N I U W flo. 994 Donderdag 8 April 1886, 11 de Jaargang. liet moderne Fetiscbme. n De behekste Pachthoeve. li 1 i R l ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem r 0,85 Voor de overige plaatsen iu Nederland fr. p. p. 1, Voor liet Buitenland 1,50 Aftonderljjke Nummers 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. mmm: AGTTE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIE® Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KUPPERS k L A U B. E Y. Eenigen tijd geleden kwam ons een prijscourant onder de oogeu door een si garenfabrikant uit het buitenlaud aan een zijner afnemers gezonden. Dit zonderlinge document bevatte o. a. ook een kalender be nevens het. cont erfeitsel van den afzender. Wij noemen die prijslijst een zonderling document, omdat de kalender, dien het in hield, niet meer op de ouderwetsche manier, met vermelding van de namen der Heili gen der Katholieke Kerk, maar in ganscli modernen stijl was ingericht. De moderne sigarenfabrikant had er namelijk iu doen opnemen de gebeurtenissen, die iu de we reldhistorie groot opzien hebben verwekt en de namen der »groote mannen,de »heiligen« van den modernen lij I, d. w. z. van de groote helden der revolutie eu van de hoofden der zoogenaamde verlichting. Do moderne fabrikant protesteert als dissi dent in zijn kalender tegen de Katholieke Heiligen, die niet op de hoogte van hun tijd waren en geen sigaren rookten. Zij hebben immers niets gedaan voor de in dustrie, niets bijgedragen tot verheffing der moderne beschaving. Maar de groote man nen, wier namen hij in zijn kalender ver meldt, dat zijn menschen, die zich jegens de menschheid hebben verdienstelijk ge maakt. Daarom dan ook zullen liunue namen aan het nageslacht worden over geleverd en iu dankbare herinnering wor den gehuldigd. Maar wie zijn nu die Hei ligen der Kerk? Wat hebben zij voor onze wereld gedaan? Welke beteekenis kan een meusch hebben, die slechts voor eene andere wereld heeft geleefd eu deze wereld heeft veracht? Zoo moet volgens de consequentie een ieder vragen, die God en een hooger leven verloochent. De Heilige moet iu zijn oog een dwaas wezen, die het leven niet heeft begrepen en hersenschimmen heeft nagejaagd. Eu waarom zou men dus dieus naam nog in een kalender vermelden? De moderne wereldgeest is in voortdureuden strijd met den geest van het Christendom. Hij moet dus alles verwerpen, wat de laatst genoemde heeft voortgebracht eu wat aan dezen herinnert. Wij weten, met welk eene onverklaar bare woede bet Protestantisme bij zijn eerste optreden, tegen de Heiligen is uitgevrren, hoe het de Heiligen heeft bespot en ge hoond, boe het de beelden der Heiligen heeft ontwijd eu vernield. De vereering dei- Heiligen noemde men bijgeloof, de vereering der Heiligenbeelden heette afgodendienst, FEUILLETON. 6) D* geheimzinnige aanrandingen. Vervolg.) „Daar is weer wat gebeurd 1" zeide Treddock, terwijl hij den kurkentrekker op tafel wierp en van zijn stoel opsprong. Op hetzelfde oogenblik werd de deur geopend. «Tom Jackson zegt, dat hij den voorsten stapel omver geworpen heeft gevonden," zeide een melkmeisje met ont steld gelaat, terwijl zij werktuigelijk met haar voorschoot een stukje kaas van hare armen af veegde. //Er is toch geen brand in den tuin riep Treddock, terwijl hij de deur uit snelde. z/Ik weet het niet," luidde het twijfelachtige antwoord. //God sta ons bij wat moeten wij nu beginnen," klaagde mevrouw Treddock, die de meid voorbij liep en haren man naar de achterzijde van het huis