W E
999
Zondag 25 April 1886.
if de Jaargang.
Surrexit
BUITENLAND,
De behekste Pachthoeve.
ABONNBMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,
Voor het Buitenland 1,50
Afzonderljj'ke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KUPPERS LAUREI.
Hij is verrezen! Alleluia!
Als een eindelooze jubelzang zwelt deze
kreet over de aarde en rijst omhoog ten
Hemel om het geloof en de aanbidding
der verloste wereld op te voeren tot voor
den troon van deü verrezen Godmensch.
Het glorierijkste feest vau den kerke-
lijken jaarkring brak weder aan: de her-
deuking van het feit, dat de kroon zette
op het werk der menschwording. Na de
stille week is wederom het blijde, heer
lijke, verhevene en verheffende Paaschfeest
gevolgd. De gewijde klokken luiden en
verkoudigen door hunne tonen het heer
lijke feest. De aarde, sedert veertig dagen,
als het ware, in een kleed van rouw ge
huld, stemt mede in de algeineene feest-
hulde. De Alturen hebben hun luister
hernomen; de beelden zijn van den sluier,
die hen dekte ontdaan: de wierook stijgt
naar het gewelf van het tempelgebouw,
eene zee vau flinkerende lichten omgeeft
het tabernakel, dat het Heilige der Heili
gen omvat. De Priesters verschijnen in
prachtig feestgewaad, terwijl de zangers
het kerkgebouw doen weergalmen door het
blijde Alleluia! Alleluia! Alles, alles stemt
tot vreugde op dit plechtig oogenblik. De
Held uit Juda heeft gezegevierd, Christus
is verrezen; Hij leeft! en de dood zal niet
meer over Hem heerschen. Dit is ook voor
zeker onze en aller Christenen troost.
De deugd heeft hier op dit oudermaan-
sche met menigvuldige zwarigheden te
kampen; de uitoefening der plichten gaat
dikwijls met moeite en onaangenaamheden
gepaard; het schijngeluk der goddeloozen
maakt ons menigmaal zoo onvergenoegd,
dat wjj schier in verzoeking komen, om
hunne welvaart te benijden. Maar moest
de Goddelijke Heiland ook niet lijden en
zoo Zjjue heerlijkheid binnengaan?
Hij meende het zoo goed met allen; Hij
verdroeg zoo liefderijk de zwakheid van
het menschdom; Hij bad geene andere be
doeling, dan voor allen alles te worden,
en Hij liet zich noch door ondankbaarheid,
noch door uiterlijke hinderpalen, noch door
de veelheid van zjjn arbeid, noch door den
dood zelfs afschrikken, een menscheuvriend
te zijn en den wil Zijns, hemelschen Vaders
te volbrengen.
De goedheid Zijns harten blonk nimmer
FEUILLETON.
10)
De ontknooping van het raadsel.
Vervolg.)
„Eu zorg dat er steeds eenige mannen rondom
liet hui» waken. Zeg hun, dat de veldarbeid geen
haast heeft, totdat ook terug ben; want gaan wil
ik, al bleef ik daardoor geen enkel stuk van
mijn vee in leven. Men geve vooral acht op
mijne vrouw en het kind. Komriep hij
mij toe, wierp zich in den zadel, wendde zijn
p aard om en rende in galop naar de poort der
hoeve. «Ach neen, neen, laat ons liever hier
blijven, en zeil het huis beschermen," wilde ik
hem naroepen, maar ik kon nauwelijks de eerste
woorden uitbrengen; want mijn vos, die met
gebogen nek, langzamerhand met zijn neus
den dooden hond had bereikt, stortle, terwijl
hij mij bijkans tot een zandruiter maakte, plot
seling voorwaarts en begon met een soort van
woede het overblijfsel van het arme dier met
zijne voorhoeven te vertrappen, 't Viel mij moei
lijk, mij in den zadel te houden. „Hij is
schuw voor den hond," sprak de konstabel.
