m. 977.
Zondag 7 Februari 1886,
IIde Jaargang,
De boterquaestic.
BUITENLAND.
j
JMSTCeS
Een Rügensehe Munehhausen.
Praktische zuinigheid.
ABONKBMBMÏSPfiXJS
Per 3 maanden voor Haarlem t 0,85
Voor de overige plaatsen iu Nederland fr. p. p. 1,
Voor bet Buitenland 1,50
Afzonderlijke Nummers 0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
--
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITB MA HOU AGITATE.
PRIJS DER ADVERTEBTTIER
Van 16 regels 30 Cents.
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen '25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: K UPPERS LAURRY
Wij hebben in een onzer vorige artike
len gewezen op de vervalscbingsmanie,
welke onze eeuw belieerscht. Alles (zoo
deden wij toen uitkomen) wordt nage
maakt; het onechte stopt men voor het
echte den koopers of verbruikers in handen.
Dat onderwerp is zeker nog niet uitge
put; het blijft, helaas! steeds aan de orde.
Onze tijd is zoo vindingrijk, het vernuft
behaalt zulke schitterende overwinningen,dat
men telkens door nieuwe ontdekkingen
wordt verrast.
Stelden wij bij eeue vroegere gelegen
heid iu 't licht, hoe de openbare gezond
heid (dus dat voor alles) wordt bedreigd
door de vervalschiug van eet- en drink
waren, wij willen thans een voorbeeld bij
brengen waaruit blijkt, hoe ook de natio
nale welvaart door den namaak wordt be
nadeeld. Dat zullen wij doen door het op
slaan van de Handelingen der Staten-Gene
raal. Daar vinden wij o. a. beschreven
hetgeen iu de zitting der Eerste Kamer
van 23 Januari jl- werd gesproken dooi
den heer Huijdecoper van Maarseveen en
den Minister van binneulandsche zaken,
Mr. Heemskerk, over de kunstboter.
De heer Huijdecoper sprak het vol
gende
„In het Verslag dezer Kamer is nog een onderwerp
besproken, waarover ik een enkel woord wen&eli te zeg
gen. Er is te kennen gegeven, dat men het weuschelijk
achtte, dat nadere bepalingen werden gemaakt ten aan
zien vaD de vervalschiug van boter en bepaald ten opzichte
van het bedrog dat gepleegd wordt, door kuustboter te
doen doorgaan voor natuurboter. Dit punt is reeds in de
Tweede Kamer besproken bij de behandeling van bet
Strafwetboek, bij welke gelegenheid el' een araendement
werd voorgesteld op art. 330, met het oog op de bedoelde
aangelegenheid. Dit amendement is niet aangenomen.
„Bij bet nieuwe Wetboek van Strafrecht is de zaak
daD ook niet geregeld in den zin als door mij wordt
bedoeld. Ik geloof dal wij op dit punt ons strikt moeten
houden aan hetgeen de handel wenscht en ook in zijn
belang is. Wij moeten, mijus inziens, trachten te ver
krijgen eene wettelijke regeling, die natuurlijk door
strafbepalingen wordt gehandhaafd, ten aanzien vau de
verzendingen de verpakking van de kunstboter. Wanneer-
er werd bepaald dat kunstboter niet ouder den naam
van boter mag worden verkocht en verzonden, zoo zou
een eerste waarborg aan den handel gegeven zijn, waar
door minder bedrog zou kunnen worden gepleegd, en
wanneer daaraan toegevoegd werden voorschriften ten
aunzien van de wijze van verpakking, dat is betrekkelijk
de vaten waarin de kunstboter moet worden verzonden,
dan zou men daarin ook een tweeden waarborg vinden
tegen bedriegelijke handelingen.
„Dergelijke bepalingen bestaan reeds in Zweden,
Noorwegen en Denemarken als ik mij niet bedrieg, en
zijn ook thans aanhangig bij den Duitscheu Rijksdag.
„Ik geloof dat bet overbodig is om te wijzen op bet
groote belang, dat in deze zaak gelegen is, wanneer men
slechts nagaat welk een groot deel van ons volk leeft,
van de boterproductie en van den handel in boter."
F E t Ij L E t' O A
De waard uit teue heiberg op het eilandje
Riigcn, provincie Pomraerèn, die algemeen bekend
wa° om zijn vervaarlijk opsnijden, zette zich
eens bij zijne gasten aan een tafeltje en begon
weldra een zijner verhalen.
