A' iV iiSSür^:>j 978. Donderdag 11 Februari 188G, 1 id Jaargang, Het ongeloof der [/ontwik kelden". T Li ABOHHBMEiSÏSPli UB Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het Buitenland Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B tJBE AU: St Jansstraat Haarlem. 0.8ó 1,- 1,50 0,06 '@lïSWXïr-=. y AGTTE MA HOW AGITATE. PHIJS DEK ADVEKTEHTIEH Van 16 regels.30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Coulant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en V r ij d g avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPESS LAUB.EY Ouder dit opschrift geeft het tijdschrift Monatlichen Mittheilungen des Ver eins zur Erlialtung der evangelisclien Volksschuim het volgende artikel, dat wij onzen lezers en lezeressen, ter zake van zijne actuali teit eu belangrijkheid, niet weusehen te onthouden. »Iu eoue voordracht,zoo schrijft de Redactie van genoemd maandwerk, »die de Hof-eu Domprediker Stöcker te Berlijn, eeuigen tijd geleden, over de gevaren van den tegenwoordige)! tijd heeft gehouden, beschuldigt hij de hooge, beschaafde eu ontwikkelde kringen vau het Duitsche volk, dat zij door hun ongeloof en godverzaking de schuld dragen van de verwaarloozing eu verachting, welke in Duitschland, in zake van Godsdienst en zedeieer, bij het volk valt waar te nemen. In geen ander Pro- testautsch land, aldus constateerde Stöc ker, zijn de hoogere klassen zoo ongods dienstig, zoo bevangen van het noodlottig vooroordeel, dat het Geloof niet met de wetenschap kau samengaan, dan juist in Duitschland. Hadden de beschaafden, de ontwikkelden hun Christelijk Geloof be houden, dan bestond er geen vijandschap tegen de Kerk vau zijde der liberalen, noch van den kant der sociaal-democraten. Ver der klaagt de Hofprediker Stöcker, dat er ook ouder de conservatieven zoo vele niet- Christenen zijn. Men houdt den Godsdienst voor eeue private zaak van het individu en men minacht al te veel zijne beteeke- nis voor het openbare leven. Zonder het Christendom in dit opzicht zijn alle beroemde Staathuishoudkundigen het eens kan de sociale vraag niet worden op gelost. Onze volksgeest is dwalende. Onze gausche beschaving en ontwikkeling heeft een verkeerden weg ingeslagen. Men ont wikkelt het verstand, maar men vergeet het gemoed eu den wil ten goede te ont wikkelen. Bij de benoeming van professors eu andere leeraren vraagt men geenszins naar hun karakter, veel minder naar hunne godsdienstige gezindheid. Men weet, heiaas! op welke ontzettende wijze ongodsdienstige ouderwijzers hun geloof onder de jeugd bevorderen; toch gaat men voort atheïs tische leeraars en hoogleeraars aan onze inrichtingen vau ouderwijs te benoemen, ja men overlaadt die godloocheuaars zelfs met de hoogste eerbewijzen. F EU ILL E T O N. Bekeerd. Er zijn geen grooter gekken op aarde dan die, welk# met de bescheiden welvaart, die hun te beurt viel, in der eeuwigheid nooit tevreden, met gierige, nijdige oogen bestendig op de ge luksgoederen van hunne medemei.schen zien die zich dwazelijk boven hun stand zoeken te verheffen, waarin ze zeer gelukkig zijn konden, als zij slechts wijs waren: die altijd denken, dat de rijken en grooten der wereld gelukkig zijn te prijzen, en vergeten, dat elke stand zijn eigen plagen en kwellingen meebrengt, en dat de on dervinding leert, hoe zelden de rijkdom blij geestigheid en ware levensvreugde medebrengt. Tot deze soort van zotskappen behoorde ook Hannes Grommert, een hoer t# een klein Duitsch dorp, waar hij lang niet de minste was onder de talrijke broederen van het groote