NIEUWE No. 939. Zondag 27 September 1885. 10de Jaargang. De gilden in de middeleeuwen. BUITENLAND. abonnementsprijs Onschuldig verstooten. HliRLïMSCfll! C0DIU9T. Per 3 maanden voor Haarlem0,80 Voor de overige plaatsen iu Nederland fr. p. p. 1, Voor het Buitenland 1,50 Afzinderljjke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B OEB Aïï: St. Jansstraat Haarlem. AlSIIEKnUiT AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÏJPPERS k LAURET. Vervolg.) Het iukoopen van de grondstoffen werd door het gilde gedaan, niet door den in- dividueelen gildebroeder. Om de kosten der producten voor alle broeders op een gelijke hoogte te houden, werd het arbeidsloon der gezellen vastgesteld, eveneens de alge- heele verhouding tusschen de meesters en gezellen. Het onderhuren van werklieden was ten strengste verboden. Niemand mocht een leerling of gezel aannemen, die bij een gildebroeder was weggeloopeu, of door dezen wegens gegronde motieven was weg gejaagd of die tegen de zedelijkheid had gezondigd. Ook de hoeveelheid der produc ten werd volgens de beginselen van ge lijkheid en broederlijkheid geregeld; ieder meester mocht slechts een bepaald aantal leerlingen en gezellen houden en had het recht gebruik te maken van de gemeen schappelijke inrichtingen van het gilde b. v. de slijperijen, de ververijen, de bleeke- rijen enz. Ook ten opzichte van den ve r- koop der producten bad ieder gildebroeder dezelfde rechten en aanspraken. Daarom werden prijzen voor de waren vastgesteld, men bepaalde plaats, aard en tijd van den verkoop, verbood den gildebroeders meer dan een winkel of verkoopplaats te houden en weerde op strenge wijze de marskra mers. Het gausche roerend en onroerend goed van het gilde stond den gildebroe ders ten dienste, zoodat elk gilde te yens eene voorschot- en credietvereenigiug uit maakte. Even groot als voor de producenten en werklieden waren ook de zorgen voor de koopers en verbruikers. Men ging algemeen Van het beginsel uit, dat de producten tot eer van het gild moesten strekken. De gil debroeders leverden derhalve slechts goed eu onberispelijk werk, goede koopmauswa- ren, en zij zei ven stelden zich verantwoor delijk voor de soliditeit eu bruikbaarheid er van. Bij eenige gilden moest elk stuk be- zieu eu onderzocht wordeu alvorens het aau den lastgever werd afgeleverd, of ten verkoop werd aangeboden. Op het vervaardigen eu verkoopen van slechte waren, op verval- sching en bedrog waren lijfstraffen en boe ten bepaald. De levensmiddeleu bovenal waren aan eene strenge controle ten opzich- FEUILLETON. 8. Geschiedkundige Novelle. Vervolg.) Werkelijk strekte de jongeling de hand uit om het aangebodene in ontvangst te nemen, maar zich eensklaps bedenkende, trok hij haar weder terug. „Bekoor mij niet!" sprak hij; „ik kan dat niet aannemen, wat zou ik arme, u daarvoor k>t waarborg aanbieden?" „Uwe vriendschap!" riep de vreemdeling, «de gunst misschien eenmaal aan uwe zijde deii erfvijand, wien ik gloeienden haat gezwo ren heb, te bestrijden en," voegde hij er bij, zijne stem dempende „nog een dienst misschien, wel is waar onbeduidend in uwe oogeu, maar voor mij zeer groot, onuitsprekelijk groot!" „En ik zal die vervullen," bevestigde de jonkman haastig, „indien mensclielijke kracht het vermag en de riddereer het mij veroor looft „Ik wist het," zeide de vreemdeling eeuvou- d'g, en nog zachter sprekende, zoodnt hij nage- noeg fluisterde, ging hij voort„Zijt gij