NIEUWE No. 936. Donderdag 17 September 1885. 10de Jaargang. Teekencn des tijds. BUITENLAND. Onschuldig verstooten. hummie comm. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maauden voor Haarlemf Voor de overige plaatsen iu Nederlaud fr. p. p. Voor het Buitenland Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. 0,8b 1 1,50 0,06 AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIÉN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPERS LAUEEY. (Vervolg en Slot.) Een kalm en zakelijk oordeel over Victor Hugo velt het Journal des Débatseen der weinige bladen, die in de dagen der ver- godiug aan hun oordeel onverholen uit drukking hebben gegeven. Het genoemd blad schrijft: »Men zegt dat Victor Hugo niets minder was dan de grootste dichter eu denker van het Europa der negentiende eeuw en van Frankrijk te allen tijde.... Welke groote eigenschappen Victor Hugo ook moge bezeten hebben, hjj is toch niet, zooals men beweert, het toppunt en de afgrond, het toppunt der poëzie, de af grond der gedachte. Victor Hugo is geens zins de meester der Fransche literatuur. Noch hij, noch iemand anders neemt in de Fransche letterkunde den rang en de plaats in, die Goethe in de Duitsche en Shakespeare in de Engelsche literatuur toekomt. Victor Hugo is onverzoend met God eu de Kerk het andere leven iugegaau en dat werpt een donkere schaduw op het aandeuken vau dien zoo zeer vergoden man. Zoolang de begrafenisplechtigheden duur den bleven zijne tegenstanders met hunue aanvallen achterwege. Iets later echter nam de dans een aanvang. Men nam den sluier weg, die het privaat-leven van Victor Hugo bedekte, en alle schandalen, gebreken, zwak heden eu misdaden kwamen aan den dag. Het laat zich niet loochenen, de privaat persoon Victor Hugo was den schrijver lang niet waard. In 't bizouder heeft het velen verbaasd te vernemen, dat Victor Hugo, die, met inbegrip van zijne grondbezittin gen, ruim zes millioeu franks heeft nage laten, iu schraperigheid en vrekkigheid zijns gelijken niet had. Bovenal de Fransche >geesteshelden« verstaan de kunst om van hunne geestesproducten de grootst moge lijke financiëele voordeelen te verkrijgen, maar geen enkele heeft het iu de verste verte iu de kunst om uit zijne werken goud te slaan zoo ver gebracht, dan Victor Hugo. Hij bezat hierin zulk een meester schap, dat hij alleen van zijne geestesschep pingen de voordeelen trok, terwijl do uit gevers en schouwburg-ondernemers er geld bij toelegden of bankroet gingen. Hij stelde de hoogste eischen, die een bedreven scha- cheraar kan uitvinden. Om een stuk van Victor Hugo ten tooneele te brengen, moest FE U ILL E T O N. 5. Geschiedkundige Novelle. De koopman trad een paar stappen terug. «Aha, is het daarop gemunt?" antwoordde hij met een ruwen lach. //De trotsche Ridder Zar- nitz dingt naar de hand van eene kramersdoch ter! Aha, ik zou uw ouden gestrengen vader wel eens hier willen zien, om zijn voortvaren den zoon zoo iets te hooren vragen!" „De stap, dien ik doe, is mij ernst, mijnheer Nardory", sprak Rudolf, zijn toorn met moeite be- dwingendo, „en nooit zou ik dien zonder toestem ming mijns vaders gedaan hebben. De heer En- gelbrecht, Ridder van Zarnitz, wil Elze als schoon dochter, welkom keeter. iiZoo, werkelijk!" lachte de koopman spottend; „alles is derhalve reeds kant en klaar! Nu ont breekt nog maar de Priester en de Kerk! Ik wil het wel gelooven, dat den Zarnitzer, wieu de wind door zijne zakken blaast, evenals door de ver vallen gangen van zijn burcht, de