„Maak dat gij met hem voortkomt, anders
werpt hij u nog af."
in schitterender glans, dan onder de ver
volgingen, welke de goddeloozen Hem
bereiddeu. Bedenken wij slechts de onge
hoorde beschuldigingen, met welke nijd en
huichelarij den Heiland belasterden. Uit
het verband gerukte stukken Zijner ge
sprekken werden als ketterijen gebrand
merkt, liefdewerken als schending van de
wet van Mozes uitgekreten nu eens schold
men Hem uit voor een opruier des volks
eu een verstoorder der openbare rust, dan
weder voor een vijand van God. Eu hoe
gedroeg zich de Heiland bij al deze ver
nederingen
Rustig eu kalin sprak de Liefde uit
Hem en wanneer Hij altijd zegevierde, dan
was het geene bitsheid, geen hartstocht,
die Hem de overwinning deed behaleu.
De waarheid eu deze alleen was Zijne
hulp. Hij bestrafte een Koning door be
daarde stilzwijgendheid; hij bekeerde een
Leerling door een zachten blik! De rechter
Pilatus, die hem veroordeelde, werd Hem
genegen, door de openhartigheid, waar
mede Hij dieus vragen beantwoordde; deJood-
sche Priesters en schriftgeleerden knarsten
op de tanden en Hij stond voor hen als een
geduldig Lam dat ter slachtplaats is
bestemd. Het volk, dat schreeuwend uit
roept: vKruisig hem! Kruisig hem! hoort uit
ziju mond slechts woorden van zachtmoe
digheid:Weent niet over mij, maar weent
over u zei ven.
Hoe werden nog de laatste oogenblikken
vau zijn leven door zijne goddelijke zacht
moedigheid opgeluisterd. vVader; vergeef
hun, want ze weten niet wat zij doeu.c
Deze uiting des harten was de laatste
straal «au goedheid, dien Hij op de mensch-
heid deed vallen, op de menschheid welke
Hem zoo schandelijk heeft veracht, zoo
onrechtvaardig veroordeeld en op gruwe
lijke wijze tot den dood toe had gemar
teld.
Thans echter zijn de dagen van zijn
lijden voorbij; Zijne ziel was grooter, dan
alle beproevingen, die Hij op Zijne wegen
ondervond. Hij zegevierde over alle bezwa
ren en vervolgingen, gelijk de zou over
deu diksteu nevel. Christus is opgestaan,
Hij leeft, en de dood zal nimmermeer
over Hem heerschen!
Moge Zijn voorbeeld ons voortaan ster
ken, wanneer wij in gevaar zijn onder
deu druk des lijdeus te bezwijken. Moge de
„Kom dan toch!" riep Treddock gemelijk mij
van verre toe. „Wanneer gij niet met mij wilt
gaan, dan ga ik alleen „Als bij iets in 't
hoofd gezet heeft, dan is hij er niet af te bren
gen," merkte de stalknecht op, die thans, niet
zonder gevaar, den teugel van mijn nog altijd
woedend paard greep en het ter zijde trok.
Op eenigen afstand bracht ik het dier tot staan
en wenkte den konstabel, dien ik toefluisterde:
„gtef acht op de daglooners. De hond is eerst
gedood, sedert zij in dienst zijn gekomen, want
ik hoorde hem nog,toen wij aan 't ontbijt zaten."
„Ik weet het!" antwoordde hij met een oogwenk,
die zonder twijfel van veel slimheid moest ge
tuigen en daar de vos thans bij de deur uit
haalde, zoo bleef de geslepen man, met ziju
hoofd knikkend, achter, mij blijkbaar wilh-nde
te kennen geven, dat bij van den aanvang af
dezelfde gedachte had gekoesterd.
Ik haalde Treddock in en poogde hem te bewe
gen, om terug te keerenmaar ik had ternau
wernood een woord daarvan gesproken, of hij
gaf zijn dier de sporen, terwijl hij mij verklaarde,
dat hij van terugkeeren niet meer wilde weten.