„Het was in den winter zóó koud", vertelde
hij" „dat de zeeëiigte tusscheu Kügen en Stral-
sund was toegevroren, en men reed op prik-
sleedjes van de eene plaats naar de andere. Ik
zelf moest eet) reiziger op mijne slede naar de
overzij brengenplotseling zie ik vlak vóór ons
een gat in het ijs ter breedte van ongeveer 25
voet. Ik gaf de slede een stoot dat hij pijlsnel
over het water heeuvloogde reiziger had, toen
hij boven de opening in het ijs was, naar be
neden gekeken en was van schrik met koffer
en al in dsn gapenden afgrond gestort Eerst
na vijf minuten kon ik de vaart, die ik aait de
slede gegeven had, tot stilstand brengen: ik
ging terug om te zien wat er van den veron
gelukten reiziger gewordeu was, toen ik tot mijne
Op dat betoog van den lieer Huijdeco
per antwoordde de Minister Heemskerk,
het woord voerende voor zijn ambtgenoot
van Waterstaat, in dezer voege:
„De geachte afgevaardigde uit Utrecht sprak over te
nemen maatregelen tea aanzien van de kunstboter.
Dc geachte spreker heeft gelijk, dat dit een zeer ge
wichtig handelsbelang is. Het kan niet geuoeg in het
openhaar verkondigd worden, al is het treurig, dat on
loochenbaar de bedriegerijen van de zijde van Neder-
landsche handelaars ten gevolge gehad hebben, dat in het
buitenland de goede naam van onze zuivelproducten ont
zaglijk veel geleden heeft. Ik ben volkomen overtuigd,
uit een juridisch oogpunt, dat het verkoopen vau marga
rine ouder den naam, van boter een bedrog is, dat zoowel
vult onder de bepalingen van den thans geldenden Code
Pénal, als onder die van het nieuwe strafwetboek, deze
laatste echter geclausuleerd.
,,Nu zegt de geachte spreker, gedachtig aan de les:
mieux vaut prévenir que punirdat hij voorbehoedmid
delen te dien aanzien wenscht.
„Ik kan mij hierover niet bepaald uitlaten, maar het
punt zal, ook met raadpleging van vreemde wetgevingen,
overwogen worden. Ik geloof niet, dat het in verband
behoeft te staan met de invoering met het nieuwe Straf
wetboek. liet is eene zaak van veel belang, want hetgeen
de geachte sprekei voorstelt, komt eigenlijk neder op het
keuren van de boter. Er is een tijd geweest, dat men
zeer tegen alle preventieve maatregelen gestemd was, en
toen is langzamerhaud de verplichte ijk van de boter
vaten, die vroeger eene nationale instelling was, evenals
de keuring van de haring, afgeschaft. Of nu de vaten
gemerkt en de boter gekeurd zouden moeten worden, of
wel het recht gegeven aan bepaalde handelaars, onder
bepaalde voorwaarden, zekere merken te gebruiken, is
eene zaak, die overwogen zal worden."
Tot dusver de processtukken, welke ons
aanleiding gaven deze zaak ter sprake te
brengen.
De uitvinding van kuustboter kunnen
wij, op zicb zelve, niet als een vooruit
gang des tijds toejuichen. Als wij bezwaar
hebben tegen die nieuwigheid, dan is dit
niet, omdat wij tegen elke verandering
ook in de spijslijsten zijn gekant. Kuust
boter, als zoodanig aan den man gebracht,
kan onschadelijk worden genoemd. Onmis
baar was zij evenwel niet, daar in de
groote gezinnen door moeder de vrouw
toch reeds surrogaten voor boter worden
gebruikt. De winterpotteu (de gestoofde
potten) worden iu vele groote huishoudens
bereid met vet, hetwelk, met verstand van
rund- en kalfsvet samengesteld, zich wel
laat smaken.
Niettemin kan op zicb zelf beschouwd,
de kuustboter niet worden afgekeurd. Er
wordt echter van baar een schandelijk
misbruik gemaakt, in da eerste plaat3 ten
nadeele vau bet etend publiek.
