N I E W E
Donderdag 5 Mel 1887.
12de Jaargang.
De toestand in Europa.
No. 1106.
BIJ IT E L V I).
li.
(Slot.)
De wederwaardigheden van een
Vegetariaan.
AARIM
ABOJNSTEMJEMTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem t
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het Buitenland
Afzouderljjke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG
3 CT a S A TT t St .Jansstraat Haarlem
0.85
1,-
1,50
0,06
PRIJS DEB AD VERTE» TIÉK
Van 16 r
Elke regel meer
30 Cents.
AGITE MA HON AGITATE.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrydag-
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers? K UPPERS LAUREY.
Wij stelden in ons vorig artikel de vraag:
Zou het mogelijk wezen elke nieuwe aan
leiding tot een oorlog in Europa weg te
nemen?
Voor den intelligenten lezer zal het wel
duidelijk zijn, dat wij die vraag formuleer
den enkel om haar zoo stellig mogelijk
ontkennend te beantwoorden. Er bestaat
toch zulk een geprikkelde toestand, dat het
wel niet anders kan, of op een gegeven
oogenblik komt het tot eene nieuwe bot
sing. Daarbij hebben wij vooral het oog
op de verhouding tusscben Duitschland en
Frankrijk. De zaak met Schnaebele is ge
schikt, gelijk wij trouwens van den aau-
vang hebben geloofd. Prins Von Bismarck
is te verstandig, om voor een grenscom-
missaris den oorlog te doen ontbranden.
Hij zal wel op ernstiger feiten wachten om zijn
vaderland in al de ellende van den krijg
te storten.
Zonder overdrijving kan men verder gaan.
Men kan veilig aannemen, dat de leider
der buitenlandsche staatkunde in Duitsch
land volstrekt geen nieuwen oorlog wil.
Keizer Wilhelm heeft bij herhaling in de
sterkst mogelijke woorden te kennen ge
geven, dat hij de betrekkelijk weinige le
vensdagen, welke nog voor hem kunnen
zijn weggelegd, in vrede hoopt te ein
digen.
Zulke verklaringen doen een menschen-
hait goed. Gedachten des vredes zijn altijd
verkwikkelijk. Met het oog op het aan
trekkelijke voor elk humaan gezind gemoed
van zulke vredelievende betuigingen, zul
len wij ons niet laten verleiden tot eene
vergelijkend» beschouwing over de vredes-
liefde van nu, tot de oorlogsdaden van vroe
ger. 't Is zeker al gelukkig als een meusch
tot betere inzichten komt.
Maar de oorlogshandelingen van Keizer
en Rijkskanselier uit vroegere tijdperken,
hebben hare natuurlijke vruehten opgele
verd. Die wind zaait zal storm oogsten.
En nu is het onloochenbaar, dat de schuld
niet enkel, niet allermeest zelfs, bij
Duitse hland schuilt. Frankrijk heeft Duitsch
land altijd, sedert eeuwen reeds, vervolgd.
Dat neemt volstrekt nrnt weg, dat Duitsch
land tegenover Frankrijk, onzes inziens, te
veeleischend is geweest. De verhouding tus
scben de beide Rijken kan niet blijven ge
lijk zij nu is. De spanning is zoo sterk,
dat zelfs de gewelddadige ontspanning als
eene uitkomst zou moeten geschat worden.
F E fL L E T O N
Het vegetarianisme doet in Engeland en ook
in Frankrijk veel vuu zich spreken. Uit stelsel
van geen dierlijk voedsel te gebruiken, vindt
sympathie bij al de hervormers; de eene wil er
het geneesmiddel voor alle kwalen in zien, de
andere verwacht er de oplossing van het sociale
vraagstuk van; en daar de plant-etende dieren
vreedzamer dan de vleesch-etende zijn, hopen
sommige goede zielen, dat als het een algemeene
regel wordt niet anders dan voedsel uit het
plantiiirijk te gebruiken, dit een einde zal ma
ken aan da twisten tusschen personen en aan
oorlogen tusschen volken.
De groote zwarigheid is maar, dat er vele
magen zijn, die aan zulk voedsel niet genoeg
hebben. De Eugelsehe dichter Tennyson heeft
ronduit verklaard, dat hij het stelsel van Py
thagoras tien weken lang beproefd h»eft, en dat
het hem niet beviel. Vele anderen hebben het
zelfde bekend, en hieronder volgt een verma
kelijke brief van een ex-vegetariaau, die berouw
had en afvallig is geworden.
