NIEUWE
SK 1093
Zondag 20 Maart 1887.
12de Jaargang.
Ieren en Polen.
30 Cenis.
Angelika.
Wordt vervolgd,
ABOJSnsrBMBWTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlemt
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het Buitenland
Afzonderlijke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG
B 0KE A.ÏÏ: St. Jansstraat Haarlem.
0,85
1 -
1,50
0,06
PHIJS DEK ADVEBTENTIÉK
AGITE MA HON AGITATE.
Van 16 regeis
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag-
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KUPPERS& L A U R E Y.
Als men let op de teekeuen der tijden,
valt er veel te leeren. De geschiedenis van
deu dag is eene leerschool, welke de na
denkende getrouw moet bijwonen, dat wil
zeggen, dat hij met ernst moet nagaan,
wat zij verkondigt.
Tot de verschijnselen vau onzen tijd op
internationaal gebied behooren twee vra
gen, die wel verdienen, dat wij er de aan
dacht op vestigen. Wij denken hier aan de
quaestiën nopens Ierland en Polen. Bij die
vraagstukken zijn zeer gewichtige begin
selen batrokken.
En nu moeteu wij al aanstonds opmer
ken, hoe de openbare meeuing in Europa
maar al te veel onrecht pleegt tegenover
de Ieren zoowel als tegenover de Polen.
Terwijl men het zeer natuurlijk vindt, dat
elk volk strijdt voor zijne vrijheid en zelf
standigheid, wraakt men het in de bevol
king van Ierland en van Polen, dat ook
zij niet willen verdrukt worden.
Maar worden de Ieren en Polen wel ge
tiranniseerd? zoo hooren we ons toeroa-
peu. Op die vraag willeu wij allereerst
een antwoord geven. Daarbij wenschen wij
misverstand te voorkomen.
Tusscheu verdrukking eu verdrukking
moet eeu groot onderscheid worden ge
maakt. In deu zin vau tirannie, in de erg
ste beteekenis des woords, is er bij de Ieren,
om bij hen te beginnen, geen sprake. De
lijdensgeschiedenis van Ierlaud heeft ech
ter haar einde nog niet bereikt. Engeland
blijft onrechtvaardig tegenover de bevol
king van Ierland, dat valt niet te out-
keuuen. Dat wordt trouwens ook erkend
door een groot deel der Eugelschen
zeiven.
Meu weet, dat Gladstone reeds zeer ern
stige pogingen heeft gedaan om aan Ier
laud eindelijk recht te doen wedervaren.
Daartoe wilde hij aan Ierland een eigen
bestuur geven, eene eigeu volksvertegen
woordiging zelfs, opdat het laud zooveel
mogelijk, naar zijne eigenaardigheden en
nationale begeerte zou geregeerd wordeu.
Verder wilde hij het vraagstuk vau den
landbouw regelen. Die quaestie wekt alge-
meene ontevredenheid. De Eugelschen deu
ken daar zoo lichtvaardig over en verwijten
de Ieren altijd, dat ze uit zucht tot verzet
in oppositie komen tegen de laudheeren;
maar de wortel van de ontevredenheid der
pachters ligt diep in de historie.
Ierland werd door de zegevierende En-
gelscheu steeds beschouwd niet als eeu
laud, waarover meu de heerschappij had
verworden, dat dus genoeg gestraft werd
door het verlies van eeu eigeu bestuur; neen;
men schonk deu grond voor eeu groot deel
weg aan de gunstelingen van de over
winnaars.
Zoo kwam de grond in handen van een
groot aantal Lords, die zich met hunne
Iersche pachters niet bemoei.ien, die rent
meesters aanstelden en vau wie werd ge
vorderd, dat zij zoo hooge paehteu als
F E ILL E 7 O N.
17.)
(Vervolg.)
IX
Het handschrift.
Ik zag verwonderd om mij been en vroeg
naar Luitprand en Christina: niemand gaf ant
woord. Plotseling steeg als een reuzenbeeld de
geheele vreeselijks waarheid voor mijne oogen
en vol wanhoop verborg ik mijn hoofd in het
kussen; slechts de ernsiige eu vaderlijke toespraak
van vader Francesco vermocht mij min of meer
to troosten. En toch, ik wist alles nog niet;
mijne dierbare Cristina rustte sedert twee maan
den naast de dierbaren in den grafkelder. Met
teedere liefde had zij mij verpleegd, toen zij
op zekeren morgen een brief ontving; zij opende
hem spoedig, las eeuige woorden en zonk onder
ean luiden kreet, op den grond. Vader Francesco,
die juist alleen bij haar was, stak den brief bij
zich, en riep om hulp; Christina kwam nog even
4ot bewustzijn om de laatste Troostmiddelen van
maar eeuigszius doenlijk bleek, uit de Ierscbe
bezittingen aan de heereu iu Engeland
zouden doen toekomen.
