NIEUWE
So. 1092
Donderdag 17 Maart 1887.
12de Jaargang.
Meesters en ondergeschikten.
B IJ 1T E N I, A i>.
Angelika.
HAARLMSCHI OOIR4IT.
ABONNEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 1 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland ir. p. p, 1,
Voor het Buitenland 1,50
Afz ïnderljjke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
waa&a -w
>L<ryg>
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DER ADVEBTENTLËN
Van 16 regels .30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrydag-
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers, KUPPERS& LAUREY.
Vervolg en slot.)
Wat het toezicht betreft, zal zooveel mo
gelijk de man over het mannelijke, de
vrouw over het vrouwelijke dienstpersoneel
hebben te waken. Zij dienen van tijd tot
tijd na te zien of en hoe het werk wordt
verricht, want goede dienstboden krijgen
meer moed en worden tot ijver aangezet,
als zij bemerken, dat hun werk door hunne
meesters wordt nagezien. Dat er op een
geregelde uitoefening van hunne godsdienst
plichten moet gelet worden, spreekt na
tuurlijk van zelf.
Van al deze plichten zullen de meesters
en overhedeu eenmaal rekenschap moeten
afleggen. Zeker iou het eene groote fout
zijn, als een huisvader zou straffen wan
neer er iets tegen hem was misdaan en
onverschillig zou blijven als tegen God werd
gezondigd
Is het wel denkbaar dat er Katholieke
huisgezinnen zijn, die deuken: wat gaat
het mij aan hoe 't met het zielenheil mij
ner ondergeschikten geschapeu staat, walk
nut of voordeel heeft men van hen, of zij
goed of slecht leven. Laten ze voor zich
zelveu zorgen, 't is al mooi, dat men hun
gelegenheid voor 't goede geeft. Zij ont
vangen kost en loon, daarvoor moeten zij
mij dienen.
Gods oordeel zal gausch anders luiden.
Op den jougsteu dag zal Hij ziel voor ziel
opeischen. Niet slechts de zouden van den
huisheer of van de huisvrouw, maar ook
de zonden der dienstboden, die hadden ver
hinderd kuuueu worden, zullen gestraft
worden.
In den goeden ouden tijd vond men,
zooals de ouderen onder ons zich nog wel
zullen herinneren, in zeer vele huisgezin
nen, in deu dieust vergrijsde dienstboden,
die als familieschatten, als erfstukkeu bij
het volgende geslacht dikwerf tot aau den
dood werden verpleegd. Eere voor beiden!
Zoo ontstond er tusschen den meester en
den ondergeschikte een patriarchaal ver
band. Kindereu en kindskinderen des hui
zes beschouwden en behandelden deze dienst
boden, die eene levende traditie in de fa
milie vormden, met grooteu eerbied. Kwa
men dan de volwassen kinderen van tijd
tot tijd na eene lange afwezigheid onder
het ouderlijk dak terug, dan gevoelden zij
zich onmiddellijk thuis, even als in de dagen
hunner kindsheid; zij vonden in de oude
dienstboden de oude bekenden uit hunne
kinderjaren, die aan de vreugde des we-
derziens met de ouders hartelijk deel
namen.
Ongetwijfeld zijn er ook in onze dagen
nog vele huisgezinnen, in welke zulke pa
triarchale toestanden voortduren, maar ze
moeten toch in vergelijking met vroegeren
tjjd uitzonderingen worden geheeteu. Het
wisselen met dienstboden is aan de orde
van deu dag. Huisgezinnen, waar jaarlijks
F E V 1 L L E T O N
16.''
Vervolg.)
IX
Het handschrift.
Toen onze verloving bekend werd, schuim
bekte hij van woede en zwoer eene bloedige
wraakneming. Ik lette er te minder op, want
mijn geweien ztide mij, dat ik niets kwaads
gedaan had, omdat Christina mij verheugd en
ongedwongen het jawoord had gegeven.
Een half jaar later vierden wij onze bruiloft.
Luitprand was zeer verheugd over ons geluk,
dat nog verhoogd werd, toen gij een jaar later
werd geboren. Gij kondet zoowat anderhalfjaar
oud zijn, toen een oom mijner gemalin, die uit
gestrekte goederen in Engeland bezat, ons ver
zocht eenige weken bij hem te komen doorbren
gen. Christina stond er op, aan de uitnoodiging
gevolg te geven, en daar wij beiden groote
vrienden van de jacht waren, beloofden wij ons
«en groot genot,
tien a twaalf dienstboden komen en gaan
zijn niet zeldzaam te heeteu.
