NIEUWE
No. 989.
Zondag 21 Maart 1880,
11 de Jaargang,
i)c boter en nog iets.
ABOHNEMBNTSPBIJ8
Per 3 maauden voor Haarlemr
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het Buitenland
Afz mderl jjke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BÜSEAÏÏ: St. Jansstraat Haarlem.
0.85
1,-
1,50
0,06
v m
ïï'NhKi;
AGITE MA NOK AGITATE.
PKIJS DEE ADVEBTENTIEU
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÜPPERS 1AURET.
Zeer belangrijke beraadslagingen wor
den op dit oogenblik in den boezem der
volksvertegenwoordiging gevoerd over de
hoogste belangen der Natie- Met ieder goed
vaderlander volgen wij die discussie met
de meeste belangstelling. De herziening
der Grondwet is toch eeue zaak van zeld
zaam gewicht, onafscheidelijk verbonden
aan veel, waarop de besten en edelsten
ouder ons volk hun hart hebben gezet.
Toch zullen wij uiet daarover thans enkele
opmerkingen in 't midden brengen. Die
quaestie is, naar onze bescheiden meening
uitgepraat. Wel kan men er nog dagen
na dagen over redeueeren, gelijk thans in
's lands raadzaal geschiedt, maar nieuwe
gezichtspunten zullen uiet geopend wor
den.
't Geldt uu trouwens meer, wat onze
geestverwanten aangaat, den toeleg om de
andere partij en de Rageering van ons
goed recht te overtuigen.
Onze beste wensehen koesteren wij voor
dat streven van hen, die strijden voor de
vrijheid van onderwijs en dus voor een
der heiligste rechten, welke eene Natie kan
bezitten.
Gelijk men weet zou de Grondwetswij
ziging voor ons onaannemelijk zijn, als de
onderwijswetgeving niet werd veranderd in
het belang der bizondere scholen. Daarom
hopen wij, dat in de Tweede Kamer een
waarlijk verzoenende geest zal heerscheu
en dat ook de linkerzijde bereid zal be
vonden worden, om zulk eeue regeling
van het lager ouderwijs mogelijk te maken,
welke aan de billijke eischen der Katho
lieken en der geloovige Protestanten vol
doening verschaft.
In afwachting van de beslissingen, die
komen zullen, willen wij de aandacht ves
tigen op het debat, hetwelk aan de zoo
ingrijpende gedachtenwisseling over de
Grondwet voorafging.
Het betrof een vraagstuk, waarbij ook
wjj voor eenigen tijd stilstonden, namelijk
dat van de kunstboter.
Groot is het verschil tusschen eene beraad
slaging, gewijd aan de levensvragen van
ons volk voor heden en toekomst, en
die, welke de behandeling van een betrek
kelijk zoo ondergeschikt onderwerp, als
dat van de boter is, omvat. Doch voor
duizenden in den lande bezit ook het bo-
ter-geschil eene ongewone waarde. Wij
gelooven wel te durven zeggen, dat onder
den landbouwenden stand dezer dagen moer
zal zijn gesproken over de boter, dan over
de Grondwet. Tot zekere hoogte is dat te
betreuren, in zoover daaruit bljjkt, dat
voor de publieke zaak nog niet in alle
FEUILLETON.
De veerman van de Kentucky.
Vervolg en slot.)
Nugget trad snel op zijn buurman toe en
greep hem bij den arm.
„Spreek op, Sutter, hoe zijt ge in 't bezit
gekomen van mijn paard, dat gij te Lexington
aan dezen eerwaarden heer hebt verkocht?"
De oude dronkaard staarde verbluft den spre
ker, toen den geestelijke en daarna net paard
aan. Hij gaf geen antwoord, maar werd plotse
ling nuchter en doodsbleek.
„Neemt den man in bewaring," sprak de
predikant op indrukwekkenden toon. „Ik zie het
hem aan, dat hij geen goed geweten heeft. God
zij hem en alle andere zondaars genadig!"
