Bijvoegsel belioorende bij de
NIEUWE
van Zondag 6 Februari 1887.
Staatsleer.
Eene vraag.
Overlading.
HHIIIIHSIHE(IIT RUT.
Bij iedere gelegenheid hoort men, om
de Jezuïetenorde in een hatelijk daglicht
te stellen, dat zij tot grondregel heeft:
liet doel heiligt de middelen. Bewijsvoe
ring voor dit verwijt schijnt den anti-ka-
tholiekeu uiet uoodig. Ilunue groote weten
schappelijke bladen zeggen het; de een of
andere papenhater schrijft het iu een ro
man, en het denkende deel der natie, dat
voor alle eeuwen eu tijden, een brevet van
denken heeft genomen, praat het den we-
tenschappelijken, in alle toonaarden en mo
dulaties na.
Dat de philosofische Koning van PruiseD,
Frits II, met wien de denkenden nogal op
hebben, van het volk sprekende, zich steeds
van de uitdrukking bediende: Man muss
die Canaille Raison lehren; die Canaille
muss Ordre pariren!deze woordeu
zijn historisch zulks wordt nooit of
te nimmer aangehaald. Wijl hij ook tot
de gilde der denkenden behoorde, wordt
den man zoo iets niet kwalijk genomen.
Hij behoort tot de onzen, dus mocht hij
zich zoo iets tegeu het volk veroorloven.
Dat was zijn recht. Eu vooral was het
zijn recht tegenover een volk, dat nog aan
een God geloofde. Slechts voor een volk,
dat aan geen God gelooft, behoeft men
ontzag te hebben, wijl het noch zijn Ko
ning, noch zijne wetten ontziet. Dat is
staatsleer.
,~i. Von Bismarck is boos,woedend. Waarom?
Alom tocli bewijst men hem eeu honden
trouw. Al de Ministers dauseu naar zijne
pijpen. Doen ze dit uiet, dan zet hij ze
aan den dijk. De landraad kwispelstaart,
als de Rijkskanselier spreekt. De Burge
meester verbergt zich jankend, als de
Grossmachtige de wenkbrauwen fronst.
Feldwebel eu geudann kussen deu bodem,
waar hun meester heeft gestaan,
Heeft dan de rnau van ijzer en staal nog
iets, dat hem in die Quere lauft
De kleiue Windthorst zit hem op de
maag. Het Gentrum is zijne nachtmerrie.
De Rijksdag berooft hem zijn slaap. Hij zelf
heeft iu de vorige week iu deu Pruisischeu
Landdag, waar hij nooit verschijnt, komen
verklaren:
»Ik heb,« zei hij, »'s nachts niet kunnen
slapen,en toen bij het herlezen van Wiudt-
horsts redevoering gedacht, dat kan niet
onbeantwoord blijven.*
En hij heeft geantwoord. Doch de kleine
Excellentie heeft weder geantwoord. Als
altoos stond hij dadelijk op de bres, om
voor recht en vrijheid te strijden.
ZalVon Bismarck, die iu deu nieuwen ver
kiezingsstrijd den Keizer, en met den Kei
zer, vau deu koogsten tot den laagstee
staatsdieuaar en bureaucraat, in het gareel
spant, zijn zin krijgen? Of is het tijdperk
voor Duitschland genaderd, dat het volk
geene andere rechten meer zal kennen, dan
soldaat spelen en belastingen betalen
De tijd zal het leereu.
Sedert Darwin zijne apen-theorie aan de
wereld heeft bekend gemaakt, schijnen
etmige schoolmannen deu jongen mensch
aap, of beter gezegd den aap-mensch als
eene stoommachine te kunnen behandelen.
Hoe meer atmosferen druk, hoe meer
kracht. Hoe meer men iu de jeugdige her
sens pompt, hoe meer zij zich zulleu uit-
breideu. Vandaar dat men niet alleen let
op den overvloed der vakkeu, die aan la
gere eu middelbare scholen worden gege
ven, maar er wordt uiet eens gelet, of de
kost voor de kleine hersens een te zware
kost is.
Iu de stad der Intelligeuz, Berlijn, is het
echter zoover gekomen, dat eenige hervor-
ragende Manner zich de zaak hebben aan
getrokken. Zij zullen alle middelen in het
werk stellen om aan de overlading der
schoolkiudereu paal eu perk te stellen.
Op eene vergadering, waaraan kamerle
den, directeuren van gymnasiëu, reaal- eu
polyteckuische scholen,iugeuieurs, enz. deel
namen, werden allerlei staaltjes van paeda-
gogische zwendelarij aangehaald.
Naar professor Anton Vou Weruer me
dedeelde, had men zijn 12 jarig dochtertje
onlangs als huiswerk opgegeven: Gedachten
van Scipio bij zijne ontmoeting met Hani-
bal voor den slag bij Zama.
Toen de kleine aau papa vroeg haar te hel
pen, gaf hij haar den raad in haar schrijf
boek te schrijven, dat Scipio waarschijnlijk
zou gedacht hebben: Dass Rich doch ein
Donnerwetter in den Boden schlügeWat
zoo veel wil zeggen als: Ik weuschte, dat
ge op de Mookerhei zat
V. W.
GEMENGDE BERICHTEN.
Nog velen helaas, meenen, dat
beursspeculaties niet afkeuringswaardig zijn; som
migen zijn zelfs van oordeel, dat zij de algemeene
welvaart bevorderen. Hoe onjuist; hoe dwaas die
meening is, moge blijken uit de navolgends me-
dedeeling van Kouher, den eenmaal zoo invloed
rijken Minister van Napoleon III. Eens dat ik,
verhaalt hij, in de plaats van Eould het Ministe
rie van financiën waarnam, moest ik als zoo-
danisr, bij gelegenheid van Nieuwjaar, het college
van makelaars in effecten ontvangen. Ik ging
hen vriendelijk te gemoet en zside: /Mijne heeren
ik wensebte u eene vraag te stellen. Wellicht
vindt gij ze onbescheiden, doch in dat geval be
hoeft gij ze uiet te beantwoorden. De vraag is
deze: zijn er onder de beursspeculanten althans
eenige, die daarmede fortuin maken? Ik ga even
eene andere deputatie ontvangen, dan kunt gij
inmiddels mat elkander overleggen, welk antwoord
gij mij zult geven. Binnen vijf minuten ban ik
terug." Toen ik terugkwam, zeila hun voorzit
ter: //Selfa da oudsten onder ons, kennen gean