N E IJ W E fto. 985. Zondag 7 Maart 1886. 11 de Jaargang. Geen reuzenstap. B U IT E X L 1 1). A slIKst {Wordt vervolgd.) ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haariem 0,8ó Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1, Voor het Buitenland 1,50 Af'sonderljjke Nummers 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. \L\T I E» DRl I AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Adverteutiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: K UPPERS LAURET. Dezer dagen verdedigde een der liberale bladen opnieuw de stelling, dat in de eerste plaats aan de capaciteiten het stemrecht moest verleend worden. Het blad kou zich niet vinden in het stelsel der Regeeriug; O O ook niet in de systemen van andere zijden voorgedragen, waarbij het denkbeeld /au capaciteit* niet op den voorgrond trad. Nu is het ons altijd voorgekomen, dat er bijkans geen zonderlinger begrip bestaat, dan dat van capaciteit. Wil men soms een staatsexamen invoeren? Maar wat zou dan van den aanstaanden kiezer worden gevor derd? Of verlangt men, dat allen, die een staatsexamen aflegden, om hun studietijd af te sluiten, alzoo alle gepromoveerden en gegradueerden, bij voorkeur tot de stembus zullen toegelaten worden? Tegen dien eeu- zijdigen maatregel zouden wij ons sterk verzetten. Kennis is machtluidt de spreuk; maar kennis zelf geeft nog geen aanspraak op het uitoefenen van een recht, waartoe nog meer zedelijk besefdan verstand wordt ge vorderd. Men versta ons wel: wij ontkennen de waarde der wetenschap niet; wij schatten ook het bezit van de meest elementaire kennis niet gering. Wat wij loochenen, is de bewering, dat kennis allermeest den wa ren vaderlander zoude vormen. Eu daar toch komt het op aan. Het ideaal-kiesrecht zou wezen, dat alleen zij tot de uitoefeniug van dat recht werden geroepen, die door zedelijken zin, belanglooze vaderlandsliefde en eerbied voor Gods wet, zich in de samen leving onderscheiden. Behoeveu wij nog uitdrukkelijk te betoo- geu, hoe voor dat kiesrecht kennis volstrekt niet altijd de ware »census« zou wezen. Keunis maakt maar al te dikwerf opge blazen, terwijl de mau, die veel weet, niet steeds ook diep en zuiver gevoelt, 't Zou dus in ons oog eeue dwaasheid zijn, om aan de kennis de prioriteit bij de stembus te verzekeren. Het ideaal, waarvan wij zooeven gewaag den, zal natuurlijk ook wel niet te verwe zenlijken zijn, op deze aarde blijft alles, uit de natuur der zaak reeds, onvolmaakt. In deze wereld zweeft het ideaal boven de hoofden en harten, het leeft slechts zeer gebrekkig in beide. Toch moet een kiesstelsel worden ge volgd. Tusschen verschillende stelsels moet gekozen worden. Bij de behandeling der FE O 1LLE T O N. De veerman van de Kentucky. 6. Vervolg). Nugget vertrouwde (leu jongen mau eeue som van 1000 dollars in goud en zilver toe, en deze rei?de, na een hartelijk afscheid van Mary ge nomen te hebben, naar Marysville af, onder belofte hoogstens veertien dagen weg te blijven. Hij keerde echter niet terug, en toen er na verloop van vier weken een onderzoek naar hem in Marysville werd ingesteld, bleek het, dat hij in 't geheel niet bij de veiling tegenwoor dig geweest en ook niet in de stad was gezien. Ook later werd er geen spoor meer van hem ontdekt. Ingestelde navorschingen brachten aan het licht, dat men hem het laatst in Waynes- burg gezien had, waar hij in eene herberg zich vroolijk en uitgelaten had