nasuelde. Van brand was er echter geen sprake, en het zien van den stapel schoven stelde iedereen weder »omdat men de beelden aanbad.Alle ver- klavingen der Katholieken, dat men de Heiligen slechts om Gods wil, als Diens trouwe dienaars eert, dat men hunne beel den slechts vereert en hoogacht als voor stellingen van geliefde personen, maar dat men ze nooit of nimmer aanbidt aan al deze verklaringen schonk meu geen ge hoor, geen geloof. Men wilde nu eeumaal deu strijd tegen de Kerk eu daarom las terde men hare leer eu gebruiken. Moest de Protestant niet vijandig optreden tegen de Heiligen, wier gansche leven een levend getuigenis was van de leer en van den eeredienst der Kerk en die vreemd wareo aan de beschouwingen der nieuwe leer? Het volk, dit bleek alras, was nog voort durend gesteld op de vereering der Heili gen. In kommer en nood werden zij nog immer aangeroepen. Maar deu afvalligen ontbrak het aan aauvulling in de gevolgde leemte. De namen der Heiligen werden dus hier en daar voorloopig nog in de kalen ders vermeld (welke consequentie!). Wat zou men er ook voor in de plaats zetten? De groote historische feiten waren door Katholieken volbracht. Groote mannen had de nieuwe leer niet aan te wijzen. Iu onze dagen is dat auders geworden. Het aan tal mannen, die in deu geest van »ver- licliting« zijn werkzaam geweest, is aan merkelijk toegenomen. Daarom begint men ze iu de plaats der Heiligen te stellen. De ongeloovigen nu trachten een gansch nieu wen eeredienst, den eeredienst van groote* mannen, vau genieën* iu te voereu. Eu deze eeredienst is nu een soort moderne afgodendienst geworden. Velen immers zijn iu het vrije onderzoek zoo ver gevorderd, dat zij beweren de grenzen der wereld te hebben bereikt. En nergens hebben zij daar een levenden, al machtigen God gevonden. Overal zijn zij gestuit op de stof met hare krachten. Het atheïsme en het materialisme worden dus als de eenige waarheid ver kondigd. Zonderliug! Terwijl men vroeger de Kerk over hare vereering der Heiligen lastig viel en haar het verwijt deed, dat zij af godendienst bedreef, ging de moderne ver lichting zelf tot eeu werkelijkeu afgoden dienst over. De beelden der goden en go dinnen van het oude heidendom werden opgegraven eu op paleizen en openbare gebouwen geplaatst. De vroolijke hemel der heidenen moest wederom voor het mo derne geslacht worden geopend. De verte genwoordigers van alle zinnelijke genie tingen noodigden de wereld weder tot gerust. Tom Jackson, een jongen met vlashaar, wees er echter zijn meester op en riep hem toe, dat de stapel er niet zoo had uitgezien, toen hij een uur geleden aan tafel was gegaan. Zonder veel te spreken, onderzocht Treddock zorgvuldig den stapel, en zijne vrouw, die zich zeer verlicht voelde, toen zij z>g, dat er geen grooter onheil was aangericht, keerde naar huis terug. Ik zelf vond aan den omgevallen stapel juist niets bizonders, eu meende dat hij door een rukwind wel kon zijn omgeslagen. //Bevochtig dien maar weder," riep Treddock tot den knecht, die dadelijk eene spuit met een buis van guttapercha aanbracht, eene schroef omdraaide en het water op den berg met turweschoven liet uitstroomen. „Dat is zeker niet best voor het graan," voerde mijn vriend mij te gemoet, inaar men kan niet weten wat er voorvallen kan, en daarom laat ik telkens weer besproeien, opdat ze niet zoo gemakkelijk vuur kunnen vatten. De wind kan het niet geweest zijn, want zoo hard heeft het niet gewaaid, er kan niet eens wat kaf zijn opgestoven; ook komt de wind