U W E
N». 1075.
Zondag 16 Januari 1887.
12de Jaargang.
De Katholieke Kerk en de
beschaving.
BUITENL AlM D,
feuilleton.
Liefde en plicht.
ABONHEMEHTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 1 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,—
Voor het Buitenland 1,50
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
B ITS BA XT: St. Jansstraat Haarlem*
AGITE MA STOH AGITATE.
PBIJS BEB ADVEBTESmÉN
Van 16 rogeis.30 Cents,
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uit gevers; KOPPERS LAURSY.
't Gebeurt niet zelden, dat men van ze
kere zijde de bewering moet vernemen,
dat niet de Katholieke Kerk, maar het
Protestantisme de beschaving heeft aau-
gebracht. Men gaat zelfs zoover het Pro
testantisme aan de bescherming van staats
lieden en machthebbendeu aan te bevelen
als de bakermat van alle beschaving en
ontwikkeling. Dat zij, die dergelijke bewe
ringen uiten de Katholieke Kerk lasteren,
is ongetwijfeld voor iedereen begrijpelijk.
De Kerk is en was steeds de verzorgster,
de verpleegster der ware beschaving en
ontwikkeling. Om dit te bewijzen, daartoe
mogen de volgende regelen dienen, ten
einde in 't kort de groote verdiensten in
't licht te stellen, welke de Katholieke Kerk
voor de verspreiding van beschaving en
ontwikkeling heeft verworven.
Toen na de volksverhuizing bijua
geheel Europa in de grootste bar-
baarschheid verkeerde, waren het de Hoof
den der Katholieke Kerk, die zich over de
ongelukkige menschheid ontfermden en die
door de Missiouaiisseu, welke zij uitzonden,
het Evangelie lieten verkondigen. En deze
moedige mannen, die tot de meest verwij
derde strekeu doordrongen, waren onver
moeid in de uitoefening van hun heilig
ambt en hadden een wonderbaar succes.
De woestheid der volken verdween en maakte
plaats voor christelijke zachtmoedigheid; de
christelijke moraal begon de gemoederen
te beheèrschen. De Missionarissen werden
gevolgd door de Monniken, die naar 't Noor
den en Oosten trokken, bosschen rooiden
en kloosters stiehtten, het Kruis van Chris
tus predikten en scholen oprichtten. De
orde van den H. Benedictus, die den groot-
sten invloed op de ontwikkeling van het
Westen heeft uitgeoefend, had tot de Kerk
vergadering, welke te Constance in het be
gin der vijftiende eeuw plaats had, niet
minder dan 37,000 kloosters gesticht, die
gezamenlijk, gelijk ook door vele niet-Ka-
holieken wordt erkend, op de zeden der
volken een allergunstigsten invloed hebben
uitgeoefend.
Toen de Germaansche volken in de Ro-
maausche provinciën zich een nieuw tehuis
hadden gegrondvest, waren de inrichtingen
voor onderwijs door gebrek aan deelneming
aan 't kwijnen of geheel en al verdwenen.
Slechts de Priesters en Kloosterlingen be
oefenden de letterkunde. In de kloosters
vonden de bibliotheken of bare overblijf
sels bescherming, 't Was eene gelukkige
beschikking, dat in zulk een critiekeu toe
stand de Orde der Benedictijnen zich bezig
hield met het copiëeren van goede boekeu,
waardoor menig document van groot be-
lano* en waarde is bewaard gebleven. Vooral
te Clugny in Frankrijk, te Fulda in Duitsch-
laud, in bet klooster Monte Cassiuo in
Italië, 't welk een der rijkste verzameling
20.)
(Vervolg).
Op zekeren dag klopte zij aan de deur van
een eenvoudig huis eu verzocht den aldaar
wonenden Priester, na hem haar levensloop ver
haald te hebben, om onderricht m de Christe
lijke waarheden des Geloofs. Aan haar verlangen
werd voldaan ea na ongeveer drie maanden, zou
Sara met haar dochtertje het H. Doopsel ont
vangen. Om geen opzien te baren, verzocht zij
den Priester, dat de plechtige handeling in de
nabijzijnde kloosterkerk zou plaats hebben.
