I E Donderdag 10 Juni 1880, 11de Jaargang. mÊmÊm* m Israël in Frankrijk. No. 1012. wmm 7 wem- De Aartsbisschop en de Bisschop pen van Nederland Prinses en zangeres. ABONNEMEWTSFB IJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in iSederland fr. p. p. Voor het Buitenland Afz Juderljjke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. t 0,86 1 1,50 0,06 AïSiiSiroSïïT-aifc ïf BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NOU AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÉW Van 6 regels30 Cents. Elke regei meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KUPPERS LAUREY. AAN DE GEESTELIJKHEID EN DE GELOOVIGEN Zaligheid in den Heer. Wij zijn, Eerwaarde Broeders en Beminde Ge loovigen, in blijde verwachting ran een luister rijk, hoogst eerbiedwaardig feest. Het za! immers, gelijk U bekend is, weldra vijftig jaren geleden zijn, dat de roemrijke Opperherder der Kerk, te Rome, de H. Priesterwijding ontvangen en, voor de eerste maal, de Heilige Offerande der Mis aan God heeft opgedragen. Op den 31 December van het aanstaande jaar 1887 viert Zijne Heiligheid Pans Leo XIII, zoo het God behaagt, zijn Gouden Priesterj u bi Ié. Dat heugelijk feest van den algemeenen Vader aller geloovigen zal natuurlijk een feest van dankbare vreugde ziju voor geheel de Katholieke wereld; en wij zien dan ook, dat het werk der voorbe reiding, reeds nu, allerwege met geestdrift wordt aangevangen. Ook Nedeilands Katholieken staan daarom gereed, met het Episcopaat, de hand aan het werk te slaan. Gewoon, bij iedere gelegenheid en eensgezind van onze gehechtheid te doen blijken aan den Stedehouder van Christus, wenschen wij allen thans ook deelneming te mogen tootien in in zijne vreugd; wat wij hopen te doen, tot op luistering van zijn feest, zal wederom een samen werken van aller liefde zijn. En, ten einde nu die samenwerking der Ge loovigen van ieder Bisdom te vergemakkelijken, hebben de gezamenlijke Bisschoppen van ons Va derland het wenscheiijk geacht een Nederlandsch Comité voor de viering van he,t vijftigjaiig Pries- terjubilé van Z. H. Leo XIII te vormen, dat uit ieder bisdom zijne leden tellend, als Hoofd comité voor geheel onze kerkelijke Provincie zou kunnen optreden en werkzaam zijn. Die wensch van het vereeuigd Episcopaat is op dit oogenblik vervuld. Aan de uitnoodigingen der Kerkvoogden werd in ieder Bisdom welwillend, blijmoedig voldaan. Het Hoofd-comité is, onder voorzitterschap van den Hoogwaardigen Vicaris- Generaal van het Aartsbisdom, geconstitueerd en aldus samengesteld: van het Aartsbisdom: de heer Mr. C. M. BlanTcenheijm. van het Bisdom Haarlem: de heer J.J. Beijnes. van het Bisdom 's Bosch: Jhr. Mr. J, M. B. J. Fan der Does de Willehois. van het Bisdom Breda: de heer J. A. J. W. Van Hal. van het Bisdom Roermond: de heer Frits Berger Quaedvlieg. Secretaris: Dr. J. A. II. G. Janssen. Aan di< hooggeacht Comité is derhalve, be houdens de door Ons voor te schrijven Gods dienstoefeningen, opgedragen een gezamenlijk wer ken tot opluistering van het Eeest te bevorderen en te regelen. En verzoeken Wij mitsdien de Geestelijkheid en de Geloovigen var. Nederland, aan de bemoeiingen van het Comité alle onder steuning en medewerking te willen sch nken.die Wij er aan wenschen gegeven te zien. FEUILLETON. De legende van de thee. Darma, een zeer vroom vorst, de zoon van een Indisch Koning, kwam in het jaar 519 vóór ouze tijdrekening in China, met het voornemen, zijn godsdienst uit te breiden. Om door zijn voorbeeld anderen tot deugd op te wekken, leidde hij een hoogst boetvaardig leven, at niets dan planten, en bracht zijn meesten tijd onder den blooten hemel met gebeden en vrome