NIEUWE N». 1083. Zondag 13 Februari 1887. 12de Jaargang. Vrees en hoop. buitenland" iiiP*0*- Angelika. 70 Slot volgt.) HliRLEMSCD! (IllRUT. ABONHEMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem1 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland Ir. p. p. 1, Voor het Buitenland 1,50 Afzjnderljjke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B (TRE Aïï: St. JansstraatHaarlem' ÏNOiS AGITE MA NOW AGITATE. PBIJS DEK ADVEBTENTIÉN Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag- avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: K P P ER S k LAUEEY. Als wij van de hoop eu vrees der Kerk spreken, dan doeu we dat met niet meer of minder recht, dan met dat, opgrond waarvan het kind, nu eens blijde, dau we der droevig gestemd, al ketgeeu zoo te zeggen uitspreekt, wat het hart der moeder treft, om juist daardoor ook bij anderen, die nog van haar verre verwijderd zijn, liefde en eerbied op te wekken. Wjj weten zeer wel, eu wij vergeten zulks ook niet, dat de Heilige Vader meteen geheel ander recht van den toestand, van de hoop en vrees der heilige Kerk kan spreken, na melijk met het recht van 't hoogste ge zag op aarde. Maar het recht van het kiud wordt daarom niet miskend, integendeel, het ontvangt in de openbaringen der auto riteit, opwekking eu leiding voor zijne be- tooude deelneming. In onzen tijd geven ons de decreten van Z. H. Paus Leo XIII stof in overvloed om na te deuken hetgeeu de Kerk te hopen eu te vreezen heeft. Als we van de vrees der Kerk spreken, dan doen we zulks in den- zelfden geest, waariu Paus Leo in zijn schrijven van den 30sten October omtrent de meer algemeene invoering van het da- gelijksche Rozenkransgebed heelt gedaan. Z. H. zegt o. a. »De redeD, waarom wjj steeds met onvermoeideu ijver het gebed vau den Rozenkrans aanbevelen, is, omdat wij wenschen, dat allen, door Maria, de hei lige Drievuldigheid smeeken de ontzettende rampen af te wenden, waardoor de Kerk bedreigd en belegerd wordt. Niet, dat wij voor het voortbestaan der Kerk vreezen, want wij weten immers, dat 's Heereu woord zijne kracht niet kan verliezen: Gjj zijt de rots, op welke ik mijne Kerk zal bouwen eu de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. Maar vele zieleu kunneu overweldigd worden, als de bekoringen te groot worden; derhalve moeten wij voor de afwending der verdrukking steeds vuriger bidden, want de arm des Heeren is niet verkort, en als Hij wil, kan Hij verandering doeu plaats hebben.Het komt ons niet in de gedachte te klagen en te jammeren, als zij, die geen hoop hebben, zoodat wij onszelven en anderen moedeloos maken, maar wij zullen de gevaren aan het licht brengen eu handelen als een dapper eu met het beste leger toegeruste veldheer, die zich iu acht ueemt voor elke hinderlaag en overrompeling van den vijand. Wij heb ben hier te doeu met eeue bizoudere vrees eu hoop, zooals zij een noodzakelijk gevolg van de tijdsomstandigheden zijn en daarom hebben wij geen oogeublik te zoeken, waar mee wij zullen beginnen. De heilige Vader zelf heeft ons in ziju decreet uitdrukkelijk herinnerd, welke vrees hij hoofdzakelijk voor Rome eu Italië koestert. Inderdaad het is buiten kijf, dat de ernst der Ro- FEUILLETON. Vervolg.) IV. De twee vriendinnen. Angelika had stilzwijgend toegeluisterd en bemerkte thans met eenige vastheid in de stem: //Dat kan ik nooit doen, iemand huwen uil zucht naar rijkdom en mijn vader zou zich daartoe ook niet laten omkoopen." z/Meisje, wat weet gij van zulke dingen!" sprak hare vrioudien lachend, „doch kom, laten we gaan: hierover spreken we later." Samen wandelen zij wtder, arm aan arm, het slot binnen. Spoedig waren eenige dagen bij de familie van Haren in gezelligheid voorbij. De Markies was geheel hersteld en maakte zich gereed om te vertrekken. Allen dankten nogmaals voor de genoten liefde, zorgen en vriendschap; de beide edelen omhelsden