Bijvoegsel behoorende bij de NIEUWE 1 J van Zondag 15 Mei 1887. Het gewicht der a. s. verkiezingen. Het liberalisme zou in ons parlement, naar onze meening, niet zoo sterk zijn, als het thans is, zelfs ondanks de voor ons zoo nadeelige districts-verdeeliug, wanneer er meer politiek leven heerschte onder onze kiezers en men met meer aau- dacht de parlementaire werkzaamheden en het bedrijf der Linkerzijde had gevolgd, liet is onze innige overtuiging, dat menige kiezer, die tot nog toe voor de liberale candidaten stemde of door trage onver schilligheid zich ver van de stembus ver wijderd hield, geheel anders zou gehandeld hebben, wanneer hij eens ernstig had kun nen overwegen, wat ons land reeds van het liberalisme heeft ondervonden en wat het er nog van te wachten heeft. Voelde hij, op het oogenblik der stemming, de gansche zwaarte van den schuldenlast waar mee het denkend deel« der natie ons land heeft beschonkenvoelde hij al het onrecht, dat de Linkerzijde reeds een lange reeks van jaren de meerderheid des volks aandoet, ongetwijfeld zou hij weigeren zijne stem aan een lid dier partij te schenken en zich ook geenszins van den strijd ont houden. Het schouwspel, dat de liberale partij, met haar zoozeer geroemde parlementaire meerderheid opgelevert is in dezen tijd vooral hoogst leerzaam. Dat de linkerzijde mach teloos is, wordt eiken dag duidelijker bewezen en zelfs niet door liberale bladen ontkend; dat zij Heemskerk naar de oogeu moet zien en zijn steun niet ontberen kan, dat zij kracht en eeuheid mist, zelfs baai- votums niet kau handhaven en niets anders vermag, dan de gevoelens van ons, geluk kig nog voor het grootste deel godsdien stig volk te krenken door »anti-clericale« stemmingen, hebben de laatste maanden aan ieder overtuigend geleerd. Toch zullen, wanneer Augustus weer in het land is, weer in koor, op hooge en lage tonen de roem en de kracht der libe rale partij worden verkondigd en zal de machtige pers, waarover de vijand beschikt hare traditie getrouw het wederom doen voorkomen, alsof met de liberale partij het vaderland de gevaren, die het dreigen zal ontkomen en Nederland zijn verderf te gemoet snelt wanneer de »clericalen« de meerderheid mochten verwerven. Hij, die de feiten kent, zal zich dan echter niet door woorden en beloften laten misleiden. Herstel van Subsidiën. In da Vragen des Tijds komt dr. J. Zaaijer eeu lans breken voor het herstel der sub sidiën voor de hoogere burgerscholen voor meisjes, die zijn afgeschaft in het begin van 1885, toen de Rechterzijde de meer derheid "in de Tweede Kamer had Deze subsidiën zijn later, toen de libe ralen weer de meerderheid kregen, niet hersteld, omdat, zegt de heer Zaaijer, een deel der liberale partij van oordeel is, dat dit niet moet geschieden vóór het gansche middelbare ouderwijs voor meisjes tot het onderwerp van eene "priucipiëeie regeling is gemaakt, De heer Zaaijer is hiermee evenwel niet ingenomen. Z. i. zou een volledig herstel der subsidiën onmiddellijk gerechtvaardigd zijn geweest. Wat dus door de tijdelijke meerderheid der anti-liberalen is verkregen, dreigt weer verloren te zullen gaan. jj* Gedurende de weinige maanden, dat de rechterzijde het overwicht in onze Tweede Kamer bezat, zijn er onmiddellijk eeuige bezuinigingen op de verbazende uitgaven voor het ouderwijs gemaakt. Wat echter ouder de tegenwoordige omstandigheden van de bezuinigingen zal overblijven, zegt ons het artikel van den liberalen heer Zaaijer. De liberalen weigeren de opgeschroefde kosten van het onderwijs te verminderen. Integendeel. De kiezers zullen wel doen zich dit te heriuuereu bij de komende verkiezingen. C. Het Duitsche leger is tengevolge der wet van 11 Maart 1887, thans sterk als volgt; 19,262 officieren, alzoo 1124 meer dan vroeger; 55,447 on derofficieren (4025 meer dan vroeger); 840 kwartiermeesters (54 meer dan vroeger); 848 aspirant-kwartiermeesters (56 meer dan vroeger); 19,270 muzikanten enz., waarvan 5516 den onderoffieiersraug heb ben, en 13,754 soldaat ziju (178 en 5650 meer dan vroeger); 378,290 koiporaals en soldaten (30,315 meer dan vroeger); 3704 hospitaalsoldaten (173 meer dan vroeger); 10.850 handwerkers, behalve nog de on derstaande (715 moer dau vroeger); 1775 officiereu van gezondheid (91 meer dan vroeger); 641 paardendokters (22 meer dau vroeger); 803 geweermakers (55 meer dan vroeger); 92 zadelmakers, en 84,077 paarden (2288 meer dan vroeger). Het totaal is alzoo 491,825, zijnde 42,457 meer dau vroeger. Met deze ruim veertigduizend manschap den meer is het leger nog maar een per cent van de steeds wassende bevolking, waarvan het cijfer, nu circa een jaar ge leden, opnieuw vastgesteld is door officiëele telling. De opmerking is gemaakt, dat ons leger en ons budget van oorlog relatief grooter zjjn dau in Duitschland. Ons leger telt actief circa 53,000 man, dus l1/i pCt. van de bevolking, en ons budget van oor log is ruim twintig millioeu, terwijl het naar rato van het Duitsche oorlogsbudget o I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1887 | | pagina 5