NIEUWE No. 1037. Zondag 5 September 18S6. 11de Jaargang. De nationale toekomst. BUITENLAND, Loon naar werk. MMiraü ('UilRUT. ABONNEMENTSPB IJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in ISiederland fr. p. p. Voor het Buitenland Afzenderljjke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. 0.85 1,- 1,50 0,06 ïirapitir: AGITE MA NOW AGITATE. PBIJ8 DEB ADVEBTENTlfiW Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: K UPPERS LAURET. Nederland heeft wederom het geboor tefeest der jeugdige Prinses Wilhelmina gevierd. Groot was de belangstelling van verschillende zijden in dat feest getoond- En geen wonderwant op haar zijn de oogen des volks voor de toekomst geves tigd. De Nederlandsche natie, in haar ge heel genomen, is innig aan het Koningschap gehecht. Toen bij het einde der Fransche overheersching, Willem I aan het strand te Scheveningen aan land stapte, was de overtuiging algemeen, dat de monarchale regeea*ingsvorm moest ingesteld worden. De republiek had fiasco gemaakt; zij was slechts een kleed geweest waaronder de oligarchie zich verborg. Het Koningschap werd gesticht (korten tijd slechts droeg Willem I den titel van Souverein Vorst) en het is sedert meer dan 70 jaren een zegen voor Nederland geble ven. Die uitkomst behoeft geen verwonde ring te baren, want het eenhoofdig gezag is altijd boven een veelhoofdig te verkie zen. Wel zijn er sinds de invoering van de monarchie grove fouten geschied, doch Nederland heeft desnietteihpi het grondwettig Koningschap zeer hoog leeren schatten. Niets zou dan ook der Natie meer wel kom zijn geweest, dan dat het der Voor zienigheid had behaagd uit den echt des Konings een zoon te doen geboren worden. De Hoogste Wijsheid beschikte anders en de Prinses werd met geestdrift begroet. Vele voorbeelden in de geschiedenis doen zien, dat soms vrouwen op deu Troon ze genrijk wisten te regeeren. Innig is de natie aan deze dochter des Konings gehecht. Het volk leeft ouder den indruk der weten schap, dat aan haar eene opv-oeding wordt gegeven, uitnemend geschikt om haar voor- treffelijken aanleg te ontwikkelen en haar liefde voor land en volk in te prenten. Mocht (hetgeen de Almachtige nog vele jaren veehoede!) onze geëerbiedigde Ko ning van den Troon tot hooger levensorde worden opgeroepen dan zal, zoo de Prin ses dan nog den leeftjjd van 18 jaren niet heeft bereikt, hare verstandige en bemin nelijke moeder als Regentes in naam der minderjarige Koninginhet bewind over Nederland voeren. Alles is, naar wensch, wel en deugde lijk voorzien. Dat juichen wij toe, dat stelt ons gerust; doch de nationale toekomst is door al die bepalingen en beschikkingen nog niet voldoende verzekerd. FEUILLETON. 9) Vervolg David staarde op dat bebloede mes als een waanzinnigedat was het geweest den geheelen nachtAl zijn denken, al zijn willen was tot daad geworden, o, tot eene ontzettende, bloedige daadEn vóór hem op den grond lag de ongelukkige, wiens bloed bij in zijne nachtelijke razernij had begeerd te zien, daar lag hij, en een stroom van bloed vloeide hem uit de open wond. David zag het aan, zonder dat hij het be greep. Het was of zijne donkkracht, of zijn eigen bloed stil bleven staan- Het was, of het mes hem zeiven had getroffen, en het suisde en war relde door ziju hoofd, tot midden tusschen al dat gewarrel een stem uit de verte hem toeriep //Kaïn, waar is uw broeder Abel?" Kiep hem werkelijk iemand Daar klonken stemmen uit den hollen weg, daar ratelde een wagen, daar rinkelde het De nationale instellingen moeten door den volksgeest worden gedragen. Grond wetten beteekenen iets, in vele gevallen zelfs veel, ter verzekering van het geluk eener Natie, maar volstrekt niet alles. Zoo dra de volksovertuiging niet langer in overeenstemming is met de constitutie en de wetten op haar gebouwd, is de kracht van den Staatals levend organismege ducht gebroken. De historie der wereld, van Europa in 't bizonder, leert ons dat op tal van bladzijden. Toen de volken van ons werelddeel het oor leenden aan de inblazingen der revo lutiemannen, was het met de rust in vele Staten gedaan. Men weet, welke ontzet tende gevolgen de groote omwenteling in het laatst der vorige eeuw heeft opgeleverd. Een nieuwe geest heette de Natiën te be zielen, die ze zou verheffen en veredelen; maar hij bleek een booze geest te zijn. Vooral in Frankrijk waar da »zon van de nieuwe wereldordeopging, heeft de Natie, na de revolutie, juist