Als men tegenwoordig sommige kookhui
zen voorbijgaat, komt eeu»genre ons te ge-
moet, welke allerminst verkwikkelijk moet
heeten.Het vet uit de kunstboter heeft al heel
weinig van »odeur« als ze in bewerking«
is. Men betaalt de spijzen duur genoeg,
verbazing zag, dat da man niet in de diepte
verdwenen was, maar midden in de spleet boven
op het water dreef. Binnen weinige minuten
had zich namelijk om hem en zijn koffer
eene ijskorst gevormd, waarin liij nu als in
een zwemgordel zich zwemmende boven water
hield". Zonder een woord te spreken, had
den allen toegeluisterd. Tlotseling verhief zich
van tafel een dik man mannetje en zei met
zachte stem„Ja waarlijk, het was dal jaar
zeldzaam koud. Ik herinner het mij nog als
deu dag van gisteren; ik hel) toen ook tusschen
Rügen en Stralsuud schaatsen gereden. In volle
vaart kom ik op eens voor dezelfde spleet in
het ijs, waar die reiziger in is gevallen. Uitwij
ken is mij niet meer mogelijk en reeds zie ik
den dood voor oogen. Tot mijn geluk zie ik ten
laatste nog een tweede gat in het ijs, ongeveer
honderd voet verder. Snel besloten neem ik
een (linken aanloop, spring met uitgestrekte
armen in de spleet, kom door de vaart, die ik
had, hij de andere spleet er weer uit en om
niet vast te vriezen, rijd ik met onverminderde
snelheid verder. Nog één oogenblik heb ik den
tijd op mijn gevaarlijk avontuur terag te zien
om te kunnen eischen, dat er echte boter
wordt gebruikt. Doch iu deze verlichte
eeuw neemt men het zoo nauw niet met
d9 consciëntie, de beurs heeft het meest
te zeggen.
Op den duur zal men evenwel ook geen
rekening maken met bedrog. De smake
lijkst bereide spijzen zulleu ten slotte het
meest aantrekken. Solide restauraties heb
ben dan ook het meest te doen.
Dat met bedrog geeu rekening wordt
gemaakt, dat hebben onze botermakers en
boterhandelaars ondervonden.
Uit de medeelingou van deu heer Huij
decoper en van den Minister zagen wij,
hoe het daarmee gesteld staat. Eu hetgeen
zij constateerden, was eigenlijk reeds lang
bekend. Niet alleen bij ons te lande, maar
ook elders, werd de kunstboter als middel
gebezigd tot het plegen van schandelijke
bedriegerij.
Dat men bierbij wel degelijk van bedrog
mag spreken, zulks werd door Minister
Heemskerk, zelfs uit een juridisch oogpunt,
zoo stellig mogelijk volgehouden. Redres
mag dus niet uitblijven. De boterverbrui-
kers en de boterhaudelaars moeten beschermd
worden tegen de bedriegers. De heer Huij
decoper wee3 er op hoe reeds iu Zweden,
Noorwegen en Denemarken wettelijke be
palingen tegen bedriegelijke handelingen
op boter-gebiel zijn ingevoerd. In Duitsch-
laud zijn ze in voorbereiding. Nederland
sukkelt weder achteraan. Hier heerscht het
beginsel van vrijen handel.
Vrij te zijn is goed, is prijselijk, is, dik
werf, benijdenswaard; maar (wij herhalen
het ook nu weder) elke redelijke vrijheid
heeft hare eigenaardige grenzen. De »bo-
ter-losbandigheidwelk9 nu heerscht,
kunnen wij niet prijzen.
Minister Heemskerk herinnerde aan deu
vroetreren toestand, toen boter en haring
werden gekeurd. De vrijheidswiud, sloeg al
de preventieve iustelliugeu weg. Onze va
deren waren echter zoo onuoozel niet. Zij
wisten wel wat zij deden. Niet gelooveu ie
aan een volmaakt meuschdom, gelijk de
verïichters en beschavers dezer eeuw,
namen zij maatregelen tegen de verderfelijke
gevolgen van de menschelijke zwakheid.
Eu men kan er zeker van zijn, dat liet
voorgeslacht lekkerder en zuiverder boter
at., dat de tegenwoordige generatie. Wij
moeten thans smullen aan theorieën
onze vadereu smulden liever aan smake
lijke spijzen.
Hoe dit zij, het schijnt, naar ons oor
deel, allernoodzakelijkst, dat de wet tus-
toen bemerkte ik, dat de beide gaten reeds
dichtgevroren waren. Zoo koud was het toen
Allen lachten, alleen de waard keak knorrig,
dat hij een concurrent gezonden had, en zei:
„Mag ik vragen, wie mij zoo de loef af weet
te steken
„Mijn naam is Frits Reuter", was hat ant
woord.