uit een geheel andere streek, dan die, waarin de stapel is omgestort. En aan de staken hapert de vreugde van het zingenot uit. Men O o tracht dezen afgodendienst eeuig recht van bestaan toe te kennen door te zeggen, dat men de zoogeuaamde groote mannen* O O vergoodt, omdat zij door hunne daden tot den vooruitgang der menschheid hebben medegewerkt. Men richt standbeelden op voor die voortreffelijke* manneu, eu men bewijst hen eene soort Goddelijke eer. De feesten van liet Verlossingsgeheim liet men bestaan, maar man <raf er echter eeue au- rj dere beteekenis aan; zelfs de Godmeusch, Die voor onze verlossing op aarde is ver schenen, werd door de moderne heidenen van zijne Goddelijke waardigheid beroofd eu tot een gewonen volksleider gedegra deerd. Als een verstandig demogoog, zoo verklaren de verlichte lui, heeft Hij de volken van het juk der oude wet bevrijd, heeft Hij ze vau de tirannie verlost en ze in het bezit gesteld van de volle ineaschen- rechten. Zoo is ook Zijne verschijuiug als een machtige vooruitgang in de sociale ontwikkeling te beschouwen. Iu dezen zin is Hij dan ook voor de moderne verlichten een groot man. In 't algemeen, alle ge beurtenissen, waarin men een vooruitgang der beschaving meent te zien, alle mannen, die daarbij hebben medegewerkt, brengt men te zamen, om lien met een soort godsdienstige eeredienst te verheerlijken. Elk oogenblik wordt er voor de eeue of andere uitvinding of ontdekking een zoo genaamd eeuwfeest gevierd. In 't vorige jaar was er zelfs plan om het tweede eeuw feest te vieren van de iuvoering van den vingerhoed. Men doet alle mogelijke moeite om den verjaardag der nietigste dingen iu herinnering te brengen; men prijst en viert alle denkbare wereldsche dingen om daar door aan het volk eeue schadeloosstelling te verschaffen voor de bijgeloovige« vie ring van het Verlossingswerk. Jammer slechts, dat de geschiedenis dezen voor uitgang en zijne vertegenwoordigers zoo weinig waardeert. Wat de »duistere«jareu van weleer hebben gezondigd,* moet de verlichte* tijd goed maksu. De mauneu, die het bijgeloof* hebben gediend, moe ten door de wereld wordeu vergeteu. Van nu af zullen slechts diegeueu vereerd en gevierd worden, diede wereld waarlijk hebben gediend, die gewerkt hebben aan den voor uitgang; der beschaving en aan de ontwikke- O O ling der menschheid. De »groote mannen, die in kunst en wetenschap, iu 't sociale en politieke leven iets uitmuntends hebben geleverd, zulleD voor eeuwig den dauk van het nageslacht ontvangen. Zij zullen iu het ook niet, want de sterkste zijn blijven staan en de andere zijn met den berg neergeslagen." Nu begon bij zorgvuldig op den bodem rond te zien, die, naar ik thans bemerkte, met wit stof overdekt was. ,/Is er veel schade aangericht vroeg ik( toen ik zag, dat hij de zaak zoo ernstig scheen op te vatten. /..Dat niet, maar 'tgaat weer b'j het overige. Die voetsporen zonder de spij- kerruit zijn van u; zet even den voet daarin die sporen zijn van mij en die zijn van den knecht, Helena is op hare huispantoffels maar tot hier tot hier gekomen. Hoe is het mogelijk, dat iemand in de nabijheid van den stapel heeft kunnen geraken en zich kon verwijderen, zon der een voetafdruksel achter te laten?" Dat was eene vraag, die ik niet beantwoorden kon. Met stomme verbazing zag ik den wit bestrooi den grond aan. „Ik heb hier gips laten werpen." zei Treddock, „en gij zult bemerken, dat men daarop alle sporen terug vindt hier de krabbels der hoenders en daar den hoef van Heiena's nieuw