het meest in de duisternis gewaudeld. Wel werd de wet tige Koning, na de vernedering van Na poleon I teruggeroepen, doch hij werd van den aanvang der restauratie in zijn gezag van verschillende zijden tegengewerkt. De begrippen der omwenteling deden hunne vreeselijke nawerking gevoelen. Zoo kon het gebeuren, dat reeds in 1830 eene nieuwe revolutie in Frankrijk uitbrak. Louis Phi lippe besteeg den Troon. Van hem werden door velen groote verwachtingen gekoes terd. Hij schonk werkelijk eenige jaren van vrede aan Europa, maar hij wist zijn troon niet te bevestigen. De oorzaak daarvan zal wel moeten gezocht worden in de omstandigheid, dat hij nog te veel toegaf aan de revolution- naire denkbeelden, met welke hjj, als het ware, eene transactie zocht te sluiten. On danks de goede bedoelingen, met welke hij bezield was en die wij niet in twijfel trek ken, kon hij het uitbreken der Februari- revolutie niet voorkomen. Sedert was Frankrijk aan allerlei ellende ten prooi. De helden van de barricades van 1848, of liever de mannen, die hen aanzetten tot hun bedrijf en die over de steenverhevenheden tot de hoogte van het gezag wilden stijgen, voerden Frankrijk in de armen van den derden Napoleon. Diens regeering was eerst wel door wat goeds gekenmerkt; zij was in elk geval eene verademing na de verwarring en anar chie, welke hadden geheerscht. Spoedig echter beging ook hij de dwaling van op paardentuig en daar stond hij, de moorde naar en daar lag de vermoorde, wentelend in in zijn bloed. Hij slingerde het mes ver van zich weg, en ijlde voort, voort met hijgenden boezem, met starende oogen, met het door bloed bevlekte en aan flarden over de borst nederhangende vest, en liever had hij in de borst het moor dend staal gevoeld, dan de bewustheid van dien vreeselijken moord. Hij kwam op de hoeve hij zag zijn vader. „Gij zult niet dooden!" De baptisten staan zoo vast op dat gebod, dat zij zelfs weigeren soldaat te worden, en hij hij had gedood 1 Toon de oude man zijn zoon zag met dat door ontsteltenis misvormde gelaat, met die woest fladderende haren, met dat door bloed bezoedelde vest, hief hij zijn beide armen op, en riep „rampzalige, wat hebt gij gedaan?" „Een moord!// gilde de zoon op wanhopigen toon. „Ik heb Jakob doodgestoken!" En hij viel neêr voor de voeten van den ouden man. De arme vader sloeg een blik vol namelooze smart op het ongelukkige kind, dat als een worm zich kromde op den grond; hij kon niet spreken, de zwakheden zijns volks te speculeeren. Beducht voor het behoud van zijn Troon, zocht hij in oorlogen afleiding. Het daar mee beoogde doel werd niet bereikt. Dat kon ook niet, want hij steunde in Italië de revolutie. Hoe zou nu een Souverein zjju zetel kunnen vestigen door anderen van hun troon te verjagenof die onttroning mogelijk te helpen maken. Napoleon III heeft geoogst wat hij heeft gezaaid. In 1870 verjoeg men hem toen de oorlogskans zich tegen hem keerde, van den troon. Waartoe dat alles herinnerd? Om bij ons volk de overtuiging te ver sterken der noodzakelijkheid, dat hij tijds tegen de zegepraal der revolutionnaire begrippen worde gewaakt. De teekenen des tijds zijn, ook met betrekking tot ons vaderland, in menig opzicht bedenkelijk. Voorzeker de overgroote meerderheid des volks koestert nog liefde voor het Ko ningshuis en de monarchale instellingen; de Troon des Konings rust nog op de nationale sympathie als op den hechtsten pijler. Eene kleine minderheid, welke men telkens grooter tracht te maken, denkt echter reeds anders. Openljjk wordt de Republiek als den beteren regeeringsvorm aangeprezen. De bloedvaan van de om wenteling is meer dan eenmaal in het openbaar ontplooid. Reeds is de tusschen- komst der militaire macht noodig geweest om de ord6 te herstellen. Ieder beseft, dat dergeljjke verschijnse len in hooge mate onrustwekkend mogen genoemd worden. Zij doen zien, dat de nationale toekomst door gevaarlijke lieden, juister nog: door gevaarljjke stroomingen in de volksopinie wordt bedreigd, 't Ergst van alles is nog wel, dat de Godsdienst niet meer wordt geëerd en gekweekt. Duizenden bij duizenden zijn afvallig ge worden van den dienst van God, om voor de afgoden van deze eeuw te buigen. Daarin wortelt de oorzaak van den bijval, dien de revolutionnaire denkbeelden vinden. Wil dus Nederland gevrijwaard zjju voor de omwenteling, voor den triumf der anti- monarchale begrippen, dan moet voor en boven alles