NIEUWE
No. 946.
Donderdag 22 October 1885.
10de Jaargang.
Kerkvervolging.
BUITENLAND.
feuilleton.
Onschuldig verstooten.
HHKLEIISIiEE COIM!!
ABONNEMENTSPBIJ8
Per 3 maanden voor Haarlemi 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,
Voor het Buitenland 1,50
Afz ïuderl jjke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
reBi!
AG-ITE MA NOW AG-ITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉH
Van 16 regels 30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÜPPEES L A U R E Y.
Toen de Romeinsche Keizer Valencius
den troon bestegen had, ging hij tot het
Arianisme over en vervolgde op fanatieke
wijze de Katholieke Kerk. In het vijftiende
jaar zijner regeering zag hij zich genood
zaakt, tegen de in zijn rijk iugevalleu bar
baren van het Noorden te velde te trekken
en hen te verjagen.
Aan de spits van een machtig leger
trok de Keizer vol verwachting en hoop
op zegepraal, ten oorlog. Doch plotseling
naderde een heilige man, Isacius geheet en,
tot den strijdlustigen Keizer en sprak op
hoogst ernstige wijze:
.Keizer! Geef bevel, dat de kerken der
Katholieken, welke gij gesloten hebt, wor
den geopend en gij zult als overwinnaar
terugkeereu; zoo niet, dan zult gij ster
ven.*
Valencius hoorde den man, doch hij
sloeg geen acht op diens woorden en ver
volgde zijn weg. Den volgeudea dag kwam
Isacius weder bij den Keizer en herhaalde
zijne waarschuwing:
.Keizer! Beveel dat de kerken der Ka
tholieken, die gij gesloten hebt, worden
geopend en gjj zult als overwinnaar terug-
keeren; zoo niet dan zult gij den dood
vinden.
Thans werd de Keizer wrevelig; tegen
strijdige gevoelens kampten in zijn hart.
Hij meende dat hst van zwakheid zou
getuigen, als hij acht sloeg op deze stam,
maar het scheen hem toch bedenkelijk toe,
haar te verachten. Eindelijk besloot hij
over zulk eene gewichtige zaak nog den
zelfden dag eene vergadering te houden met
de leden van zijn Raad.
Doch dezen, die ook Arianen en vijanden
der Kerk waren, adviseerden den Keizer
geen acht te slaan op den vrijpostigeu
kluizenaar en dezen lichamelijk te doen
kastijden, als tjj het nogmaals durfde wa
gen voor den Keizer te verschijnen.
En zie, den derden dag kwam Isacius
opnieuw, werkte zich door de soldaten heen,
ging lijnrecht op den Keizer af, greep on
versaagd de teugels van diens paard en riep
luidkeels:
»Ik kom terug om u te zeggen, OKei
zer, dat gij moet bevelen de Keiken der
Katholieken te ontsluiten en gij zult als
overwinnaar terugkeeren; zoo niet, dan zult
gjj sterven.*
15.
Geschiedkundige Novelle.
Vervolg.)
«Verder,* ging de burgemeester voort, zijn
wij overeengekomen om eene deputatie aan zijne
majesteit onzen allergenadigsten Keizer te zenden
en hem te smeeken aan ouie voortdurende
benauwdheid en angsten een einde te maken.
De groote Prins Eugeuius rust, naar wij hooren,
een leger uit tot bevrijding van Hongarije;
moge die heerscher een woord spreken alvorens
het te laat en on* land voor altijd in de macht
der ongeloovigen is!''
„De deputatie kunt gij sparen," merkte de
Ridder aan„want reeds morgen reist mijn zoon
naar Weenen af, om zich ter beschikking te
stellen van den Keizer en Prins Eugenius. Gij
kunt hem uwe wenscken en bezwaren gerust
toevertrouwen, al is hij ook jong van jaren,
hij zal uwe belangen behartigen als een man
van rijpen leeftijd en zijne majesteit zal zich
niet ongenadig jegens een Zarnitzer betoouen."
