NIEUWE NO. 041. Zondag 4 October 1885. 10de Jaargang. BERICHT. l)e roode vaan. Onschuldig verstooten. ut tin muit iiitii. abonnementsprijs Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1, Voor het Buitenland 1,50 Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BÜEE AU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPERS LAUE1T. Voor onze nieuwe abonnós (zij namelijk, wier abonnement met lo. October een aanvang heeft genomen) stellen wij gaarne, voor zoover de voorraad strekt, overdruk ken van het reeds verschenen gedeelte van het feuilleton gratis ter beschikking. Op gefr'ankeerde aanvraag volgt de toe zending onmiddellijk franco per post. De Uitgevers der N Hacirl. Ct. Haarlem, Oct. 1885. Er werd in de laatste dagen op onder scheidene plaatsen des lands de roode vaan ontplooid. De revolutie heeft daardoor haar rampzaligen intocht binnen onze landpa len gehouden. Jaren geleden, toen de meesten nog met dat zielloos laconisme, velen onzer landgenooten eigen, volhiel den, dat de sociaal-democraten nimmer ten onzent eenigen invloed zouden erlan gen, hebben wij voorspeld, wat nu ge beurt. Nederland komt steeds by allebewegiu- geu achteraan, maar het komt toch.Waarom zou dat auders wezen ten opzichte der socialistische woelingen? Wij staan nu voor het brutale feit, dat er van socialistische zijde wordt gewoeld en gewerkt. Reeds be gint men, aau de Hollan Ische gewoonte getrouw, te ontkennen, dat de volksoploo- pen iets ernstigs hebben te beteekeuen. Maar met een dergelijke struisvogel-taktiek wor den geen bedenkeljjke teekenen ongedaan gemaakt. De waarheid moet worden erkend; men mag zich niet iets diets maken, wat tot eeue onverantwoordelijke werkeloosheid tegenover onrustwekkende verschijnselen zou kunnen leiden. En de waarheid is, dat er in den boezem van de eenvoudige lieden der maatschappij, eeue gevaarlijke gisting heerscht. Het is gelukkig waar, dat de meerder heid van de Nederlandsche bevolking nog niet van die opstokers en ophitsers wil weten. De sociaal-democratie staat nog niet in de volksgunst. Hare leiders werden in enkele plaatsen zelfs uitgejouwd. Doch men zij voorzichtig en late zich door een ongewettigd optimisme niet tot eene valsche gerustheid vervoeren. FEUILLETON. 10. Geschiedkundige Novelle. Vervolg.) Weinige minuten later bevond zich de jonkman op straat. Het was duister geworden, zwarte wolken waren na zonsondergang opgekomen en geen ster gluurde met vriendelijken glans door de zware wolkgevaarten, die in zonderlinge, fantas tische vormen zich aan den hemel opeenstapelden. Een koude, snijdende wind streek langs Rudolfs wangen en enkele, zware regeudruppelen vielen verkoelend op zijn brandend voorhoofd. „Niets is bestendig!" morde hij binnensmonds. „Storm en onweder volgen op zonneschijn, vertwijfeling en bitter leed op zoete verwachtingen!" Hij begaf zich naar de herberg, waar hij zijn paard gestald had. Zonder een woord te spreken liet hij het opzadelen en rende in volle vaart naar den vaderijken burcht! Toen hij daar was aangekomen, vond Ru- dolf de weinige bedienden, die het geheele dienstpersoneel vormdon, in een koortsachtige drukte; de vensters van hot vertrek, dat de Ridder Eugelbrecht bewoonde, waren verlichten het ros van den burchtheer stond gezadeld op het voorplein. Rudolf was zoo opgewonden, dat hij er in het geheel niet aan dacht naar de oorzaak van De omstandigheden des tijds werken de agitateurs in de hand. Hun rampzalig be drijf vindt steun bij alle ontevredenen. De stryd onzer dagen is niet alleen eene wor steling tusschen het bezit en het gemis, maar ook, om eene uitdrukking aan den vreemde te ontleeneu, tusschen de malcon tenten en de satisfaits. Ontevredenheid met lot en leven is een kenmerk van dezen verdorven tijd. Men revolteert ten slotte tegen God. Zijne wijs heid wordt jammerlijk miskend. In Zijne besluiten over de omstandigheden wordt niet berust. Daarom kunnen de volksmis leiders zoo grooten invloed uitoefenen. Hun machtigste bondgenoot is het booze hart; zij speculeeren op de zwakheid van de menschelijke natuur. Wat hun doel is? Dr. Schaepman heeft het in enkele woorden treffend, gelijk steeds, in de Tweede Kamer gezegd: zij willen aan 'f laadje. Op ons aller eigendom, groot of klein, is het gemunt. De volksmisleiders willen lui en lekker leven van hetgeen zij aan 't bezit van anderen wenschen te ontne men. Het begin is het inwerpeu van rui ten, het einde het aanvallen van de geld kist. Het hoogste ideaal voor den oproe- rigeu socialist is de