elkander en Angelika nam minzaam afscheid van hare vriendin Kleo- nora. Deze hing haar weenend om den hals. Nog ééu kus, een handdruk en de wagen rolde meiusche quaestie door menigen Romeiu- schen geloovigen burger, door vele Pauselijk gezinde Italianen en zeer vele ultramon- tanen op de gausche wereld verspreid, niet voldoende wordt begrepen. Van de Romeiusche quaestie getuigt Leo XIII: Nooit kunnen eu mogen wij onze rechten op het ons ontnomen eigen dom laten varen. Wij zijn er op voorbe reid, dat wij voor de handhaving onzer rechten nog zware verdrukking, ja wellicht zelfs den dood moeteu ondergaan Den indruk van droefheid, weemoed, ja van smart, dien deze woordeu op ons maak ten, kunnen wij niet beschrijven, zoo zeer hebben zij ons getroffen en zoo zal liet menigeen zijn gegaau. Zoo ontzettend ern stig zulleu velen zich de Romeinsche quaes tie niet hebben voorgesteld. Maar, zoo zal men al licht deuken, in den uitersten nood kan de Paus zijn zetel eigens anders ver plaatsen. Heeft niet Petrus, om hoogst ge wichtige oorzaken eerst te Jeruzalem, ver volgens te Autiochië eu tenslotte eerst sinds het jaar 42 te Rome geresideerd? Heeft niet Gregorius VII jaren lang te Salerno, Bouifacius VIII te Anagni, Pms IX te Gaëta verblijf gehouden? Zeker, en mocht Leo XIII geuoodzaakt worden Rome te verlaten, dan is hem reeds Malta, Lon- deD, New-York, Triëst, Görz en nog meer andere steden als residentie aangeboden. Dat de Paus het aanbod van Triëst en Görz, in 1870 gedaan, niet zal aannemen, is begrijpelijk. Ten eeiste ziju aan bet ver blijf van Pius VI iu den Oostenrijkscken Keizerstaat (namelijk te Weeuen) droevige herinneringen verbonden. Ten tweede ging de uitnoodiging uit van Von Beust, die voor het uitbreken van den oorlog tus- scheu Frankrijk en Duitschland, een ver bond tusschen Frankrijk, Italië eu Oosten rijk trachtte tot stand te brengen en voor dit doel aan Italië Rome had aangeboden. Napoleon weigerde eu wij zien daarin eeue schikking Gods; want iu geval van eene overwinning dezer drie liberale Regeeriu- gen zou er voor de Kerk weinig goeds zijn voortgekomen. Ea toen na de overwinning van Pruisen de Italianen het woord ver namen: Thans of nooit naar Rome!ver klaarde ook Von Beust, dat hij hen niets in deu weg zou leggen ja, te vergeefs liet hij deu Heiligen Vader om de bemiddeling van Oostenrijk vragen. Oostenrijk kon niets doeu voor den Paus, verklaarde Von Beust, en toen Victor Emauuol zijne residentie in het Quirinaal vestigde, haastte Von Beust zich den Oosteurjjkschen Gezant bij het Quirinaal te bevestigen. Een en ander bewijst voldoende, dat Von Beust den Paus Triëst en Görz slechts daarom aanbood, omdat hij er op rekende, dat de Paus in het Vaticaan niet kou blijven en het voor Oostenrijk nog wel iets waard is, als het deu Paus geheel en al in zijne macht heeft. langzaam de brug over en de poort door. Iu 't slot keerde de vorige eentonigheid terug. V. Hare eerste reis. Drie weken later kwam op zekeren dag de wagen met den ouden Markies Valdino en zijne kleindochter aanrijden. Vader en dochter hadden het doel, den Graaf cn Angelika mede naar Aken te verzoeken. De zoon van den Markies, in geestdrift opgetogen en verheugd over de terug komst eu de gelukkige genezing zijns vaders, wilde te diens eere een prachtig feest geven, en de meest welkome gasten moester, natuurlijk de levenaredders van zijn vader zijn. De Graaf, zijn ziekelijken toestand in aan merking nemende, wees met alle bescheidenheid de uitnoodiging van de hand en liet zich door niets bewegen, om aan die vriendelijke beleefd heidsbetuiging g-lioor tc geven.Doch nudrong men bij hem aan om toch Angelika voor een veer tien dagen mee te laten reizen. In 't einde gaf hij toe. Brigitta zou haar vergezellen, terwijl de oude Antonio in dien tusschenlijd de zaken der keuken zou waarnemen, de kookkunst toch was hem volstrekt niet vreemd. Inmiddels