N I E Donderd ig 13 Mei 1886. tide Jaargang. Iloman-lectimr. BUITENLAND. No. 1004. Eene eereschuld. ABONNEMENT3PBIJS Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1, Voor het Buitenland j> 1,50 Afconderljjke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BÜRB AU: St. Jansstraat Haarlem. 5 usxjESDiur <Sϧ4>>° AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIÊN Van 16 regels30 Cents Elke regel meero Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Adverteutiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KTJPPERS k LAUREY. Vervolg en Slot.) Het groote beginsel, dat alle romans vooropstellen is: dat men moet genieten, genieten tot eiken prijs. Zij nemen geen beletsel voor de genietingen des levens aan. De held van den roman is gewoon lijk een man zonder beginselen, die een min of meer geoorloofd of bekend doel najaagt, door alle middelen, goede, zoowel als slechte. Daar is geene groote ver scheidenheid in roman-helden; in den grond is het dezelfde persoon, die in verschillend gewaad wordt vertoout, naar de keus des schrijvers. Die held, welke ons als een prototype wordt aangeboden, heeft zeden noch wetten. Hij staat reed3 op jeugdigen leeftijd tegen het ouderlijk gezag op, doet erger clan moorden, en dat alles is mooi en goed. Wat hem beweegt is de wraak; er is niets of hij doet het, om eeue somwijlen voor gewende beleediging te wreken; volgens hem is de wraak een edel gevoel, vergif fenis schenken lafhartig. Op allerlei wijzen, maar niet op de beste, wordt de liefde bezongeu. Bemint de roman-held? Men kan het betwijfelen; zjjne groote liefde is eene bandelooze eigenliefde. De ware liefde, welke enkel toewijding, zelfverlooche ning is, wordt niet gekend. Waarlijk, de romanhelden, die ter be wondering worden voorgesteld, moesten, zoo zij in levenden lijve bestondeu, in eene welgeordende maatschappij worden opge hangen of naar het tuchthuis gezonden. Wat de roman-heldin betreft, zij ver schilt weinig van den held, zoo ze al niet onaangenamer voorkomt dan deze laatste, aangezien de karaktertrekken, die men haar toedicht,minder aan hare kunne passen. Hier is het eeue ongelukkige, die men heeft opgeofferd. Men heeft haar uitge huwelijkt aau eeu man, dien zij niet be mint. Zal zij haar lot als eeue vrouw met hart aannemen? Zij gaat als slachtoffer poseeren, zich over haar lot beklagen, aan hare huwelijkstrouw te kort schie ten. Daar is het een jong meisje, door hare ouders verlaten, in den maalstroom des levens geworpen, zonder ondervinding, staande. Zij zal mets doen om haar toe stand te veranderen, om zich uit deu af grond te trekken, waarin zij is gevallen. Men kan de toestanden tot in het on eindige variëeren, men vindt altijd dezelfde uitkomende trekken: iemand, die zich aan FEUILLETON. i) „Maar zeg eens ronduit, waarom wilt gij tot geen enkelen club behooreu?" vroegen we eenige jaren geleden aan den Graaf De R dien schat rijken Hongaar, welbekend te Parij9. „Alle deu ren staan voor u open, men zou gelukkig zijn u overal te ontvangen, niemand, die er aan denkt tegen u te stemmen, gij zijt meer Parijzenaar dan de Parijzenaars zelf 'tis du9 noodig, dat gij een der onzen wordt „Ik zal u voordragen in de Jockeyclub." „Eu ik in de Imperial." „Neen, neen, ik verzeker u," antwoordde de Graaf op zuchten toon „dat het niet noodig is." „Gekkoid, gij kunt er de couranten lezen, gij zult er vrienden ontmoeten, de dag gaat al pratende om van vijven tot zevenen...." „Eu 't diner „En de schermzaal de zedelijke wetten wil onttrekken om meer naar lust te kunnen genieten. Voegt men hierbij, dat de romans in het algemeen verre van voorbeelden van stijl zijn, geen enkele nuttige keunit aanbrengen, dan zal men ons nazeggen, dat er uiet veel nut uit die boeken is te trekken. Zij onder mijnen de maatschappij in haar grond slag zeiven, want terwijl zij voor het iudi- vidu bestemd zijn, ondermijnen zij de be ginselen waarop het huisgezin rust. En dit maakt ze nog noodlottiger. De mensch is niet geboren alleen om te genieten. Zijn geluk bestaat niet in de vergoding zijner driften. Integendeel hij is geboren voor den arbeid; zijue vorming, zijn fortuin, zijn geluk zijn aan deze voor waarden ten nauwste verbonden. Hij moet zijn doel niet stelleu inde bevrediging der armzalige driften, die zoo kort duren. Al zijne pogingeu moeten strekken tot zijne persoonlijke verbeteringen volmaking,waar van het gevolg is: de verbetering der maat