schatkist. Van dat streven is de bloedvaan de meest juiste uitdrukking. Zij doet onwillekeurig denken aan de stroomen bloeds door de sociaal-democraten der vorige eeuw ver goten. Naar die toestanden huukeren, vol gens hunne eigen verzekering, de socia listen terug. Die gewisheid vorme eene waarschuwing voor allen, die nog iets te verliezen hebbeu. Eigenlijk is dat met allen het geval. De armste bezit immers nog zijn Geloof. En dat Geloof nu is de grootste ergernis voor den socialist. Hij weet zeer goed, dat de ge- loovige Christen niet meedoet aan de om verwerping der maatschappij, eene instelling van God. Zijn de menschen dus maar ontledigd van alle Geloof aan eeue hoogere wereld, aan een Heilaud en Rechter, aan straf der zonde, den volgt (zoo redeneert de socialist bij zich zeiven) al het socialistische andere van zelf. Heeft men maar eerst den eerbied voor God verloren, dan heeft men spoedig deze beweging te vragen; bij had er behoefte aau alleer. te zijn met zijne smart eerst wanneer het kokende bloed eenigszins bedaard was, zou zijn vader vernemen, wat hem was wedervaren. Maar zijn voornemen werd verijdeld: de deur van Engelbrechts kamer ging open en de Ridder in krijgstenue, het zwaard aan de zijde, trad zijn zoon te gemoet. Zoo, zijt ga daar? „Gij zijt lang uitgebleven 1" riep hij hem toe; //ik heb met ongeduld op u gewacht 1 Van Mohar is eene boodschap gekomen op den Zarnitzerburchtde vroede heeren hebben weer eens mijn raad noodigwaarschijnlijk hebben zij tijding ont vangen dat de Turk wederom in aantocht is dan geldt het den h:er Engelbrecht honing om den mond te smeren 1 Maar wat deert u onderbrak hij zich zei ven „j ongen, wat ziet gij er uit? Is u eenig ongeval overkomen?" Hij nam de koude hand van zijn zoon en trok hem met zich mede in de kamer. „Spreek drong hij aan; „wat heeft men u gedaan." ,.0! laat mij zwijgen, vader! smaad en ver nedering! Alles is uit! Hooneiul heeft de oude Nardory mij de deur gewezen om voor mijn rijken mededinger plaats te makon!" De aderen op het voorhoofd Van den gostren- gen heer zwollen op van toorn. „Hoede ellen dige kramer waagde het eene verbintenis met den Zarnitzer van de hand te wijzen' Alsof de adel van onzen naam niet tegen alle geldzakken van de wereld opwoog! Dat is eene beleediging, daarna ook geeu eerbied tueer voor eens anders goed. »Het laadje* heeft voor den ongeloo- vige eeue ontzettend groote aantrekkelijk heid. Liefst eet de socialist zonder werken en geniet hij rust, niet als ontspanning na inspanning, maar als een >dagelijksch brood.* Gods bevel tot de menschen luidt arbeidt;de socialist, die den Almachtige wel vau zijn wereldtroon zou willen storten, roept den werkman toe: geniet ran het leven, zet u aan de tafel des genots, en werkt nu eens niet. De tegenstelling is groot, maar zy bezit voor het zondig menschenhart eene won derdadige aantrekkelijkheid. Het gevaar der volksbewèging, welke wij wraken, is in die omstandigheid gelegen. Te maaien zonder te zaaiendat is het ideaal van den sociaal-democraat; te werken zoo lang hei dag is, eer de nacht komt, waarin niemand werken kan, dat is de plicht van den Christen. Om nu buu ramp zalig doel te bereiken, moeten de sociaal democraten wel de omverwerping der maat schappij begeeren en najagen, daar hun doel in de tegenwoordige ordening der sa menleving niet kan worden bereikt. Als wij spreken van sociaal-democraten, dan denkeu wij daarbij niet aau de breede schare van verdoolden, aau die lieden, welke enkel bij de socialisten werden gebracht uit ontevredenheid met hun oogeublikkelijk lot.Eeu hongerige maag verleent vatbaarheid tot het verrichten van veel kwaad, als het gemoed en geweten niet heeft leeren buigen voor hoogere Macht. Gewagende van de socialisten, wier ellendig bedrijf een gevaar oplevert voor de maatschappij, hebbeu wij het oog op de opruiers* van wie Dr. Schaepman zoo kernachtig en waar jl. Dins dag in de Tweede Kamer getuigde, dat, »als zij iets weten, juist weten, dat zij onweteud zijn omtrent de ware uoodeu des volks, on wetend aangaande de middelen om die te herstellen, onwetend van het doel, waarheeu die middelen voeren; dat zij door ijdelheid gedreven, niets auders willen dan aau die ijdelheid voldoening te geven en daarom zeggenaprès nous le délugeals onze lof maar wordt rondgetrompet. Yan die opruiers* verzekerde Dr.Schaep- welke Engelbrecht Von Zarnitz niet ongestraft mag laten!" „Wat wilt gij doen? Moet er nog meer onheil geschieden „Morgen ga ik zelf naar hem toe, om een verstandig woord