N I E IJ W E Vo, 1110 Donderdag 19 Mel 1887. 12de Jaargang. ül« Gezegend? BUlTKKÏÜmi. msp1 De Missie. AiRLEME ABONNEMENTSPBIJS t 0,8b 1 Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in ^Nederland ir. p. p Voor het Buitenlaud 1,50 Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B OBB Aïï: St. Jansstraat Haarlem SIIENDRa AQ-ITE MA HOS AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIËIÏ Van 1 6 regels.30 Gents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en V r ij d a g- avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: K P P E R S 8c I, A U R E Y. ii. (Slot.) Levensmoeheid ziedaar (zoo schreven wij in ons vorig artikel) eeu der vruchten aan deu boom der hedendaagscke bescha ving gegroeid. Alleeu reeds met het oog op haar, zouden wij dien boom allerminst een gezegende kunnen heeten. 'tls de boom uit het Paradijs, die der kennis, des goeds en des kwaads. Allen, die van hem eten, zullen den zedelijken dood sterven. Voor den Christen is de Levensboom ge plant, hij is ontwikkeld uit het hout van het Kruis, waaraan de Godmensch stierf. Die boom groeit eeuwig; bij zal uog prij ken iu het Hemelsch Paradijs. Ouder zijn schaduw kan de lijdende en strijdende mensckheid rust en verademing vinden. De vruchten van dieu boom zjju ge zegend; die vau haar eet, wordt verzadigd naar de ziel; levenskracht vervangt de le vensmoeheidwelke zich bij deu wereldling openbaart. Uit het hart van den Christen wijkt de wanhoop; de bloem der hoop mtluikt in zijn gemoed en zij kwijnt en dort niet, zoolang hy vereeuigd blijft met den Hemelscheu Leidsman, die hem tot den Levensboom voerde. Als wij den Christen zalig prijzen, om dat voor hem eeue bron der vertroosting is ontsloten, welke de dienaar der zonde niet kent, dan willen wij daarmede geens zins gezegd hebben, dat door den geloo- vige geen smart wordt geleden, geen gemis wordt gevoeld, dat bij hem geen duisternis soms heerscht. In geeue deele. Juist voor den Christen is de levensweg dikwerf een lij densweg; hij wandelt vaak door de diepten der beproeving. Oppervlakkig beschouwd is soms het lot van den werelddienaar tijdelijk niet zelden gelukkiger, dau dat vau den ge- geloovige; de wereldling juicht en jubelt meer en luider dan het kind van God. De vreugd der wereld gaat echter voorbij; zij is meer een bedwelming dau een natuur lijkeu toestand, terwijl de vreugde van den Christen eene oprechte, eene blijvende, eene wezenlijke mag gekeeten worden. Daarenboven als de geloovige wordt be proefd, wordt hij ook gesterkt; als bij weent, schittert de parel der hope in zijne tranen. Wanhoop kent de Christen niet. Zijne pijnlijkste ervaringen weet hij niet in eigen, maar iu Gods kracht, gelaten te dragen. De geloovige bezit zelfs het geheim eener onverstoorbare vreugde. Uit de doornen groeien (dat is de zegen van de kinderen Gods) rozen. Dat klinkt wou- dersprakig, en toch is het waar. De we reld glimlacht over zulk eene verzekering wijl zij enkel let op het uitwendige. Het verborgen leven des harten is voor haar niet ontsluierd. Waar wij op dat alles nadruk leggen, FEUILLETON. 4.) Vervolg.) Grietjes hart dreigde te breken. Immers de Giusterbof en het dorp Eicheutkal waren haar sinds jartn zoo lief geworden; alles moest zij nu gaan verlaten: het oord harer kindsheid, het nederig kerkje, de mensctien, het vee alles, om zich in den vreemde te begeven. Haar oom had zij niet meer gezien; reeds in alle vroegte had hij haar door eene dienstbode laten zeggen, dat Margaretha doen zou, wat hij haar had be volen en toen was hij weggereden. Om vergif fenis vragen kon zij niet! Dus nam zij haar pakje, doorliep nog eens de stalling eu streelde het vee, ztide de dienstboden vaarwel en ging vastberaden haren weg. De knechts en meiden staken de hoofden bij elkander, doch niemand durfde te vragen, wat er moest gebeuren men