blanke guldens van den kramer in de oogen steken maar de kramer is te sluw om oud, geel geworden perkament tegen klinkende munt om te wis selen. „Mijnheer Nardory,.. gij beschimpt mijn vader!,.. de ondernemer de helft der entreegelden aan den dichter afstaan en bovendien nog 15 of 20 percent van de andere helft, waarmede de ondernemer alle kosten had te dekken. Van elke tiende voorstelling verlangde Victor Hugo het volle bedrag der entreegelden, bovendien bjj elke voor- stelliug 200 der beste plaatsen, die hij dan door anderen deed verkoopen. Hoe belang rijk de outvangsten ook waren, toch kon, onder zulke voorwaarden geen schouwburg- ondernemer, met de opvoering van Hugo's tooneelstukken geld verdienen. Dikwijls leden zij groote schade. Niet minder on- voordeelig ging het bij zijne uitgevers. De meest ervaren uitgevers werden door Victor Hugo om den tuin geleid. Zij kon den met groote kosten op velerlei wijzen voor Hugo's romans de trommel roeren, de vruchten oogstte hij zelve in. Overigens kan men iu Frankrijk reeds ou derscheiden schrijvers tellen, die zich een belaugrjjk vermogen door hunne pen heb ben verworven. Zoo heeft o. a. Thier» on- ongeveer twee millioeu franks aan honora rium »gebeurd« en bij ziju dood liet hij de bagatel van twintig millioeu franks na. Alexander Dumas zoon is reeds millionnair, terwijl zijne tooneelstukken voortdurend nog vermeerderen eu nieuwe bronnen van in komsten voor hem zijn. Eugène Sue, de radicale volksvleier, leefde op een grooten voet; behalve een prachtig kasteel, liet hij nog een millioeu frank na, dank zijne vuile romans, die nog in onze dagen gretig worden verslonden en telkens worden her drukt. Eraile Augier is rijk, Victoriëu Sar- dou eenige malen millionnair door zijne drama's. De meeste Frauschen echter, die van de pen moeten leven, deelen het lot hunner vakgeuooten van alle landen, en leven in een aauhoudenden strjjd voor het bestaan. Alles voor het geld 1 ook Goethe hul digde, zooals wij van zijn jongsteu biograaf, (Baumgartner) vernemen, het stelsel om van zijne werken de meesi mogelijke fiuan- ciëele voordeelen te verwerven. Zoo ook Wieland. En Voltaire zeide: »Ik heb zoo veel mannen der letterkunde arm eu ver acht gezien, dat ik sinds lang besloten heb) hun aantal niet te vermeerderen.* De En- gelschman Bolingbroke had hem inge fluisterd: Niets is zoo treurig dau eene ledige beurs, slechts het goud geeft macht, eer en onafhankelijkheid. En dit stelsel van Ga niet verder, ik bezweer het u, ga niet verder 1" De koopman mocht ingezien hebben, dat hij te vei gegaan was; voor de gevolgen vree- zende zeide hij vergoelijkend, „Kom, het is niet zoo erg gemeend; ik begrijp dat men het zich tot eene eer kan rekenen met een Zarnitzer ver maagschapt te worden; uw vader is een dappere dezen, wij zullen hem misschien spoedig weer uoodig hebben! Men beweert, allerlei verdacht gespuis naar de jaarmarkt van Maila te hebben zien sluipen. Hot kan zijn dat het Zigeuners zijn, maar ik vertrouw den vrede niet." „Mijn vader zal dubbel zijn raad en zij i hand ten beste geven, wanneer het er op aankomt huis en hof van zijne dochter te beschermen!" riep de jonge Ridder uit: „want gij stemt toe, niet waar, mijnheer Nardory? De oude floot binnensmonds. „Luister," sprak hij eindelijk, „zoo voetstoots kan ik uw aanzoek niet inwilligen. Indien ik de verloving van Elze met Ragocz wil verbreken, moet ik hem een rouwkoop betalen van tweehonderd dukaten zoo is het tusscheu ons overeengekomen en be