Sutter werd dadelijk door eenige aanwezigen
i» bewaring genomen. Nugget sprak daarop met
kringen die belangstelling wordt getoond,
welke zij verdient; maar aau den anderen
kant mag toch ook niet worden voorbij
gezien, hoe het een zeer verklaarbaar ver
schijnsel mag genoemd wordeu, dat ieder
prijs stelt op het behoud van zijne boter
ham.* En die komt, onder de tegenwoor
dige omstandigheden, voor den eerlijkeu
boer, die in de opbrengst van zijn boter
een groot middel van bestaan zoekt, be
paald in gevaar.
Op grond van die overweging is men
zeker dank schuldig aan den heer A. Van
Dedem, die in de Tweede Kamer, door
middel eener interpellatie, de boterquaestie
aan de orde stelde.
De discussie over deze ondervraging der
Regeeriug gevoerd, was uiterst leerzaam.
Algemeen bleek, dat men een einde wenschte
gemaakt te zien aan de botervervalsching,
welke nu, als gevolg van het verkoopen
van kunstboter voor natuurboter, mogelijk
is. Men bracht ook de argumenten in het
debat, welke daarover in onze beschouwing
over deze zaak waren ontwikkeld. De sa-
meustemming, in dit opzicht, met mannen,
die gerekend kuunen en moeten worden
volkomen op de hoogte van de hierbij be
trokken belangen te zijn, deed ons goed,
gelijk het steeds aangenaam is, als men
ontwaart, dat men bij het bespreken van
deze of gene aangelegenheid, de waarheid
heeft uiteengezet.
De voorstanders vau wettelijke tusschen-
komst voor het bestrijden vau het boter-
gevaar eischten natuurlijk niet (hetgeen
hen trouwens ook niet zou geholpen heb
ben) dat de fabricatie van en den handel
in kunstboter zal belet wordeu en bemoei
lijkt, maar eenvoudig, dat men geen kunst
voor natuur zal uitventen. Het komt ons
voor, dat die eisch uiterst billijk is. Even
min als de heer Vermeulen, wensehen wij
bemoeilijking van den handel in nage
maakte boter, doch de natuurboter heeft
recht op bescherming tegen hare nieuwe
vijandin.
Onze landbouwende stand wordt door
de kuustboter-industrie ten hoogste bena
deeld. De goede boterreputatie in den vreem
de, is, voor een deel althans, door den
kunstboterverkoop zeer geschokt. De hee-
reu Van Dedem, Rutgers Van Rozenburg
en Lieftinck hadden dus volkomen recht
in hun aaudringen op iuterventie van de
zjjde des wetgevers. Hun optreden heeft
reeds het gewenschte gevolg gehad. Geheel
in aansluiting aau hetgeen deMiuisterHeems-
kerk, in de Eerste Kamer tijdelijk voor den
Minister van Waterstaat het woord voe
rende, in uitzicht had gesteld, verzekerde
laatstgenoemde Bewindsman, dat de Re
geeriug reeds tot de overtuiging was ge-
denvreemdtling.die in zijn buurman den vroegeren
veerman van de Kentucky herkend had, en
kwam hierdoor tot de ervaring, dat het veerhuis
aan don weg had gelegen, dien William Dibdin
over Waynesburg naar Marysville had ingeslagen.
Eenige oogenblikken later drong er van de
andere zijde van het kamp een gil tot zijn oor
door en hij herkende de stem zijner dochter
Mary. Hij ijlde naar haar toe en zag in hare
sidderende handen een gouden medaillon, dat
zij krampachtig aan haar hart drukte, terwijl
Olivier Sutter met een doodsbleek gelaat
voor haar stond.
„Ach! vaderriep het jonge meisje
snikkende uit, dit gouden medaillon, hetwelk de
heer Sutter mij zooeven schonk, is hetzelfde
kleinood, dat ik eens aan William gaf; het bevat
een verborgen veer, welke een plaatje doet open
springen, waarop mijn naam en die vau William
gegraveerd zijn. Zie, hier staan zij."
