Bijvoegsel behoorende bij de
NIEUWE
van Zondag Z Mei 1886.
Holmes over tandmeesters.
HURimiunnmiT.
Het Tandheelkundig Geuootschap van
New-York hield laatst een maaltijd in het
Hotel Brunswijk, die door vele voorname
gasten werd bijgewoond, cn de tandmees
ters moesten menige scherts hooren uit
weerwraak voor de pijn, die zij in de uit
oefening van hun vak iemand aandoen.
Toen Generaal Horace Porter gevraagd
werd wat hij uit het oogpunt van een
patiënt van tandheelkunde wist, z;ide hij,
dat hij voor de eerste maal in handen van
tandmeesters gevallen was, en dat hij het
aan hen te danken had, dat zijn mond in
een toestand gebracht was om het woord
te kunnen voeren.
Onder de brieven van hen, die verhinderd
waren aan den maaltijd deel te nemen,
waren er, die niet weinig gelach verwek
ten. Dr. Oliver Wendelt Holmes schreef
onder anderen: »Ik deuk dikwijls in welk
een beklagenswaardigen toestand eenige
voorname historische personen verkeerd
moeten hebben in die dagen toen er geen
tandmeesters waren, of niemand, die als
zoodanig door de tandartsen van onzen tijd
erkend zou zijn geworden. Denk aan dien
armen Koning David, een afgeleefd man
van zeventig jaar, waarschijnlijk zonder
tanden en zeker zonder bril. Denk aan
dien armen George Washington, wiens
tanden altijd opvhet punt waren van neer
te zakken als eene valdeur en een volzin
in tweeën te snijden. Zie hem op dat be
wonderenswaardig portret van Stuart, zijne
gedachten blijkbaar verdeeld tusschen
staatszorgen en het behoud van het status
quo van zijne losse tanden. Denk aan de
treurige klacht van Walter Savage Landor
dat hij zich het verlies van zijne geest
vermogens kon getroosten, maar gevoelde
dat het verlies van zijne tanden eene zwa
re ramp was. Ik durf dus verklaren, dat
het tandmeestersvak een edel beroep en
dit genootschap zijne waardige vertegen
woordiger is. Het heeft de heerschappij
der schoonheid gevestigd en verlengd; het
heeft aan de aangenaamheden van den ge-
zelligen omgang toegebracht en bevordert
de welsprekendheid; het heeft den ouder
dom zijn meest onwelkom verschijnsel ont
nomen en het genot van het menschelijk
leven verlengd voorbij de grens der jaren,
toen de tandelooze en arme blinde aarts
vader terecht mocht uitroepen: »Ik heb
geen lust meer in dezelve.
GEMENGDE BERICHTEN.
's-Gravenhage
op zijn hoede te ziju
De politie te
waarschuwt het publiek
bij liet aanknoopen van handelsbetrekkingen met
Samuel Metz, geboren te Zwijudrecht 30 Decom-
1836, gewoond hebbende te 's-Gravenhsge, Van
Ravensteijnstraat 296 en Paulus-Potterstraal 266,
en thans aldaar adres hebbende Westeinde 95.
Het verhaal uit Rabelais, van
de schapen van Panurge, werd Donderdag-mor
gen om 5 uur te Antwerpen nagespeeld. Een
boertje, dat zijne kudden naar het land van
Waes wilde voeren, was bezig zijne schapen aan
boord vau de veerschuit te brengen, toen een
der schapen tusschen de boot en den steiger
viel. Een tweede, het ziende, aarzelde een oogen-
blik, maar waagde toen den sprong, een derde
volgde, reeds minder schuchter, een vierde sprong
zonder bedenken in het water. Toen volgde de
rest, met geestdrift. De ongelukkige herder,
door zijn hond bijgestaan, deed wat hij kon om
verder verlies te verhoed*.maar par slot van
rekening waren acht schapen verdronken en zes
vermist.
Te Strijp bij Eindhoven, vierden
Maandag de echtelingen Th. Van GiorenMiria
Van Doorn hun vijftigjarig huwelijksfeest. Ge
heel do buurt deed alle pogingen om dezen dag
voor de brave oudjes zoo vrooüjk mogelijk te
maken. Daar zij in behoeftige omstandigheden
verkeeren, had zich eene commissie gevorm 1,
om voor hen eene inzameling te houden, welke
met een flinken uitslag werd bekroond. Men
wilde het bruidje bij deze gelegenheid een paar
nieuwe schoenen geven, om daarmede ter kerk
te gaan. Hierbij had men echter buiten den
waard gerekend, want men ontving het naïeve
antwoord: „Dank oe wel m'ueeren, ik heb nog
nooit iet an m'n vuut gehad as blokken (klompen)
en wilde me die 'n paar present geven, daar
he 'k. vree mee." Men maakte van den nood
eene deugd en gaf het vrouwtje een paar helder
nieuwe „blokken", waarmede zij wat in haar
schik was.
De heer Von Schlözer, Pruisisch
gezant bij het Vaticaan, heeft bij zijn terugkeer
te Rome aan Z. H. den Paus namens ziju sou-
verein een prachtig Paaschgeschenk overgebracht,
bestaande uit een fraai bisschopskruis waarbij
een eigenhandig schrijven van den Keizer is ge
voegd. De H. Vader toonde zich door dit hul
deblijk zeer getroffen.
Te Montdidier wordt thans een e
reeks van feesten gevierd ter herinnering aan
de invoering van de aardappelplant in Frankrijk,
nu honderd jaren geleden, door Parmeulier, die
te Montdidier was geboren. Het was namelijk
in 1786 dat Parmentier een koninklijk patent
verkreeg om aardappelen te kweeken in de
vlakte van Sablons, nabij Parijs. Aan deze feest
viering zijn eene landbouw-tentoonstelling, een
gymnastische wedstrijd, wedrennen met paarden
en honden, een congres ter bepaling van de be
naming van verschillende soorten van aardappe
len, verhouden. De feesten en wat er aau toe
gevoegd is, zullen duren tot 9 M:i. De Minis
ters van onderwijs en landbouw zullen dien dag
te Montdidier komen en deelnemen aan een
feestmaal. De stad is vol groen en vlaggen.
Maandag-avond was zij geïllumineerd. Generaal
Parmentier, een achterneef van den eersten
aardappelplanter in Frankrijk, woont de feesten bij.
Eene fabel, die in onzen tijd zeker
niet misplaatst is, komt in een feuilleton van
Die Presse voor. Het draagt tot opschrift: „Het
gestolen boek" en luidt ais volgt: Een nieuw,
prachtig ingebonden boek verhuisde van den
boekhandelaar N. naar eene bibliotheek. De buren
moesten zich tegen elkander drukken om voor