aangesteld en daarop in allerijl verder gereden was, om over de Ken tucky te komen. Nugget en zijne huisgeuooten konden niet gelooven dat den vluggen, jongen, krachtige» en goed gewapenden man een ongeluk zou overkomen zijn; veeleer geraakten zij tot Grondwetsherziening zullen wij weder veel te hooreu krijgen over de beste stelsels van volkskeuzen. Aan het ter parlemen taire markt brengen van de diepzinnigste wijsheid zal het wel niet ontbreken. Sedert een paar jaren heeft men o, zoo veel ge sproken en geschreven over kiesrecht; men heeft de klassieke wereld er zelfs bijge haald; en des alniettemin en evenwel nochtans is liet vraagstuk eene quaestie ge bleven. 't Merkwaardigst van alles is nog wel, dat er zoo weinig overeenstemming heerscht onder de tegenstanders van het bestaande, dat juist daarom de vraag gewettigd schijnt, of een tijd voor iets nieuws wel gerekend kan worden daar te zijn. Misschien ligt het aan ons, aan onze vulgariteit, aau ons gebrek aan vleugels, om zoo boog in de kiesrecht-lucht te vliegen, maar wij vinden het cetisus- begrip nog zoo onhoudbaar niet. Volmaakt zullen wij het niet noemen; het is, als men zoo wil, vol gebreken; doch worden alle andere systemen van kiezen ook niet door allerlei leemten en onvolkomenheden ge drukt? Omtrent de leer der capaciteiten con stateerden wij reeds, dat zij tot eenzijdig heid en onbillijkheid voert; en zoo zouden wij tegen elk ander stelsel ook hoogst ge wichtige bedenkingen kunnen iubrengeu. Een soort van kiesrecht willen wij met name nog bestrijden: wij bedoelen het al gemeen stemrecht. Bedenkelijker systeem kunnen wij ons, vooral in een klein land als het onze, waarin dus de kiesrecht-beweging van zeer enkelen moet uitgaan (dat kan niet an ders op een beperkt terrein), niet deuken. Het. allemansrecht noemen wij een groot gevaar voor ons dierbaar vaderland. Heb- wij op zich-zelf eene zeer gewichtige prin- cipiëele bedenking tegen de samenstelling der wetgevende vergaderingen in onzen tijd, omdat wij gelooven, dat de macht niet. vau beneden, de menigte, maar van hoven, het gezag, moet komen, nu eenmaal de stroom niet meer te keeren is, nu stem bus-onthouding onzerzijds (dat wil zeggen van die onzer geestverwanten) zou leiden tot een gemakkelijkeu triumf voor de re- volutionuairen, nu moeten wij wel berusten in hetgeen wij, op staatkundig gebied, niet kunnen beletten. Alzoo hebben wij te bepalen, welk stel sel van kiesrecht ons het meest onschadelijk toeschijnt. Dat wij daarbij onmogelijk kun nen denkeu aan algemeen stemrecht hebben de overtuiging, dat zij hun vertrouwen geschon ken hadder. aan een bedrieger, die het misbruikt had, om zich iu het bezit van eene groote som gelds te stellen en daarmede zijn geluk in de wijde wereld te beproeven. Mary bestieed wel is waar aanvankelijk deze opvatting, doch vond geen geloof en dit vermeerderde hare treurig heid. Haar vader, die zich schandelijk bedrogen achtte, was iu hevige gramschap ontstoken en had verboden, dat (le naam William Dibdin ooit weer in huis werd genoemd. Uit dien hoofde kwamen de menschen in de nabuurschap weinig van die onaangename zaak te weten, zoo dat er goene aanleiding bestond tot lichtvaardige praatjes, gelijk anders wel in dergelijke omstan digheden het geval is. Op zekeren morgen, het was in den aanvang van de leute en een schoone, zonnige dag, ging de oude David naar de plok, waar hij hoornen had laten vellen, die nadat