gods dienstoefeningen door. Eens toen hij van vermoeidheid uitgeput was, vielen zijne oogen dicht, en sliep hij, zijns on danks, in. Toen hij wakker werd, gevoelde hij zulk een berouw zijne gelofte verbroken en aan slaapzucht te hebben toegegeven te hebben, dat hij zjj ne oogleden, de werktuigen zijner schuld, afsneed en ze op den grond wierp. Den volgen den dag, toen hij weder op dezelfde plaats kwam, vond hij ze in twee struiken veranderd, die tegenwoordig onder den naam van the* bekend zijn. Darma at er eenige bladen van en gevoelde zijn geest zoo gesterkt, dat zijne gedachten eene hoogere vlucht namen en de slaapzucht, die hem vrctg*r overweldigd had, geheel van hem week. Hij maakte zijne leeilingen met de won derbare eigenschappen van die bladen bekend, en allengs werd het gebruik ervan alge meen. Eu zal dit ons Schrijven, op den Zondae onder het Octaaf onzes Heeren Hemelvaart, in alle kerken, alsmede in de kapellen waarover Rectors zijn aangesteld, op de gebruikelijke wijze worden voorgelezen. Gegeven ie Utrecht, Mei 1886. t P. M. SNICKERS, Aartsbisschop van Utrecht. t J. A. PAREDIS, Bisschop van Roermond. t A. GODSCHALK, Bisschop van 's Bosch. t C. J. M. BOTTEMANNE, Bisschop van Haarlem f P. LEIJTEN, Bisschop van Breda. Niet lang geleden verscheen in Frank rijk een werk, van de band des heeren Drumout, bandelende over de Joden in Frankrijk, 'fc Is een ontzettend beeld, dat de spiegel weerkaatst, welke de schrijver van dit boek zijn vaderland voorhoudt; nog verschrikkelijker echter is het feit, dat de meeste Europeesche Staten er hun eigen toestand in kunnen aanschouwen. De groote sensatie, welke deze bijdrage tot de geschiedenis van onzen tijd beeft teweeg gebracht en de vloed van toorn, smaad en hoon, welke tegen den schrijver losbrak, zijn reeds een teeken, dat Drumont de haud plaatste op de wonde plek. Hij wijst op grond van deels algemeen bekende, deels gerechtelijk bewezen feiten, dat de Frausche Natie de heerschappij over zich zelve heeft verloren, dat zij niet slechts door mannen van een vreemd volk wordt geregeerd, maar ook volgens de beginse len dezer vreemdelingen, welke in lijn rechten strijd zijn met den Christelijke;: en Fransckeu geest, wordt bestierd, ja dat de Frausche Natie, een der edelste van het Westen, door hare joodscbe beheer- schers wordt uitgemergeld en uitgezogen op eene wijze, zooals de geschiedenis geen voorbeeld beeft aan te wijzen. En inder daad: wat heeft Frankrijk van zijn histo risch karakter, van zijn Christendom, van zijne welvaart bewaard? De Godsdienst werd aan het volk ontnomen; de naam van God mag in de scholen niet worden genoemd. De Regeeriug heeft de bezittingen der Kerk geannexeerd en laat nu den zielzor ger uithongeren om hem de kracht tot Dit is woordelijk de oude Chineesche legende van het ontstaan der thee, van dien geurigeu drank, die van toen af een waardige mededin ger van de koffie is. De Chineezen gieten het heete water in den kop zeiven op de bladen, en drinken dit aftreksel zonder suiker of iets anders er bij. De Japanners «tampen de bladen tot stof, en schud den een kleinen lepel vol van dit poeder in een kop met kokend water. Bij beide volken maakt de kunst van the* te zetten een deel der op voeding van jongelieden uit. In Engeland en Rusland, waar men de kunst van theezetten meesterlijk verstaat, wordt kokend water op de bladen gegoten, en wel een halve theelepel op een kop. De geschiedenis heeft herhalingen, die niet alleen bewijzen, dat er niets nieuws is onder de zon, maar ook, dat de meest romantische verhalen altijd door de werkelijkheid worden overtroffen.Wie herinnert zich niet de geschiedenis van Richard