NIEUWE
No. 943.
Zondag 11 October 1885.
10de Jaargang.
BERICHT.
Een beeld des tijds uit
België.
BUITENLAND,
Onschuldig verstooten.
IÜ1LEISC
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem1 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,
Voor liet Buitenland 1,50
AfzJnderljjke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
cmi
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en V r ij d a g
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KUPPERS 8c LAUREIY.
Voor onze nieuwe abonnés (zij namelijk,
wier abonnement met lo. October een
aanvang heeft genomen) stellen wij gaarne,
voor zoover de voorraad strekt, overdruk
ken van het reeds verschenen gedeelte
van het feuilleton gratis ter beschikking.
Op gefrankeerde aanvraag volgt de toe
zending onmiddellijk franco per post.
De Uitgevers der N. Haarl. Ct.
Haarlem, Oct. 1885.
Vervolg en Slot).
Men ziet het, dat de verdraagzaamheid
van deu heer Houzeau vau bizonderen aard
is. Hij plaatst zich aau de zijde van Dio-
cletiaau tegen de Christelijke soldaten eti
evenzoo aau deu kant van deu Belgischen
ongeloovigen officier tegen dieus onder
geschikten. Dat is dezelfde verdraagzaam
heid, die hem drong uit het weeshuis van
Mons de zustors van liefde te verjagen,
die daar werkten tengevolge van de be
palingen door de stichteresse en de wel
doeners gemaakt. Is het eerbied voor de
gewetensvrijheid, is het verdraagzaamheid,
die den kroeg-redenaar de woorden in den
mond legt: zij die tegen den clerus strijden
weten dikwijls niet wat de Geestelijkheid heeft
te beteekenen. Zij zjju daartoe te simpel
Men maakt slechts dat uit deu weg, op
welks plaats men iets anders stelt
Deze strijd zal misschien nog honderden
jaren düreu, wellicht zoo lang als het
menschelijk geslacht zal bestaan....*
Zijn dat woorden van een man, die eerbi ed
koestert voor de godsdienstige overtuiging
zijner medeburgers, .of wel van een dweper,
die er op uit is hen te bestrijden.
Ook de advacoat uit de Rue Berioti
wordt wel eens grappig als hij opkomt
voor de vrjjheid van geweten in het leger.
Over de zedeloosheid, die in het leger
heerscht, heeft deze stronge philosoof
zich nimmer ongerust gemaakt. Nimmer
is hij te velde getrokken tegen de mate-
looze verdorvenheid der jonge soldaten.
Tegen den gedwongen ledigaug, die deu
soldaten de lust tot den arbeid ontneemt,
die de zeden in de schoonste jaren huns
levens bederft, tegen de verkwisting van
FEUILLETON.
12.
Geschiedkundige Novelle.
Vervolg.)
De vreemdeling had hem waarschijnlijk liooren
aankomen. In een zwaren mantel gewikkeld, dien
hij overdag opgerold naast zich had liggen,
stond hij voor hem en stak zijn nieuwen vriend
de hand toe. „Ik verwachtte uheb dank
dat gij stipt geweest zijt, ondanks het slechte
weder! Intusschen zie ik nu toch dat een Zar-
nitser geen storm of water schuwt, wanneer
het er op aankomt zijn ridderwoord gestand
te doen
Gelijk gij ziet ben ik bereid, hoezeer ook
ik wil het onverholen bekennen, met tegen
zin. Gij echter, die aan al de guurheid van het
weder waart prijsgegeven, boezemdet mij mede
lijden in."
„Bekommer u niet over mij. Ik voel wind
noch regen, zoozeer verblijdt mij de gedachte,
dat eindelijk het uur gekomen is, waarin ik,
ondanks de valstrikken mijner tegenstanders,
Mohar betreden en mijne bruid in de trouwe
oogen zal zien. Maar laat mij eerst van u zelveu
spreken 1 Keert gij als een gelukkige bruidegom
terug?"