Toen de plechtige dag aanbrak, hadden de
Kloostervrouwen de kapel zinrijk met bloemen
en loover versierd. Omdat het zoo vroeg in den
morgen was, waren slechts weinige geloovigen
aanwezig. Sara was waarlijk eene koninklijke
verschijning, toen zij, in een wit atlaskleed, dat zij
nog uit vroegere dagen bezat, baar kind bij de
hand leidde en door hare meter vergezeld naar
het altaar trad, alwaar het water der wederge
boorte over haar hoofd vloeide.
van geschriften bezat, en in bet klooster
Bobbio, dat door Columbanus was gesticht
eu door Britscke Monniken werd bewoond,
hield men zich op de scriptoriums bezig
met liet verzamelen en afschrijven van be
langrijke geschriften. Aan de voorbeeldige
werkzaamheid dier Kloosterlingen danken
wij het behoud van een aantal der oudste
latijusche manuscripten. In Duitschland was
belialve Fulda, het beroemde Benedictijner
klooster Corvey, aan de Weser, eene ba
kermat van beschaving, ontwikkeling eu
klassieke wetenschap. In dit gesticht wer
den o. a. de werken van deu Romeinscheu
geschiedschrijver Tacitus tienmaal geco-
piëerd. Men kan derhalve wel nagaan, zegt
een Duitsch geleerde, dat in deze abdij
menig schoon boek behouden is gebleven,
dat anders door de motten en wormen
zou zijn verteerd. Zoo zijn b. v. de vijf
eerste boekeu der annalen van Tacitus
in Corvey bewaard gebleven eu in het
jaar 1415 (door Angelus Arcembold) ge
vonden.
Het zou ons te ver leiden, wilden wij
bier de namen noemen van bet groote
aantal Katholieke geleerden, dichters en
proza-schrijvers, die door hunne geschriften
hebben bijgedragen tot de beschaving eu
ontwikkeling der volken in den geest van
bet Christendom. Te allen tijde hebben die
mauneu dan ook hooge waardeering ge
vonden, zelfs bij niet-Katkolieke schrijvers.
Ook in, onzen tijd tellen wij in alle landen
eu Staten een aanzienlijk aantal Katholieke
geleerden, die den roem uitmaken van
hunne geloofsgeuooten en het bewijs leve
ren, dat de Kerlc zich niet vijandig plaatst
tegenover de wetenschap. Eu dat de arbeid
van die geleerden door audersgezinden
wordt geapprecieerd bewijst ons het vol
gende schrijven van den liberalen Emile
De Laveleye, eenigen tijd geleden gericht
aan de Koniukl, Academie van fraaie let
teren.
»Ik heb de eer, aldus schrijft De Lave
leye, der Kon. Acad. namens deu Weleerw.
heer Abt Van deu Gheyn, een boekwerk
aan te bieden getiteld: Les populations
danubiennes. Dit boek is hoofdzakelijk
eene studie over deu oorsprong der vol
kereu, welke het Balkan-Schiereiland be
wonen.
»A1 de teksten van oudere schrijvers,
daarin aangehaald, zijn er met de grootste
nauwgezetheid onderzocht en besproken.
Wat meer is, de schrijver heeft daarin ge
toond den meest onpartijdigen, wetenschap
pelijke;) geest te bezitten; eene onpartij
digheid, die den meesten schrijvers dier
verschillende volkereu ontbreekt. Zij toch
zijn al te vaak beheerscht door vooroor-
deelen, een gevolg van al te vurige va
derlandsliefde. Het werk van onzen ge
leerden landgenoot, die de verschillende
meeuingen kent, en ze grondig bespreekt,
zal eene ware bron zijn, zelfs voor de Sla-
Aldus werd het vertrek genoemd, waar de copieiin
werden vervaardigd.
Uit innige dankbaarheid koos zij den naam
Maria en Selma ontving dien van Ernestina.
Na de heilige handeling werd zij in de spreek
zaal geleid, om eene kleine verfrisschiug te nemen,
en ook, om de gelukwenseben der vrome be
woonsters des huizes te ontvangen.
Na een zacht kloppen opende zich de deur
en op den drempel verscheen eene statige, bleeke
kloostervrouw met de edelste trekken; een Dl ik
slechts en de wederzijdsche kreet; „Carola! Sara!"
volgde. De beide zusters lagen in elkanders armen.
Was het niet wonderbaarlijk, dat zij zich hier
onder zulke omstandigheden moesten wederzien
„Dit oogenblik is een der gelukigste mijns levens,
nu zijt gij waarlijk mijne zuster; want wij zijn
één in geloof, één in liefde", zeide Carola, toon
zij eeuigazius van hare ontroering was bekomen.
„O, Carola, ik ben zoo gelukkig, als ik nog
ooit geweest ben; och, dat de goede pleegouders
zulks nog sens gezien hadden, wat zouden zij
zich met mij verheugen!"
