NIEUWE
No. 959,
Zondag 6 December 1885.
10de Jaargang.
Kloosters.
BUITENLAND.
LEMSe
ABONNEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p, p. 1,
Voor het Buitenland 1,50
Afzonderlijke Nummers 0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NOW AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIÉK
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: K UPPERS LAUREY
Niets is ergerlijker dan de huichelarij,
die de tegenstanders der Katholieke Kerk
aan den dag leggen. Als zij het vaste
voornemen hebben haar de levensade
ren af te snijden, dan huichelen zij ge
waande hoogachting voor de Kerk en zijn
onuitputtelijk in hunne verzekeringen, dat
niet de minste vjjaudige gezindheid jegens
de Katholieke Kerk hen bezielt. Wanneer
zij de bloesems van christelijke deugd en
van kerkelijk leven, de godsdienstige ge
nootschappen, onderdrukken, als zij weer-
looze Monniken en Nonnen aanvallen en
deze als vogelvrije paria's uit het land ja
gen, wanneer zij de verblijfplaatsen des
vredes, des gebeds en der verborgen wel
dadigheid, de kloosters, afbreken en plun
deren, dan verbinden zij aan de ruwheid
en gewelddadigheid nog den smaad der
huichelarij en roepen het naar de vier
windstreken uit, dat zij der Kerk geen na
deel wenschen te berokkenen. In den grond
huns harten schamen zij zich over hunne
lage handel wijze, maar door holle, huichel
achtige phrasen trachten zij de misdaden
te verontschuldigen, tot welker werktuigen
zjj zich hebben verlaagd.
Men beweert dat de kloosters geen nood
zakelijke attributen zijn van de Katholieke
Kerk; de religieuze orden zijn slechts uit
wassen, zegt de een; de godsdienstige ge
nootschappen zijn door hunne werkdadig-
heid gevaarlijk, bazelt een ander. Al die
beweringen en beschuldigingen bevatten
echter niets dan de grofste onwaarheden.
Wie heeft de Romaansche en Germaan-
sche landen bekaerd en beschaafd gemaakt?
't Waren de Monniken. Reeds ten tijde
van den eersten Koning der Franken
(Clodwig) vormden de Monniken op het
9iland Lerins de bloesem van het kerkeljjk
leven in het toenmalige Gallië. Zij bewaar
den niet alleen de zuiverheid van het Chris
telijk Geloef, maar verzorgden ook de schat
ten van wereldlijke wetenschap in hunne
stille cellen «u zjj waren voor groot en
klein, voor rjjken en voor armen, voor
geleerden en eenvoudigen van geest ware
voorbeelden van christelijke heiligheid. De
voornaamste Bisschopszetels werden door
Monniken van het heilige* eiland Lerins
bezet en deze Opperherders wareu werke
lijke lichten des Geloofs en der wetenschap,
voorbeelden van werkzaamheid en ver
sterving.
Wie waren de Apostelen van Germanië?
De h. Bonifatius, de h. Columbanus, de h.
FEUILLETON.
Onschuldig verstooten.
28. Geschiedkundige Novelle.
Vervolg.)
Te gelijk met het lossen van het eerste schot
op Belgrado's wallen, werd het voorhangsel van
het midden-vertrek der tent van Eugenius van
Savoie opengeslagen. „Ridder Engelbrecht Von
Zarnitz!" meldde de Adjudant. En de oude heer
trad met eene diepe buiging voor den beroemden
veldheer, dien hij vereerd had sinds de eerste
lauwerkrans het voorhoofd van den held versierde.
Niet zonder verwondering zag Eugenius
hem aan. Hij had een krachtigen grijsaard ver
wacht de gestalte van den binnentredende
was gebogen, vervallen en scheen slechts door
inspanning van de geheele wilskracht zich overeind
te houden. De Zarnitzer zag er uit als een tach
tigjarige, het hoofd was nagenoeg kaal, nog
slechts hier en daar ontwaarde men een dun
silver haartje; des te voller en witter scheen de
Sturmius en anderen.Allen waren Monniken.
Kloosters vormden het middelpunt voor de
bekeering van landen en gewesten. En de
Monniken hebben niet alleen de Germa-
mauen tot het Christelijk Geloof bekeerd,
zij hebben hen ook geleerd, hoe men den
grond vruchtbaar maakt en bebouwt. Elk
klooster was een voorbeeld van edele werk
zaamheid en beschavenden arbeid. Woes
tenijen werden in vruchtbare velden ver
anderd, moerassen werden droog gelegd en
in bloeiende weiden herschapen, dijken
werden opgeworpen en de vischteelt kunst
matig beoefend, bosschen werden aange
kweekt en wijnbergen bebouwd, die thans
nog een bron van welvaart zjju voor het gan-
sche land. Dit alles hebben die »luie« Monni
ken en Nonnen gedaan en zij hebben van
de Germanen, die in den zomer oorlog
voerden en in den winter zich aan ledig
gangschuldig maakten, degelijke menschen
gemaakt.