landbouvvgilde. Hij bezat zooveel land in eigen dom, dat dit hem een behoorlijk bestaan op leverde, een klein, maar net en zindelijk huisje, een goede echtgenoote, die, als duch tige huisvrouw, hoewel nog jong iu jaren, Een zeilde klacht uitte in't vorige jaa r de Geheimraad Waguer. Deze schrijft in /ij ue Memoir ene: »FTet atheïsme in het philosopbenkleed kan niet alleen onge hinderd worden voortgeplant, maar het wordt nog wel als eeue nieuwe wijsheid gevierd, als het zich bepaalt tot het ver woesten van Christelijke kerken en hare eigendommen en tot het ontkennen van alle Goddelijk gezag. Maar het wordt met straffen bedreigd en op potsierlijke wijze verboden, zoodra het volk de zeer conse quente gevolgtrekking maakt, dat, als er geen God is, men ook geeue aanleiding heeft Hem te vreezeu, Zijne geboden te gehoorzamen, Zijn gezag te erkennen en te eeren. Evenzoo wordt de materialistische wereldbeschouwing het nieuwerwetsche Sadduceërdom, de ontkenning van 't be staan van een leveu aan gene zijde van het graf, verkondigd en geprezen, zoo lang zij zich iu kringen beweegt, waar men de middelen bezit in dit leven goeden sier te maken en zich in afwisselende ver maken te verlustigen. Maar bet materia lisme neemt in het oog van de vertegen woordigers der bestaande maatschappelijke orde onmiddellijk een staatsgevaarlijk ka rakter aan en het moet met alle mogelijke middelen van wet en bestuur worden on derdrukt, zoodra ook het volk op de gedachte komt het leven hiernamaals weg te cijfe ren en hier beneden een leventje als vroo- lijke Frans te leiden.* Het is buiten kijf dat de Hofprediker Stöcker en de Geheimraad Waguer vol komen recht hebben, als zij hunne beschul digingen den hoogeren en ontwikkelden ongeloovigeu naar het hoofd slingeren. Want dezen zijn de eigenlijke verleiders eu bedervers van het volk. Hun voorbeeld verleidt ook de lagere volksklassen tot ou- geloof eu onzedelijkheid. En waar geen Godsdienst en geen Christelijke zin meer is, daar gaat het volksleven zijn moreel eu sociaal verval met reuzenschreden te gemoet. Hoe staat het echter geschapen met de houding, welke de vereerders en aanhan gers van de christelijke beginselen tegen over de hooggeplaatste eu zoogenaamd beschaafde eu ontwikkelde ongeloovigeu aan den dag leggen? Trachten zij dezen tot het bewustzijn te brengen, dat zij zich niet. alleen tegenover God zwaar bezondigen, maar dat zij ook onophoudelijk ons volk tot grootere ellende eu ten slotte tot een zijn boeltje door vlijt en overleg knap bij elkaar wist te houden, en eindelijk twee allerliefste krullfcbollen van jongens, die door hunne volle, ronde wangen onwillekeurig aan de bazuiuende engeltjes op het orgel in de kerk deden denken. Had Hannes Grommert dus niet alle reden, om vergenoegd en tevreden te zijn? Hij was dat echter volstrekt niet, wijl de nijd- eu hoogmoeds- duivel in hem spookte, hem dag en nacht kwelde en plaagde, en hem influisterde Wat zoü je een gelukkige kerel wezen, Hannes, als je een mooier huis, meer geld eu daarbij cok wat eer en respect onder de menschen hadt koriom, als je 't zoo tot wat groots brengan koud t in de wereld Dit inblazingsonkruid van den boozen vijand viel op een vruchtbaren bodem en schoot welig op. Hannes barstte schier van nijd over het geluk van anderen. Ging de heer van het dorp, die op het kasteel woonde, zijn huis voorbij, dan zuchtte hij„Och wat heeft onze heer daar weer een kostelijk fijnen lakenschen rok aan; dat glimt je tegen. Eti dan zoo'u wit gepoeierd hoofd, dat blinkt als zilver in de maneschijn, en