NIEUWE
mmmm
Zondag 13 Juni 1886.
tide Jaargang.
Pinksteren.
15 Juni 1886.
No. 1013.
««ipkl
Muzikant en Minister.
HÜRIÏMSEHÏ EOERilT.
ABOHNEMBHTSPBIJ8
Per 3 maanden voor Haarlemr 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,
Voor het Buiteulaud 1,50
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
OlTMALNXLES Dit .4 f.'
AGUTE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KUPPERS LAUREY.
Het heerlijke Pinksterfeest, de dag vau
den H. Geest, is wederom genaderd en op
nieuw weerklinkt in dezen veel bewogen
en droevigen tijd het heilig gezang der Kerk:
Veni Creator Spiritus.
Pinksteren is het feest des H. Geestes.
Wat de zon aan het firmament is voor
de gansche natuur en voor het leven der
Scheppiug, dat is de H. Geest voor het
bovennatuurlijke leven der menschheid.
Het leven der natuur en het kerkelijk
jaar gaan hand aau hand. Midden in den
kouden, dorren wintertijd, als de aarde met
een doodskleed bedekt is, vieren wij het
h. Kerstfeest en Engelenstemmen zingen
op Bethlehems velden in den nacht des
heidendoms het verheven le DeumVerblijdt
u, want de Heiland is geboren: eere zij God
in den hooge en vrede den menschen op
aarde!« Na het heilige Kerstfeest stijgt de
zon hooger, hare stralen worden wanner,
zoodat de aarde, in het voorjaar, van haar
somber lijkkleed wordt ontdaan; dan komt
alles tot groei en bloei en de gansche na
tuur viert in alle pracht hare heerlijke
verrijzenis. In dezen majestueuzen tijd komt
het h. Paaschfeest en de Kerk zingt ju
belend: Alleluja, Christus is verrezen! De
vloek der zoude is weggenomen, de mensch
heid is met God verzoend.
Van Paschen af worden de zonuestraleu
brandend en ouder deu krachtigeu zonue-
gloed wordt alles rijp op het rijke en schoone
veld. De hoop des landinans herleef t en in
stilte prijst hij deu Gever van alle goeds.
Te midden van dien tijd komt het heilige
Pinksterfeest.
De verzoeningsdood van Jezus had voor
de menschheid eene bron geopend, waarin
zjj, van hare wouden genezen, lot een
bovennatuurlijk leven zou worden opge
wekt en gesterkt. Ieder, die wilde genezen
worden, moest haar naderen, om aan hare
woudervolle werking deelachtig te worden.
De H. Geest nu wekt in deu mensch het
verlangen op uit de geopende bron het
bovennatuurlijke leven te putten; Hij leidt
er deu mensch heen en laat zijne bezie
lende kracht iu het hart des menschen
stroomeu. Eu gelijk het bloed door het
lichaam vloeit, en dit iu 't leven houdt,
doch als het zich terugtrekt, het lichaam
tot een lijk maakt, zoo is ook de ziel, zon
der de genade van den H. Geest, voor
God een lijk en zij wordt een lijk door
dien onzaligen aanslag, die het werk van
den H. Geest verwoest en daarom den ont-
zettendeu naam van doodzondedraagt.
Stroomt echter de genade des II. Geestes
door 's menschen ziel, dan is zij rein als
het water dat uit de bergbron vloeit.
Door de genade van den H. Geest wordt
de mensch een tempel Gods, een broeder
van Christus, een waarachtig erfgenaam
des Hemels.
Kom dan H. Geest en zend ons de stra
len van uw hemelsch licht; zend ze in
alle harten, die onsterfelijke zielen te ver
lichten hebben. Kom, H. Geest, verwarm
FEUILLETON.
De Chineesche vrouweuvoet
De onzinnigste lichaams-misvorming, ooit door
vrouwen uitgedacht, is wel de geweldadig ver
kregen voetverminking hij de vrouwen uit de hoo-
gere standen iu China, die eigenlijk met het
verlies van den voet gelijk is te stellen.
Zij werd door de oude volbloed Chineezen in
lang verloopen tijd uit vleierij uitgevonden, om
eene Prineos, die met klompvoeten geboren was,
te doen g.looven, dat alle vrouwen zulke voeten
hadden. De zoo kunstmatig vervormde voeten
der Chineesche vrouwen maken haar het loopen
bijna onmogelijk, en het op- en afgaan eener
trap zoo moeilijk, dat Chineesche huisvrouwen
gewoonlijk slechts gelijkvloers wonen, als zij
zich de weelde van een drager niet kunnen
veroorlooven.