„Spreek niet van dat onzalige uur, waarop
een kostbaren tijd, die zoo nuttig had
kunnen besteed worden, ageert hij niet,
dat alles laat hem koud, voor dat alles
is hij ongevoelig. Maar als er een paar
soldateu in de processie mede gaau, dan
bestijgt ridder Bara zijn strijdros en werpt
zich met losse teugels iu den strijd voor
de vrijheid van het geweten.
Iu een lomp geschreven verslag van
eene Kamerzitting, voorkomende in de
Etoile, werd onlangs de razende afgevaar
digde van Touruay hemelhoog geprezen
om echter later het verwijt te moeten
hooien, dat hij bij de behandeling van
een gewichtige zaak zich te veel op den
achtergrond had gehouden. Verder ver
klaart het blad, terwijl het op huichel
achtige wijze eeuige krokodillentranen
stort, dat het Kabiuet de schoonste, de
beste, de edelste vrijheid met voeten had
getreden, namelijk de gewetensvrijheid. En
zoo iets schrijft een blad, dat indertijd in
meer dan twintig nummers het liberale
gepeupel tegen deu Nuntius durfde op te
hitsen.
Gewetensvrijheid wat kan deze be
teekenen voor de atheïstische volks-tribu-
nen, of voor de theologen van de roode
pers, die eveneens onophoudelijk over ge
wetensvrijheid bazelt.
Gebeurt het wellicht uit achting voor
de gewetensvrijheid, dat de stedelijke arm
besturen van Lokeren en van Nil-Saint
Vincent bijstand weigeren aan huisgezin
nen, wier kinderen de vrije (Katholieke)
scholen bezoeken? Geschiedt het wellicht
ter liefde van de gewetensvrijheid, dat
men in Antwerpen 3000 arm; n aau de ellen
de overlaat en aan 471 hulpbehoevende
vrouwen giften onthoudt, omdat deze ou-
gelukkigeu hare kin leren volgens hare
godsdienstige overtuiging laten opvoeden?
Wij willen het gevraagd hebben, was
het achting voor de gewetensvrijheid, dat
de rechtbank te Gent het plan aangaf
tot herziening van net burgerlijk wetboek,
zoodat geestelijke oraenvereenigingeu en
congregaties niet alleen geen recht hebben
eigendom te verkrijgen, maar hun bestaan
iu de hoogste mate moeilijk wordt gemaakt.
Was het uit eerbied voor de gewetens
vrijheid, dat men iu deu verkiezingsstrijd
op de muren plakkaten deed bevestigen,
waaiiu godsdienstige handelingen door het
slijk werden gehaald.
ik, iu weerwil vau uwe hulp, smadelijk afgewezen
werd!" antwoordde Rudolf. „Hier is uw goud;
ik heh het niet noodig. Neem het aanvoegde
hij er eenigszins driftig bij, toen Matyas de hand
afwerend terugtrok; „het is mij, als verbrandde
deze buidel mij hand en ziel."
„Gij zijt een opvliegend heerschap," zeide
Wilczy op gekrenkten toon. „Maar inderdaad,
het was ook dom van mij, een kramer, mij te
verbeelden dat de hoogwelgeboren Ridder anders
dan in den hoogsten nood een vriendschapsdienst
van mij aan zou nemen."
„Zoo was het niet gemeend riep de jonk
man met warmte uit, „en ik beloof u, dat ik
mij, zoodra ik u noodig heb, tot u zal wenden,
zoo gij er 6oms niet de voorkeur aan mocht geven,
mij naar het Keizerlijke leger te vergezellen,
Daar hetwelk ik morgen afreis."
„Het ware het hoogste geluk mijns levens,"
verzekerde de vreemdeling; „meer geluk dan ik
ooit heb durven hopen!"
„Wij zullen daarover verder op den terugweg
spreken, want gij kent toch de voorwaarden,
die ik u heb gesteld. Ik geleid u door den
gang, die van de buitenwerken tot iu het
midden van de stad voert, tot aan hei huis
uwer bruid. Daar wacht ik op uwe terugkomst
en voer u langs denzelfden weg terug, opdat
geen verraad of gevaar voor de veiligheid dei-
stad uit onze daad kan vooitspruiten. Morgen
in de vroegte echt jr zal ik door mijn vader
Toen in November vau het vorige jaar
de universiteit van Brussel haar jubilé
vierde, werden de studenten door een
zekeren heer André als gloeiende verdedi
gers der gewetensvrijheid voorgesteld.