schappij. In eeu land als het onze mag niemand ledig zitten; iedereen heeft een vaste loop baan te vervullen en men moet zijn tijd niet verliezen met het najagen van ijdele droombeelden. Allen moeten werken. De roman stelt beginselen lijnrecht tegenover deze. Volgens hem moet de mensch ge nieten; genieten, dat is zich aau het werk zame leven onttrekken; genieten, dat is het gauscke stelsel der maatschappij ver werpen. De man, die romans leest, verzuimt zijn dagelijkschen plicht, waardoor de mensch aan zijne bestemming beantwoordt. Zijne verbeelding is geprikkeld door voorstel lingen waarin de verbeelding het ware van het valsche niet kan onderkennen. Hij houdt alles voor bewezen, wat er wordt gezegd. Men ziet hem dan ook tegen el- keu regel opstaan, hij hekelt alle tucht, keurt alle verzet goed. Hij heeft onttoo- vering gevonden, waar hij enkel vermaak meende te vinden. Hij wordt verstompt, geblaseerd; gelukkig als hij uiet tot uiterste buitensporigheden vervalt, die hem voor altijd nutteloos maken voor de maatschappij, het huisgezin en noodlottig voor hem zelf. De romanlectuur is nog ongelukkiger voor de vrouw. De man is dagelijks in aanraking met zijne medeburgers, die niet allen ziju ais hij en hem dwingen zijne denkbeelden terzijde te stellen. Zaken zijn in den regel ook niet romantisch. Om daarin vooruit te komen, moet men zich „En 't biljart „En bij gelegenheid een partijtje écarté Dring er niet verder op aan," antwoordde de Graaf. Nooit zeg ik, nooit." Wij zagen elkander verwonderd aan. Dien stroeven, beslissenden toon waren we niet van hem gewoon. Nimmer, nog nooit had een onzer dit zachte gelaat, droomend, zelfs ietwat melan- coliek van uitdrukking, door eene opwelling van drift zien blozen. Hij begreep onze verwondering en zich dade lijk verontschuldigende, met al de hoffelijkheid van een geboren edelman, hernam hij: Vergeef me, mijneheeren ik heb me als een dwaas laten vervoeren ik had uwe welge meende voorstellen anders moeten beantwoor den Maar, ziet ge, 't was omdat gij bij mij eeue herinnering hebt opgewekt, eene oude herin nering, die veel treurigs voor mij bevat Neen, beste vrienden, ik wil geen deel uitmaken van welken club ook. Maar ik ben verplicht te zeggen, waarom ik weiger. Gij zult dan ook beter begrijpen, waarom ik straks driftig werd, en durf ik hopen mijne weigering eerbiedigen." De Graaf zuchtte en liet het reeds grijzende van allen omhaal der valsche romanbe- giuselen ontdoen. Om daarin vooruit te komen moet men zich aau regels onder- werpen, die men niet ongestraft ter zijde schuift. De vrouw bevindt zich niet in dezelfde omstandigheden. Zij behoudt langen tijd hare denkbeelden uit de jeugd. De noodza kelijkheid dwingt haar niet hare zieuswijze te veranderen. Zij brengt, romans lezende, in het huisgezin later hersenschimmen mede, die ongelukkiglijk uiet nalaten daariu on- eenigheid te veroorzaken; de man is niet dichterlijk genoeg, hij wint niet genoeg,gaat niet spoedig genoeg in de hoogte, hij is niet elegant genoeg, hij is te veeleischend, hij gelast, o wee! zijne vrouw op het huis gezin te letten, te werken enz. euz. Men ziet dadelijk wat daaruit volgt; weg is het ideaal, dat zij gedroomd had, weg die be- driegelijke verwachtingen. Men vindt deu last der werkelijkheid te drukkender, naar mate men hem met tegenzin en gedwon gen draagt. Eu zulke voorbeelden vindt men menigvuldig. Gave God, dat het kwaad niet voort woekerde en moedwillig werde voortge plant. Het Pruisische Huis van afgevaardigden heeft met 260 tegen 108 stemmen het ke'kelijk-politiek wetsontwerp vastgesteld, zooals het bij de tweede lezing naar de besluiten van het Heerenhuis was aange nomen. Iu het Lagerhuis verklaarde de heer Bryce, dat er tusscheu Engeland, of de overige mogendheden, en Griekenland geen oorlogstoestand bestaat. De blokkade is vriendschappelijk vau aard. In het Hoogerbuis legde lord Roseberry de diplomatieke briefwisseling met Grieken land over en zeide daarbij, dat eene ver storing van deu Europeeschen vrede moest voorkomen worden. Uit de rede van De- lyauuis was gebleken, dat hij voornemens was, tot ontwapening over te gaan. De samenwerking tusschen de mogendheden :s gelukkig bewaard gebleven en de op zich zelf staande handeling van Frank rijk beoogt zouder twijfel hetzelfde doel: eene vredelievende oplossing. Oostenrijk, Italië en Duitschland trekken met Enge land ééoe liju. Gezamenlijk met de be moeiingen