begreep het. Zelfs de trouwe Hector wilde haar niet verlaten en liep haar na; want het dier besefte, dat er iets bizonders met zijue meesteres moest plaats hebben. Zij moest den daar willen wij geenszins gerekend worden iets zondigs in te zien, dat de geloovige ook streeft naar aardsch geluk. Wereld verachting, iu den zin, waarin dwalende Christensecten dat woord nemen, eu vol gens welke alle vermaak zoude zoude we zen, is onchristelijk in hooge mate. Wan neer de Goddelijke Wijsheid het voor eeu mensch nuttig en noodig oordeelt, hem te doen leveu iu eene aangename omgeving, hem te doen genieten van eeue goede ge zondheid, hem te zegenen in huis en hart, dan mag dat alles dankbaar worden ge noten. Het verschil tusschen deu werelddienaar en den dienaar Gods bestaat hierin, dat voor den laatste niet, gelijk voor den eerste, uitwendige voorspoe eene onmisbare voor waarde van levenslust eu levensgeluk is. Teleurstelling wekt bij den ougeloovige wanhoop; bij den geloovige berustingde Christen blijft hopen. De verklaring van dat verschijnsel ligt voor de hand. De wereldling ziet niet verder dan deze aarde. Daarvan heeft de Heiland ook gesproken in de gelijkenis van den rijkaard en den armen Lazarus. De rijke man had zijn deel gehad in dit leven; de arme Lazarus ont ving het eerst daar boven. In dat geloof aan een eeuwig leven, vindt de Christen eeue bron van troost eu hoop. En die bron is voor allen gesloten, die niet komen tot. Hem, Die iu den toe stand van Zijne aardsche vernedering, in de meest eenvoudige, ja zelfs behoeftige omstandigheden leefde. Door zijn Goddelijk voorbeeld heeft hij getoond, dat geen aardsche voorspoed on ontbeerlijk voor eeu gelukkig leven kan genoemd worden. Geboren in een stal, was een Kruis Zijn doodsbed. Ontzettende en toch heerlijke, zalige gedachte! In de kribbe omscheen Hem reeds Goddelijke glans eu aan het Kruis openbaarde Hij al de glorie van den Godmensch. De wereld spot met zulk eene voorstel ling; eeue kribbe en een kruis zijn voor haar symbolen van vernedering en misdaad. Zy ziet aan wat voor oogen is eu ver gaapt zich aau den schijn. Hoeveel hooger staat de Christen juist omdat hij lager schijnt te staan! Er is eene diepte, welke voert tot de hoogte; zij is het dal tusschen twee bergen. De weg naar de Godsstad is eeu bergpad; het gaat soms moeilijk, 't kost soms zelfs tranen, maar als de top is bereikt, zijn alle smarten vergeten. Is deze Godsopenbariug van den Heiland eene wijsheid, ook het leveu van den Christen mag zoo heeten. Dit alles herinnerende hebben wij gewe zen op het geneesmiddel, het eeuige eu af doende, tegen de levensmoeheid vau onzen tijd. Onze eeuw maakt zich, iu haar out- zettendeu hoogmoed en eigenwaan als tot God. In het loochenen van het bestaan van den God der Heilige Schrift ligt de hond met geweld terug jagen en aan den ke ti ig leggen en toen nog zag Hector het meisje zoo droevig na, dat het haar door de ziel sneed. Het trouwe beest bezat nog meer gevoel, dan haar oom! Grietje ging achter het dorp om, ten einde geene meuschen te ontmoeten en geene vragen te vernemen, doch zij stapte eene kleine woning aan het einde van het dorp binnen. Hier woonde haar beminde, ook van hem moest zij scheiden. ,,Wat is dat?1'riep de jongeling, haar verwon derd beschouwende. „Ik ga vertrekken Jacob en kom u vaarwel zeggen," Zij moest zich geweld aandoen om kalm te blijzen! Beide jongelieden beminden elkander sedert lang. Jacob wa» de eer.ige zoon eener arme weduwe en de rijke Ginsterboer zou nooit zijue goedkeuring aan het huwelijk hebben gegeven. Doch Margaretha was hem trouw, zij beminde hem uit geheel haar hart en dacht aan geen andere. „Grietje riep hij eu eene koude rilling liep over al zijne ledematen. Het meisje vertelde hem nu in 't kort, al hetgeen er voorgevallen was. „En wat moet er nu met u