Van waar deze verandering? 't Is de
onzalige geest des tijds, die ook in de huisge
zinnen is doorgedrongen. De jongelingen en
jonge dochters hebben de vrees Gods ver
loren, zij denken niet meer aan het vierde
gebod; juist op den gevaarlijksten leeftijd
onttrekken zij zich aan den invloed en aau
het toezicht der ouders. Zij zoekeu zelf eeu
dienst en zien daarbij meer toe op loon en
vrijheid, dan op het heil hunner ziel. Aan de
uoodige gehoorzaamheid niet gewoon, wor
den zij spoedig ontevrelen en wisselen zij
gaarne en vele malen hun dienst. Een paar
harde woorden zijn soms oorzaak, dat de
dienst wordt opgezegd. Op deze wijze zal
er nimmer een wederzijdsch vertrouwen wor
den gevestigd. Er ontbreekt wederzijdsch
belang en wederzijdsche ware liefde.
Elke stand heeft voorbereiding noodig.
Ouders wier kinderen tot dienen bestemd
zijn, moeten dezeu vroegtijdig ware liefde
voor godsdienst en deugden iuprenten. De
dienstbodenstand is in hooge mate ver
dienstelijk en eerbiedwaardig, omdat daarin
een leven geleid wordt, zooals de Heiland
zelf heeft gekozen, vermits Hij zegt: »Ik
ben niet gekomen om gediend te worden,
maar om te dienen.* Als eene dienstbode
in staat der heiligmakeude genade, bjj hare
bezigheden de goede meening voegt, dan
is haar gansche dienst een Godsdienst.*
Deze kruisweg en de weg der gehoorzaam
heid is de zekerste naar den Hemel.
De ouders der dienstboden moeten zeiven
een goed Katholieke familie zoeken, waar
tucht en orde heerschen en slechts brave
lieden in dieust zijn, waar geen gevaren
voor de jeugd bestaan. Goede dienstboden
vinden overal plaats in goede katholieke
huizen.
Zijn nu op deze wijze goed katholieke
familiën met goed katholieke dienstboden
voorzien, dan zullen ook even als te voren
de schoone patriarchale toestanden terug-
keeren, die tot zegen verstrekken van elk
goed geordend huisgezin.
Al de bladen van Munchen roemden jl.
Zaterdag in feestartikelen, welke zij wijd
den aan den Prins-Iiegent op diens 66n
jaardag, de krachtige werkzaamheid, van
welke het Hoofd van den Staat in deu tijd
van nog niet eenmaal eeu jaar, dat hij
't bewind voert, deed blijken.
De heer Windthorst geeft iu de Germania
een breedvoerig memorandum, betreffende
het ontwerp tot wijz'ging der Pruisische
Meiwetten. Blijkens den aanhef is dit stuk
eeu voorloopig antwoord op verschillende
vragen, die aangaande dat ontwerp tot
hem waren gericht. Elk onderdeel daarvan
onderwerpt hij aau eene critiek, om ten
slotte iu zijne a'gemeeue conclusie te sta
ven, dat dit ontwerp niet als eene afdoende
Na een teeder afscheid van vrouw en kind
te hebben genomen, ving ik met Luitprand de
reis naar oom aan. Deze stelde alles in t werk
om ons het verblijf zoo aangenaam mogelijk te
maken. Ongemerkt sloop de tijd voorbij, en zoo
brak eindelijk het oogenblik aan, om tot terug-
kearen te besluiten. Wij namen afscheid en bega
ven ons weder op reis. Den eersten dag verzocht
mij Luitprand toch een klein oponthoud te maken,
want op een halve dagreis woonde een edelman,
wiens lief dochtertje zijne hand gewonnen had,
en wier vader hij om hare hand wenschte te
vragen. Gaarne voldeed ik aan zijn verzoek eir
na eenige uren kwamen wij aan het groote slot
van sir Bury. Met de grootste hartelijkheid wer
den wij ontvangen en nadat wij de reden van
ons bezoek verklaard hadden, werd de schoone
Victoria geroepen, om zelve over het lot van
Luitprand te beslissen. Beiden, sedert lang met
elkander bekend, vielen in elkanders armen en
beloofden elkander eewige trouw, terwijl de
ouders zegenend de handen over beiden uitstrek
ten. Ik verheugde mij innig over het geluk van
Luitprand en stemde gaarne toe, om op ver
zoek nog eenige dagen te vertoeven, ten einde
de plechtige verloving bij te wonen. Eindelijk
herziening der Meiwetten mag beschouwd
worden. Doch waf hij bovenal betreurt.,
is: dat in de Pruisische grondwet de af
geschafte artikelen over de betrekkingen
tusschen Kerk en Staat nog niet weder zijn
opgeuomeu. Zoolang dit niet is gedaan,
kan er zijns inziens geen sprake zijn van
duurzame» vrede tuss.-ben Kerk en Staat.