Over 't geheel liet hij zich over de dingen, die
te zijnent waren voorgevallen, niet meer uit;
maar hij zeide bepaald, dat zijne vrouw en zijn
kind den anderen morgen van de hoeve weg
moesten, totdat zich de zaak op de eene of
schitterende overwinning, die Hij door Zijn
roemrijken dood verwierf, onzen moed in
den strijd der deugd tot gelijke overwin
ningen ontvlammen.
Met eene wijze en weldadige hand heeft
God de lotgevallen der menschen gemengd.
Niet altijd duurt het uur des iijdeus; me
nig aangenaam oogenblik vloeit in deu
stroom des levens; in alle tooueelen van
ons bestaan heerscbt eene wel geordende
afwisseling van het goede, eu algemeen
ondervinden wij, wanneer wij slechts met
dankbare opmerkzaamheid onze dagen na
gaan, een groot overwicht van de goede en
aangename, boven de smartelijke en treurige
voorvallen des levens. Dikwijls wordt de
meusch verkwikt met in wendigen troost en
innig vergenoegen, maar dikwijls ook wordt
zijn arbeid openlijk gezegend en ofschoon
hij met moeite zaait, zoo oogst hij toch
met blijdschap en vroolijke tevredenheid
eu draagt hij de vruchten van ziju arbeid
met vreugde huiswaarts.
Wanneer dan ook een uur van lijden
komt, wanneer onze beroepsbezigheden
ernstige inspanning eu groote zorg van
ons eischen, als wij ons gedurende eenigen
tijd het genoegen moeten ontzeggen, ten
einde ons aan een moeilijken plicht toe te
wijden, als beroepstrouw offers en zelfver
loochening van ons eischen, als deugd eu
godsdienst ons vervolging berokkenen, als
onze beste bedoelingen miskend, onze wel-
gemeeude daden veracht worden, laten wij
dan aan Gods Zoon, onzen Leeraarenons
voorbeeld deuken, met Hem ljjden en ons
door de hoop dor eeuwigheid, der onster
felijkheid, op het pad der deugd staande
houden. Dan zullen wij met Hem zegevie
ren! Dan zullen wij ook eens met Hem tot
een nieuw, heerlijk leven opstaan, en de
dood zal ook over ons niet meer heer
schen.
Woensdag jl. is de Pruisische Gezaut
bij het Vaticaan, Von Schlöser, naar zijn
post teruggekeerd.
Te Havre zijn oproerige biljetten
aangeplakt eu door de politie afgescheurd.
Te Rijsel is de rust hersteld. De ont
boden troepen keerden naar hunne garni
zoensplaats terug.
Lord Spencer, gewezen Ierseh On-
andere wijze zou hebben opgehelderd. De
beschrijving van de vossenjacht behoort niet tot
ons verhaal. Aan den toegang tot een bosclije
vonden wij een groep uitgenoodigde buren, die
iets van de boosaardige aanrandingen op de
pachthoeve hadden vernomen en Treddock hunne
deelneming deswege betuigden; doch deze was
er juist niet erg op gesteld aan zijn huiskruis
te worden herinnerd, en ontweek alles wat maar
eenigszins geschikt was om die zaak te doen
ophalen. Iu 't begin volgden wij een valsch spoor,
daarna dreven wij echter een vos en later nog
een tweeden op, die naar goed jagers-gebruik
werden neergelegd doch Treddock en ik speelden
in beide jachtvoorvallen geen belangrijke rol
hij misschien niet omdat hij mij niet wilde
achterlaten, want tot mijne schaude moet ik
bekennen, dat ik bij eiken aanloop struikelde, en
het ergerlijkste daarbij was, dat ik maar niet
begrijpen kon hoe en waarom. Mijn paard vloog als
een vogel en met eene bewonderenswaardige luchtig
heid maar eenmaal viel het als een blok neêr>
nadat het nog even te voren een slechts drie
voet hoogeu muur overgesprongen was, en een
andermaal overkwam mij een soortgelijk geval
in 't vrije veld, waarin het gra3 mijn vos niet
tot de enkels ging. 't Was geen eigenlijk vallen,
maar het dier stortte neder met eene soort van
schokkende beweging, zoowat in den trant zoo-
derkoniug, voerde te Newcastle het woord.