De ellende, waarin daardoor de Ieren
werden gestort, is ouboschryflijk; men moet
wel de ongevoeligheid zelve zijn om on
aandoenlijk te blijven als meu leest, wat
men deu Ieren aandoet.
Eu nu zwegen wij nog van de kwelling,
waaraan de Ieren wegens het geloof bloot
stonden. Zij werdeu door bet overwegeud
Protestantsche Engeland eu Schotlaud, om
dat zij Katholiek waren, reeds miuder ge
teld eu zelfs bepaald vervolgd. Daarin is
nu echter eenige verbetering gekomen. Het
beginsel der godsdienstvrijheid heett geze
gevierd en vau vervolging om des geloots
wille is thans in Ierland, voor zooveel dat van
de wetten des lands afhangtde rede niet
meer.
Toch blijft de Ier gedrukt, door het ge
brek aau eene eigen wetgeving eu lijdt hij
als gevolg der ongelukkige agrarische toe
standen.
Niets natuurlijker immers dan dat Ier
land blijft aandringen op hervormingen.
De meerderheid der bevolking vau Enge
land en Schotland blijft echter de Ieren
hardnekkig weigeren om huu recht te doen.
Zonder nu achterdochtig te zijn, kau men
wel aaunemeu, dat bij zeer veie Engelschen
eu Schotten de overweging ten nadeele
vau Ierland werkt, dat het niet tot de
Protestantsche Staten behoort. Toch ge
biedt de waarheid te constateeren, dat meu
veilig kan aannemen, dat die godsdienstige
onverdraagzaamheid (of: de onverdraag
zaamheid der ongodsdienstigheid) bij eeu
belangrijk deel vau de Eugeische en Schot-
sche kiezers niet meer hare kracht doet
gevoelen. De vrijheidsliefde heeft bij niet
weinigen, die vroeger minder welwillend
over de Ieren dachten, de zegepraal ver
worven.
Opmerkelijk is het echter (daarop kun
nen wij niet nalaten te wijzen) dat, nu bij
de radicalen iu Engelaud de minste ge
neigdheid bestaat om aan Ierland ten volle
recht te doen wedervaren. Ook daaruit lee-
reu wij weder, hoe de begiuselen der revo
lutie, terwijl zij als de vrijheidsbeginselen
worden aangeprezen, ten slotte juist de ware
liefde voor de vrijheid in 't gemoed van
haie volgelingen doodt.
Het feit is beleefd, hoe een deel der li
berale partij z'ch afscheidde van Gladstone,
enkel omdat hij te veel (zooals het heette)
aau de Ieren wilde toegeven. Er bestaat
dus een verbond tegen de Ieren. En tegen
over die anti-vrijheidsliga verbaast men zich
nog, dat de nationale liga in Ierland blijft
woelen.
De toestauden in Ierlaud moeteu ver
anderen. Dat Gladstone zich daarvoor in
de bres stelde vereert hem in hooge male,
hij verdient deswege in de geschiedenis met
lof te worden genoemd. Aau de eimJelyke
overwinning van het recht met betrekking
tot Ierland, twijfelen wij niet, doch het is
zeer de vraag, of de reeds hoogbejaarde
onzeu H. Godsdienst te ontvangen, drukte den
laaisten kus op mijne bkeke lippen en na acht
dagen rustte zij in 't grat. Die brief had haar
hart gebroken: hij hield slechts de volgende
woorden in: „Vrouwe Gravin! Uw zoo zeer
geliefde gemaal is een broedermoorder, ik was
er getuige van". L. Cl.
Met een duivdsche wraak had lord Clifford
dezen brief geschreven.
Toen nu Brigitta kwam en u bracht en gij
uwe mollige handjes naar mij uitstrekte, kwam
een vloed van trauen uit mijne oogen; het waren
de eerste, die mijn hart verlichtten.
Nu beraadslaagde ik met vader Francesco
wat er te doen stond. De b-dienden hadden
rondgestrooid, dat Luitprand eene langdurige
reis had ondernomen en Jeruzalem bezocht;
aldus had niemand argwaan van hel gebeurde.
Maar als lord Clifford eene aanklacht tegen mij
indiende, wat dan? Immers de schijn sprak tegen
mij. Zou ik onzen ouden, smetteloozen adel met
schande bedekken; zou mijn kiud als de doch
ter van eeu broedermoorder, het brandmerk der
schande op zich dragen? Neen nooit!