„Ik herken dat medaillon," sprak haar vader.
komen, dat de bepalingen van het Nationaal
Strafwetboek aanvulling behoeven, ter voor
koming van knoeierijen in den boterhan-
del. Over den modus quo was zij het echter
nog niet eens. Daarover moest zij eerst
nog eenige inlichtingen inwinnen van de
Kamers van Koophandel. Iu 't voorbijgaan
merken wij op, dat het in dit geval, maar
bij deze gelegenheid niet alleen, zeer te
betreuren is, dat ten onzent geen Kamers
van Landbouw bestaan. De boterquaestie
zou daar meer dau bij de Kamers van
Koophandel thuis bekooreu. Wel is waar
is de boterfabrieage eeue industrie, en zijn
de Kamers van Koopkaudel ook belast met
het behartigen der belangen van de nij
verheid, doch uiemaud zal kuuuen tegen-
sprekeu, dat een landbouwer, beter dau een
gewoon industrieel, te oordeelen weet over
alle botergeschillen. Het licht der Kamers
van Koophandel on Fabrieken zou dus de
Minister, naar onze opvatting, wel kunnen
missen, al gunnen wij het hem overigens
van harte.
De Minister van Justitie bevestigde de
mededeeliug van zijn ambtgenoot van Wa
terstaat. De Regeering wil den boterhan-
del uiet direct beschermen; zij wil alleen
bedrog voorkomen.
Wij zullen natuurlijk niet twisten met
den Miuister over de beteekenis vau be
schermen of niet. Als bedrog wordt ge
weerd, als dus het verkoopen van kunst
boter voor natuurboter wordt tegengegaan,
zal toch de haudel in echte boter wèl wor
den beschermd. Doch over woorden uiet
verder gestreden, wij zijn tevreden als wij
maar gelijk krijgen in de zaak.
Door den heer Vermeulen werd na
drukkelijk gewaarschuwd tegen overhaas-
tiug in het nemen van Rsgeeringsmaatre-
gelen. De industrie der kunstboter was
eene gewichtige nijverheidzij moest
wordeu ontzien. De Regeering moest
nog eerst eens afwachten, welke resultaten
de wetgevende maatregelen, elders geno
men, opleverden.
Tegen die raadgeving komen wij, be
houdens onzen eerbied voor den persoon
vau den adviseur, met nadruk op. De re
putatie van de Hollandsche boter zou wel
licht geheel verloren zijn, als men de wet
gevende middelen tot wering van bedrog,
uitstelde,totdat de uitkomsten, iu den vreem
de verkregen, volledig zouden kunnen gecon
stateerd wordeu.
Meer dau vermoedelijk zullen die resul
taten zeer verblijdend zijn; als bedrog wordt
tegen gegaau zal altijd iets goeds zijn uit
gewerkt. Uitstellen, iu den zin van het
advies van den heer Vermeulen, zou met
afstellen bijna gelijk staan.
Zooals wij reeds erkenden, zijn wij 'net
„Heeft Olivier Sutter u dat kleinood gegeven
„Ja."
„Dat is Gods gerechtigheid!" riep de planter
niet diepe ontroering uit. „Zoo was de arme
William dan toch een eerlijk en braaf man
Gij lieden, grijpt den eerloozen schurk vast!
In vereeniging met zijn vader heeft hij waar
schijnlijk den bruidegom mijner dochter, Wil
liam Dibdin, toen deze zich over de Kentucky
zetten liet, schandelijk vermoord en beroofd."
Een algemeene kreet van woede steeg onder
do toeschouwers op. Olivier Sutter werd daarop
door meerdere jongelieden vastgegrepen en naai
zij'! vader gebracht.
Er werd nu een soort van gerecht over hen
gehouden.
