk in de laatste maanden ook aan Hugo-
latrie.* De vergoding van Victor Hugo
grensde aan het ongelooflijke. Met uitzon
dering van eeuige streng religieuze bladen,
wedijverden de Fransche couranten iu de
ongerijmdste en meest smakelooze loftui
tingen. De eene journalist noemt Victor
Hugo «de geestelijke belichaming der ne
gentiende eeuw, welke hij naar zijn geest
veranderd eu gevormd heeft;een ander
bazelt: «Als de wereld Frankrijk om iets
benijdt, dan is het om den roem van Vic
tor Hugo, wiens dood een algemeen onge
luk is, dat staking gebiedt van allen strijd
der volkeren.* De waanzinnigste godslas
teringen werden door de vleiers uitgebraakt.
Bij zulk eene afgoderij kou het ons niet
verbazen, dat het Pantheon, een der heer
lijkste Godshuizen van Parijs, aau zijne
kerkelijke bestemming werd onttrokken en
door de radicale Regeeriug werd aange
wezen om als begraafplaats te dienen voor
Victor Hugo's lijk.
(Slot volgt
Deu 2u dezer heeft te Eupen eene ver
gadering van leden der Centrumpartij plaats
gehad, die op last van den daar6ij aanwe
zigen Commissaris van politie werd geslo
ten. De voorzitter der vergadering heeft
zich bij adres aau den Burgemeester over
die sluiting beklaagd en hierop ten mtwoord
ontvangen, dat er blijkens het rapport van
den commissaris geen geldige reden had
bestaan om de voortzetting der vergadering
te beletten, en deze beambte mitsdien eene
berisping heeft ontvangen. Daags daarna,
5 dezer, is er eene aanschrijving vau den
Landraad ontvangen, waarin deze beslissing
van den Burgemeester wordt vernietigd.
DeTelegraaf-couferentie eindigde eergisteren
de eerste lezing van het ontwerp van het
reglement. Iudië, Japan eu Brazilië gaven
naar den tuin voerde; een driftige stem deed
zich hooren, en de plompe gestalte van den han
delsman vertoonde zich op den drempel van de
buitendeur. „Hola! wat moet ik daar hooren?"
bulderde hij, en het roode aangezicht, dat door
een borsteligen, grauwzwarten ringbaard omlijst
was, werd nog rooder, terwijl de grijze
oogen doorborend op het paar gevestigd waren.
„Een jonge valk in mijn duivennest? Mij
dunkt, Ridder Rudolf, dat gij met bet afleggen
van bezoeken in mijn huis hadt moeien wachten,
tot de vader zelf u de deur had geopend
Onbevreesd trad Rudolf den toornigen man
tegemoet. „Wees bedaard, mijnheer Nardory,"
sprak hij, „en denk niets kwaads van mij of
van uw lieftallig kind
Zij mag niet naar adellijke jongelieden luisteren
viel de oude hem driftig in de rede; dit past niet
voor iemand, die half verloofd is! Ragocz komt,
wanneer die vervloekte Turken, die weder overal
spoken, hem den weg vrijlaten, binnen kort
hier."
„En als hij komt," riep de jonge man met
vuur „moge hij uwe Elze gelukkiger vinden dan
zij ooit aan zijne zijde geweest zou zijn! Mijn
heer Nardory, ging hij warmer wordende
voort, de hand van den wederstrevenden koopman
vattende, „wees billijk en toegevend, Elze
en ik dragen elkander de reinste liefde toe, ze-
geu onze verbintenis!"
Wordt vervolgd.)