Een in Tschusau gevestigde arts verhaalt het
volgende omtrent de wijze, waarop zij die vermin
king tot stand brengen.
wat koud is. Het is zoo kil, zoo dor iu
deze wereld. De hoogmoed, het egoïsme,
het ongeloof nemen de overhand en heb
ben het vruchtbare aardrijk verdord, ver
zengd. Leid op deu goedeu weg, wat afge
dwaald is. Gij immers kunt redden, Gij
kunt een nieuw leven verwekken.
Kom, H. Geest, bescherm en leid uwe
Kerk eu hare Herders. Schenk rust aan de
vermoeiden, spoor de bedrukten aan, troost
hen, die tranen storten!
Evenals de H. Kerk in haar Geloof, in
hare weten en in haren strijd op het
eerste Pinksterfeest was, zoo is zij bijna
negentien eeuwen op den ganschen aard
bodem gebleven. Zij is en blijft de Kerk
voor alle tijden en voor alle menschen.
Blijven wij dus aan haar getrouw, wen
den wij onzen blik naar den eerbiedwaar-
digen grijzeu Opperherder en zien we met
innig vertrouwen opwaarts naar de heilige
Moeder Gods, die hem als Koningin van
den H. Rozenkrans ter zijde staat en smee-
keu we den II. Geest, die op de Apostelen
nederdaalde, dat Hij met zijn vuur de
koude harten verwarme. O, zoo ons gebed
op waardige wijze ten Hemel stijgt, dan
zal het ongetwijfeld worden verhoord en
de menschheid zal het hoogverheven Pink
sterfeest waardig vieren, de bittere ellende
iu het maatschappelijke leven, die in onze
dagen volkereu eu natiën verzwakt en ten
verderve voert, zal verdwijnen eu alle men
schen zullen bezield worden met denzelfdeu
geest, met een en dezelfde liefde, de liefde
tot het ware, tot het goede, de liefde tot
God.
»Veni Creator Spiritus!»
De datum, dien wij daar ter neder schre
ven, moet bij uitnemendheid gewichtig
worden geacht voor de toekomst vau Ne
derland. Men weet wat op dien hoogst be
langrijken dag geschieden moet, nl. het
verkiezen eener nieuwe Tweede Kamer.
Het heeft Z. M. onzen geëerbiedigden
Koning goedgedacht, op voordracht van het
Ministerie, de Tweede Kamer te ontbinden
en de keuze van eene nieuwe volksverte
genwoordiging uit te schrijven, tegen a. s.
Dinsdag.
Volgens de mededeelingen van den Mi
nister van Binneulaudsche Zaken gedaan
in de rede, met welke hij de zitting der
Staten Generaal, namens den Koning, heeft
gesloten, moet deze ontbinding strekkeu
om iu de Tweede Kamer eene meerderheid
te brengen, welke er nu nog iu ont
breekt.
Dat doel geeft aan deze verkiezingen
eene bizondere beteeken is. Ieder beseft, dat
het metterdaad van groot belang moet ge
acht worden, dat in de wetgevende ver
gadering des lauds door eene bepaalde
richting een overwegende invloed worde
geoefend. Gelijk iu een gezin eu in eene
vereeuiging geen wezenlijke orde kan heer-
sshen, zonder dat er iemand de baas is,
zoo behooren ook in de Tweede Kamer de
De operatie geschiedt in twee perioden. De
eerste periode begint in het tweede levensjaar
van het kind. De teenen worden door lange,
in allerlei richtingen om den voet getrokkene
banden, tegen de voetzoel naar beueden gedrukt.
Alleen de groote teen wordt gespaard. De steeds
vaster en vaster aangetrokken banden maken
dat de kinderen eindelijk met de rugvlakte der
teenen op den grond komen te staan. Langza
merhand beginnen de teenen hunne eigenschap
pen als zelfstandige ledematen te verliezen eu
vormen een met de voetzool vergroeide, onver
deelde massa. Dit is reeds iu het volgende
jaar het geval. Nu begint het tweede deel der
operatie. Deze heeft bijna uitsluitend plaats bij
kinderen uit den koogeren stand, daar de minde
ren zich reeds met het eerste deel tevreden
stellen. De voet, met den grooten teen, wordt
nu door banden langzamerhand zoo gekromd,
dat de groote teen zoo dicht mogelijk bij de
hiel komt. Dit is veel pijnlijker, dan het eerste
deel, en brengt vele zwakke kinderen ten grave.