Aanvankelijk loochende vader en zoon hals
starrig; toen echter de geestelijke er tusschen
kwam en hun met nadruk we s op de folte
ringen der hel en de eeuwige verdoemenis, die
hen wachtten, werd de oude Sutter, ouder de
met den heer Vermeulen volkomen eens,
dat de belangeu van de kuustboter-indus
trie moeten geëerbiedigd wordeu: doch niet
verder (voegen wij er bij) dan het nationaal
belang dit gedoogt. De kunstboter-nijverheid
heeft geen recht om te eischen, dat aau
haar het belang vau den landbouw in Ne
derland wordt opgeofferd. Zij mag leven
naast de vervaardiging van de natuurbo
ter, maar niet ten koste van deze.
Bedriegen wij ons uiet, dan heeft de
Regeeriug dit standpunt ingenomen:
zij wil bedrog keereu, niet meer en niet
minder. Dat stelsel aanvaarden wij ten volle.
Met vertrouweu zien wij dan ook tege
moet, wat het Ministerie, zoo het de Grond-
wetsstormen overleeft, ten deze zal doen.
Yan dat onderwerp kunnen wij uiet
scheiden, zonder iets te zeggen van het
advies der heeren liberalen. Twee hunner,
de heeren Rutgers en Liejtinek, steunden
met warmte liet denkbeeld van den heer
A. Van Dedem, een anti-liberaal, om de
knoeierijen iu den boterhandel tegen te
gaan. 't Spreekt wel van zelf, dat wij,
die hetzelfde wensehen, met voldoening
van huu advies kennis namen. Maar (zoo
moeten wij toch vragen) hebben de liberale
heeren wel eens nagedacht over de conse
quentie vau hun advies?
Nu de belangeu iu gevaar komen der
liberale boereu, welke hen naar de Kamer
afvaardigden, vragen zij bescherming van
Staatswege. Anders deuken eu stemmen
zij als het de belaugen geldt vau deu hau
del en nijverheid in het algemeen. Tegen
over de klachten der Nederlaudsclie in
dustrie, welke zich bezwaard rekent tegen
over de liooge tarieven in den vreemde,
blijven de radicalen onaandoenlijk.
En als het bizouder ouderwijs niet eens
nog bescherming, maar gelijk recht vraagt
tegenover het staatsonderwijs, dan wenden
de meeste liberaleu het hoofd met Staats
school-afschuw af.
Is die houding nu consequent als men
let op de boter-positie, welke de geuoemde
liberalen innamen Wij zouden meenen van
neen. De gewetens der geloovige Neder
landers hebben toch minstens evenveel
recht op eerbiediging, als de belangen der
vervaardigers van de natuurboter.
De heereu Lieftinek en Rutgers kunnen
uit deze zaak leeren, dat de vrijheid uit
stekend is, doch dat zij nu en dan iu 't
belang van het algemeen beperking ver-
eischt. Alleen op de geloofs- eu gewetens
vrijheid, bij het lager ouderwijs betrokken,
mag geen inbreuk hoegenaamd worden
gemaakt.
Eindelijk een woordje tot den heer Heldt.
Die democratiscngezinde Afgevaardigde
tink paitij voor de kunstboter; hij ver-
nawerking van de wisky-roes, zoo geroerd en
getroffen, dat hij de misdaad bekende en al
de bizonderlieden daarvan meedeelde. Olivier
sprak sinds dat oogenblik geen woord meer.
Hij wist, dat het lot zijns vaders en het zijne
nu was beslist.
Inderdaad besloot men do lynchwet op hen
toe te passen, voor men met de godsdienstoefe
ning een aanvang maakte.
Er werden strikken gehaald en de beide
moordenaars, nadat zij de laatste geestelijke toe
spraak van den predikant ontvangen haddeD,
aan een en dei.zelfden boom opgehangen.
Dit was het treurig en welverdiend uiteinde
der twee veerlieden van de Kentucky.
Mary Nugget bleef haar geheele leven lang
ongetrouwd. In diepen kommer voorttreureude
over het verlies van haren verloofde, woonde
zij tot aan haren dood, die na weinige jaren
volgde, op de ouderlijke hoeve.