de stammen van hunne takken ontdaan waren, op sleden naai den zaagmolen moesten vervoerd worden. Zijne vier paarden en vier zijner negers waren, toen hij ter plaatse aankwam, druk aan den arbeid. Tot zijne niet geringe verwonderiug echter zag hij in de anders zoo eouzune wildernis een wij reeds (nu en vroegei) duidelijk doen uitkomen. Juist dezer dagen zagtn wij iu de Fransche Illustratie eene afbeelding van het drama van Decazeville en wel meer in 't bizouder van het oogeublik, waarop de woedende werklieden den onder-direc teur door een der vensters van ziju bureel werpen. Men weet dat de ongelukkige jam merlijk door de oproerlingen werd ver moord. Als bijschrift bij de plaat stond een verhaal van het gebeurde. Diep waren wij geschokt door de lectuur van de bizonderhedeii. De socialistische helden van Decazeville hadden zich als mousteis gedragen, terwijl vele vrouwen met helsche vreugde het moorden hadden aangezien. Toen wij op die duiveleu-tronies der mannen het oog hielden gevestigd, be dachten wij, dat dezelfde lieden iu Frank rijk tot de stembus worden geroepen. Ging het voorstel der Regeering (hetwelk voor sommige liberalen nog niet ver genoeg gaat) door, dan zou de weg zijn gebaand, om ook den minst beteekeuendeu werkman het kiesrecht op te dragen. Eene huurwaarde van 36 (eu daarop wordt het miuimum in het ontwerp-grond- wetsartikel bepaald) zal toch wel bijna de minste zijn, waarop de arbeiderswoning kan geschat worden. De huurwaarde vau een werkmanswoning iu de steden zal nog wel meer dan 70 cents per week bedra gen. Zoodra de Grondwetgever den gewonen Wetgever vrijlaat om de huurwaarde voor de uitoefening van het kiesrecht, te bepalen op een bedrag voor hetwelk f 36 als mi nimum wordt aaugenomeu, dan zal eene liberale Kamer, al adviseerden de Gede puteerde Staten daartegen, het desnoods als universeel kunnen invoeren. De libera len hebben toch steeds, als dat zoo iu hun kraam te pas komt, een hoogeu dunk vau de algemeeue volksbeschaving. Met het Regeeriugsvoorstel kunnen wij dus niet meegaan. Uit dien hoofde hebben wij ook niet veel op met de Grondwets herziening iu 't algemeen, als daardoor ten minste niet eeue belangrjke verbetering van de onderwjs-wetgeving kan verkre gen worden. Wilden ue liberalen daarom trent zeer gewichtige coucessiëu doen; wil den zij in de Grondwet waarborgen opnemen voor het verkrijgen door het bizouder on- derwjs van een deel der schatten, die nu nog alleen voor de Staatsschool worden opgebracht, dan zouden wij meeuen, dat vreemdeling, ecu bejaarden, magere» man, met een door de zon verbrand gelaat, grijze, uitstekende oogen eu borstelige» baard; kortom, zijn geheel uiterlijk maakte een onguustigen indruk, en deed eer don spitsboef, dan den fatsoenlijken man in hem vermoeden. Hij zat op een der gevelde boomstammen, achteloos schommelende met zij .e be mm; een lange buks had hij naast zicli staan en eene kleine wiskyflesch in (1 e hand, waaruit hij ian tijd lot tijd een slok nam, (lie hem telkens zichtbaar verkwikte. „Hobo, ik vermoed dat hot de oude Nngget is, die daar komt aanwaggelen," ri<p hij ver genoegd uit, zoodra de kolonist hem dicht ge noeg genaderd was, om door hem verstaan te worden Wel! oude jongen, hoe gaat het met u in (leze armzalige wereld?" „Dank u, dank u!" antwoordde de planter koel, „met mij gaal het goed. Ik kan mij echter niet herinneren u ooit te voren in deze arm zalige wereld gezien