bevond zich Angelika bij Vader Francesco. Eleonora ging haar opzoeken en deelde haar het groote nieuws mee. Vol vreugde ijlde Moest Leo XIII werkelijk Rome te eeuiger tijd verlaten, dan zou Oostenrijk wel het laatste Rijk zijuwaarhij zich zou gaan vesti gen. Wij moeten ook niet vergeten, dat de uiet-katholieke Hongaarsche Ministers Tisza eu Trefort, dank zij de voorzor gen vau Von Beust, bij alle verwikkelin gen tusschen de beide Rijksstaten, ten slotte steeds het laatste woord behouden. Intusscheu vernemen we uit Paus Leo's decreet aan de Christenheid betreffende de Romeiusche quaestie, dat hij besloten heeft Rome nooit te verlaten, maar in de eeuwige stad te leven en te sterven. De vijauden der Kerk hadden natuurlijk niets liever gezien, dau dat de Paus uit liet Vaticaan en Rome was vertrokken; daarom stelden zij dan ook alle pogingen iu 't werk en hielden zij met hunne agitaties niet op, alvorens de koninklijke residentie en de Regeering van Florence, naar Rome waren 73 overgebracht. Voorzeker is Rome de meest ongeschikte politieke hoofdstad van Italië, derhalve heeft de verkiezing van Rome tot zetel der Regeering slechts het doel, de kerkelijke be- teekenis vau de eeuwige stad zoo veel moge lijk te verkleinen, te meer vermits de Paus, van oudsher, zonder ooit de politieke heer schappij over gausch Italië te begeereu, toch op de toestanden van het gansche schiereiland grooten invloed uitoefende. Zoolang echter de Paus in het Vaticaan resideert, blijft hij daardoor op de meest energieke wijze tegen het gebeurde protes- teereu eu is de invloed van den Paus en zijne rechten meer direct en zouder tus- scbenkomst van anderen. Dit is dan ook da reden, waarom de Paus den geloovigen niet toestaat aan de Regeering van het nieuwe Italië deel te nemen. Zij moeteu door hunne politieke onthouding aan zijn protest bij voortduring aandeel nemen. De Paus, weigert ook steeds de gelden aan te ne men, welke Italië hem als schadevergoeding heeft aangeboden, om ook door die weige ring te laten blijken, dat hij met den te- geuwoordigeu toestand geen vrede heeft. Welk een gejuich en gejubel zou er uit het liberale kamp opgaan, als de P.ms Rome eu Italië ging verlaten! Het verblijf van deu Paus in de eeuwige Stad is een aan houdend verkondigen van de leer, dat het bezit van den Kerkelijkeu Staat voor den Paus eene moreele noodzakelijkheid is. Eu deze leer was en is voor de gausche we reld noodwendig in iiooge mate, want het was opvallend hoe zelfs edele tnauneu on der de Katholieken, zich door de voordrach ten lieten meeslopen, door welke Döllinger en anderen de daden der Savoiers tracht ten te verontschuldigen, doordien zjj vau de toestanden van den Kerkelijkeu Staat carricatureu ontwierpen, welke zij uit de geschriften van revolutionuairen en vijan den der Kerk hadden verzameld. Het is zij aanstonds tot haren vader, en terwijl zij lie.m de wangen streelde, vroeg zij minzaam: „Vaderlief, is het waar mag ik meereizen, en zal u dat niet te veel leed doen?" De Graaf zag haar lietdevol aan, doeh durfde niet de geringste blijken geven, hoezeer de eerste scheiding hem zou smarten. Hij lachte en verzekerde haar, dat hij de veertiendaagsche scheiding in voortdurende bezigheid zou door brengen, zoodat de tijd dan ongemerkt zou ver strijken. Zij moest maar alles voor de reis in ge reedheid brengen. Angelika baadde zich in eene zee van genoegen, doch eensklaps stond zij iu volle verlegenheid. Hoe zou zij zich in zulke kleedij op het hooge feest vertoonen! Wat raad? een nieuw kostuum aanschaffen was te laat, want dat zou haar bij hare vrienden in minachting brengen; daarom vervoegde zij zich tot Brigitta en deelde deze hare bezorgdheid mede. In deu beginne stond deze even radeloos als hare jonge meesteres, doch plotseling kreeg zij een goeden inval: „Wees geiust kind, moge lijk weten we raad; daar boven slaan verschei- de,ue