De heer De Lesseps heeft, na zijn laatste
onderhoud met Prins Von Bismarck, dat
eeu uur duurde, gezegd, dat hij thans voor
zijn persoon stellig overtuigd is, dat alle
gevaar voor verstoring van den vrede tus
schen Duitschland en Frankrijk voorbij is.
Gedurende zijne audiëntie bij deu Keizer
gaf de heer De Lesseps eene korte beschrij
ving van het Panama-kanaal, opgehelderd
door eene speciale kaart. Nadat dit be
toog afgeloopen was antwoordde, de Kei
zer, dat hij voor deze grootsche onderne
ming, evenals voor alle werken den vredes,
de beste weuscheu koestert en hoopte, dat
de voltooiing van het kanaal met eene
reeks van vredejaren gepaard moge gaan.
Tevens sprak de Keizer de hartelijkste weu-
scheu voor het persoonlijk welzijn van deu
heer De Lesseps uit.
Deze laatste heeft zich hier in dezeu zin
uitgelaten, dat de doelmatigste oplossing
van het Egyptische vraagstuk zou bestaan
in de terugroeping van deu gewezen Khe
dive Ismaïl-Pacha.
Het Armee-Verordnungsblat bevat eene
koninklijke order ter uitvoering der nieuwe
legerwet. Volgens deze order zullen vier
nieuw op te richten regimenteu infanterie,
alsook de op te richten vierde bataljous
vau bestaande regimenten, uitsluitend in
den Elzas en Baden in garnizoen worden
gelegd. De Rijnprovincie verkrijgt iu de
grensplaatsen slechts drie bataljons in gar
nizoen.
Van radicalen kant is te Parijs eergiste-
ren-avond eeu eerste nummer van de Presse
parlée (de gesproken Pers) verschenen.
Deze nieuwigheid bestaat daarin, dat de
redacteur aan zijne hoorders mondeling me
dedeelt, wat anders in eeu dagblad gedrukt
te lezen staat.
De administratie van La Presse parlée
had aau iederen toehoorder eeu zeker gedeelte
vau het groote lot van 100,000 franks der
stad Parijs toegezegd; doch ondanks dit
uitzicht op een buitenkansje, had de entree
van 60 en 75 centimes per persoon de
werklieden afgeschrikt. Slechts 30 a 40 per
sonen waren opgekomen, aau wie het geld
werd teruggegeven.
De Fransche Kamer heeft de laatste ar
tikelen van de wet tot heffing van rech
ten op granen en de wet iu haar geheel
aangenomen, met toevoeging eeuer bepa
ling, dat. van alle scheepsladingen, welke na
de afkondiging der wet in de Fransche ha
vens binnenkomen, het verhoogde recht
moet betaald worden.
De Minister Fergusson deelde aan het
Lagerhuis mede, dat eenige personen met
waren de feesten ten einde en ik verlangde
naar vrouw en kind. Wij reisden af; Antonio
had ons vergezeld en reisde met ons reisgoed
vooruit. Luitprand bevond zich in de vroolijk-
ste gemoedsstemming, schertste en praatte zonder
ophouden; zoodat wij weder in een klein geschil
over liet kasteel Estölla geraakteu.
Eensklaps hield Luitprand zijn paard in, en
spotte: „Ik wilde dengene wel eens leeren ken
nen, die mij het bezit van het kasteel Estella
durft te betwisten." „Hier is hij!" was mijn
antwoord, terwijl ik mijn paard dwars voor
hem stelde, en hem uitdaagde. Onwillekeurig
greep ik naar den hartsvanger, het schot
ging af en in de borst van Luitprand, die
zonder het geringste geluid te geven van zijn
paard zonk. God de Almachtige weet, dat ik
nooit de geringste gedachte heb gehad, mijn
broeder te vermoorden, en nu was het vreese-
lijkste gebeurd. Ik knielde naast hem neder en
drukte mijn zakdoek tegen de bloedige, wonde:
met de teederste namen riep ik hem toe, doch hij
verroerde zich r iet, hij gaf geen enkel teeken van
leven meer.