schreven. Gij zult toch niet van mij willen vergen, dat ik deze som uit mijn zak zal be kostigen? Al wil ik ook aannemen dal ge een maal in dienst des Keizers schatten zult ver krijgen, en mijne Elze met een vierspan naar het hof zal rijden, zou ik toch gaarne zien, dat den genoemden zone Albions zijn vele menscben toegedaan. Vaudaar dat jagen naar geld, dat schier allerwege kan wor den waargenomen. Mitsdien bestaat er ook geen enkel motief om schraperige en vrekkige tooneelschrijvers ouder de goden* te rangschikken. Zij dansen om het gouden kalf, even goed als de effecten-mannen op de Beurs. Terwijl in onzen tijd de dieren als men- schen worden vereerd, verdierlijken helaas de menschen. Zoo leest men b. v. van asielen voor dieren, wa triu onderscheiden vierpootige gevleugelde of gestaarte lieve lingen opgenomen en liefderijk verzorgd worden; of men hoort zelfs van wonderlijke proeven van honden-vereering. Ter inter nationale honden-tentoonstelling in Brussel werden voor jachthonden (1520000 fr.) betaald. Op fluweelen eu zijden kussens, met echte kant versierd, lagen de schoot- en dwerghondjes, en werden zij door de voorname lui bewonderd. Hoe vele onge- lukkigen zouden reden hebben gehad, de kleine keffers te benijden! Yan den anderen kant brengt de »voor- uitgang en ontwikkeling» onzer dagen ons als »iets nieuws* complete memchen-me- nagerieën. Het tentoonstellen van wilde menschen is tegenwoordig een modeartikel en de groote menagerie van K. Hagenbeek te Hamburg maakt er goede zaken mee. In den loop van eenige jaren werden in onderscheiden groote steden tentoongesteld Eskimo's eu Laplanders, Nubiërs, Vuur- landers, Indianen, Araukaniers, Singhale- len, negers uit Australië, Congo-negers, Zoeloes enz. Deze tentoonstellingen hebben niets schoons en bezitten uiets leerrijks voor de groote menigte, maar toch werden zij druk bezocht. Dat wordt eenigszins be grijpelijk, als men iu aanmerking neemt, dat er millioenen worden uitgegeven om zulke vreemde familieu met den aankleve van dien, aan het Europeesche volk te kunnen vertoonen. Doch dat is een bekende zaak. Minder bekend daarentegen is het, dat die meuschen-meuagerieëu in dienst van het ongeloof staan. De vijaudschap tegen het Christendom is ook een mode zaak. Als b. v. zekere wilden een soort paarlensnoer in de hand houden, terwijl zij huuue gebeden tot de afgoden verrichten, dan wordt fluks het heilige eu eerbiedwaar dige Rozenkransgebed op een lijn geplaatst gij mij die tweehonderd dukaten, eu dat nog vandaag, verschaftet. Nog vóór de avond ge vallen is, moeten zij in mijne hand geteld zijn.... anders geef ik mijne Elze aan Ragocz."t „Vader!" kreet Elze, „vader wees barmhar tig, ik bezweer het u bij de nagedachtenis van mijne moeder! Uw eisch is meer dan wreed!" Rudolf drukte de tanden zoo vast op de on derlip dat zij bijkans bloedde, en zeide: „Mijnh eer Nadory, ik heb deze bespotting niet verdiend!" „Wie zegt u dat ik spottenderwijze tot u spreek! Mijne woorden zijn ernstig gemeend. Gij zult mij uwe armoede tegenwerpenbah ik ken de geruchten, die omtrent de verborgen schatten van den Zarnilzerburg in omloop zijnGraaf slechts in de oude kapel, daar fonkelt het van goud en edelgesteenten „Tweehonderd dukaten!" herhaalde Rudolf; „dat is een heele schat! Waar zou ik zulk eene som van daan halen? O, wees menschelijk, mijnheer Nardory, laat het geluk van uw kind niet afhankelijk zijn van het geld, waarvan gij toch reeds genoeg bezit!" De koopman keerde zich om en sprak: „Gij kent