Ik besloot mjju verblyf te verlaten en onder
Staatsman het zal beleven. Tot op dit oogen-
blik houdt hij de banier der Iersche vrij
heid hoog geheven. Reeds maakt hij zich
gereed, om eene nieuwe Iersche dwangwet
te bestrijden. De tegenstanders vati lerlands
emancipatie hebben maar een wapen: ge
weld. Maar langs den weg vau liet geweld
zal Ierland nooit te winnen zijn. Alleen
de vrijheid kan Ierland, en daardoor En
geland, hetwelk onder de Iersche quaestie
lijdt, waarlijk redden.
De vrijheid moet ook de Polen redden.
Zooals men weet, werd voor meer dan
eene eeuw Polen verdeeld onder Rusland,
Pruisen en Oostenrijk. Die daad trachtte
men te rechtvaardigen, door te beweren,
dat de Polen te woelig waren om zelfstan
dig te blijven; het bestaan van eeu konink
rijk Polen werd als eeu gevaar voor de na
buren voorgesteld.
Wij zullen ons thans niet iu eene breed
voerige bestrijding van die stelling bege
ven. Als men wil stelen, zonder voor een
dief te worden gehouden, dan toont men
zich dikwerf onuitputtelijk iu het vinden
van voorwendsels. Gesteld echter, dat het
voorgeven van de drie mogendheden juist
ware, dan nog zoudeu zij zich hebben moe
ten bevlijtigen om de gevoeligheid der Po
len te ontzien. Eene misdaad hadden zij
in elk geval niet gepleegd; zij waren vol
gens het stelsel van de drie rustbewaar
ders* eenvoudig wat te druk!
Wat dedeu echter Rusland en Pruisen?
Zij behandelden de Polen als een over
wonnen volk, aan hetwelk zoo weinig mo
gelijk vrijheid moest gelaten worden. Wel
werden de Polen, die ouder Pruisen geko
men waren, met fraaie beloften gepaaid,
doch van de vervulling kwam niets.
Niet willende afwijken van de historie,
zijn wij verplicht te erkennen, dat de Po
len, die onder Pruisens heerschappij leven,
het altijd iets beter hebben, dan die onder
Ruslaud kwameu. De Russen bewezen zich
verdrukkers bij treurige uituemeodheid.
't Is bekend, hoe bij herhaling iu Russisch
Poleu eeu waar bloedbad werd aange
richt.
Men maakt den Polen er een verwijt
van, dat zij zich gekrenkt toonden om hunne
verknochtheid aan hun godsdienst. Dwazer
grief zal wel niet tegeu een volk kunnen
gericht worden. Toch slaagde men er lang
iu, om de publieke opinie in Europa tegeu
de Polen op te hitsen. Eindelijk werden
betere gevoelens vernomen, eu begon men
in te zien, dat de Poolsche quaestie eene
vrijheidsquaestie in beslissende mate is.
Wij zwegeu nog van Oostenrijk. Dat
deden wij met opzet, want die Staat be
wees zich barmhartiger tegenover de Polen.
Wel ontbrak liet niet aan miskenning der
rechten van de Polen van de zijde van
de Duilschers, die zich ook in de Habs-
burger Monarchie het overwicht aanmati
gen, maar over 't algemeen heeft Gallicië
niet over gebrek aan vrijheid te klagen.
De positie der Polen, die ouder den schepter
der Habsburgers leven, is vau dien aard,
een vreemden naam stil en verborgen te leven.
Ik gaf voor, dat ik, om verstrooiing te zoeken,
eelie langdurige reis ondernam. Een trouwe
dienaar bleef als voogd op Estella achter; ik
nam eene groote som gekls mede, behoudens
vele zaken van waarde, en verliet het vaderland
voor immer met vader Francesco en den getrouwen
Antonio; Brigitta vergezelde ons als uwe ver
pleegster. Wij verlieten Duitschland en kwamen
hier iu het Maasdal, waar ik dit kasteel kocht,
welks bewoner kortelings zonder nakomelingen
was overleden. Ik nam aanstonds denzelfden naam
aan als de vroegere bezitters. Wij leefden hier
stil en verborgen voor het oog der wereld. Nooit
vernam ik iets meer van mijn vaderland. Och,
hoe gaarne had ik nog eenmaal de plek willen
betreden waar eens mijue wieg stond, doch
ik durfde er niet aan te denken, want mijn
naam en aandenken moeten voor immer begraven
zijn en blijven. Toch smaakte ik geene rust: eene
groote zoude woog zwaar op mijn hart, eu ver
kleed als een pelgrim, begaf ik me naar Rome,
naar den Stedehouder van Christus, om mijne
zonden te belijden. De minzame grijsaard sprak
mjj woordeu van troost en bemoediging toe,
dat zij schier niet beter zou kunnen zijn
als die onder een eigen bestuur. Gallicië
bezit eetie groote mate autonomie, welke
het land ook werd gegund door de Duitsche
richting, toen deze aau liet roer was. Die
concessie werd nu wel niet gedaan uit
liefde tot de vrijheid, maar enkel omdat
de Duitscliers den steun der Poleu in de
volksvertegenwoordiging niet kouden mis-
seu; doch, welke dan ook de bron dier
welwillendheid was, de Poleu genoten van
de gunstige stemming.