Ieder weet hoe populair de beroemde dichter
was, en hoe blij de waard was, hem als gast
aan tafel te hebben.
De oudste roode wijn en de fijnste champagne
werden uit den kelder gehaald. Den volgen
den morgen vroeg vertrok Reuter. Natuurlijk
liet men hem zijne rekening niet betalen en vol
vreugde over de genoten eer, sloeg de waard
het vreemdelingenboek open om deu beroemden
naam nog eens te lezen. Maar met den uitroep
Hemel! wat heeft die kerel gelogen!// legde hij
het hoek stil weder weg; want daar stond
niet; Frits Renter, schrijver uit Eisenbach",
maar „Frits Reuter, agent van de verzekering
maatschappij te Lubeck".
scheubeide trede. Wel beweerde Minister
Heemskerk, dat het verkoopeu vau mar
garine ouder deu naam van boter een be
drog is eu ouder de strafbepalingen van
den nog virgeereuden dode penal valt;
doch wjj hebben nog van geeu vervolgin
gen gehoord, terwijl zij toch wel degelijk
zouden zijn ingesteld, als men maar ernstig
had gewild. Het gaat daarmee als met de
verkondiging van de godtergende beginse
len en theorieën van de socialisten; nie
mand toch komt daartegen in verzet; meu
laat alles maar blauw blauw. De veer
kracht schijnt uit de autoriteiten geweken;
zij vveezeu voor de advocaten, die allerlei
exceptiëu mee groote behendigheid weten
op te werpen.
't Is daarom dringend uoodig, dat de
wet duidelijk en dus ondubbelzinnig de bo-
terbedriegers strafbaar stelle; de bepalingen
van het Nationale strafwetboek schijnen
iu geen geval afdoende tegeu de benadee-
O O O
ling vau de maag en van de beurs der
natie te zijn.
Tegeu preventie zien nog altijd velen
op. Wij geven toe, dat het veel beter ware
als men zulke streuge bepalingen niet
uoodig had; maar als de menschen slechter
worden, moeten de weten strenger zijn.
Waarom zou in Nederland onmogelijk
zijn, wat elders uitvoerbaar bleek? Of zou
men er naar streven, dat Nederland, thans
het klassieke laud der vrijheid geheeteu, ook
het land der klassieke vervalschiug van de le
vensmiddelen zou moeten genoemd wor
den?
Wij hopen het niet. De Minister Heems
kerk deed de stellige toezeggiug, dat de
zaak althaus zou worden overwogen.
Nu, aan overwegen (iets geheel anders
dan orerwegeu, iu den zin van meer geven
dau de maat is) bestaat iu ons goede land
geeu gebrek. Als men maar niet zoo lang
weegt, tot dat op onze botermarkt niet
meer te wegen zal zijn. Er bestaat pericu-
lum in mora; de goede boteruaam van
Nederlaud is benadeeld, hij moet in eere
worden hersteld.
Zoo dus niet spoedig iets van de Regee-
riug in deze boterquaestie wordt gehoord,
dau hopen wij, dat uit deu boezem der
volksvertegenwoordiging eene stem zal op-
gaau om het Bewind aan zijn# boterbe-
lofte te herinneren, die niet maar zoo in
't niet mag versmelten.
De Belgische Kamer hee t de wijziging,
door deu Senaat in de auteurs-wet ge-
De overheid vau een plaatsje op Seeland
(Denemarken) die ook, in deze slechte tijden,
zuinig moet zijn, heeft het volgende middel
bedacht, om de kosten van het verbetereu vau
een weg uit te winnen.
Die weg is moerassig err, op eene plek, waar
hij door een druk gebruikt voetpad gesneden
wordt, bepaald onbegaanbaar. Er moest iets aan
gedaan worden; daarover waren allen het eens.
Maar om nu op de goedkoopste manier te
zorgen dat de voetgangers droog den weg kun
nen oversteken, beeft het gemeentebestuur vier
paar klompen gekocht en die, op de bepaalde
plaats, ter weerszijden van weg, met lange tou
wen aau palen vastgemaakt. Wie nu den weg
wil oversteken, stapt iu een vau dia paar klom
pen, en komt droog en ivel aan deu overkant
zoo goed als Stariug's koppige boar, met zijn
laarzen aan.
De na hem komen le behoeft dan maar aan
bet touw te trekken, om bet gemeentelijke schoei
sel naar zicb toe te balen, eu bet op zijne
beurt te gebruiken.