I IJ W E No. 1048. Doaderdag 14 October 1886, 11de Jaargang, Eene nationale ondeugd, Dertig dagen in de cel. ABOJOTEMEKTSPBUS Per 8 maanden voor Haarlemt Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het Buitenland Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BÏÏKEAÏÏ: St. Jansstraat Haarlem. PBIJS DEB ADVEBTENTIÉXT AGITE MA NON AQ-ITATS. Van 16 regels 30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KUPPERS k LAUREY. Vervolg en slot.) Uit het heerleger der dronkaards ver nemen we de grootste leugens en vooroordee- leu ten gunste vau den sterkeu drank. De jenever is een levensmiddel, zegt men. 't Is een grove onwaarheid; de jenever is en blijft volgens het oordeel van duizenden artsen en bevoegde beoordeelaars, geen stof, uit welke de werkman kracht ver krijgt voor den zwaren arbeid. De sterke drank doet hoogstens voor korten tjjd het gevoel van verslapping verdwijnen en werkt bij den mensch op dezelfde manier, als eene zweep of spoor op het vermoeide lastdier. Zulk eene werkzaamheid is dan echter als die van een koortslijder. Zoolang de koortsgloed in zijne aderen duurt, voelt hij zich sterk; is do gloed echter voorbij, dan volgt na eene bovenmatige inspanning eene vaak doodelijke afmatting. Merkwaar dig is 't, wat de beroemde natuuronder zoeker Liebig schrijft: »De werkman, die alcoholische dranken gebruikt, verteert het kapitaal inplaats van den interest; van daar dan ook het onvermijdelijk bankroet zijns lichaams,* »De alcohoU, zegt de beroemde Dr. Baer, is geen spaarpot voor de werkkracht, daar deze mettertijd door hem wordt vernietigd.* Zij, die vroeger aan den sterken drank verslaafd waren en thans van die ondeugd zijn genezen, zul len ongetwijfeld verzekeren, dat zij, door zich van het gebruik van sterkeu drank te onthouden, niet aan kracht verlo ren, doch veeleer gewonnen hebben. Toen onlangs in eene zeehaven een aantal werk lieden, die dienst deden bij het lossen van steenkolen uit zeeschepen, besloten hadden geen sterken drank meer te gebruiken, voorspelde 'men, dat zij hun gewonen ar beid niet meer zouden kunnen verrichten. Het tegendeel bleek waar. Zij hadden veel miuder rust noodig en het werk ging vlug ger van de hand. In Engeland is men dooi de meest nauwkeurige waarneming tot de ervaring gekomen, dat die werklieden, welke geen sterken drank gebruiken, veel krach tiger en veel gezonder zijn, veel langer kunnen werken, en meer betrouwbaar zijn, FEUILLETON. „Ik was dan" laat de schrijver een zijner vrieuden zeggen, die een deurwaarder der be lastingen een mes naar het hoofd had gegooid „zooals ge weet, door de Arrondissements-recht- bank tot eene maand cel veroordeeld. Eenige weken na mijne veroordeeliug ontving ik aan huis eene aanmaning, mij te vervoegen aan het Paleis van Justitie te Rotterdam, om alsdan mijue straf te ondergaan. Op den aan gegeven dag en het bepaalde uur was ik ter plaatse, waar men mij reeds wachtte. Een majoor van de politie, in het zwart laken, bracht mij naar den Noordsingel, waar ik in ontvangst genomen werd door een beambte, die, niet zoo als mijn geleider, in het deftige zwart gekleed, maar in een Germaansch kostuum met een sabel op zijde, en een pet met ontzagwekkenden platten bodem en een paar omslagen aan de mouwen van zijn ruige jas van minstens een kwart meter en zoo beleefd was mij aan te staren, zooals menmisdadigers aanstaart, die celstraf hebben te ondergaan. Hij heeft toch niet te veel gedronken, was het eerste wat. ik hooren moest want hij kijkt zoo kalfachtig uit zijn oogen ge kunt hem anders weer meenemen,voegde hij den politie dienaar toe. dan alle andere. De eigenaars van de groote fabrieken te Leeds, Glasgow en Birmingham; de hoofden van bergwerken en ijzersmelterijen leggen dezelfde getuige nis af. De sterke drauk is evenmin een voorbe hoedmiddel. 