De Europeesche Staten hebben niet al
leen de ontginning, het vruchtbaar maken
van den grond, aan de Monniken en Non
nen te danken, maar ook den bloei van
het handwerk en van de nijverheid. Om
de kloosters heen vestigden zich arbeiders
en laudbouwers, en in deze nederzettingen,
die zich langzamerhand meer en meer uit
breidden, is de oorsprong der meeste ste
den te zoeken.
De Monniken en Nonnen waren het
verder, die voor de kinderen inrichtingen
openden, waar dezen onderricht in het Chris
telijk Geloof en in alle wetenschappen van
het praktische leven ontvingen. Alle scho
len, van de volksschool tot de universiteit,
werden door Monniken en Nonnen gesticht
en eeuwen lang uit eigen middelen onder
houden en van de noodige leerkrachten
voorzien. Onuitputtelijk eindelijk waren de
kloosters in hunne weldadigheid als het
land door een ongeluk, besmettelijke ziek
ten, hongersnood, oorlog, overstroomingen
of hagelslag werd geteisterd. In de kloos
ters werd de spaarzaamheid, de zorg voor
de toekomst, het bewaren van een nood-
penning voor slechte tijden, nimmer uit
het oog verloren en daarom was er in het
klooster steeds een fonds voorhanden, om
in tijd van nood van dienst te kunnen
zijn.
De kloosters, de Monniken en de Nonnen
hebben de hedendaagsche volkereu tot men
schen gevormd en tot Christenen bekeerd.
Het ontginnen van den grond, de indus
trie, de scholen en de weldadigheid zijn
door de Monniken en Nonnen in het aan-
baard te zijn geworden, welke bijna tot op de
borst afhing.
„Welkom, dappere Zarnitzerriep Eugenius
hem toe, terwijl hij hem de hand bood; „gij
zijt een voortreffelijk bondgenoot en uit naam
van zijne Majesteit, onzen geëerbiedigden Keizer,
betuig ik u uit ganscher harte mijn dank."
„Geen dank, Uwe Doorluchtigheidant
woordde de oude man„plicht, niets meer dan
plicht! De Zarnitzers hebben veel goed te maken 1"
Ik heb daar een lied hooreu zingeneeno
stad in Hongarije zou door het verraad van een
Zarnitzer in de macht der Turken gevallen zijn
was dat een bloedverwant van u?"
Het was.... mijn zoon!"
De klank der stem moest vast heeten, maar
de menschenkenner vernam daarin het trillen
door de smart.
„Arme man... en wat werd er van liem?"
„Hij is dood dood voor mij, sinds negen,
lange jaren
Er ontstond eene pauze. Eugemus was de
eerste, die het woord opvatte. „Ik begrijp u
om de schuld van uw zoon te boelen, zet gij
uw laatste krachten op het spel. Spaar ze, ik
zijn geroepen en eeuwen lang verzorgd en
gekweekt. De kloosters waren de voorbeelden
waardoor de volkeren in hunne nastreving,
door zwaren arbeid, die hoogte van be
schaving bereikten, van welke velen in onze
dagen afdalen om in het moeras der on
deugden, in den strijd der hartstochten tot
materiëele verarming en zedelijk bederf te
vallen.
Niet ongestraft mogen individuen en ook
gausche volkeren, de wegen verlaten, welke
de Voorzienigheid hen heeft aangewezen.
De zedelijke ontaarding, de materiëele el
lende van den tegenwoordigen tijd, zijn de
straffen, die God zendt, omdat regeerenden
en geregeerden dikwerf de reine bron
nen des heils hebben verlaten, om zich aan
de vuile putten van de dwaling, der god
deloosheid en van het ruw geweld te laven.
De gevolgen hiervan komen dagelijks meer
en meer aan den dag; zij toonen ons een
tijd, die tot rusteloosheid en ontevreden
heid is veroordeeld en onthullen ons eene
toekomst, waarin alle betere aspiratiën, elk
beter streven wordt onderdrukt door ont
boeide hartstochten, door de ruwheid van
het geweld en door den bloeddorst van
wilde zinnelijkheid.
Men wil, dat de Duitsche Regeering er
aan denkt om het brandewijn-monopolie
in te voeren. Reeds jaren geleden maakte
de Norddeutsche Allg. Ztg. propaganda voor
dat stelsel. De Regeering zou niet het mo
nopolie van fabricatie voor zich nemen,
maar van den aankoop der producten bij
de fabrikanten. Haar winst zou dan gelegen
zijn in 't prijsverschil tusschen koop en
verkoop.
De sociaal-democraten zullen in den
Rijksdag het voorstel weder indienen, om
aan leden schadeloosstelling te verleeuen.
Gesteld dat het wordt aangenomen, dan
zal de Bondsraad het toch weder ter zijde
leggen.
Volgens le Monde is door al de ge-
nees'neeren en chirurgen van de Parijsche
ziekenhuizen een verzoek bij den Minister
van Binuenlandsche Zaken ingediend, waar
in het behoud van geestelijke liefdezusters
gevraagd wordt zoowel tot heil van de zie
ken, die aan haar zorgen ziju toevertrouwd,
als in het belang der goede orde in de zie
kenhuizen van Parijs.