bekend met Mohar en de omstreken van het stadje?" „Ik ken elk hoekje, eiken steen," antwoordde Rudolf. De vreemdeling trad dicht voor hat Moeder- te van prijs en deugdelijkheid onderworpen. Bij deu aankoop van grondstoffen werden deze aau een scherp onderzoek onderworpen. Het fabriceeren van wijn werd als eene straf bare handeling beschouwd, »de wijn blijve zooals God hem beeft geschapen,heette het. Ook het zwavelen van den wijn was verboden, eveuzoo het verkoopen van wijn soorten ouder een valschen naam. Het onderzoek en de keuring van de voortbrengselen van een zekeren tak van nijverheid, kon in elke afzonderlijke stad slechts dan plaats hebben, wanneer allen, die iu de stad een ambacht wilden uit oefenen, als leden tot het gilde toetraden en zich aau de gildewetten onderwierpen. Daardoor ontstond overal de verplichte toe treding tot de gilden. Aan dien maatregel, dankte de industrie haren grooten voor uitgang. In de bloeiperiode had elk gilde ook een rechtsgenootschap, dat voor recht en vrede te zorgeu had. De eigenlijke draag ster van het gezamenljjk genootschappelijk recht was de vergadering der meesters, die gerechtigd waren zelfstandig een ambacht uit te oefenen. Door dezen werden ook de leden van het bestuur, de gildemeesters en de gezellen benoemd. Het bestuur was de beëedigde en verantwoordelijke overheid van het gilde: het schreef de vergaderin gen uit, beheerde het vermogen van het gilde, inde de inkomsten eu boetegelden oefende den politie-aienst uit en deed uit spraak in quaestieuze zaken. Ten einde de gemeenschappelijke belan gen van deu ambachtsstaud te behartigen, sloten zeer dikwijls de verschillende gilden van een eu dezelfde stad een verbond. De gezamenlijke meesters richtten eene broe derschap op, stelden een jaarlijkschen alge- meeueu vergaderiugsdag vast en maakten verschillende wetten, verordeningen en be palingen omtrent werktijd, prijs en aard van het werk. Zulk eene broederschap was dus eeu soort Ceutraal-nijverheids-ver- eenigiug. Ieder gilde had, behalve zijne leden, ook nog beschermelingen, die in de rechten van de corporatie deelden. In de eerste plaats stonden de vrouwen en kinderen der ambtsbroeders onder de bescherming van het gilde. Leerlingen eu gezellen ston den in dezelfde verhouding als de bloed verwanten van den meester. Het opnemen godsbeeld en stak de hand omhoog. „Ik zweer," sprak hij met krachtige stem, „zoo waar ik erken den christelijken godsdienst te belijden, dat miju doel rein is eu het oog vau geen heilige behoeft te schuwen!" „Nu wil ik uw wensch vervullen,'' zeide Rudolf; hem de hand reikende. Verbonden als wij zijn door gelijk leed, zullea wij vrienden zijn tot aaii deu dood. Wanneer gij deze rich ting volgt, zijt gij binnen een half uur aan den Zarnitzerburgwacht daar, gastvrij ontvangen door miju vader, die iederen vreemdeling gaarne zijne poorten ontsluit, tot ik van Mohar terug gekeerd ben 1 Dan zullen wij zoodra het nacht is opbreken, om u naar hot doel uwer wenschen te VOsren." „Op eiken andoren tijd zou ik uw voorslag gaarue aauuemen," antwoordde de vreemdeling; „doch laat mij voor heden tot het nacht ge worden is op deze plaatsDe lucht is zacht en aan het verblijf iu de open lucht ben ik ge woon, ik zou nu niet met iemand een gesprek kunnen voeren, daartoe ben ik te zeer opge wonden. Wilt gij de maat van uwe vriendschap volmeten, kom dan tegen middernacht op deze plaats, waar ik u zal wachtenlaai