't Is een leugen dat brande wijn of jenever ons tegen koude beschermt. Zeker, de sterke drank veroorzaakt on middellijk na het gebruik, tengevolge van zijne prikkelende werking op de zenuwen der maag en door den versnelden bloeds omloop, een zeker gevoel van warmte. Dit gevoel echter, dat geenszins het gevolg is van werkeljjk vermeerderde lichaamswarmte, maakt al spoedig plaats voor eene gevoe lige koude. Daarom verfoeien dan ook zij, die veel koude moeten trotseeren, zooals b. v. de Noordpoolvaarders, de gidsen in de Alpen, de walvischvangers, het gebruik van sterken drank, voor zoover zjj name lijk tot de verstandige lieden kunnen ge rekend worden. Zij behooreu in deu regel tot de zoogenaamde teetotalers*, d. w. z. tot de aanhangers van volkomen onthou ding. Hoeveel soldaten hebben sinds het begin der vorige eeuw tot zelfs indejon- ste oorlogen en voornamelijk in het jaar 1812 bij deu treurigen terugtocht uit Rus land, juist door de jeneverfieseh den dood gevonden! Zij meenden hunne versljjfde leden door het gebruik van sterken drank de noodige warmte en kracht te kunnen verschaffen, maar zij waren daardoor zei ven de oorzaak van hun snellen dood. Dr. Baer zegt: »Het lichaam kan niet meer zooveel warmte voortbrengen, als het aan de koude atmosfeer afgeeft (omdat juist door de alcoholvergiftiging de bloedsomloop en het zenuwstelsel verlamd zijn) en zoo sterft de beschoukeue in de meeste geval len den verkleumingsdood.* Hoeveel ai me dronkaards sterven jaarlijks op deze jam merlijke, wanhopige wijze op straat, in stegen, in loodsen en schuren Maar ook tegen de werking van groote warmte of moerassige, koortswekkende ge westen, zooals bij vochtige, ongezonde wo ningen of tegen ongezonde bezigheden is de sterke drank geen voorbehoedmiddel, doch juist het tegendeel. Het is door de Nadat nogmaals eeidge militaire blikken op mij geworpen waren en nadat mijn stamelend „te veel gedronken", vragenderwijs uitgebracht, onbeantwoord was gebleven, verwijderde zich de majoor, en kreeg ik een kap over het hoofd vau grijsachtig bruine stof met groote gaten voor de oogen. Ik zal niet licht het oogen'olik vergeten, toen ik voor het eerst die kap op het hoofd voelde. Geheel en al doordrongen van schaamte sloot ik onwillekeurig voor den gevangenbewaarder de oogen, die mij nu vroeg, welke straf ik had. Mijn antwoord dertig dagen celstraf werd zuchtend gegeven. Toen gelastte hij mij te volgen. Na een paar gangen te zijn doorgetrokken, werd ik in eene groote cel gebracht, waar ik een driepoot vond, zijnde een soort kruk of zitbank, terwijl een tafeltje middeu tegeu den muur be vestigd was. In een der hoekeu stond eene ton van gelijke afmeting, maar van gelijken vorm als ik voor h»t eerst van mijn leven in de po- tiekamer vau eene kazerne had gezien, en die ter voldoening aan noodzakelijke behoeften ook hier onmisbaar scheen. Verder alles kale, naakte muren. Ik mocht hier mijne kap afzetten. Mijn geleider verliet mij en sloot de deur. Ik rilde over mjju geheele lichaam, toen ik daar in de cel zat. Naar mijne gissing bracht ik er een paar uren alleen door, het scheen een voorproefje om gewoon te worden aan alleen te zijn. Eindelijk hoorde ik het rammelen van sleutels ondervinding bjj de veldtochten van het