Inderdaad werden dan ook de straten in de
Belgische sleden, de openbare pleineu en
spoorwegeu getuigen van de euveldaden dier
beklagenswaardige, akelige verdedigers der
gewetensvrijheid, die Priesters en Klooster
lingen beleedigden en die iu 't openbaar
de verklaring durfden afleggen, geen ge
weten te hebben. Dat vinden zij in alle
opzichten gemakkelijker.
Een andere ridder van de gewetensvrij
heid, Goblet d'Alviella, verkondigde iu eene
vergadering iu Alhambra aan het volk, dat
men begiuiieu moest met het budget van
deu Cultus te besnoeien en dau afwachten
of men niet verder kou gaan en de goede
ren van den Clerus in te lijven bij het
nationale vermogen.
En wat zegt men wel van Ridder Berge,
de arme Professor, die in zoo hooge mate
zijn verloren zetel betreurt; met welk eene
lieftallige verdraagzaamheid uit hij zich in
een zjjuer redevoeringen: »De werkdadig-
heid,« zoo durft deze ex-afgevaardigde te
verkoudigeu, »de werkdadigliaid der reli
gieuze orden bestaat daarin, de meuscheu
tot geestelooze en willooze poppen te ma-
keu, de jeugd te onteereu eu deu vooruit
gang te verhinderen, zijn verheven taak te
vervullen.*
Dat noemt men in België eene lans
breken ten gunste der gewetensvrijheid!
Terwijl de sociale vraag eiken dag drei
gender haar hoofd verheft, ziet de liberale
oppositie evenals vroeger het liberale Mi
nisterie, spottend op den bitteren nood van
het arme volk eu droomt als wijlen Ridder
Don Quixotte van deu strijd tegen wind
molens, in welke het oude stokpaard ge
wetensvrijheidde rol der rosiuante moet
vervullen.
Het volk lijdt, de werkstakingen nemen
toe, de jeneverpest verbreidt dood en ver
derf onder de volwassenen, terwijl het kind
van den werkman door deu zwaren fa
brieksarbeid wordt ten grave gesleept; het
platteland wordt ontvolkt; in de steden
hoopt zich eene te groote massa volk op-
eeu, zeer ten nadeele van de gezondheid;
de landbouw kwijnt; de handel wordt on
solide, de bureaucratie zuigt het volk uit;
in den raad het voorstel laten doen, om dezen,
tot dusverre onbewaakten toegang, te bezetten,
oplat niet een ander, die het geheim kent,
daarvan een slechter gebruik mocht maken, dan
wij van plan zijn te doen."
„Gij handelt als een rechtschapen Rid -^r en
'k bewonder u," prees hem de koopman. Laat
ons r.u echter, wat ik u bidden mag, voort
maken Het verlangen naar de geliefde, lang
gemiste bruid verteert mij eu het weder wordt
stormachtiger en guurder."
„Het woud kwam mij nooit zoo zonderling
voor," sprak Rudolf, den arm van den vreem
deling nemende en met hem den weg naar
Mohar inslaande; „ik verbeeld mij telkens
menschel) fluisterend te hooren spreken; is dat
bij u ook het geval?"
Matyas Wilczy boog het hoofd luisterend naar
voren: „Het is de wind, die door de boom
toppen giert en de regen, die op de bladeren
valt," antwoordde hij, steviger voortstappende.
Zwijgend, dichter in hunne mautels gehuld,
zetten de jongelieden hun weg voort.
Wederom bleef Rudolf staan. //De heer be
ware ons voor alle ongevallen in dezen akeligeu
nacht! Kameraad, hoort gij iu de verte niet
het geluid van eene menigte voetstappen?
Matyas hield deu adem in om te luisteren.