Plotseling riep eene stem in mijne nabijheid:
„Broedermoorder!" ik zag op eu blikte iu de
ontplofbare toestellen bij zich, gevaugeu
genomen zijn op den weg, dien men dacht,
dat Czaar Alexander III zou nemen, om
zich naar de godsdienstoefening, op den
sterfdag van deu vorigeu Czaar, te bege
ven. Eeu aauslag heelt echter niet plaats
gehad.
De Spaansche Regeeriug heeft met
het Vaticaau eene schikking getroffen om
trent de tusschenkomst van het burgerlijk
gezag bij het kerkelijk huwelijk.Eeu amb
tenaar van het gemeentebestuur zal tegen
woordig zijn bij het huwelijk in de kerk,
om het iu de registers van den burgerlij
ken stand te kuuueu inschrijven.
Generaal Cordova zal de Koningin-Re
gentes vertegenwoordigen bij de viering
van den 90en verjaardag vau Keizer Wil
helm te Berlijn. Deu Spaanscheu Gezant
te Londen zal buitengewone volmacht ge
geven worden voor dezelfde zending bij
gelegenheid van Koningin Victoria's ju
bilee.
Een correspondent te Weeuen van
le lemps deelt aan dat blad mede, dat
aldaar liet gerucht loopt, dat er sprake is
van het bijeenroepen van een Europeesch
congres tot regeling van de Bulgaarsche
quaestie.
De zaak is niet onmogelijk; en men
voegt er bij, dat Prins Von Bismarck voor
nemens zou zijn, het voorzitterschap daarvan
aau den Paus op te dragen eu dat al de
Europeesche quaesties er zouden opgelost
worden. Daarna zou tot een algemeeue
ontwapening worden overgegaan.
Uit Sofia wordt aau de Times ge
seind, dat het regentschap Karaveloff, Zauoff
en Nikivoroff, tegen hooge borgstelling, op
vrije voeten heeft gesteld.
De Porte heeft bevolen, dat de Bulgaar
sche vluchtelingen zich niet aan de grenzen
van Oost-Rumelië mogen ophouden. Ook
de Rumeeusche Regeering heelt soortgelij
ken maatregel genomen en het verbljjf'van
Bulgaarsche vluchtelingen te Bucharest ver
boden.
Eeu Kapitein der marine en twee bur
gers te Rutschuck beschuldigd vau mede
plichtigheid aan deu opstand, zijn door den
krijgsraad veroordeeld, de kapitein tot een
jaar vestingstraf eu de burgers ter dood.
Aau 300 jonge soldaten is gratie verleend.
Door 100 oudere soldaten, die 1 tot 3 ja-
reu gevangenisstraf hebben gekregen, zal
een verzoek om gratie worden ingediend.
Zaterdag-ochtend heeft voor het front
van de garzizoenstroepen de degradatie
plaats gehad van de onderofficieren, die
zich bij de muiters hadden aangesloten.
Teloff is aan zijne wouden overleden.
De Portpgeesche Regeeriug heeft twee
oorlogsschepen naar Timor gezonden. Eeu
vau de twee, de Tamega, zal Kolonel Garcia
overbrengen,die deu vermoorden Gouverneur
Maia zal opvolgen.
Een telegram uit Zanzibar van 11 Maart
bericht, dat aldaar op deu lOden eeu
wraakgierige oogen van lord Clifford; nu beving
mij de angst, ik sproDg in het zedel en reed
met menden spoed weg. Toen ik bij Antonio
kwam en hem liet gebeurde verhaalde, weende
de trouwe dienaar als een kind, want hij had
ons beiden als kinderen op den arm gedragen
en was ons met onwankelbare trouw toege
daan. Tegen den avond begaf hij zich naar de
plek des onheils, ten einde het lichaam van
Luitprand te begraven, doch hij vond geen spoor
meer vau hem noch zijn paard: slechts een bloed
plas wees de plaats aan, waar zijn lichaam had
gelegen.
Antonio reisde nu met mij naar huis; hoe ik
daar ben aangekomen, weet ik niet, want reeds
op reis greep mij eene heate koorts aan, die
mij maanden lang op het ziekbed kluisterde.
Eindelijk kwam ik tot bewustzijn; vader Fran
cesco on Antonio, onze oude bediend», stonden
deelnemend aau mijne zijde en fluisterden „God
zij dank, dat onze arme beer weder uit deu
langen nacht van den waanzin is ontwaakt.
Wordt vervolgd).