gebeuren?" „Ik weet het niet Jacob, doch liever dien ik als de geringste dienstmaagd, dan deel te nemen aan de goddeloosheid op den Ginsterhof; thans zwakheid en het verderf onzer dagen. Het reddend medicijn kan daarom alleen gele gen zijn iu het terugkeeren tot den eeuigen, den waren, den heiligen en den liefderijken God. De Kerk wijst daartoe deu weg, zij wil alle verloren schapen brengen tot den goeden Herder. Onder Zijne hoede is ieder veilig. Deu moede geeft Hij kracht, by deu wanho pige wekt Hij nieuwe hoop eu als eenmaal in de stervensure, het licht dezer wereld taant, dan doet Hij, de eeuwige Zoon van den eeuwigen Vader voor het brekend oog het licht der eeuwigheid rijzen, hetwelk de ziel van den stervende voert naar de eeuwige tabernakelen. De H. Vader zal deu 23en Mei een ge heim eu den 26eu eeu openbaar Consisto rie houden. Met schier ambtelijke zekerheid kan thans worden medegedeeld,dat door Duitsch- land geen deel zal worden genomen aau de aanstaande Parijsche wereldtentoonstel ling, ook niet op kunstgebied. Zaterdag zijn door Minister Von Putt- kaïner de zittingen der beide Huizen van den Pruisischeu Landdag gesloten. Met betrekkin" tot de candidatuur van O Erfprins Wilhelm van Nassau voor den Bulgaarschen troon, is door een met het Nassausche bof iu betrekking staand per soon verklaard, dat de Prins er niet aan deukt van zijue andere aanspraken op deu troon af te zien eu daarvoor de Bulgaar- sche doornenkroon iu ruil aan te nemen. In eene te Luik gehouden bijeen komst, aau welke tal van arbeiders deel namen, is besloten, dat er Donderdag a. s. tot eeue algemeene werkstaking iu het bekken van Luik zal worden overgegaan. Le Peuple meldt dat de werkstaking zich uitbreidt in vele koleudistricten, in zonderheid te La Louvière Sarslongchamps, Houssu, Bouvy eu Redemont. Volgens ge noemd blad hebben thans 10,000 werk lieden den arbeid gestaakt. Terwijl in Elzas-Lotharingen het onderzoek tegen den heer Klein, verdacht als handlauger van Sehnaebele, wordt voortgezet, zijn er nog tien personen, deels te Straatsburg, deels te Metz en Mü!hau3eD, gearresteerd, onder beschuldiging vau po gingen tot hoogverraad en deelneming aau eeu geheim bondgenootschap. Het zijn Duitsche eu Zitsersche onderdanen, en wel negen gevestigde kooplieden eu fabrikanten en een rentenier. Het Hoogerhuis heeft hel wetsont werp op het grondbezit in Ierland arti kelsgewijs behandeld, en na eene beraad slaging van zeven uren, 20 artikelen zon der belangrijke wijzigingen aangenomen. Daarna werdt het debat verdaagd. In het Lagerhuis heeft Fergusson ver klaard, dat de weigering om officieel deel ben ik even arm als gij!" Den braven jongeling kwamen de tranen iu de oogen; bezat hij dan ook niet vele woorden om aan zijne gevoelens luclit te geven, in zijn hart toch brandde het zoo geweldig, als hadden hem alle sentimonteele voorstellingen het hoofd op hol gebracht. Jacob beminde het meisje van harte en hoewel hij zich rooit zekei gevleid had met de hoop de dochter van deu Ginsterboer ooit tot vrouw te krijgen, bracht haar plotseliug verlrek hem toch geheel van streek. Dat Grietje thans zoo arm als hij was, verheugde hem, want nu was zijue hoop gestegen. Stilzwijgend drukte hij zijae geliefde de hand eu zijn oog rustte welgevallig op het meisje, als wilde hij haar beeld diep eu ouuitwischbaai- in zijne ziel drukken. „Ik zal u tot de stad vergezellen," zeide hij alsdan. Doch Margaretha schudde het hoofd. „Neen Jacob, blijf hier om geen opspraak te verwekken. „Maar zult gij mij ook getrouw blijven?" vroeg hij, en drukte de hand van het meisje nog vaster in de zijue. „Ik blijf u getrouw, verlaat er u op! troost u eu schep moed, het moet zoo geschieden! Zie maar, ook ik ben thans meer getroost en heb meer moed gekregen." Zij ijlde weg; het ergste had zij doerstaan. Hear afscheid was kort, omdat