Het tegenwoordige Ministerie, waarvan
Graaf Taaffe het hoofd is, tracht steeds
vrede te houden met de verschillende na
tionaliteiten, welke iu de uitgebreide mo
narchie ziju gevestigd. Gallicië geniet van
die politiek de grootst mogelijke voordeelen.
Oostenrijk vervult dus tegenover de Poleu
het meest nauwgezet zijne roeping; speciaal
de regeerende Keizer (Frans Jozef) toont
zich voor de Polen een wijs en rechtvaar
dig Regent.
Minder nobel gedraagt zich thans Pruisen.
De Rjjkskanselier wist wetten te doen aan
nemen, onmiddellijk tegen de Poleu gericht.
Het Poolsch element wil men blijkbaar
doodelijk verzwakken. Den bodem wil men
in haudeu van Duitscliers spelen; langza
merhand moet het Poolsch element door
het Duitsche wordeu doodgedrukt. Eu welk
eene politiek wordt toegepast door eene
natie, welke zich den titel aanmatigt aan
het hoold der beschaving te staan
Van Pruisens houding ten aanzien der
Polen moet dus ieder vrijheidlievend mau
eeu afkeer hebben. Tot kenschetsing van
het liberalisme zij het aaugeteekeud hoe
al de liberalen iu Pruisen Von Bismarck
tegeu Polen steunen. Alleen willen de ra
dicalen het verpruiseu van Polen enkel
door den schoolmeester doen, terwijl de
Regeeriug eu hare iutime vrienden door
agrarische maatregelen Posen aan de Poleu
willen ontrukken. Ouder de liberalen be
staat dus enkel verschil over de mid
delen, niet over het satanisch doel.
Rusland en Pruisen vergrijpen zich met
betrekking tot Polen, aau de wet der vrij
heid, maar vooral aau de eeuwige begiuselen
vau recht eu gerechtigheid. Beide mogend
heden gedragen zich dus even schuldig
tegenover hunne Poolsche onderdanen, als
Engelaud jegens de Ieren. En niettemin
wordt dagelijks verkondigd, dat deze eeuw
eene eeuw der vrijheid bij uitnemendheid
is, terwijl de Eugelschen en Pruisen er
zich nog wel op beroemen, dat zij van de
begiuselen der beschaving en verlichting
doortrokken zijn. Wij zouden zeggen die
beginselen ziju de harteu der Engelschen
en Pruisen doorgetrokkenzonder sporen
achter te lateu. Willen dus Engeland,
Pruisen eu Rusland eindelijk het recht vol
komen doen zegeviereu, dan moeten zij
met het stelsen brekeu van miskenning
der billijke vrijheidsaaiisprakeu vau een
deel hunne onderdauen.
Gladstone's Iersche politiek moet in
Engeland zegepralen eu de anti-Polen-
hetgeen mijn hart opbeurde, en nadat hij mij
in den naam van God van mijne misdaden vrij
sprak en zijn zegen gaf, zeide hij: „Mijn zoon,
vertrouw op God, uit de doornen des lijdens
zal Hij rozen van vreugde doen bloeien. De
barmhartige God neme uw berouw en uwe
boetvaardigheid genadig aau." Getroost en ge
sterkt keerde ik hier op het kasteel ter Haren
terug."
Dikwerf door traueu onderbroken, had Ange
lika het handschrift ten einde gelezen; thans gaf
zij lucht aan haar diep geschokt gemoed: Vader,
wat moet gij toch al die jaren hebben geleden!
Toen Vader Francesco weder binnentrad,
stond zij op en sprak op droevigen toon: Vader
mag nooit weten, dat ik dit geschrift heb ge
lezen. Bovendien is hij zoo ongelukkig de arme,
arme vader, zijn laatste troost ware verdwenen,
indien hij wist, dat ik kennis van het verleden
droeg en dit mag niet, God zal mij de kracht
verleenen, om zijn naam voor schande en zijn
hart voor wanhoop te vrijwaren, doch vader
bid voor mij, de eisch gaat mijne krachten te
boven; en gij weet aog niet alles."