Besluiteloos zag het hoofd der stad zijn col
lega's aan, maar geen hunner kwam hem te
hulp, tot Nardory eindelijk het woord opnam-
De vertoornde Keizer gaf bevel den
brutaleu en lastigeu indringer in een af
grond te werpen en hij trok met zijn leger
verder. Doch Isacuis, die ongedeerd weder
te voorscbjjn kwam, achterhaalde langs een
kortereu weg den Keizer en riep dezen
nogmaals met krachtige stemme toe:
»Hier sta ik nog eenmaal om u te waar
schuwen. Bekeer U en laat de deuren der
Katholieke kerken openen, als gij over
winnen wilt; zoo niet, dan zult gij onvoor
waardelijk den dood vinden. Hoort ge, mij?
Gij zult sterven.*
Valencius gaf ook aan deze vierde waar
schuwing geen gehoor; integendeel hij liet
Isacius in hechtenis nemen en gaf bevel dat
men hem zou gevangen houden tot dat de
veldtocht zou geëindigd zijn. Toen sprak
Isacius:
.Vertrek, o Keizer, en als gij terug
keert, dan kunt gij u overtuigd houden,
dat God niet door mijn mond heeft gespro-
keu. Gij zult uwen vijand slag leveren,
maar gij zult hem niet kunnen weerstaan;
gij zult vluchten, in zijne handen vallen
en in liet vuur den dood vinden.*
De Keizer trok ten strijde; hij werd echter
overwonnen en geslagen; hij vluchtte en
verborg zich voor zijne achtervolgende vijan
den ia eene ellendige hut. Daar werd hij ech
ter zeer spoedig ontdekt; men omsingelde de
hut, stak haar iu brand en de Keizer
verloor in den vreeselijken vuurpoel het
leven.
Dit geschiedde in het jaar 379.
Sinds dien tijd zijn er ruim 1500 jaren
verdwenen iu den stroom des tijds en in
den loop der eeuwen zijn er op het sehouw-
tooueel der wereldgeschiedenis zeer vele
dergelijke scènes afgespeeld. De vervuilers
der rol waren verschillend, maar de aard
en de inhoud van het drama, van het
treurspel waren dezelfde: schuld en mis
daad, waarschuwing en vermaning, straf en
oudergaug.
Als de geschiedenis iets leert, dan is
het zeker de waarheid, dat de strijd tegen
de Kerk den strijder nimmer en nergens
roem en geluk heeft gebracht, maar steeds
en overal onheil, verachting en smaad.
Elke eeuw ziet de afschuwwekkende lijst
der kerkvervolgers in uitgebreidheid toe
nemen, maar ook elke eeuw ziet hen, bijna
altijd met hun ganscheu stam, verdwijnen
en zij laten iu de geschiedenis een naam
achter, die door de openbare meening wordt
„Allen eerbied voor den imam Zarnitz sprak
hij, „maar als afgevaardigde dezer stad is
jonker Rudolf toch nog wat te jongensachtig:
zijne majesteit zou denkeu dat men den spot
met haar dreef."
Den oudeu heer schoot het bloed naar het
hoofd. „Pas op uwe ivoorden mijnheer Nardory,"
waarschuwde hij. „Dat gij mijn tegenstander
zijl, weet ik sinds laug en mijn arme jongen
heeft hiervoor moeten boeten. Grootmoedig
vergevende, veroorloofde ik hem bij u om de
hand uwer dochter aanzoek te doen en gij sclieep-
tet hem af met smaad en spot 1 Verantwoord
u, is wellicht een Zarnitzer niet goed genoeg
voor uw schoonzoon P"
„Ben ik meester over mijn kind, ja of neen?"
schreeuwde Nardoryzou ik haar met geweld mij
laten afdwingen, eerst door den zoon en dan door
den vader? Als gij hel dan wilt weten, wellicht
had ik toch mijn jawoord gegeven, had zich
uw zoon niet bij mij verdacht gemaakt
„Verdacht?" De oogen des Zaruitzers schoten
vuur.