mij zoolang hier uitrusten en voor het genadevolle beeld knielen en bidden voor het welslagen van onze onderneming," „Het geschiede gelijk gij begeert," hernam van een leerling was eeue feestelijke gebeur tenis, die niet zelden in het Raadhuis plaats had. Den caudidaat werden dan zijue plich ten op het hart gedrukt eu hij ontving een leerbrief, door welken hij in de familie van den meester werd opgenomen. De meester had gedurende den ganschen leertijd dezelfde rechten als de ouders, hij gaf den leerling onderwijs volgens de bestaande voorschriften. Hij was verplicht den leer- liug goed voedsel te verschaffen en, volgens de voorschriften van vele gilden, ook van kleeren te voorzien. Voor verwaarloozing van den leerling was bij alle ambachten de meester verantwoordelijk. Bleek het aau het einde van deu leertijd, dat de leerliug door de schuld van den meester niet het noodige had geleerd, dan werd hij naar eeu anderen meester gezonden en de eerste meester moest alle onkosten betalen en bovendien nog boete aan het gild. In de reglementen van sommige gilden werd be paald dat een leerling, die voor eeue waarde van meer dan vijf centen had gestolen, voor altijd uit zijne betrekking werd ont slagen. Diezelfde straf werd ook toegepast, op hen, die zonder gegronde oorzaak hunne meesters verlieten. Was de voorgeschreven leertijd, welke gewoonlijk 3 a 5 jaren duurde, volbracht, dan had de leerling aanspraak onder de gezellen te wordeu op genomen. (Slot volgt Iu de omstreken vau Houuef (Pruisische Rijuprovincie) ziju de wijnbergen door de druifluis aangetast. Naar men verneemt, had de plaag, tengevolge van verzuim iu het toezicht, reeds tijdens de outdekkiug een grooten omvang verkregen. De anarchist Chantaut, die tot twee jaren gevangenisstraf was veroordeeld, als gérant van het anarchistisch blad La Lutte, is te Parijs in hechtenis genomen. Hij zal nu het liedje wel moeten uitzingen. Z. H. de Paus heeft 40,000 lire voor de cholera-slachtoffers geschonken. Sedert 6 Augustus zijn iu Italië, 1339 personen dooi de cholera aangetast, waarvan 820 overleden. De Ministerraad te Madrid werd eer gisteren verdaagd omdat de Koning ver kouden, is. De ministeriëelgezinde dagbladen Rudolf; „ik geef er u mijn ridderwoord op, Mat- thyas Wilczy, dat ik tegen middernacht lii sr zal zijn „Nog iets, maar ik bid u, mijn edele vriend, word niet boos!" spiak de vreemdeling gejaagd, Rudolf, die reeds voort wilde gaan, bij den arm vasthoudende. „Gelijk gij weet, maakt het ongeluk voorzichtig en wantrouwendgij gaat naar Nardory den sluwen koopman, gij gaat naar de geliefde bruid hoe licht kon soms een woord, eene woordspeling in den loop van het gesprek argwaan wekken en mijne vijanden op hunne hoede doen zijn! Verlangdet gij van mij een eed, ik smeek uwe belofte, dat gij zwijgen zult over alles wat wij in dezen stond besprokene hebben, opdat ik geruit ziju kan, tot alles voorbij is!" Rudolf glimlachte. „Men kan wel zien dat gij veel leed ondervonden hebt, daar gij u zelfs met een ridderwoord niet vergenoegen kunt maar hot zij zoo? Ik zweer voor het beeld der heilige Maagd, dat ik geen mensch verraden of mededeelen zal, wat wij iu dit uur verhandeld hebben, tot gij zelf mij van den eed ontslaat 1" Een straal van genoegen schoot uit de oogeu van Matyas Wilczy. In vervoering omhelsde hij den jonkman. „Dank, duizendmaal dank!