«Ik ben op de volgende wijze," verhaalt hij,
//tot het vegetarianisme bekeerd: Ik gaf een
lunch ter eere van eene voorname en zeer ver
standige dame. Die dame bedankte voor de
schilpadsoep, liet de cioquetjes voorbijgaan, en
dat op eene wijze, alsof zij dit alles zeer wal
gelijk vond. Toen het gebraad werd voorgediend,
ergerde mij het vieze gezicht, waarmee zij wei
gerde er van te nemen,en beschroomd vroeg ik haar
Ondanks dus al het staatsmansbeleid van
Prins Von Bismarck en den tact van de
Fransclie bewindslieden, voorzien wij eene
nieuwe en bloedige worsteling tusscben Ger-
manië en Galiië.
Niet dati met ontzetting kau men aan
die mogelijkheid (of zekerheid) denken.
Stroomen menschenbloeds zullen opnieuw
worden vergoten, om nog niet eenmaal te
sprekeu vau de millioenen aan goud, die
zullen weggeworpeu worden.
Velen in Frankrijk zijn goddeloos ge
noeg om naar dien wraakoorlog (zooals
zij hem heeteu) met onstuimige drift uit
te zien; zij vergeten dat woord uit de hei
lige Bladen, waarin wordt getuigd: »Mij
komt de wraak toe, spreekt de Heer.c
Over de mogelijke uitkomst van zulk
een nieuwen krijg, valt natuurlijk niets
met zekerheid te zeggen. Naar alle men-
schelijke berekening zullen echter ook nu
de kansen van Dnitachland bet best staau,
omdat de Duitscbers alles bezadigder rege
len en voorbereiden, wat voor het voeren
van een krijg wordt gevorderd. Da Fran-
schen zijn driftig en gejaagd; zij willen
alles opeeus en volkomen. Geduld oefenen
is niet van hunne gading. Zij hebben geen
wachten geleerd. Doch aangenomen, dat
de Franschen triumfeerden, dan zou daar
door de rust in Europa nog volstrekt niet
zijti hersteld. De Duitschers zouden dan
weder op hunne beurt op wraak worden
Dedacht.
Uit die laatste overweging valt veel te
leeren. Zij toch doet zien, hoe door en door
zondig de drijtveeren zjju, welke tot de
meeste oorlogen, vooral die van den nieuw-
sten tijd, voeren. Niet om een beginsel, om
een verheven belang, wordt gestredeu, doch
dood eenvoudig over deu voorrang.
Zou met de worstelingen in het Oosten
van ons werelddeel een meer verheven stre
ven worden beoogd? In geenendeele. Als
Rusland in Bulgarije intrigeert en in 't al
gemeen aan deu Donau en den Bosporus
wroet en woelt, dan geschiedt dat eukel
om Oostenrijk er onder te bouden, om dien
Keizerstaat te beletten, deu invloed in
'tOosten te oefenen, welken het op veel betere
en meer houdbare gronden dan Rusland
toekomt.
Het heet, dat over Bulgarije geen strijd
zal gevoerd worden. Wij gelooveu zulks
gaarne; de toestanden zijn nog niet geheel
rijp voor het ontstaan van een nieuwen
oorlog in bet Oosten. Zal ook dat zoo
blijven? Dwaas, die het zou meeuen!
Nog andere crisissen dreigen. Engeland
en Rusland verstaan elkaar volstrekt niet.
wat zij dm verkoot te gebruiken, bedaard gaf
zij mij teu antwoord: «Ik ben vegetariane; ik
zal een aardappeltje eten en wat fruit."
«Toen het maal afgeloopen was, vroeg ik
haar waarom zij tot het vegetarianisme was
overg-gaan. Lacouitch antwoordde zij: Ik heb
mijn leven willen vereenvoud gen." Uit antwoord
maakte een diepen indruk op mij, want het
was mij wel eens voorgekomen, dat het niit
kwaad zou zijn, als ook mijn leven wat werd
vereenvoudigd. Ik was vrijgeiel, ik ontving
veel gezelschap bij mij; mijne diners gaven mij
veel drukte. Wat zou alles veel beter gaan,
zeide ik hij mij zeiven, als ik vegetariaan werd.
Mijn gast zeide mij ook, dat ïij dien leefrtgel
had aangenomen, in tie hoop van daardoor de
kracht en de helderheid van haar geest te ver
meerderen. Ik gevoelde, dat ik ook wel wat
meer helderheid van geest noodig had, en dicht
dat ik door niets anders dan voedsel uit hét
plantenrijk te gebruiken, miischieu zoo goed
als ieder ander op de hoogte zou komen om
een gedicht a la Browning te begrijpen.
«Den volgenden dig ontving ik per post een
groen boekje van mevrouw Kinglford over het
vegetarianisme. De twijfelingen, die ik nog had,
werden verdreven door da lijst van voorname
vegetarianen, die dit werkjo bevat, van Pytha
goras af tot Shelley. Dienselfden dag sneed ik
aan tafel een stuk heerlijk rundvleesch voor. Ik
had mijn boakje in mijn zak, ik overstelpte
mijne gasten met feiieu van cijfers, vermaande
hen mijn voorbseld te volgan om zoodoende
jicht, huidnitslag, rheumatisma en alle andere
kwaleu, die de vleeseheters bedreigen, te voor
komen.