„Verdacht! zeg ik; of komt u een man niet
verdacht voor, die in het eene uur over zijne
armoede klaagt en u niets aan te bieden heeft
dan verwijderde uitzichten en u in het volgende
uur eene beurs met tweehonderd dukaten voor
de voeten werpt op de vraag echter vanwaar
verafschuwd en als een symbool der tiran
nie blijft gebraudmerkt.
Wie de Kerk aantast, vergrijpt zich aan
Haren Goddelijken Stichter en verwekt
Diens toorn. Die op dezen steen valt, zal
zich te pletter rallen.
De Kerk is een aanbeeld, waarop de
hamers afslijten en aan stukkeu springen.
Ontelbaar vele zulke hamers heeft zij reeds
iu achttien eeuwen vernietigd, vele ver
nietigt zij er nog in onze dagen en vele
zal zij er nog verdelgen tot aan het eiude
der eeuivau!
In de diplomatieke kringen van Berljju
beschouwt men het gevaar voor ontvlam
ming der Oostersche quaestie, als gevolg
van het Bulgaarsch incident, voor geweken.
Een Europeetch Congres ouder praesidium
van den Turkschen Minister van Buiten-
landsche Zakeu (Saïd-pacha, gewezen am
bassadeur te Berlijn) te houden, zal de
verhouding in Oost-Rumelië defiuitief re
gelen. Vorst Alexander zal voor vijfjaren
tot Gouverneur-Generaal van Oost-Rumelië
benoemd worden. Komt zulk een louter
personeele Unie tot stand, dan zulleu de
andere kleiue Balkan-Staten zich tevreden
gesteld verklaren. Koning Milan zal, naar
men beweert, eerstdaags een proclamatie
uitvaardigen aan zijn dierbaar volk ('t welk
op 't punt stond hem weg te jagen), waar
in hij zal verklaren, dat Servië, nu er geeu
groot Bulgarjje wordt geschapen, in den
toestand moet berusten.
In de Beierscke Tweede Kamer is voor
gesteld, om van de Rijksregeeriug te vra
gen (door middel van de Beiersche gemach
tigden in den Bondsraad) dat de Rijks
militaire wet in dien geest zal worden ge
wijzigd, dat gewone Geestelijken van den
militairen dienst zullen bevrijd zijn, en
tevens dat candidaat-geestelijkeu na zes
weken actieven dieusttijd onbepaald verlof
zullen bekomen, om verder bjj de reserve
te worden ingedeeld.
Als men den niet twijfelachtigen uit
slag der herstemmingen iu het departement
der Seine, op Corsica en in de koloniën
in aanmerking neemt, dan zal de nieuwe
Kamer 200 anti-republikeiueu en 384 re
publikeinen van allerlei richting tellen.
Die arme maires en adjunct-maires!
Verscheidenen hunner hebben moeten boe
dat geld afkomstig is, geeu autivoord weet te
geven? Spreek, meester Engelbrecht Von Zar
nitz, zeg mij, of gij de goudgroeve kent, waar
uit uw zoon met volle handen put?"
„Ik?" De oude heer bleef stekeu. Hij was
in de opgewondenheid zijner gramschap half
van zijn zetel opgerezen, thans zonk hij er
weder in terug. De gedachte dat zijn zoon hem
zei ven antwoord schuldig was gebleven, sneed
als ceu scherp mes door zijne borst.
„Ziet gij nu dat ik gelijk heb?" ging de
koopman zegevierend voort: „wellicht staat hij
mot een of ander sluwen Hebreër in betrekking
wien hij zich als schoonzoon van den rijken
Nardory voorgesteld en het dubbele beloofd
heeft, zoodra de lichtgeloovige kramer de oogen
gesloten heeft of de Turk bewees hem mis
schien wel dien vriendschapsdienst?"