De banden worden nooit losser gemaakt, maar
.ntegendeel van maand tot maand steeds vaster
wenschen eu eischen eener bepaalde par
tij, iu besluiten belichaamd, tot ver
vulling te worden gebracht.
Yan die macht mag echter nooit ten
nadeele van de volksvrijhedeu misbruik
worden gemaakt. Zoodra dat gebeurt ont
staat er tiraunie, dan wordt de wet der
vrijheid geschonden. De Koning zelf, mocht
hij zich persoonlijk over de verkiezingen
uitlaten, zou, getrouw aau de vrijheids
liefde, van welke het geëerbiedigd Hoofd
van deu Staat steeds deed blijken, zeker
te kennen geven, dat hij geene Kamermeer
derheid weuscht,die niet aau al zijne onder
danen recht eu vrijheid zou verzekeren.
Geroepeu om een eind te maken aan
een schier onhoudbaren toestand, teneinde
aau de Tweede Kamer eene meerderheid te
schenken, moeten de kiezers zich wel door
dringen van hetgeen zulks zeggen wil. Zoo-
laug de Kamer als iu twee gelijke helften
gedeeld was, kon er niet veel goeds tot
stand komen, maar groot kwaad kon der
Natie ook niet worden berokkend. Het
oefenen van partijgeweld was, in eene vol
tallige Kamer, niet mogelijk. Komt er eene
meerderheid vau liberalen of anti-liberalen,
dan zal dat geheel anders worden. Dan
zal ééue partij haar wil tot wet kunnen
verheffen.
Denkt men daarover na, dan zal men
beseffen, hoe uoodig het is, dat de kiezers
toch vooral op 15 Juni gebruik maken van
hun stemrecht.
Wij zullen niet treden in eene uiteen
zetting van de parlementaire geschiedenis
der joDgste maauden. Wilden wij dat, dan
zouden wij meer ruimte behoeven, dan thaus
beschikbaar kan gesteld worden, nu wjj
eene ernstige en hartgrondige raadgeving
aan onze medekiezers hebben te geven. Ieder
weet trouwens wat er gebeurd is.De liberalen
hebban geweigerd, met betrekking tot de
regeling van het lager onderwijs, rechts
gelijkheid aan alle Nederlanders toe te ken
nen. Zij willen het Staatsgeld uitsluitend
ten behoeve van de Staatsschool blijven
besteden en het ongehoorde willen zij te
vens mogelijk doen blijven, namelijk, dat
aau kinderen van gegoede ouders koste
loos ouderwijs vau Staatswege worde ver
strekt.
Men gevoelt, dat het weigeren van recht
aau die ouders, welke er gewetensbezwaar
in hebben om hunne kinderen naar de
Staatsscholen testuren, van welke elk po
sitief godsdienstbegrip is gebannen, een
schandelijk onrecht vormt. Tegen dat on
recht moet bij de stembus van 15 Juui
worden geprotesteerd. De geloovige Neder
lander-s moeten aan de ongeloovigen, duide
lijk, door de stembuskeuzen, verklaren: wij
dulden geene rechtsverkrachting
De stembusstrijd, dien wij tegemoet gaan,
is daarom alleen reeds van zulk een over
wegend gewicht. Zegevieren de liberalen,
dan is het voor zeer lang met de wezen
lijke vrijheid in ou3 vaderland gedaan. Wij
zullen dan aan de verdrukking der libe
ralen zijn prijs gegeven. De liberalen, dat
leert de geschiedenis elders, willen niet
en vaster aangetrokken, totdat de voet den
begeerden vorm heeft aangenomen.
llij meisjes uit het volk, die, om den voet
toch eenigszins te kunnen gebruiken, den groo
ten teen niet zoo dicht bij de hiel getrokken
hebben, als dit bij de rijken het geval is, en
dus volgens Chineesche begrippen een niet vol
komen fraaien voet bezitten, wordt dit gebrek
bij feestelijke gelegenheden, en voornamelijk bij
het huwelijk, daardoor gemaskeerd, dat men
onder den voet een stuk kurk, dat dan den
vorm van den zeer kleinen voet heeft, bevestigt,
en dit dan in plaats van den voet in den schoen
wordt gestoken.
Van den overleden Pruisischen Minister Bitter,
die, zooals bekend is, een hartstochtelijk lief heb
ber van muziek was, wordt hot volgende ver
haald
„Toen Bitter eens iu het begin van zijne mi-
nisteriëele loopbaan op reis zijnde, zich twee
dagen in het stadje Landshut ophield, ondernam
slechts regeereu, zij willen tirauuiseeren.