zoo'n stok met een gouden knop er op Dat ik toch ook zoo'n groote meneer ware, of een dier renteniers in de stad, die iu huizen als paleizen wjuen en wissen ondergang voeren Vertoonen zij ziclt met de getuigenis der waarheid bij die ongelukkige afgedwaaiden met die vrien delijkheid en ootmoed, die den Christen past, docli hem niet mag terughouden zijn verdoolden broedèr op het rechte pad te brengen? Is hun gedrag tegenover de on- geloovigen zoodanig, dat deze de smart der liefde moeten bespeuren, die het hart der Christenen vervult, als zij zien, dat door het verleidend voorbeeld der hoogere krin gen, het volk steeds meer en meer ontaardt eu iu liet moeras van een meusch-ouwaardig en ellendig aanzijn wordt gestort? Helaas den Hemel zij het geklaagd wij zien juist het tegenovergestelde gebeuren. Men houdt den ongeloovigeu, den gods- dienstloozen, zoodra zij slechts hooggeplaatst zijn in de maatschappij en voor beschaafd eu ontwikkeld doorgaan, hun ongeloof eu huune ongodsdienstigheid ten goede. Men behandelt en roetnt hen, als waren zij de voortreffelijksten onder de menschen, men vereert hen, men tracht zich hunne gunst te verwerven, men haakt naar huune viiendschap. Waarom zou men zich ook bekommeren over hunne verhoudiug tot God of Godsdienst! Hun gedrag tegenover de menschen geeft den toon aan; God mag men wel verachten eu minachten, God behoeft men niet te vreezen,niet te eeren,niet te beminnen. Als men de menschen maar liefheeft en hen niet veronachtzaamt, dan is men een fatsoenlijk, een braaf, een eer biedwaardig, een goed, een voortreffelijk, eeu net menscli. Men laat liet maar al be gaarne aau de Geestelijkheid over, om de hooggeplaatste, beschaafde en ontwikkelde ongeloovigen ernstig toe te spreken. Zij kan dan ook deu ganscheu haat der hoogere kringen op zich laden- Zelf weet meu zich daarvoor wel te hoeden, meu tracht veeleer de gunst en vriendschap dier hooge leringen te verwer ven en men is te laf, te eenzijdig, te bekrom pen, te kleingeestig om den hooggeplaat- steu hun ougeloof eu hunne immoraliteit te verwijten. Wij vreezen niet te verkondigeu, dat de schuld, die de beschaafde en ontwikkelde ongeloovigeu aan deu tuoreeleu eu socialen oudergang van ous volksleven hebben, groot is, maar het wil ons toeschijnen alsof de schuld nog veel grooter, veel zwaarder is van hen, die ondauks huu be ter weten, door hunne gedraging tegen over de ongeloovigeu, dezen in hunne zon- kun eigen koets er op na houden, en in hun bed blijden liggen rooken, totdat het kostelijke eten 's middags op tafel staat!" Hij begon nu in allen ernst na Ie (leuken, hoe hij het er toe brengen kon, om ook een soortgelijk leven te leiden. Dat maakte hein soms zeer diepzinnig en verstrooid van gedachte. Als hij langs den weg ging, liep hij elk oogenblik gevaar m;t zijn neus het zar.d om te ploegen, wantin zijn diep gepeins zag hij de steeuen niet, die hem voor de voeten lagen, en struikelde hij alle tien passen. Wilde hij 's morgens zijne kousen aantrekken, dan merkle hij tot zijne eigene ver bazing, dat hij (1e schoenen aanhad. Vroeg zijne vrouw hein: „Hans, wil je spek of kaas op je brood?' dan antwoordde hij soms: „Honderd duizend gulden," of anders wel: „Een mooi kuis in de stad." Zei zijn jongste jongen, Peter, tot hem „Vader, zeg mij, wie heeft hemel en aarde geschapen?" dan kon soms 't antwoord zijn: „Onze heer met zijn mooier zwarten rok." Te vergeefs dat Grietje, zoo heette zijne vrouw, hem vroeg: „Beu je ziek, Hannes? Wat man keert er aau? Heb je de kou door de leden, cu zal ik