Bleek als een doode vloog de oude ridder
op. „Dat is te veel!" riep hij uit, en eer de
aanwezigen het verhinderen konden, sprong hij
op Nardory toe, drukte dezen zoo vast tegen
zich aan dat hem den adem dreigde te begeven
en riep luidkeels „Herroep uwe woorden, her
roep ze!„
Maar het antwoord van den koopman werd
door een geweldig rumoer in de straat voor
komen Men hoorde schoten vallen, woest ge
schreeuw liet zich in de verte hooren en plot
ten voor het échec, dat de stembus den
4n October der Regeering bezorgde. Om
allerlei gezochte of nietige redenen is weer
eene .zuivering* gehouden onder bedoelde
Regeeringsambtenaren, die niet geheel naar
de pijpen van het Gouvernement schijnen
gedanst te hebben en nu nog spoedig vóór
den herstemmiugsdag verwijderd zijn. De
Regeeriug wilde intusschen. op de ver
kiezingen volstrekt niet influenceeren! Niet
in 't minst! Dat zij door de prefecten het
bericht deed verspreiden dat de ongunstige
berichten over Tonkin ongegrond zijn, was
slechts een verplichte hulde aan de waar-
h lid, die wel eens de .officiëele waarheid
is, eerst verspreid om daarna, zonder schijn
van rechtstreeksche inmenging, als middel
van reclame te dienen.
Omtrent de Engelsch-Turksche on
derhandelingen (voor Engeland door <StV
Drummond Wolff gevoerd) betreffende de
aangelegenheden in Soudan, wordt uit Con-
stantinopel geschreven, dat Wolff's vertrek
naar Egypte nog eeuige dagen is uitgesteld,
omdat de overeenkomst nog niet is getee-
kend; er zijn echter geen nieuwe moeilijk
heden gerezen.
Men verzekert, dat de overeenkomst zes
artikelen bevat. Wolff zal met eeu Turk
schen commissaris en den Khedive geza
menlijk de middelen bespreken, om Soudan
tot rust te brengen, en zoowel het leger
als het burgerlijk en geldelijk beheer te
reorganised en. De Engelsche bezetting zal
zich terugtrekken, zoodra de nieuwe rege
ling getroffen en gewaarborgd is.
Alle internationale overeenkomsten en
firmans worden door het verdrag geëerbie
digd.
Prins Alexander van Bulgarije heeft
aan den Koning van Servië bericht ge
zonden, dat hij den heer Grekoff naar
Nisch had afgevaardigd met eene bizoudere
zending. De Koning van Servië heeft ge
weigerd den gedelegeerde te ontvangen
op grond dat, volgens verklaring van
Bulgarije, die zending eene gemeenschap
pelijke actie tegen Turkije ten doel had.
De Koning wil handelen op den grond
slag der tractaten.
Havas meldt uit Sofia, dat Prins Alex
ander aan de vertegenwoordigers der groote
mogendheden eene nieuwe nota heeft doen
aanbieden, waarin hij verklaart, dat Bul
garije zich geheel onderwerpt aan de nota
der ambassadeurs te Constautinopel.
sefing stormde de waard vau het gouden Anker
in de grootste ontsteltenis het vertrek binnen.
„God zij ons genadig!" riep hij; „verraad, de
Tuik is in de stad; hij kwam door een gehei
men gang en verscheen plotseling in ons midden
Zij hebben den kruittoren bezet en dreigen bij
den geringsten tegenstand de geheele stad in
de lucht te doen vliegenRedt ons beeren,
redt ons 1
Kermend zonk de burgemeester, bijna van
zijne zinnen beroofd, op zijn stoel.
„Help, heer Ridder!" steunde hij, „of wij
zijn nlleu verloren!"
De heer Engelbrecht liet den koopmaa los,
die half verstikt op zijn stoel neertuimelde.
H(j greep naar zijn zwaard en rukte het uit
de scheede, „Volgt mij!" riep hij; „hoe het
ook moge gaan levend zullen zij ons niet
ir handen krijgen 1
Maar geen der waardige magistraatspersonen
verroerde een lid; de schrik sche m hen allen
vt rlamd te hebben, en de Zarnitzer stormde
alleen het vertrek uit, door dapperheid en
ridderlijkheid gedreven, ofschoon hij maar al
te zeer van de nutteloosheid zijner pogingen
was overtuigd.
Wordt vervolgd