„Ik ken zulke zinsbegoochelingen," verklaarde
hij daarop, „die des te meer indruk maken in
de duisternis en te midden van een woud. Het
de kuusfc daalt meer eu meer van hare
hoogte neer; eene schaamte- en zedelooze
literatuur verspreidt haar doodend venijn; de
algemeene zedelijkheid zinkt vtn jaar tot
jaar; de zelfmoorden nemen op ontzettende
wijze toe; de misdaden vermeerderende
welvaart kwijnt en bij elke jaarlijksche
lichting wordt het getal jongelieden groo-
ter, die, onbekwaam zijnde voor deu militai
ren dienst, worden afgekeurd. Maar dat
alles is niets.
Van belang en gewicht is slechts de verde
diging van de gewetensvrijheid, d. w. z.
het doodeu van elk religieus gevoel iu het
volk, dat spoedig van louter vrijheid geen
geweten meer zal hebben!
Mochten toch de Belgische Katholieken
in den strijd zich steeds nauwer aaneen
sluiten. Elke verdeeldheid is thaus dubbel
gevaarlijk want reeds nu is het zoo goed als
zeker dat het doctrinaire liberalisme zich
heeft overleefd en bij de eerste gelegenheid
de beste, aau het radicalisme het veld zal
ruimen. Eu wat dit te beteekenen heeft,
kunnen wij uit de gebeurtenissen in Frank
rijk leereu, nadat Gambetta de woorden had
gesproken: t>le clericalisme eest Vennemi.
De Belgische radicalen, men zij er van ver
zekerd, wachten zmlsverlangeud het uur,
waarop zij hunne macht kunnen gebruiken
naar het voorbeeld der Frausche d broeders.*
Er wordt weder iets gemeld omtrent de
34 leden van deu Mecklenburgscheu adel, die
zoo scherp tegenover Pruisen zjju opgeko
men voor de rechten van deu Hertog van
Cumberland op den Brunswijkschen troon.
Graaf Grote is van den officiersrang in Prui-
sischeu dienst vervallen verklaard eu door
den krijgsraad tot drie maanden vesting
straf veroordeeld. Aan deu gewezen Prui-
sischeu ritmeester Treskow eu eenige ge
wezen Mecklenburgsche officiereu is het
recht tot het dragen van officiers-uniform
ontnomen. Verscheidene Mecklenburgsche
hof- en staatsbeambten, die mede aau de
demonstratie hadden deelgenomen, hebben
van den Groothertog van Meckleuburg-
Schweriu eene ernstige berisping ontvangen.
Volgens de Voss. Ztg. zouden iu
het Archief van het Vaticaau belangrijke do
cumenten zijn ontdekt, welke een nieuw
licht over de Caroliuen-quaestie werpen.
zal eene kudde wild zijn, opgeschrikt door den
storm en den regen. Voorwaarts, ik brand schier
van ongeduld? Voorwaarts!"
Eu don arm van Rudolf vaster omvattende,
trok hij dezen driftig met zich mede. Dichter
viel de regen van den hemel, heftiger huilde
de wind. Als spookgedaanten schreden beiden
in de duisternis voort. Reeds verhieven zich de
torens van het stadje voor hen uit als een
nevelachtige streep in de lucht, reeds z igcu zij
aan de overzijde van de smalle gracht de
muren, die nog korteliugs zoo zegevierend het
binnendringen van het Turksch soldatengespuis
hadden verhinderd.
„Mijn hart dreigt te bersten," fluisterde
Matyas, „zijn wij bijua op de plaats!"
„Wij zijn er," antwoordde de jonkman, even
eens fluisterende, „gindsch kreupelboschje ver
bergt den geheimen gang, die onder de gracht
doorloopt en midden in de stad uitkomt. Slechts
weinigen is dat geheim bekend en eer ik het met u
deel, herinner ik u nogmaals aan uwen eed,
dien gij mij voer het Mariabeeld hebt gezworen."
„Eu dien ik houden zal, zoo waarlijk ik een
Christen ben! Maar wees ook den uwen indach
tig," sprak de vreemdeling, op bijna bevelenden
toon. „Aan het werk! O! talm niet langer, -
aan het werk
Wordt vervolgd.)