„ nep hij//en ga nu eer het te laat is Ga naar uw geluk maar denk aan uwe belofte „Ik zou u mijn weldoener verraden, mijn woord zeggen, dat Spanje geeu scheidsrechterlijke uitspraak weuscht, omdat deze onderstelt dat men de uitspraak van den scheidsrech ter zal aannemen. Daarentegen zou bet wel eene bemiddeling aannemen, omdat Spanje dan vrij blijft om te bandelen, ge lijk het wil. De Londensche Times acht het, of schoon de Porte hare door de overeen komst van Berlijn gewaarborgde rechten zal trachten te handhaven, aan geen twij fel onderhevig, of te Constantinopel zal drang wordeu geoefend om eene vreedzame oplossing der Bulgaarsche quaestie te \er- k1 ijgeu. De meest bevredigende oplossing zou het blad eene miunelijke schikking tusschen de Porte eu Yorst Alexauder achten, die dan aan het oordeel der groote Mogendheden zou kunnen onderworpen wordeu, als eeue door rechtstreeks daarbij betrokken partij gesloten overeenkomst tot het doen wijzigen van het tractaat van Berlijn op één enkel en afzonderlijk punt. In dien geest eenigszins moet ook Vorst Alexauder den Sultan geschreven hebben. Hjj moet verklaard hebben jegens Turkije niet vijandig gezind te wezeu en gaarne des Sultans suzereiniteit over bet Vereenigd Bulgarije te willen erkeunen. Maar aan den volkswensch heeft hij geeu tegenstand kunnen bieden eu van des Sultaus wel willendheid verwacht hij toegevendheid iu deze. Ook Rusland zou iets dergelijks hebben voorgesteld, namelijk, dat de Porte het Vereenigd Bulgarije erkenue, mits de Vorst zich stelle onder suzereiuiteit des Sultaus. De Porte heeft tot de Mogendheden, die het Berlijnsch tractaat ouderteekend heb ben, eeu rondschrijven gericht, waarin zij zich verzet tegen het gedrag van den Vorst van Bulgarije en tegen de schending van gemeld tractaat, tot welks verklaringen behoort, dat de Sultan besloot, werkelijk de rechten uit te oefenen, hem bij artikel 16 toegekend. Daar het bericht dat er Terksche troe pen over de Rumelische grens zijn getrok ken eu er een dorp hebben bezet, beschouwd werd als eeu bewijs dat Turkije met geweld wil te werk gaan, is geheel Bulgarije in opschudding gekomen. Oostenrijk heeft voorgesteld zich tot den Vorst van Bulgarije te wenden, om dezeu te beletten zijne goedkeuring te hechten breken?" riep de jonge ridder. „Het blijft zooals is afgesproken: vaarwel, tot middernacht 1" „Tot middernacht 1" herhaalde de vreemde ling, en een zonderlinge klank lag in den toon zijner stem; als een bliksemstraal flikkerde het in zijne oogeu„tot middernacht!" III. „Is het u bekend, dat er, gelijk men zegt een geheime weg van buiten een der torens tot in het midden der stad voert en daar in den kelder van een vervallen gebouw uitloopt?" „Daar 't bestaan van dien weg geen ge heim voor u is, kan ik u wel zeggen, dat ik dien ken." „Kent hij hem?" De vreemdeling scheen bijna te juichen. „O Rudolf, Rudolf! mijn vriend, mijn broeder! Dit pad is het eenige, langs het welk ik ongehinderd tot haar doordringen kan, om haar in haar leed te troosten! Want zeker zij denkt dat ik dood of haar ontrouw ben. Rudolf, wees de beschermengel van mijn leven, wees dezen nacht miju gids op dezen weg en mijn eeuwige dank zal uw loon zijn! Zoo innig, smeekend klonk de stem van den vreemdeling, dat Rudolf tot iu het diepst zijns harten werd geroerd. Zijn eigen leed trad hem voor don geest; kon hij den helper in den nood, die nog meer geleden had dan hij, dezen dienst weigeren? Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1885 | | pagina 1