Engelsche leger in de Krim, in Egypte, in 't laud der Kaffers en elders onloochen baar bewezen gewordeu, dat algeheele ont houding van sterken drauk het beste voor behoedmiddel is tegeu de ziekten van het tropische klimaat. Ook bij nat tn ruw we der, zonder teut en zonder beschutting vau welken aard ook, hebben Engelsche sol daten die teetotalers waren, alle vermoei nissen van deu krjjg glansrijk doorstaan. Een verstaudige maatregel heeft ook de Duitache Keizer genomen, toen hij in 1862 bij het Duitscho legerden brandewijn door de koffie deed vervangen. In Frankrijk en Noord-Amerika was men reeds vroe ger tot dien maatregel overgegaan, terwyl Engeland en Zweden dit voorbeeld in deu laatsten tijd hebben gevolgd. Als een be wijs dat het gebruik van sterken drauk onuoodig is zelfs bij den moeilijksten en zwaarsten arbeid en bij snelle verwisseling en alle ongemakken van het weder, wijzen wo op een getal van 7000 zeelieden, alleen in Engeland, die nimmer sterkeu drank gebruiken en op de duizenden koopvaar dijschepen van Engeland en Amerika, welke den Oceaan in alle richtingen doorklieven, zonder ooit alcoholische dranken voor de manschap aan boord te hebben. Nu de derde leugen. De sterke drank is geen levens- en geen voorbehoedmiddel; hij is echter ook geen geneesmiddel in den algemeenen zin van dit woord. Slechts in de baud van den verstaudigen geneesheer, maar in geen andere hand, behoort hij tot de somtijds met veel succes aangewende geneesmiddelen. De alcoholische drauk heeft daarentegen geen genezende, doch slechts eene schadelijke uitwerking, als hij, evenals andere zoogenaamde huismiddelen, zonder voorschrift van den arts, tegen alle ziekten en kwalen naar willekeur wordt gebruikt. Sterke drauk behoort niet in de woning, maar in de apotheek te huis, waar hij oorspronkelijk ook zijne woonplaats had. De alcoholische dranken zijn verderfelijk voor lichaam en ziel, voor het welzijn van den Staat en van het huisgezin, voor Gods- dieust en zedelijkheid, in een woord voor alles wat aan het menschelijk leven waarde san eeu sleutelbos, waarop de deur geopend werd en de beambte mij aanduidde hem te volgeu. De kap moest opgezet worden en ik werd naar het bureau van administratieve zaken geleid. Hier onderging ik een verhoor; men vroeg mijn naam en dien mijner ouders ambacht leeftijd godsdienst gehuwd aantal kin deren of ik meermalen straf had ondergaan enz.om daarna alles af te geven, wat ik bij mij hadeen potlood en portemoiiuaie met een gulden, drie kwartjes, Zas centeu en een sleu telring met sleutel. Het deed pijn, toen ik mijn trouwring van deu vinger moest doen, om hem, evenals bovengemelde zaken in bet bezit te stellen van de admiuistratie der gevangenis. Het huilen stond mij nader dan het lachen, doch ik onder wierp mij aan het onvermijdelijke. Men schelde nu, waarop weldra weer een gevangenbewaarder verscheen, die eeue kaart kreeg waarop het nummer vau de cel, die ik nu de mijne mocht noemen, mijn straftijd en de aard der misdaad vermeld stonden. Door deu bewaar der werd ik verder geleid. Gangeu door, trappen af, om eindelijk letterlijk van top tot teeu gevisiteerd te worden, waarna ik mij iu een badkuip moest begeven, om te worden gereinigd. O, gij kunt u geen denkbeeld vormen, hoe ik mij vernederd gevoelde, toen ik daarna eeu schoon hemd, dito ouderpautalon eu sokken van „het huis" moest aantrekken. Hot verdere boe venpak behoefde ik niet te dragen, hetgeen ik te danken had aan de hoeveelheid der celdagen, verleent. Het gevaar van ziek te worden is