Donderdag jl. werd te Madrid de eerste
Ministerraad gehouden, met de Regentes
als voorzitster. Sagasta zeide dat eene al-
bid u daarom als vriend, tot wij Hongarije van
zijne verdrukkers gezuiverd hebben en ik zelf u
aan onzen Doorluchtigeu Keizer in zijne hofburg
te Weenen als den getrouvvsten zijner onderda
nen kan voorstellen."
„En wanneer gij Engelbrecht Von Zarniti
werkelijk deze eer zoudt bewijzen, kunt gij
daarmede den smet uitwisschen waarmede een
ander dezen naam heefi bezoedeld? Neen, neen,
laat mij gaan, ik voel het, mijne krachten raken
uitgeputLaat den ouden Ridder den
dood vinden, waar deze het beat voor hem past
op het veld van eer
„En wanneer ook uw zoon reeds daarop
rustte, wanneer hij getracht had uit te wisschen
wat hij deed, dooi een eerlijken soldatendood
De oude schudde met het hoofd. „Hij zou
mij bericht van zijn einde hebben gegeven
en om mijne vergiffenis hebben verzocht," ant
woordde hij. „Hij moge leven, hij moge zijn
met schuld beladen hoofd verbergen, waar hij
wil voor mij
Hij werd onderbroken; want de Adjudant
verscheen onder het voorhangsel. Sterker klonk
het schieten en het krijgsrumoer. „De ver-
gemeeue vergiffenis voor misdrijven der
drukpers en staatkundige zaken noodzake
lijk was. Hij voerde redenen van booge
staatkunde ter rechtvaardiging van dezen
maatregel aan. De Regentes keurde de plan
nen goed. De Raad nam verscheiden admi
nistratieve outwerpen aan.
Het protocol betreffende de Caroliua-
eilandeu is uit Berlijn aangekomen.
De Moniteur de Rome meldt dat de
zaak der zaligspreking van Jeanne d'Are
bij de congregatie voor den Ritus te
Rome in onderzoek is.
De telegraaf bracht de volgende bi-
zoriderheden omtrent het bezetten van Mau-
dalay:
Prendergast ontmoette Thibaw in diens
paleis, waar de Koning, de Koningiu en
enkele familieleden alleen waren overgeble
ven, daar de wachten en bedienden weg-
geloopen waren.
De Koning vreesde voor zijn leven uit
hoofde van zijne capitulatie. Inderdaad
plunderden zjjue onderdanen het konink
lijk paleis. Thibaw nam alle voorwaarden
aan. Hij bedong enkel lijfsbehoud en een
vrijgeleide naar Raugoeu voor hemzelven
en zijne familie.
Dufferin zal vermoedelijk naar Maudalay
vertrekken om de zaken aldaar te regelen-
De Standard verneemt uit Pest, dat de
Regeering een gedeelte der officiereu van het
Zuid-Hougaarsche legerkorps heeft opge
roepen. In Hongaarsche regeeringskringen
gelooft men dat er eene zwenking in de
Russische politiek ophanden is. Alexander
zou zich aan den Czaar onderwerpen, waar
na Rusland zou optreden als beschermer der
Bulgaren. Oostenrijk schijnt hierin te be
rusten, mits Bulgarjje aan Servië een paar
grensdistricten, met inbegrip van Widdin,
afsta.
Naar de News uit Constantinopel ver
neemt, is de toestand ernstig. De Duit
sche, Russische eu Oostenrijksche Gezanten
alsook de Gedelegeerden der Porte verklaar
den verdere zittingen van het Congres over
tollig, daar overeenstemming blijkbaar
onmogeljjk is en afstuit op de houding.
Vermoedelijk zal de conferentie niet weder
vergaderen.
De Times verneemt uit Censtantinopel
dat de proclamaties, welke de Turksche com
missarissen naar Philipopel medenamen,
toezeggen algemeeue amnestie, zoomede
instelling van een internationale Commis
sie, welke met den Turkschen Oppercom-
missaris de toestanden zal onderzoeken en
den Sultan van rapport zal dienen, met
spieder is hier, Uwe Doorluchtigheid
Prins Eugenius wenkte, en door twee solda
ten, die aan den ingang post vatten,bewaakt,
trad een man met geboeide handen en met
angstig verwrongen trekken in de tent des
veldheers.
Hij wierp zich aan voeten van. den Generaal.
„Ik ben onschuldig, Uwe Doorluchtigheid een
eenvoudig koopman! zaken, de hoop op een ge
ringe verdienste voerde mij in het leger! Mijne
papieren zijn in orde, Uwe Doorluchtigheid kan
zich daarvan met eigen oogen overtuigen! Ma-
thyas Wilczy is mijn naam
De veldheel wierp een blik op den knielende,
met het traankleurige aangezicht en de donkere
oogen, waarin een onheilspellend vuur flikkerde.
Daarop strekte hij de hand uit, om de hem
toegereikte papieren in ontvangst te nemen
maar het kwam zoover niet; want de dorre
knokkelige vingers van Ridder Engelbrecht druk
ten zwaar op de schouders van dengewaanden
koopman.
Wordt vervolgd).