met hem te spreken. Het is nu dubbel goed dat ik naar Mohar ga. Thans zijt gij te zeer afgemat, om mij te vergezellen, ik mem Stephan mede; maar morgen-voormiddag verwacht ik u in de stadik heb nog een en ander met u te besprekeu, voor gij naar het Keizerlijke leger afreist. Gij vindt mij zooals aliijd in het Gouden Anker. Rudolf boog zwijgend. Zijii hart was te vol; hij verlangde naar rust en eenzaamheid, eer hij op nieuw den Zarnitzerburcht verliet, om zijne belofte tegenover Matyas Wilczy te vervullen. Maar de stem zijns vaders hield hem nog maals terug. „Zeg eons, Rudolf, wat rammelt er toch zoo in uw zak vroeg de oude heer men zou bijna gelooven, dat gij een hoop goud geld bij u draagt 1" Het gelaat van den jonkman verried eene groote verlegenheid. Tot dusver had hij nooit iets verborgen gehouden en toch kon hij nu den ouden heer Engelbrecht geen opheldering geven, zonder den eed te breken, dien hij zijn redder in den nood gezworen had. „Gij hebt gelijk, vader," antwoordde hij, „ik draag een aantal goudstukken bij mijik meende ze noodig te hebben om den eisch van Nardory, dien hij mij hoonend gesteld had, te bevredigen, maar man, dat hij voor hua vermetel bestaan, zijn grenzeulooze verachting niet wilde verbergen. Met dit vonuis, op zulke onweder- legbare gronden gewezen, kunnen de so ciaal-democratische ophitsers het doen. Die qualificatie van het misdadig streven der maatschappij-omverwerpers was onge twijfeld geheel in overeenstemming met hetgeen door de bosten des volks werd gedacht en gevoeld. Het genie van Dr. Schaepman heeft nu, gelijk meermalen, de juiste uitdrukking voor veler gevoelens ge vonden. Zijne getuigenis staat lijnrecht te genover de zienswijze, tegen welke wij in den aanvang van dit artikel opkwamen en volgens welke de socialistische woelingen, wel beschouwd, niets te beduiden zouden hebbeu. Dr. Schaepman ziet het echter beter en naar waarheid in. Dat hij dit doen kan, ligt in zijne studie der geschie denis. Deze heeft den strijder voor recht en billijkheid doen zien, hoe het woeden der laagste volkshartstochteu altijd kwaad voor de maatschappij moet geacht worden. Waar nu die gevaren niet mogen ge loochend worden, welke uit de kabaleu der socialisten kunnen geboren worden, daar heeft het ons verblijd, dat de Minister Heemskerk de stellige verzekering gaf, dat de roode vlag niet meer zou worden geduld. Zóó behoort het; eene Regeering moet niet altijd door maar blijven dulden en toezien. De tijd van handelen was reeds lang gekomende houding der gemeente besturen had al veel vroeger energieker moeten zjju. Wat baat echter een twisten over het verledene; wij hebben nu toch alleen met het heden en de toekomst te doen. En dan zeggen wij, van heden af geen zwak heid meer. Tegenover het geweld van het oproer, stelle men de kracht der wet en der mili taire bescherming. Een kostbaar leger wordt niet door de natie betaald, om in zijn schaduw allerlei onwettige bewegingen te daldenhet is ziju plicht en roeping zulke agitatiën té bestrijden. Op deze wijze ga men elke poging tot opstand te keer. Voor de opruiers geen genade. Voor de verdoolden, van wie Dr. tlians, hebben zij voor mij geen waarde meer en den man, die ze mij toevertrouwde, zal ik ze terug geven." „Zoo, wie was grootmoedig genoeg, om, in den tijd, dien wij tegenwoordig beleven, u zoo veel goud toe te vertrouwen zonder borg of on derpand?" merkte de heer Engelbrecht wan trouwend aau. „Rudolf, Rudolf, ik wil niet hopen dat gij in de Etrikken der boosheid vervallen zijt dat er oneer aan dit goud kleeftDe Zarnitzers ziju arm, maar een hoog, onschatbaar goed hebben zij trouw bewaard: de eer; en be vlekte deze iemand, die dien naam draagt, mijn vloek zou op zijn hoofd rederkomen en ik zou hem van mij stooten als een misdadiger, al was het mijn eigeu vleesch en bloed!" „Wees niet bezorgd, vader 1" riep de jonge man met vuur uit; „geen vlek kleeft aan het ver krijgen van dit goud, hetwelk ik nog heden zal teruggeven! Morgen reeds zal ik u kunnen me- dedeelen, wat uwe bekommering geheel zal doen verdwijnen. Voor het oogenblik moet ge mij alle nadere verklaring schenken; want zie, juist de eer der Zarnitzers heb ik verpand om te zwijgen." De heet Engelbrecht zuchtte. „Dan wil ik niet verder bij u aandringen," sprak hij; „deuk er echter wel aan, mijn zoon: licht laat de jeugd zich misleiden en schande en oneer loeren dikwerf onder het masker der vriendschap. Vaarwel tot morgen Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1885 | | pagina 1