bij dronkaards reel grooter, dan bij an dere ineuschen, omdat de alcohol het lichaam verzwakt. De werktuigen voor de spijsver tering, de organen van de ademhaling, de zintuigen en bovenal het zenuwstelsel heb ben bij den dronkaard veel te lijden. On telbaar is het aantal meuschen, die sterven tengevolge van beroerten, welke door te grooten bloedsaandrang in de hersens wor den veroorzaakt. Het schoonste kunstwerk in Gods schepping, het edele menschelijke lichaam, wordt door den sterken drauk be dorven en verwoest. De levensduur van den dronkaard is dan ook korter dan die van anderen. In landen waar veel alcohol wordt genuttigd, is het sterf te-cijfer veel hooger dan elders. De dronkaard ruïneert niet alleen zijn eigen leven maar ook dat zijner nakome lingen. Het is een verschrikkelijke vloek die vau alcohol-drinkende ouders overgaat op kinderen en kleinkinderen en hen in schande en ellende stort. Geleerde artsen hebben in dikke folianten, door duizenden feiten bewezen, dat de gevolgen van het gebruik van alcoholische dranken bij de nakomelingen zichtbaar zijn en zich open baren in overmatige, zenuwachtige prik kelbaarheid, kramp, aangeboren zwakte der spijsverteringsorganen, misvormingen, hoofdzakelijk van de hersens en van den ruggegraat, neiging tot epilepsie, gebrek kige intelligentie, herhaalde gevallen van stompzinnigheid, verlangen naar 't genot van geestrjjke dranken, zedelijke zwakheid, neiging tot wreedheid en tot misdaden van allerlei aard. Wee u, dronkaards, hoe zult gij het eeumaal voor den Troon des Eeuwigen Rechters verantwoorden, dat door uwe schuld zulk eeu vloed van verderf over uwe kinderen heeft gestroomd Dat ook het welzjjn van Staat en huis gezin door den sterken drank benadeeld wordt, behoeven wij zeker niet te betoogen. Elke zitting van het stedelijk armbestuur of van de bestuursleden der St. Vincentius- Vereeuigingeu levert het droevig bewijs van de ontzettende waarheid: »de man is een dronkaard, vandaar de ellende.* daar dit voor dertig dagen niet wordt verstrekt. Toen aan al deze vormen recht wa9 wedervaren, werd ik, mot de kap op natuurlijk, weer naar boven gebracht, waar mij mijne cel werd aan gewezen. Ik stond, geheel in mijzelf gekeerd, mijne tijde lijke verblijfplaats voor de eerstvolgende dertig dagen op te nemen, toen ik door het schaftgat, dat onder het spioneergat in de deur aange bracht is, mijn middagmaal reeds zag brengen. Het was één uur. Een blik met een groot oor be vatte de „rats" die uit gestampte uien met aardappelen bestond eu welke noodzakelijk met eeu lepel moest gebruikt worden. Het zal wel onuoodig zijn te zeggen, dat ik dien middag niets at en ik, pa het etensblik op mijn tafeltje te hebben gezet weer voortging mijne cel op te nemen. De cel, welke mij toegewezen was, is een langwerpig vierkant vertrek, dat genoeg ruim te heeft voor iemand om zich geheel onge hinderd te bewegen: het tafeltje en de krak waren van hetzelfde model als de cel, waar ik had moeten wachten voorts was hier nog een steenen pot met water, eeu ijzeren kribbe met stroozak en kussens, juist zooals militairen dat gewoon zijn; ik had één deken en twee lakens, ik zag een gaspit en geheel in de hoogte eeu raam met ijzeren traliewerk, waardoor het licht scheen. Nadat het eten weggehaald was, en ik de opmerking had hooren maken:„dat is geen nieuws, hij zal wel bekeeren, voor zijn tijd om is," kreeg ik daarop een beambte bij mij, zooals ik later begreep een der werkmeesters. Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1886 | | pagina 1