je van avond wat vlier en kamillen, om te zweeteu, zetten?" Hij bromde dan: „Laat mij met vreê eu pis liever op je eig en de versterken en nog tot vermeerdering van huu aanzien, tot hunne verheffing bijdragen, zoodat huu verleidelijken in vloed des te grooter wordt. Laten we kopen, dat het beter worde, en dat tuen voortaau dat soort verdraag zaamheid leere verachten, dat met de trouw jegeus het Christelijk Geloof niet te vereeuigeu is eu slechts voor het ou geloof eu de ongodsdienstigheid de wegen effeu maakt.» Tot zoover het Protestaudsch -con servatieve blad, dat natuurlijk slechts de toestanden eii verhoudingen vau zijn Gods dienst iu 't oog heeft. Bij vele hooggeplaat ste Katholieken, staat het, wel is waar, niet beter geschapen, maar toch zijn er ouder hen, deu Hemel zij dank, nog zeer velen, die niet alleen het Geloof in 't harte dragen, maar dit- ook iu het open haar belijden. Een punt echter viudeu wij in het interessante artikel niet ver meld. Als het ongeloof in de laatste ja ren in de Protestantsche Kerk zulke ont zettende vorderingen heeft gemaakt, dan draagt ongetwijfeld op de eerste plaats de cultuurstrijd in Duitschland daarvau de schuld. Het is echter een hoogst betreu renswaardig feit, dat de meeste conserva tieve Protestanten voor het doen eindigen van dezen vreesenlijkeu strijd slechts eenige zalvende phrasen teu beste hebben. Door tastende maatregelen worden door hen niet genomen; zij schijnen maar niet te willen begrijpen, dat elke slag, die iu dien ou- zaligen strijd het Katholicisme ten deel valt zeker geheel en al tegen den wil en de bedoeling vau zijue stichters met dubdele kracht op het Protestantisme uederkomt. Dat moest het Protestausch-couservatieve blad weten en aau zijne geestverwanten verkondigen. Heeft het den ernstigen wij en het verlangen, dat de Godsdienst ouder de menschel), ook onder de ontwikkelden wederkeere, dan is liet zijn plicht er toe mede te werken, dat de Godsdieust vrij eu ongestoord kan worden uitgeoefend. Wil men het kwaad uitroeien, dan zoeke men naar zijn wortel, naar zijne bron. Dat heeft ook het meergemelde blad ver zuimd. Jammer genoeg. Zoo er vau Pro- testansche zijde iu Duitschland meer werd aangedrongen op het doen ophouden vau deu nog steeds drukkendeu cultuurstrijd, dau zou oolc Godsdienst eu zedelijkheid terugkeereu in de harten van beu, wier af- zakeu. Jij kant mij toch niet helpen, kind." Grietje zag h m bedenkelijk aan en dacht in stilte: „Hannes heeft zeker wat te vaak het glaasje gelicht, of anders moet het zeker in zijn hoofd maukeeren." Eindelijk zon echter een dag komen, dat zich het uitzicht voor hem opende om zijn lieveliogs— wensch nog eens vervuld te zien. De Jood Levie Israëls uit de naburige hoofdstad kwam het dorp met zijne tegenwoorJigh id vereeren en bood loten te koop, waarop men de grootste heerlijkheid in 't gausche land, over de twee maal houdeidduizeu 1 gulden onder broeders waardig, zoo maar winnen koude. Dat was water op den molen van onzen Hannes. r/Neem een lot," dacht hij bij z'ch zelf, „dan ben je mis schien op eenmaal geholpen. Daar heb je den ontvanger hier in de buurt, die heeft al twee maal een twintigste van het groote lot gehad j en wat een ontvanger gebeurt, kan een auder eerlijk Ckristenm uscli toch ook nel overkomen. 'tLot kost wel zestig gulden, eu zooveel heb je niet in kas, zoodat je wel aan 't keuen zult moeten; maar dat (loet er niet toe. Ik moet mijn fortuin toch eens beproeven." (Wordt verwigd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1886 | | pagina 1