zij de smart te nemen aan de Parijsche tentoonstelling iu 1889 gegrond is op de overweging dat zoodanige deelneming niet raadzaam zoude zijn, waar het geldt eene feestelijke her denking van politieke gebeurtenissen in een vreemd laud, ten aauzien van welke iu dat land zelf verschil van meening bestaat. Op opzienbarende wijze maken de Kreuz- zeitung, die tot de hoogste militaire krin gen, en de Postdie tot het Ministerie van fianauciën in nauwe betrekking staat, te gelijkertijd scherpe beschouwingen opeubaar over het mobiliseereu vau twee Frausche legerkorpsen waartoe Generaal Boulanger iu deu herfst wil overgaan. De Kreuzzeitung zegt:» De toekomst van Fraukrijk schijnt zeer onzeker; daardoor verkrijgt de voorgenomen mobilisatie eene groote beteekenis voor Duitschland, dat dit Rijk ter wille zijner zekerheid gedwongen wordt verdedigings maatregelen te nemen. De machthebbeu- den in Fraukrijk zullen er zich niet over behoeven te verwonderen, als in de hooge militaire kringen te Berlijn eene eveutueele versterking op voet van oorlog van de ge- heele Duitsche troepeumacht iu de Rijks- landen wordt overwogen. Wellicht zullen de heereu iu het Fransche Ministerie zich nog eens ernstig beraden alvorens deu eer sten stap te doen tot deu oorlog.In aan- sluitiug hiervan, werkt de Kreuzzeitungin den vorm vau eene correspondentie uit Pa rijs, vervolgens het denkbeeld uit, dat eene drieste demonstratie in de straten reeds voldoende zou kuuneu ziju om de vredelie vende Regeering te Parijs omver te werpen en een Ministerie, dat den oorlog, wil aan het roer te brengen. De haute f nance te Parijs, (zoo heet het iu het blad) heeft reeds petroleum geroken en hare kostbaarheden iu veiligheid gebracht. Het artikel eindigt met de woorden: Gis teren heette het ter beurze, dat Baron Adolf Van Rothschild zijue koffers pakte! Zouden de ratten iuderdaad het schip reeds verlaten? Iu hunne bijeenkomst vau den 12en 11. hebben de vertegenwoordigers van de Porte eu vau Engeland, ten opzichte van Egypte, iu beginsel de bepalingen eener overeenkomst vastgesteld. Het ontwerp zal eerstdaags den Sultan worden aangeboden, van wiens zijde echter geeue bedenkingen worden tegemoet gezien. Met Augustus a. s. zal op bevel des Czaars alleen de Russische taal op de scholen in de Oostzeeproviuciën gebruikt worden. Dit is de zware slag voor de Duitsche partij iu die streken. Het wordt bevestigd, dat de Italiaan- sche Regeering niet vóór den herfst in Abyssiuië handelend zal optreden. Diep doordringen in het land ligt niet in het plan; maar veel zal afhangen van de quaestie of de eerste resultaten er toe zullen aanmoedigen. Indien dit niet het ge val is, zal de eerste de besté gelegenheid aangegrepen worden oin met eer uit Mas- gowah terug te trekken. der scheiding niet wilde verlengen; daarop begaf zij zich naar den grijzen Pastoor om ook hem vaarwel te zeggen mogel'jk ook wel voor immer. In de herberg „de Ster" heerschte eene groote drukte. Het lokaal was er meer dau naar ge woonte bezocht. De Ginsterboor voerde het woord en enkelen, die zijne zienswijze deelden eu in deu regel op zijne beurs teerden, betoon den hun bijval en ingenomenheid. Vooral de bureauschrijver van een advocaat, die geregeld voor den boer optrad, was een voortdurende bewonderaar van het „groote verstand, van de verlichting" van den pachter, die voor den penne- likker steads bet gelag betaalde. De pennelikker was een mager manneke met spitsen neus. Hij bad langen tijd in de stad vertoeft en wist zich op allerlei manieren heel aardig voor te doen; vooral muntte bij uit in zoogenaamde „spits vondigheden" en steeds bad hij deu mond vol van woorden als daar zijn ultramoutaan, clericale partij, dompers, enz. en zulks viel juist in den smaak van den Ginsterboer. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1887 | | pagina 1