Zij gaan steeds zoo te werk, alsof er geen
audere Nederlanders, dan liberale be
staan.
Daatiu ligt het gevaar, dat ons dreigt.
De liberalen hebben het getoond, dat zij
niet oprecht, niet eerlijk, den burgervrede
iu Nederland begeeren. En waarom wil
den zij niet afdoende toegeven aan de
eischen der auti-liberalen op onderwijs
terrein? Omdat, zoo beweren zij, de anti
liberalen eigenlijk clericalen zijn. De libe
ralen noemen zich triumfantelijk auti-cle-
ricalen, alzoo anti-kerkelijken.
Dat de liberalen niet van de Christelijke
Kerk willen weten, dat was reeds lang
bekend, voor dat zij zulks openlijk in hunne
banier schreven. Toch kau het gezegend
werken, dat zij er nu zoo openlijk voor
uitkomen. In vroegeren tijd gaven de Ne-
derlaudsche liberalen nog wel voor, dat zij
niet* tegen deu Godsdienst hadden, dat zij
elk Geloof eerbiedigden. Thans hebben
zij met die voorgewende verdraagzaamheid
gebroken en staat hun het schandteeken
van den Kerkhaat op het voorhoofd ge
drukt.
De kiezers weten nu voor wie zij zich
hebben te wachten. Zij, die nog hech
ten aan Geloof eu Godsdienst, mogen
in geen geval aan een liberaal, die zich
thans zelf anti-kerkelijk noemt, hunne stem
geven. Niet de geloovigen, maar de onge
loovigen hebben den strijd gebracht op het
gebied van't kerkelijke en anti-kerkelijke. Daar
op moet vooral nadruk worden gelegd. De
anti-liberalen vragen niets dau vrijheid eu
recht eu op dien eisch wordt smadelijk
geantwoord: dat is clericaal.
Tegen zulk eene taktiek moet met alle
macht bij de stembus worden opgekomen.
Op onzen vrijen Nederlandschen bodem
mag geene verdrukking van don eeneu
Staatsburger door deu anderen worden
toegelaten.
De vrijheidslievende kiezers moeten als
een man naar de stembus optrekken. Geen
enkel Nederlander, die zich niet krommen
wil ouder het j k der liberalen, mag dit
maal vadsig thuis blijven. Altijd is ouver
schil ligheid bedenkelijk, doch vooral zou
zij dat wezen op 15 Juni. Bovenal de ge
loovigen moeten nu opkomen, want door
de liberalen wordt, naar luid van hunne
eigen verklaringen tegen de kerkelijkheid
gekampt. Allen dus, die wèl kerkelijk ge
zind zijn, behooreu hunnerzijds daarvan
te doen blijken.
En welke mannen wenschen wij nu in
dit district gekozen te zien, om de politiek
der vrijheid te vertegenwoordigen?
In de eerste plaats bevelen wij den kie
zers dringend aan hunne stemmen uit te
brengen op den heer M. W. Van der
AA, oud-hoofdredacteur van De lijd.
Als leider van het hoofdblad der Ka
tholieke partij in den lande, heeft die Can-
didaat voldoende bewezen over welke rijke
geestesgaven hij heeft te beschikken Meer
dau iemand is hij bekend met de tegen
woordige behoefte van het Noord-Hol-
hij van daar uit kleine tochtjes in de schoone
omgeving. Op een daarvan hield het rijtuig stil
voor eene dorpsherberg, waar men zich, daar het
zeer warm was, aan een frisschen dronk te goed
wilde doen. De Minister betrad de ruime gelag
kamer en zag daar eene menigte boeren en boer
innen, die blijkbaar allen gekomen waren om
te dansen, maar de muziek ontbrak nog. Toen
Bitter de geopende piano, eene eeuwenoude ram
melkast, zag, bekroop hem plotseling de lust
haar te bespelen. Hij ging er dan ook voor
zitten en begon. De danslustigen werden als
geëlectriseerd, en in een oogwenk zag men wel
een dozijn paren door elkaar draaien.
Den herbergier, die deu bestelden muzikant
te vergeefs scheen te wachten, was dit spel na
tuurlijk zeer aangenaam. Eerbiedig naderde hij
den vreemden gast met de nieuwsgierige vraag:
„Mijnheer is 'thuis zeker kapelmeester?"
„Neen, beste vriend," antwoordde Bitter, ter
wijl hij zich lachend omkeerde, „dat ben ik niet,
ik speel 'thuis, te Berlijn, slechts tweede viool