In Azië stooten zij mettertijd tegen elkan
der aan. Aan redenen tot groote bezorgd
heid ontbreekt het dus niet. Het motief
voor ongerustheid met betrekking tot den
toestand van ons werelddeel lieteu wij nog
onbesproken. Wij zoeken dat in de ont
zettende wapening, die in al de groote Sta
ten wordt aanschouwd. De grooten gaan
yoor en zoo moeten de kleinen wel
volgen.
Machtige legers worden niet zonder doel
gevormd. Niet zonder bepaalde oorlogsar
gumenten brengen de natiën scliatteu op
voor de defensie. Merkwaardig genoeg wor
den al die legeruitbreidingen verdedigd met
vredeswoorden. Men verhoogt telkens de
oorfopsuitgaven om deu vrede te verzekeren!
't Kan wel niet fraaier! Ook die logica
der Regeeringen behoort tot de teekeuen
van dezen tijd, waarin alles, zelfs het on
mogelijke.mogelijk moet geuoemd worden.
Blij ven cle Staten zich in dezelfde richting
van thans bewegen, dan staan nieuwe con
flicten, welke alleen in bloed zullen zijn op
te lossen, voor de deur.
Zoa redding nog mogelijk zijn?
Zeer zeker, maar dan zou moeten ge
schieden, waarop wij in den aanvang van
onze beschouwing wezen, nl. de natiën (re
geerders en geregeerdett) zouden moeten
terugkeeren tot het geloof. Dat zou het
middel zijn, om het behoud van den vrede
te waarborgen. Als hooger ziu de Kabi
netten beheerschte, zouden zij het eens
kunnen worden over vredelievende schik
kingen, welke het oorlogsgevaar zouden
afwenden.
Al de vraagstukken, die Europa beroeren,
zijn, volgens ons gevoelen, vatbaar voor
eene vredelievende solutie. Men moet ech
ter willen en men wil dat niet zoolang
men zijn eigen wil niet aan Gods wet heeft
onderworpen.
De oorlog is eene vrucht van het verzet
van deu mensch tegeu zijn God. De val
vau deu eersten mensch was opstand tegen
God en daaruit vloeiden noodwendig ook
een voortdurend opstaan van den meusch
tegeu den mensch voort. De zonde wekt
en voedt onvrede. Als schaap na schaap
berouw voelt en boete doet, zal in 't eind
de gansche kudde zijn gered.
Vau dat liooge standpunt moet de toe
stand in ons werelddeel worden beoordeeld.
Eu doet men dat, dan wordt men somber
gestemd, omdat men ziet, hoe onder de
volkeu de geest van ongeloof toeneemt.
Nieuwe verdrukkingen, ook die van de oor
logen, zullen noodig zijn, om de natiën
tot God terug te brengen.
«Den volgenden échtend aan het ontbijt namen
mijne gasten revanche. Zij wiliien mij noch de
eieren, noch de melk, noch de boter aangeven,
ondar voorwendsel, dat dit gecne dingen waren
die groeiden, zooals da groenten. «Ik gaf mijne
keukenmeid kennis van mijne bekeering, en
verzocht haar nieuwe gerechten voor mijn ge
bruik te verzinnen. Zij zag mij zuur aan en
veroorloofde zich in het bijzijn van de kamer
meid zeer ongepaste aanmerkingen over mij;i-
hdors «grillen". Nu begon mijn nieuwe leefregel.
Ik leefde vau groenten, vruehten, melkkostjes,
en eieren. Dat ging, zio goed en kwaad als
het ging, drie maanden lang zoo voort. Na
verloop van dien tijd begon ik te bespeuren,
dat mijne spijslijsteti schrikbarend eentonig
waren. Het vogetnriaansche kookboek gaf er
verschillende namen aan, maar do smaak was
ongelukkig altijd dezelfde. Ik begon gort te
verfoeien; ik kreeg een afkeer vau macaroui
met kaas; of ik mij de zachtheid van aard en
het scherp kerstand der Hindoes al herinnerde,
dat nam niet weg, dat ik de rijst verafschuwde.