de Godsdienst weder in volle eer worden hersteld. Een geloovig volk bezit den krachtigsten waarborg voor het behoud zijner vrijheid en zelfstandigheid. De beste maatregelen van defensie baten niet, als die zedelijk-godsdienstige weer baarheid ontbreekt. Naar buiten is de Na tie, welke God vreest, sterk, ook al noemt het was hem, of zijne borst toegeschroeft was ge worden, en zacht, als een zucht kwam de klacht over zijne lippen„Heer, uwe hand ligt zwaar op mij Niemand dan hij alleen had zijn zoon gezien, niemand had hem ontmoet, en de gedachte vloog hem door de ziel: „gij kunt hem redden, hij kan, hij moet vluchten 1 Maar dan als men hem dan vragen zou „Abraham Lustig, waar is uw zoon?" zou hij dan antwoorden: „Ik weet het niet?" Hij staarde in het door smart verwrongen gelaat van zijn eenig kind, en eene verplette rende droefheid maakte zich meester van zijne ziel. „Gij zult hem verliezen!" klonk het aan de eene zijde, en het antwoord was :„Hij moet oogsten, wat hij heeft gezaaid „Ga naar uwe kamer!" zei hij. een lang durig zwijgen, terwijl David zich had opgericht, en geheel machteloos weer op eene bank was nedergezonken. „Wat moet ik doen, vader, wat moot ik doen!" riep de jongeling, en strekte de smee- kende hand naar zijn vader uit. „Zoek troost bij God, en ik zal raad bij Hem men haar zwak, en naar binnen staat zij veilig, wat de toekomst ook in haar schoot verborgen houdt. De gedachten, welke wjj ontwikkelden, wenschen wij beschouwd en gewaardeerd te zien als een soort van nabetrachting op het gevierde jaarfeest der lieve Prinses Wilhelmina. Door Gods goedheid geniet die kleine lieveling des volks tot heden eene goede gezondheid. Zij groeit welig op en geeft, wat niet hoog genoeg kan ge schat worden, de meest gewenschte bewjj- zen van meer dan alledaagschen geestes- aanleg. Blijft deze dochter van Oranje ge spaard, dan mag van haar iets goeds voor ons vaderland worden gehoopt. Yoor het behoud van haar leven wordt innig door alle ware vaderlanders gebeden. Wordt zij eenmaal Koningin, dan vinde zjj zich ge plaatst tegenover een volk, in welks boe zem de beginselen van waarheid en gerech tigheid, van Godsdienst en zedelijkheid krachtig leven en werken. Dan alleen is de nationale toekomst, maar ook de toe komst van ons Vorstenhuis verzekerd. De vrijheid bezit geen beter schutsengel dan de waarheid, waarbjj wjj allereerst denkeu aan de hoogste en religieuze waarheid. Nederland vergete nimmer dat woord, uit de grijze oudheid tot ons gekomen, doch dat onveranderd kracht behoudt, omdat het door Gods Geest werd ingegeven, nameljjk do uitspraak, dat gerechtigheid een Volk verhoogt, doch dat de zoude een schand vlek is der Natiën. Vorst Alexander van Bulgarije is eergisteren-avond te Sofia aangekomen en door de volksmenigte met geestdrift in gehaald. Nog altjjd bestrijdt de Berljjnsche JVord- deutsche AUgemeine de bladen, die verlan gen, dat Duitschlaud zjjn invloed ten gunste van Vorst Alexander zal doen gelden. Het blad ontraadt eiken stap op dit gebied ten sterkste, en stelt in het licht dat zelfs een protest langs diplomatischen weg de be trekkingen tot Rusland zou schokken en ten slotte tot oorlog voeren. Men moet, zegt het blad, öf de Staatkunde der Regee ring volgen óf het Rjjk in eon oorlog wikkelen. Inderdaad een schoon verbond, waar bij, ook tegenover de grootste onrecht vaardigheid, het eerste en het laatste ge bod: niets zeggen!* luidt. zoeken," antwoordde de oude man. „Gij hebt eene slechte daad gedaan, en het bloed, dat door u vergoten is, zal tegen u getuigen, wat wij ook doen om het af te wisschen." De moeder wrong de handen, en jammerde luid. „Abraham," riep zij, „hij is de eenige, van zeven! Moet ik hem dan ook nog verliezen? Red hem, red ons kind 1 Niemand dan gij en ik weet er van, laat hem vluchten Zij ging naar David, dia op zijn bed was neergevallen, zij weende met hem, en liet zich het geheele voorval verhalen, terwijl de vader beneden in stomme smart in zijn bijbel zat te staren, en de letters, alsof zij levend geworden waren, voor zijne oogen dansten. De oude vrouw kwam weer bij hem,bedaarder dan straks. „Vader," zei ze, „ik heb David verborgen in het vlashok niemand zal hem daar zoeken en heden-nacht, als het donker geworden is, helpt gij hem, dat hij over de grenzen komt. Hij moet weg, naar Amerika en wij zullen hem volgen." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1886 | | pagina 1