kasten, waarin de kleeren van wijlen de Gravin, uwe moeder nog hangen, eu zeer waar schijnlijk, dat wij daar iets naar uwe gading vinden. De daad bij het woord voegende, ijlden zij naar bekend, hoeveel edele geesten in Italië zich door de revolutionuaire denkbeelden lieten en nog laten overbeerscben. Wat wonder, dat de agitatie van andersdenken tegen den Kerkelijkeu Staat iu ongelooflijk korten tjd haar toppunt bereikte! Het is alzoo duidelijk, dat de Paus slechts dau zijn recht feiteljk haudhaaft, als hij iu Rome blijft, eu alsdan hopen en vertrouwen mag, dat de Vorsten en volkereu, weder tot het besluit zullen komen hem zijne rechten terug te geven. Dat is dau ook de hoopdie het Pausdom, de Kerk eu de wereld in de Romeiusche quaestie althans in de verte toelacht, of schoon thaus nog de vrees heerseht, dat de Paus nog grootere verdrukking zal hebben te ondergaan, omdat de woede zijner vij anden over 's Pau»en standvastigheid met den dag toeneemt. Eu iu dezen nood ziet de Paus van geen enkele zjde hulp opdagen. God zal hier moeteu helpen. Daarom roept de Paus tot zjne kinderen: >Ik sla mijne oogeu ten hemel, want vandaar zal er hulpe dagen. Welaan dau, verhef uwe oogeu met mij!« Maar het blijft daarom toch geoorloofd, na te vorscheu of de hou- diug der machten tot elkaar, ons eene aanwijzing geeft wat het lot van den Apostolischeu Stoel in de toekomst zal zijn. Door deu Minister van Ouderwijs in Pruisen is bekend gemaakt, dat de philo- sophisch-tkeologische kweekschool te Pa- derboru kan worden beschouwd als een wettige plaats van voorbereiding voor toe komstige R. K. Geestel jken. Thans is openbaar gemaakt de eerste missive, den 3u Januari jl. door den Kar dinaal Staatssecretaris Jacobiui gericht aan deu Nuntius te Munchen. Daarin wordt ge constateerd, dat zeer spoedig de nieuwe kerkelijke wet iu den Pruisischeu Landdag zal voorgelegd worden. De Paus ha 1 daar omtrent de meest geruststellende verkla ringen ontvangen. Met het oog daarop wenscht, de Pausdat het Centrum de aanne ming der wet nopens het Septennaat hegun- stige. Het is toch van algemeene bekendheid, dat de Regeering aan de aanneming der wet het grootste gewicht hecht. Ware door die wet het oorlogsgevaar te overwinnen, dau zal het Centrum zich verdieustelijk hebben gemaakt jegens het vaderland, de humaniteit eu Europa. Door de wet goed te keureu zou de Re geering steeds gunstiger voor het centrum en den Heiligen Stoel gestemd worden, eu aan het voortduren dier vredelievende en wederzijds van vertrouwen getuigende betrekkingen hecht de H. Stoel groote waarde. De Nuntius wordt vervolgens uitgeuoodigd bj den leider van het Centrum boven. Hoe verwonderde Angelika zich over de prachtige kleedij en de weelde, die daar voor haar werden vertoond. Zij bezon zich niet lang en koos een wit kanten kleed benevens een kleurigen, breed geplooiden kraag. Brigitta liet het haar aaiipasseu en 't was haar als aan 't lijf gegoten. Nu alles in orde was, zag Angelika in gespannen verwachting de afreis te gemoet. Den volgenden morgen verscheen zij reisvaar dig op de kamer van Vader Francesco om af- Bclieid te nemen: de grijsaard staarde haar ern stig en bekommerd aan. Zou in 't gewoel dor wereld, die zij ging in treden, de stille zielevrede niet geschaad worden, zou zij wederkeeren als het vroolijk en onschuldig kind, dat reeds sedert zestien jaren de vreugde van het eentonig slot leven uitmaakte? Zulke gedachten hielden hem bezig, zelfs toen hij zijne zegenende hand over haar uitstrekte met de woorden: Beis met God, kind en vergeet nooit u des morgens en des avonds onder de bescherming van de heilige Moeder Gods te stellen. Op de allerminzaamste wijze nam zij afscheid van haren vader; daar na volgde nog eeu kleine afscheidsgroet voor de bedienden eu toen werd do lang gewenschte reis aanvaard. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1887 | | pagina 1