Leeuwenhart, smachtende in zijn gevangenistoren in het Heilige land, bij wien de hoop op bevrijding werd levendig gehouden door het gezang van zijn getrouwen volgeling, toen die hem na lang zoeken eindelijk had ge vonden. Het overschoone lied o Richard, o mon roi,'1 is den liefhebbers van muziek zeer bekend. uitoefeuiug van ziju ambt te ontnemen of verbant dien trouwen en steeds hulpvaar digen Vriend des volks uit bet land. De eerbiedwaardigheid, door welke de Franschman eens in de ganscbe wereld beroemd was, verdwijnt systematisch door laaghartige kiesmauoeuvres, door protec tie van guustelingeu en bureaucratische ongerechtigheden. Geest eu lichaam vau dit eens zoo vroolijk, krachtig eu moedig volk, worden vergiftigd door de slechte dag- en weekbladen, boeken, liederen, schouwburgen, schilderijen eu andere za ken waarmede men het volk meedoogeuloos bekend maakt. De eenmaal zoo bloeiende kunst-indus trie is door de zweudelarijen der Joden in verval. Da eertijds zoo talrijk welgestelde familiën van den middelstand, vroeger de veilige en zekere steun vau het Rijk, wordt door de herhaalde financiëele operatiën van de koningen der beurs meer dan gedeci meerd- Staking van den arbeid is aan de orde van den dag; de landbouw kwijut; het volk verhongert en vervalt in de groot ste onzedelijkheid. Dit is in weinig woorden de toestand, welke Drumont ons schildert, 't Is de Jood, zoo beweert de schrijver, door wien deze omkeer van het oude, christelijke Frankrijk geschiedt. Alles gaat uit van den Jood,« zegt Drumout, »en de Jood verdient er wat aan.« Wij hebben hier inderdaad met eene onderdrukking vau eene ganseke uatie door eene zeer kleine, maar samenspannende minderheid, eene verovering welke 't best kan vergeleken worden met de onderdrukking der Sak ;ers in Engeland door de zestigduizend Noor- maunen van Willem den veroveraar, 't Ts een feit, dat in Frankrijk een geheel volk werkt voor een auder volk, dat door middel van een uitgebreid stelsel van uit mergeling de opbrengst van deu arbeid zijner lijfeigenen in den zak steekt. De kolossale rijkdom der Joden, de Joodsche paleizen zijn niet eene vrucht van verrich ten arbeid, van eene productie neen zij zijn de cijns, die een alles overheerscheud ras van een rampzalig slavenvolk wordt geheven. Zoo is het b. v. een feit, dat de familie Rothschild in Frankrijk, die een vermogen In 1695 zien wij eene herhaling van een dergelijk schouwspel, doch nu betreft het eer.e jeugdige Prinses. De Fransche revolutie had hare edelste slachtoffers geveld. Lodewijlc XVI, Marie Antoinette en de Kroonprins waren niet meer. Madame Elizabeth, 's Koning* zuster, de vorstelijke martelares, was haren broeder in den dood gevolgd. Maria Theresia leefde nog inden Tempel, welke gevangenis zij, uitgenomen hare bewakers, alleen bewoonde. Na drie jaren van afzondering had het schrikbewind, eindelijk wel licht het moorden en vervolgen moede gewor den, haar vrije wandeling in den tuin, eere gezelschapsdame, een kamerdienaar eu kleeren gegeven. Het arme meisje, dat geen schoenen of kousen meer had, kreeg nu zes paar zijden kousen, zes paar schoenen, twee dozijn linnen hemden, 2 japonnen, eenige boeken, papier, pennen, pen- seelen en potlooden. Madame de Chantareine, de vrouw van een hooggeplaatst beambte bij de politie, die Latijn en Italiaansch verstond en ook kon teek enen en de harp bespelen, kwam als gezelschapsdame in den Tempel. Aan deze viel de smartelijke taak te beurt, der Prinses mede te deelen, dat zij geen bloedver wanten meer had. Hue, de gewezen kamer dienaar des Konings, die nu dit alles vernomen had, huurde eene kamer in de buurt, van waar men de Prinses dagelijks