Hij steunde met warmte Gladstone's
Iersche politiek, verklarende dat het éénige
middal, om de rust te herstellen, gelegen
is in eene verzoeneude staatkunde en in
het laten varen van alle dwangmaatrege
len. Hij houdt zich overtuigd, dat de
Iersche afgevaardigden niet aansprakelijk
zijn voor de misdaden eu geweldplegingen
in Ierland, eu hij gelooft dat Terlands
vertegenwoordigers iu een Iersch Parle
ment hunne plichten getrouwelijk zouden
vervullen.
Het is niet juist, zoo meldt men uit
Londen dat de Mogendheden reeds stap
pen hebben gedaan te Athene. De gedach-
teuwisseling duurt nog voort, doch het
is niet twijfelachtig dat er weldra tot de
Grieksche Regeering een vertoog zal wor
den gericht.
De Times verneemt uit Coustautinopel,
dat men aldaar gelooft aan eene spoedige
blokkade der Grieksche havens door Tur
kije. De stand van Zaken in Turkije
blijft nog steeds zeer benard. Aan de
ambtenaren is gedurende vele maanden
geen tractement uit betaald. Eene ernstige
crisis schijnt onvermijdelijk.
Naar de Daily News verneemt uit Cou
stautinopel, gelooft men in Turksche krin
gen, dat Rusland zijne troepen samentrekt
iu Bessarabië. Rusland bljjft aandringen,
dat Alexander onvoorwaardelijk het vijfja
rig gouverneurschap over Oost-Ruraelië
aanueme.
Donderdag-nacht hebben de Turksche
en de Grieksche voorposten op de grenzen,
bij St. Elias, gedurende een half uur ge
weerschoten gewisseld. Er werden geen
verliezen geleden. De Turken trokken zich
terug, maar daar zij gestaan hadden op
Turksch grondgebied, noodigde de bevel
hebber der Gritken hen bedaard uit, hun
post weder te bezetten.
De beweging onder de veldarbeiders
iu Italië breidt zich meer en meer uit. In
Monza hebben de boerenarbeiders het werk
gestaakt, en een bond gevormd, welke
zich zal aansluiten bij den te Milaan ge-
vormden arbeidersbond. Die vereeuigiug
wint aanhoudeud nieuwe leden.
De Egyptische Regeeriug heeft be
sloten, met de opstandelingen van Soudan
te onderhandelen, en aan de Engelsche Re
geeriug voorgesteld, dat deze de ouderhau-
als het kameel nederknielt. Wij beiden onder
zochten angstvallig zijne pooten, maar het ge
beurde had hem blijkbaar geen haartje
geschaad, en ik mocht ook van geluk spre
ken, daar ik er zonder eenig letsel was afge
komen maar toen ik voor de tweede maal
opstond, voelde ik den warmen adem van het
dier over mijn schouder en verschrikte niet
weinig, toen ik vlak b'j mijn gezicht zijn geopeuden
bek zag, met eene uitdrukking in het oog, die
bewees dat het paard woest was geworden. Bij
die gelegenheden was Treddock tot mijn geluk
in mijne onmiddellijke nabijheid, en zoo konden
wij beletten dat de vos, nadat hij mij afgewor
pen had, wegsprong en doorging.
„Dat kan ik niet begrijpen;" zei Treddock bij
mijn tweeden val, met een ernstig gezicht. „Gij
rijdt toch goed genoeg en ik hoop, dat de vos het
niet dikwijls zoo maakt. Wij mogen ons geluk
wenschen, dat dit Helene niet is overkomen."
Dit was de aanleiding, dat wij beiden op dien
dag in 't jachtveld niet veel eer behaalden.
Treddock was daarover meer om mijnent- dan
zijnentwil wrevelig. Immers, zonder die onge
vallen ware de partij uiterst aangenaam ge
weest, want het landschap was wonderschoon.
Wordt vervolgd.)