van Frankrijk hopen zij te zullen slagen. Het haudelstractaat tusschen Engeland hoofd achterover tegen de kussens van zijn zetel rusten. Toen begon hij zijn verhaal zonder de minste gebaren, met zachte en ietwat monotone stem, als sprak hij in zich zeiven. „Ik was toen vijf en twintig jaar heden ben ik er acht en vijftig. De geschiedenis is al oud, zooals ge bemerkt, doch ze heeft op mij zulken dii-pen indruk achtergelaten, dat ze mij toeschijnt eerst gisteren te zijn gebeurd. Van mijn vijf en twintigste jaar af voerde ik te Parijs een wild leven. Ik had mijn persoonlijk fortuin, dat evenwel niet gering was, geheel verkwist. Om mijne speelschulden te kunnen voldoen, want het spel was mijn grootste harts tocht, wendde ik nr'j steeds tot mijn vader. Hij betaalde altijd zonder een woord te zeggen. Maar 't griefde me eindelijk hem telkens te moeten lastig vallen, zoodat ik een duren eed zwoer een ander leven te beginnen. Hij maakte mijne rekening op: er bleef mij nog ongeveer tachtig duizend franks; eer.e kleinig heid. Ik besloot dit als eene laatste kans aan de groene tafel te wagen. Uit de Opera komende begaf ik mij naar de club want toen, weet ge, was en Spanje is geteekeud. Het waarborgt Engeland de behandeling der meest bevoor rechte natie, waartegen het inkomeud recht op wijn, van 30 graden alcohol-sterkte, tot een shilling per gallon wordt ver minderd. Sir Drummond Wolff zal, na zijne rap porten voltooid en zijne ouderhandelingen met Moukhtar paclia ten einde gebracht te hebben, uit Egypte vertrekken. De Minister Bryce deelde nog mede, dat aangezieu de Zaakgelastigde van Rusland zijne instruetiëu ontvangen heeft, de com missie vo >r de afbakeniug der grens van Afghanistan hare werkzaamheden heeft hervat. Het Grieksche Ministerie heeft zijn ontslag aangeboden, doch de Koning wei gerde dit aan te nemen en schreef een brief aau Delyaunis, in welken hij ver klaart, dezen verantwoordelijk te achten voor den tegeuwoordigen toestand van Griekenland. Delyannis, door den Koning op audiëntie ontvangen, volhardde bij zijn verzoek om ontslag. Daarop liet de Koning Tricoupis ontbieden, die de opdracht tot het vormen van een Kabinet afwees, op grond dat aangezien Griekenland een constitutioneel land is, de keuze der Regeering behoort uit te gaan van de Kamer en niet van den Koning. Op net Plein der Constituties te Athene werd eergisteren eene gr mte volksbijeenkomst gehouden. Na heftige) oorlogszuchtige redevoeringen werd eene resolutie aangenomen, waarin wordt aan gedrongen op versterkiug van het leger, en verklaard, dat de Koning van residentie veranderen en naar Larissa gaan moet. De menigte begaf zich daarna naar de woning van Delyannis, die eene redevoe ring hield, in welke hij zeide, dat de Re geering nimmer het besluit tot ontwape ning zou onderteekeuen. De menigte trok daarop naar de woning van Tricoupis, en riepen daar; verrader en eerlooze«. Er hadden geene ongeregeldheden plaats. Iu de vergadering der Cortes werd de troonrede door Sagasta voorgelezen. De Koningin spreekt haar vertrouwen uit, dat met Gods hulp, de wijsheid der Cortes de welvaart des lands bevorderlijk zal zijn De Regeering zal zich beijveren het lot der werklieden te verbeteren, door het ter hand nemen der vraagstukken van rnaat- schappelijken, staathuishoudkundigen, coui- merciëelen en kolonialen aard. Zij zal een ontwerp indienen tot uitbreiding der kies- ik lid van verscheidene kringen, 't Was eeu kouden, somberen, regenachtigen nacht in Maart. Op 't voorplein gekomen zag ik naar de verlichte vensters op, die iu den mistigen nevel mij als vnurroode oogen schenen aan te grijnzen. Achter de neergelaten gordijnen bewogen zich verschil lende zwarte schaduwen. Ik zeide tot me zeiven „Daar zal ik mijn laatste kaart uitspelen," en ik versnelde mijn slap. Op 't punt de groote poort binnen te gaan, stootte ik mijn voet tegen eene zwarte gedaante, die in elkander gedoken op het voetpad tegen den muur zat. Ik keek er naar. 't Was eene kleine bedelaarster van misschien twaalf jaren oud, bleek en ziekelijkze was in een doek gehuld en sliep, met het hoofd voorover op de borst. Uit medelijden, nam ik een Louis uit den zak en liet dien in hare kleine hand glijden. Zij opende even de oogen en prevelde eene dankbetuiging; het goudstuk hield zij vast tusscheu de vingers geklemd en toen sliep zij weder in- Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1886 | | pagina 1