kon zien wandelen met haar hondje, dat een der wachters in de gevangenis gewaagd had haar te geven eu dal den naam van 3 milliardeu bezit, deze schatten niet had, toen zij in Frankrijk kwam. Zij heeft echter geene uitvindingen gedaan, geen mijnen ontdekt, geen wildernis in vrucht baar land herschapen; zij heeft dus deze drie miiliarden als belasting van deFran- schen geheven, zonder daarvoor eenige vergoeding te verstrekken. Als een voor beeld van de kolossale sommen, die deze geldmannen bij eene enkele »operatie« in den zak staken, noemt de heer Drumont de Honduras-leeuiug. »Het was hier,zegt hij, geen speculatie, waarvau men op goe den grond kou succes verwachten, doch die door omstandigheden mislukte, neen, nim mer was de aard eener zaak van het begin af, duidelijker. Honduras is een klein onbeduidend laud met 500,000 inwoners, van welke hoogstens een derde tot het blanke ras behoort; het bezit geen natuur lijke hulpmiddelenen toen die leening werd uitgeschreven, was het land sinds 40 jaren niet in staat geweest de reute te betalen, vau zijne Staatsschuld, die 400,000 franks bedroeg. Zoo waren de omstandigheden, ouder welke Bischofsheim, Scheyer en Drei- fuss van de sparende bevolking van En geland en Frankrijk de som van 157 mil- lioen wisten los le werken; Honduras ech ter beweert tot heden, dat het geeu centime beeft ontvangen. Zijne Regeering beuoemde eene enquête, om te onderzoeken, wat men toch met bet geld had uitgevoerd, 't welk op haar naam was verzameld gewordeu eu tevens om aan de Europeesche Natiëu ken baar te maken, dat zij voor de zaak niet verantwoordelijk was. Uit eene aanklacht door deii Afgevaardigde Sourigues in de Frausche Kamers uitgesproken tegeu de ondernemers eu concessionarissen der be doelde leening, bleek dat die heeren 90 percent der leening voor zich hadden ge houden, alzoo een bagatel vau 140 milli- osc. »De schuldigen werden niet gestraft« zegt de beer Drumont zij leven in pracht eu rijkdom voort. Van eene financiëele operatie van een anderen geldvorst, Baron Erlauger, geeft Drumont een nauwkeurige tabel, waaruit blijkt, dat de ougelukkige aandeelhouders van obligatiën 202,055,000 franks hebben verloren. In deze affaire ziju de groot ste bedriegerijen geschiedt. De diefstal Ccco droeg. Zij had nu veel, maar de vrijheid had zij niet. Het Oostenrijksche Gouvernement bood aan twee millioen livres losgeld voor haar te betalen. Dit voorstel werd verworpen, doch de ware koningsgezinden rustten niet. De vrouw van Hue, vergezeld van de zangeres Madame Da- guerre, destijds verbonden aan het theater Lou- vois, begaf zich eiken dag naar de door haar man gehuurde kamer, waar de zangeres hare schoonste liederen zong en weldra de aandacht der gevangene had getrokken. Zoodra de zan geres zulks wist, kondigde zij haar in toepasse lijke expres vervaardigde liederen de pogingen aan, die men te harer invrijheidsstelling aanwendde. Den 28 Thermidor van het jaar III (15 Augustus 1795), den naamdag van Maria Theresia, wandelde zij langer dan ooit op en neder om der zangeres hare erkentelijkheid te bewijzen, die dien dag zoo overheerlijk Zong, dat zich voor alle vensters menschen verzamelden. Twee dagen later had het veiligheidscomité de concerten ontdekt. Men gaf voor, dat in de straat „de la Corderie" eene zangeres hare rollen repeteerde, maar 't was natuurlijk uit met den muzikalen troost. De heer A. de Beaucbesne, hekend om zijne ijverige navorschingen over alles wat de gevan genschap van Lodewijk XVI en de zijnen aan gaat, heeft den naam van Madame Daguerre met, gulden letteren aangeteekend,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1886 | | pagina 1