„Zij verheugen zich daal* boven in uw geluk",
antwoordde Carola, „doch vertel mij nu eens,
zusterlief, hoe alles zich zoo gelukkig heeft
toegedragen. Sedert jaren ontving ik geene tijding
meer van u."
Ea Sara, of liever Maria, zooals wij haar nu
viscke, Duitsche en Rumeenscke geschied
kundigen ea phiiologen. Behalve de ver
dienste van eene scherpzinnige en diep
doordringende geleerdheid, heeft het werk
di9, van op het oogenblik te verschijnen,
waarop gansch Europa het oog op die
volkeren heeft gevestigd.
»Iudien alle liberalen zoo oprecht waren
als de heer De Laveleye, »zegt het Ven-
loosch Weekbladwaaraan we dezen brief
outleeoen,« zou het weldra blijken, dat cle-
ricaal eu dom of onontwikkeld, geene sy
noniemen zijn. Men zou tot de overtuiging
komen, dat het Katholicisme geenszins de
vijand van de wetenschap is.«
Eeu uitstekend middel tot verspreiding
van beschaving is de boekdrukkunst. Toen
deze in 't midden der vijftiende eeuw was
uilgevonden, waren de Katholieke Pries
ters de ijverigste beschermers der nieuwe
kunst, gedeeltelijk door eigen medewerking
en uitoefening der kunst, gedeeltelijk door
het aaukoopen vau hare voortbrengselen.
»Bijua de gezamenlijke productie der boek
drukkunst vau de vijftiende eeuw,« zegt
Janssen in zijne Geschichte des Deutschen
Volleest diende in Duitschland tot de bevredi
ging der letterkundige behoeften van de
Geestelijkheid eu slechts door haar
toedoen werd de invloed van den boek
handel op het publiek mogelijk.«
Nog slechts eeuige maanden geleden,
toen een der oudste universiteiten het vijf
honderdjarig jabiié van haar bestaau fees
telijk vierde, hebben wij de hoogescholeu
hoortn roemen als de stapelplaatsen der
wetenschappen, als de voornaamste draag
sters en bevorderaarsters der beschaving.
Vragen wij echter, wie het waren, die zich
in hooge mate bezig hielden met het stich
ten, onderhouden en verbeteren der univer
siteiten, dan antwoordt de geschiedenis der
hoogescholeu: de Pausen eu de Bisschop
pen. Zij wekten op tot de oprichting en
tot het bezoeken der universiteiten, zij
boden tot stichting eu tot instandhouding,
door toewijzing van prebendeu en van per
centen van het honorarium der Geestelijken,
de vereischte middelen. Zonder hunne op
wekking eu medewerking zonden de meeste
hoogescholeu der middeleeuwen niet iu't aan
zijn zijn gekomen.
Ttalië, ondanks de revoiutiouuaire vrij
metselaars, een Katholiek land, was oud
tijds en is nog thans het vaderland der
schooue kunsten. De namen van Dante,
Petrarea, Arioste, Tasso enz. zullen in de
annalen der poëzie eeuwig schitteren. Ouze
kunstschilders gaan, als voorheen, ook thans
nog naar Italië en bestudeeren de werken
der verschillende schilderscholen der groote
meesters, die geen ander laud in zulk een
overvloed bezit. De muziek is, zoo als de
technische termen bewijzen, in Italië recht
te huis en in de wetenschappen, heeft men
daar de heerschappij, welke men er vroeger
voerde, nog geenszins opgegeven.
Wij hebben natuurlijk lang niet alles
gezegd, wat wij konden vermelden; het me-
voortaan moeten noemen, verhaalde hare zuster
alles, wat er tot den huidigen dag met haar had
plaats gehad.
Tranen van ontroering stroomden uit de oogen
.van Carola en met dankbare vrengde drukte zij
het kruis van haren rozenkrans tegen de borst,
want Gods goedheid had het wezen, dat zij zoo
innig als eene zuster beminde, eindelijk in de
veilige haven des heils gevoerd.
Maria verhaalde van dezen en genen, doch
van Max sprak zij geen woord en Carola vond
het ook beter om over haar broeder te zwijgen.
Omdat zij de oorzaak van zijn plotseling ver
dwijnen giste, wilde zij geene oude herinnerin
gen opwekken, die mogelijk den pas verkregen
vrede der dierbare zuster zoudeu kunnen verstoren.