te hebben. Wat verlangt gij van mij? Wie zijt gij?" „Ik heet Nathanael Sutter en heb de ver waarloosde hoeve van Jones gokocht, daarginds in de bergachtige streek, ongeveer zos mijlen van hier ook door de anti-liberalen hunnerzijds een eu ander kon toegegeven worden. Doch O O zelfs dan nog zouden wij niet kunnen rne- degaau met eeue minimum-huurwaarde van 36, tenzij in de Grondwet voor de stedeu en de groote plattelandsgemeenten (aau te duiden door het aautal zielen) een hooger minimum werd bepaald. Niet geloovettde, althans zeer twijfelende, aau het tot stand komen der Grondwets wijziging, zouden wij het nog 't allerweu- schelijkst vinden, om het denkbeeld van het lid der Tweede Kamer, den heer Ver meulen, iu overweging te nemen, die met een zeer bescheideu census-vermindering wilde beginnen. Bleek dan, dat die maat regel de door velen gevreesde gevolgen eener uitbreiding va i het kiezerspersoneel niet zou opleveren, dan zou men iu de richting der vergrooting van het stem bevoegd Nederland* kuuuen voortgaan. Dat advies, waarnaar men van de zijde der Regeeriug niet geluisterd heeft, noe men wij nog den eenigeu ratioueeleu weg. Of hij nog zou zijn iu te slaan, (wij voor ons persoonlijk zouden rneenen van ja) daarover moet nu door de heeren in Den Haag worden beslist. Niet zonder zorg zien wij het naderend overleg over de Grondwetsvoorstellen te gemcet. Geen verhooging van den volks- zegeu verwachten wij van die beraadsla gingen, we! het opvlammen van het par- tijvuur. De Regeeriug zal het zich te laat beklagen, dat zij het kieswet-voorstel Lobman (belangrijk gewijzigd desnoods) niet heeft aanvaard. Dat voorstel was de uitwerking der gedachte van den heer Vermeulen, waarmede wij konden sym- patbiseereu, omdat wjj van niets meer afkeerig zijn, dan van reuzenstappen op deu weg der ontwikkeling onzer beproefde staatsinstellingen. De Duitsche Rijksdag heeft iu tweede lezing het wetsoutwerp betrekkelijk het doen slaan eener nikkelmuut van 20 penuig aangenomen. Bij de 3e lezing zal tevens worden beslist over eene door het lid Ubdeu voorgestelde resolutie, waarbij den Bondsraad wordt verzocht in de eerst volgende zitting van deu Rijksdag een wetsontwerp betrekkelijk het aanmunten van 2V» pfenuig-stukkeu iu te dienen. Iu den Rijksdag is ook het debat ge opend over het monopolie op sterken drank. „Inderdaad, ik heb een nieuwen kolonist van dien naam gehoord. Ik hoop dat wij goede buren zullen worden." „Dat zal aan mij niet liggen, oude jongen, en ziehier wat ik van u verlang: drie duizend stuks geschaafde panlatten tegen billijken prijs a contant. Ik heb zooveel ander werk, dat het mij onmogelijk is dize zelf te maken." „Dat kan ik denken. Gij hebt toch zeker eenige knecht) iu uwer. dienst? Zijt gij gehuwd „Mijne vrouw is reeds siuds vele jaren dood- God hebbe hare ziel 1" Dat hoop ik ook. Hebt gij kinderen „Niets dan een volwassen zoon, een flink op geschoten jongen, Olivier gchecten. Hoor eens vriend Nugget, wanneer ge soms eeue knappe dochter hebt uit te huwen, en haar een goeden hoop dollars kunt medegeven, kijk dan mijn prachtexemplaar van een jongen eens aau. Ik zal liein morgen hierheen zenden, om de eerste lading panlatten af te halen, dan hebt gij derhalve daartoe eene goede gelegenheid. Zeg! ge hebt immers eene dochter? De lieden daarginds in het gebergte, vertelden het mij."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1886 | | pagina 1