mijn besluit; vaarwel! mijne zaken roepen mij." „Mijnheer Nardory!" riep Rudolf terwijl hij de ruwe hand van den koopman vatte. Nardory echter trok zijne hand verstoord terug. „Vaarwel," sprak hij. met dien heidenschen afgodendienst. Iu 't bizonder meenen de voorstanders van de ontwikkelingstheorie van Darwin uit de tentoonstelling van wilden, munt te kunnen slaan. Toen Krao, het kleine Siameesche meisje, ten tooneele verscheen, ging er in den kring van ongeloovigen eeu luid gejuich op, dat eindelijk »de ontbrekende schakel* was gevonden. De zegepraal was van kor ten duur, want spoedig kon iedereen zich overtuigen, dat het achtjarige kind zich door geen enkele eigenaardigheid of bizou- derheid van audereu onderscheidde en dat het dus in hooge mate onbillijk was, dit schepseltje als een »aapmensch« aan te duiden. Reeds de gedrukte beschrijvin gen welke door de dieren- en menseheu- handelaars onder het volk worden ver spreid, arbeiden in dienst der ongeloovige propaganda. Ethnographische studiën van deze soort hebben, dunkt o.is, eene twij felachtige waarde. Menschouteerend is zulk eene menage/ie bovendien iu hooge mate. De oudernemers en bevorderaars van zulke meu8chen-exposities moesten dan ook iu hunne onzalige practijken door de gouver nementen der beschaafde lauden worden tegengewerkt, in plaats van, zooals meer malen gesehie t, te worden gesteund. Dergelijke menschonteereude handelingen behooren ongetwijfeld ook tot de teekeuen des tijds. Zij worden door de beschaafde* en ontwikkelde* lieden gepleegd en ge steund. Ons echter walgen zij eu wij zouden gaarne zien dat de bedrijvers ervan openlijk aan de kaak werken gesteld in plaats van, zooals thans gebeurd, te worden geprezen en verheerlijkt. Iu de politieke kringen van Berlijn vat men den stand van 't Carolinen-incideut zoo op, dat Duitschlaud er in de verte niet aan denkt om de Oarolïentjes aan Spauje te lateu. En 't is juist die zekerheid, welke te Madrid wordt gevreest. Duitschland zal dus nog andere depêches dan die reeds ge publiceerd werden, moeten zenden, zullen de relatiën tusscheu de beide lauden weder intiemer gaan worden. Volgens stellige berichten van het Ber lin er laqeblatt, heeft het oefeuiugs eskader der Noordzee hetwelk dezer dagen ontbonden zou worden, bevel ontvangen zich, ouder commando van kapitein Stenzei, opnieuw De jonkman wendde zich thans totElze, die stom en roerloos, maar bleek als een wassen beeld bij dat tooneel tegenwoordig was. Voor haar, die 't karakter kaars vaders maar al te goed kende, was dit besluit niet onverwacht. „Elze", sprak hjj, diep geroerd, "vaarwel.... voor eeuwig, als God geen wonder doet." Hij drukte eeu laatsten kus op de bevende hand van het meisje, wierp een laatsten blik op haar vader en verwijderde zich. Nardory vatte sprakeloos de ijskoude hand zijner dochter en leidde haar naar hare kamer. Geen klacht ontglipte aan den mond van het meisje, geen woord van troost en bemoediging kwam over de lippen des vaders. Nadat Rudolf de woning van Nardory ver laten had, kostte het hem ontzaglijk veel moeite zijne uiterlijke bedaardheid te behouden. D herberg, waar hij zijn paard gestald had, zocht hij nog niet opvoor geen geld van de wereld zou hij thans huiswaarts gekeerd zijn hij vreesde voor de opvliegendheid zijns vaders bij hst vernemen der smadelijke afwijzing, die hem te beurt was gevallen. Hij verlangde naar de eenzaamheid, ver van het gewoel der men schen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1885 | | pagina 1