VIL
Ouzo heldin leidde een zeer bekrompen
leven, want zij moest aanhoudend werken, om
in haar onderhoud en in dat van haar kind te voor
zien. Dank aan de be.moeüng*en van Carola, ont
brak haar nimmer werk, echter moest zij nog
veel ontberen, wat zij vroeger had genoten. De
Godsdienst schonk haar echter de noodigo kracht
om alle rampspoeden te boven te komen, die
degedeelde zal intusschea wel voldoende
zijn. Mogen anderen het Protestantisme
roemen als de bakermat der beschaving,
wij beweren, dat die eer aan de Katho
lieken Kerk toekomt. De Kerk heeft zich
van hare beschaviugs-missie op schitterende
wijze gekweten en nooit zal de roem der
mannen verdwijnen, die aan de uitvoeriug
van de taak der Kerk huune beste krach
ten hebben gewijd, 't Is dus de Katholieke
Kerk, die de beschaving eu ontwikkeling
ouder de menschen bracht. Wie haren
werkking in dit opzieht loochent, lastert
haar en geeft eeu bewijs van zijne erger
lijke onkunde op 't gebied der geschiede
nis vau 'de beschaving der menschheid.
Bij de Saksische Tweede Kamer is een
wetsvoorstel iugedieud, strekkende om ook
deu wijuvoorraad bij particulieren door de
belasting te treffen. Tot hiertoe werd al
leen vau dien wijn recht geheven, die in
logementen, koffiehuizen en herbergen werd
uitgeschonken.
In den Rijksdag verklaardeVon Bismarck,
naar aanleiding der opmerkingen van Rich
ter, dat de geheele inmenging van de Duit
sche Regeeriug in de Bulgaarsche aange
legenheden het gevolg was van den wensch,
te voorkomen dat de samenzweerders wer
den ter dood gebracht, omdat anders het
behoud van den vrede moeilijker, ja zelfs
onmogelijk zou ziju geworden.
De Rijkskanselier leest ten bewijze hier
van verschillende documenten voor, en ves
tigt voorts de aandacht op de onbereken
bare, veranderlijke meerderheid (in deu
Rijksdag), die thans weder Bulgarije heeft
laten vallen. Hoe kan men op de houding
van deze meerderheid rekenen, over drie
jaren.
Yon Bismarck las daarna een stuk voor
uit een dagblad, in hetwelk wordt ver
langd dat Duitschland aan Rusland deu
weg naar Coustantiuopel zou afsnijden,
waarbij wellicht Eugeland belang heeft.
Op Duitschland rust de zware taak, deu
vrede te bewaren tusscheu de betrokken
bevriende mogendheden. Tast Rusland ons
aan, dan zullen wij ons verdedigeu tot op
onzen laatsten droppel bloeds. Rusland
heeft echter geen reden ons aan te tasten,
en wij hebben geen reden Rusland aan te
vallen.
Dat de Pelen ous tot oorlog met Rus
land trachten te drijveu, is niet verstandig:
want hun voordeel zou bij eene overwinning
van Rusland zeer twijfelachtig zijn. Het is
onbegrijpelijk, dat ééne eu dezelfde partij
ons in eeu oorlog wil wikkelen, en toch
het geld daartoe ons weigert. Spreker wees
elke overeenkomst af tusscheu de verhou
ding van Pruisen tot Italië in 1886 en die
van Koning Georg vau Hannover tot Na
poleon. Tegenover Windthorst verklaarde
de Rijkskanselier nogmaals, dat de grond
wet eenvoudig eu duidelijk de vaststelling
God in zijne wijsheid voor haar heil eu welzijn
had beschikt. Slechts als zij in hare eenzame
uren aan Max dacht, kon zij een gevoel van
bitterheid niet onderdrukken. Hoe ware alles
anders geworden, als hij haar zoo snood niet
verlaten had, zuchtte zij dan.
Op zekeren dag had zij liaie woning voor eene
wijl verlatenzij moest haastig eene boodschap
doen en Ernestina bleof alleen thuis. Toen zij
terugkwam, kwam liaar de kleine op de trap
togemoet en zeide: „Kom spoedig, mama, daar
boven zit een heer op u to wacluen hij is ge
heel bruin en draagt een zware baard, doch ik
was er niet bang voor, want hij heeft vriendelijk
met mij gesproken."
Maria kon er geen begr'p van krijgen, wie
hij zijn zou. Haar liart klopte van ongeduld, toen
zij de trap opsteeg en ijlings (1e deur der kamer
opende. Als vastgenageld bleef zij op den
drempel staanwie was het, die beide handen
tot een welkomstgroet uitstrekte? De trekken
waren zeer veranderd, doch do stem, die haar
zoo hartelijk toeriep: „Gegroet, God zij met
u, beminde zuster!" zou zij na honderd jaren
nog hebben herkend.
Wordt vervolgd.)