paard. Er is eene groote hoe veelheid uitgestrooid, bij de deuren, op de paden en landwegen, kortom overal; maar wij zien steen gehouwen en in metaal gegoten wordeu, om de wereld onvergankelijk voor te lickten. Zeker, men kan niet loochenen, dat waarlijk groote mannen, die voor het welzijn der menschheid gearbeid en zich opgeofferd hebben, onzen dauk eu ouze vereering verdienen. Maar zulks kan niet iu den zin eu op de wijze der modernen gebeuren. Want hoe en waarom doen zij het? Dat zullen wij thans nader onder zoekeu. Wij willen eens zien, hoe de moderne verlichting met deze manneu handelt en hun eene afgodische vereeriug bewijst, die de afgodendienst der oude heidenen iu de schaduw stelt. Ten slotte zuilen wij het doel van dit moderne Fetisehme, dat de vereeriug der Heiligen van de Kerk moet vervangen, doch daarmede iu de verste verte niet kau vergeleken wordeu, nader verklaren. *Non serviam! Ik wil niet dienen!* zoo luidt het parool der verlichte negentiende eeuw. Godsdienst en Heiligen-vereering worden als bijgeloof verworpen. Daarvoor heeft ouze tijd een nieuwen eeredienst, met eeue nieuwe litur gie ingesteld. Deze eeredienst zal natuur lijker, verstandiger ziju, zal minder offers aan tijd en geld eiscken. Niet genoeg, dat het hoogmoedige geslacht op slaafsche wijze voor de levende grootheden kruipt, haar, ais eertijds deu Allerhoogste, huldigt, neen zelfs deu afbeeldsels dezer grootheden wordt eene soort religieuze vereeriug toegebracht. In onzeu tijd kau niemand iets buitengewoons verrichten, of het gaat hem als Paulus en Barnabas in Lystra, toen zij een lam- geborene hadden genezen. De nieuwe af godspriesters brengen dau bekrausde offer- diereu en offeren aan hem. Voor een ieder, die zich ook maar eenigszius in kunst en wetenschap, iu het sociale en politieke leven heeft onderscheiden, worden stand beelden en monumenten opgericht, ja, groote mannen zien hun steenen of meta len beeld reeds tijdens hun leven verrijzen. Deze beelden wordeu feestelijk ingewijd en ze worden als goden gehuldigd. Eere wieu eeretoekomt, maar de aard en de wijze,waar op men in ouze dagen zoogenaamde groote manneu op het altaar plaatst, de feesten, waarmede hunne gedeukteekeus worden ingewijd, de geestelijke toestand der ge vierde grootheden zelf, dat alles maakt de vereering van het genie* tot eeu verfoei lijken afgodendienst. Deze vereeriug heeft zulk eene uitbrei ding verkregen, dat men ten huidigen dage nauwelijks eene stad vindt, die niet iu het bezit is van eeu monument of geen voetmerken behalve de onze. I» 't moge lijk, dat dit op eene natuurlijke wijze toegaat?" voegde hij er met eeue eigenaardige uitdruk king van 't gezicht bij. Hoorde ik slechts eenige geluiden, zoo zou ik gelooven, dat het hier spookt waarlijk dat zou ik, ofschoon gij Helene niets van dien aard moet zeggen." Hij legde daarbij zijne breede hand op mijn arm. „Doch wie heeft ooit gehoord, dat geesten scha pen eu honden hebben doodgeslagen „Neen, een geest kan dien stapel schoven niet hebben omgeworpen," antwoordde ik op den vroolijksten toon, dien ik kon aannemen want onwillekeurig begon het geheimzinnige der zaak ook enigen in vloed op mij uit te oefenen„doch gij hebt mij uog niet op uw grond rondgeleid." „Wel, dat kan nu geschieden," hernam hij, en wij keerden naar de woning terug om onze hoedeu te halen. Treddock verwittigde zijne vrouw van ons voornemen, waarop wij onze wandeling over het landgoed aanvingen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1886 | | pagina 1