«Ou dat tijdstip gaf de beroemde aestbeticus
Ruskin in de dagbladen een brief in 't licht
van eene dame, die hare kinderen alleen mat
rijst, en vau tijd tot tijd sinaasappelen, had groot
gebracht. Dat gaf mijne overtuiging nieuwe
kracht. Inlusscheu bemerkte ik, dat ik, wol verre
van mij'! leveu vereenvoudigd te hebben, mij
veel moeite op deu hals had gehaald: in plaats
van mij i tijd door te brengen met de phüoso-
feii te bestudeeren, vroeg ik mij zelven onop
houdelijk af: «Wat zal ik vau daag eten?" En
ik spande mij in, om gerechten te ver
zinnen, die niet laf waren, en die het toch
Toch moet echter getracht worden de
jammeren van deu krijg van de volken af
te wenden. Eeue natie nu bestaat uit in
dividu's. De bekeering vau een volk moet
dus beginnen met die vau iederen burger
voor zich zelven. Daarom vrage ieder zich
zelf biddend af: hoe staat het met mij ge
schapen? Het dwalende schaap keeie terug
tot den goeden Herder.
Het oude ziekenhuis van den H. Stefa-
nus te Parijs is verleekte. De liefdadige
Zusters, die engelen van geduld en onver
moeide verpleegsters der lijdende menscb-
heid, ziju aan de deur gezet eu vervaugen
door een leeken-persoueel, hier eu daar ge-
recruteerd. M. a. w. de plicht der liefde is
veranderd in een betaald beroep. De Zus
ters, die tot de orde van den H. Vinceutius
van Paulo behooreu, zijn iu het Moeder-huis
iu de rue du Bac teruggekeerd.
In de hooge standen te Parijs is men
voornemens, een Frausch-Russische club op
te richten.
Uit de Duitsehe gevangenschap ontsla
gen, is de Franscbe politie-commissaris
Schnaebele Vrijdag aaustouds uaar Parijs
doorgereisd, om onverwijld aan zijne chefs
rekenschap te geven van zijn wedervaren.
Hjj is daar nu op het oogenblik. Aan het
tusscheustation Pont-a-Mousson werd bij
begroet met den kreet; Vive Schnaebele!
Aartskomiek is het eigenlijk, dat eeu
Franschtnau deu volmaakt Zwabisc'neu naam
van dezen patriot eerst door een accent
aigu op de laatste lettergreep, waardoor
hij zijn geheele karakter verliest, uitspreek-
baar moet maken.
Schnaebele roemt zeer de behandeling,
hem tijdeus zijne gevangenschap van de
Duitsehe overheid tebeurt gevallen.
La France beeft eene iuschrijving van 1
fr. per persoon geopend om eeu extra-kruis
van het Legioen van eer voor Schnaebele
te koopen. Hij is namelijk Ridder van bet
Legioen van eer.
In het Hoogerhuis zeide Lord Salis
bury betreffende de Nieuwe Hebriden, dat
de Franscbe troepen zullen teruggeroepen
worden, zoodra eeue voldoende regeling
omtrent eene behoorlijke politie zal getrof
fen zijn. Ten einde hiertoe te geraken, zijn
door de Britsche Regeeriug voorstellen ge
daan, welke de Frausche niet heeft afge
slagen, doch waarover de onderhandelingen
niet zoo snel vorderen als men zou weu-
scheu. Echter hoopte de Franscbe Gezant, de
beer Waddiugtoti, hierover nog deze week
waren niettegenstaande al mijne kunstgrepen.
«Op het einde van de vierde maand kwam
eene nicht van mij bij mij inwonen, eene schran
dere vrouw, alleen maar een wemig ijdel. Ik
rekende op haar voorbeeld otn mij e beginselen
te ondersteunen. Na verloop van drie dagen
verklaarde mijne nicht mij op boslissenden toon,
dat zij geen macaroni meer wilde eten. Den
vijfden dag richtte zij een paar bizouder schit
terende oogen op mij en zeide: «Men heeft mij
vandaag verzekerd, dat ik er lijdend begin uit
te zien. Wees zoo goed mij eeue snede reastbeef
te laten voordienen, hoe bloediger hoe liever."
Ik gevoelde, dat ik op deu rand van een afgrond
sloi d en op het punt was er in te vallen. De
volgende week ging ik dineeren bij de dame,
die mij had bekeerd. Tot mij ie verbazing stond
er eeno terrine met dampende soep op tafel, en
gebraden hoentjes vervingen de plaats van de
compotes met gedroogde pruimen op mijn disch.
«Ik kou vau verbazing geen woord uitbren
gen, maar mijne oogen zeiden genoeg. «Ja,"
sprak zij, zonder de minste verlegenheid, «ik
heb van hst vegetarianisme afgezien; ik merkte
wel, dat hst niet ging. Ran ik u dienen?"
«Zij hield een heerlijk hoenderboutje op de
puut van de vork. Ik aarzdde, ik was ver
loren. Ik werd afvallig van Pythagoras, zijne
booueu en zijne dicipelen. Van (lien dag aan
behoor ik weder tot de klasse der vleeseheters.
Vegetariaan te zijn laat ik aan de liefhebbers
over: ik heb or genoeg van."