NIEUWE No. 1111. Zondag 22 Mel 1887. 12de Jaargang. Een droevig teeken des lijds. BUITfiSLAai). De Missie. HAARLMSCHI CtOllIT. ABONNEMEHTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p, p. Voor het Buitenland Af» Dnderijjke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St- JansstraatHaarlem 0.85 1,- 1,50 0,06 AÖITE MA HOK AÖITATE. PBIJS DEB ADVEBTEHTIÉN Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en V r ij d a g- avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KIJPPERS k LAUEEY. In ons vorig hoofdartikel hebben wij gesproken van den ontzettenden omvang, dien de zelfmoord in onze dagen heeft genomen. Wij hebben die kwaal van onze hooggeroemde negentiende eeuw in hare ijzingwekkende afschuwelijkheid, in hare oorzaken en gevolgen voor oogen gesteld en op het geneesmiddel gewezen, het eenige en afdoeude, tegen die vreeselijke zonde. Bij de behandeling van ons onderwerp hadden we slechts den zelfmoord door vol wassenen gepleegd op het oog. Er blijft ons thans nog over om met enkele woor den de aandacht te vestigen op een droevig teeken des tjjds, dat in causaal verband staat met de stoffe in ons vorig hoofd artikel behandeld. Wij bedoelen het toenemen der zelf moorden, door kinderen verricht, een ver- schijusel, waarvan men in de geschiedenis der meuschheid nauwelijks een voorbeeld vindt, en dat voor onzen zeer bedorven tijd schijnt te zijn voorbehouden. Deze afgrijselijke wonde van onze hoog geroemde negentiende eeuw begint zelfs de lofredenaars der zoo zeer geprezen be schaving zonder Christendom» te veront rusten. Zoo vonden wij in het anti-cleri- cale blad »Pam«, de volgende opmerkin gen, naar aanleiding van den zelfmoord van een kind, 't welk zich ter zake van het verlies van een zijner zustertjes, van het leven beroofde. Dit is,c zoo schrijft dit radicale nieuws blad. zooveel wjj weten, de eerste zelf moord van een kiud door de smart van een sterfgeval veroorzaakt. Wij hebben diep bedroefde kindereu gezien, die ook in hun ne oprechte liefde en gehechtheid, met die genen, welke men grafwaarts droeg, wensch- ten mee te gaan, en die aan het lijkkleed der afgestorvenen hingen als aan het kleed hunner moeder. Iu hunne phautasie zagen zij het van licht stralende Paradjjs, waar de geliefde ziel in hemelsche reinheid troonde en met den blik op deze heerlijk heid gericht, zeiden zij: »Ik wil met u mede gaanMaar de gedachte zich te doo- deu, kwam niet bij hen op.» Ziedaar eene opmerking van een onge- loovig publicist, die zonder het te beseffen door zijne woorden duidelijk te kennen geeft, wat den ougelukkigeu kinderen ont breekt, wier zelfmoord in den laatsten tijd zooveel schrik en ontzetting heeft veroor zaakt. Vroeger hadden de kinderen den troost des geloofs. Zij stelden hunne hoop op het Paradjjs, waar zij, zooals de Catechismus hen leert, eenmaal hunne lieve ouders, broeders en zusters zullen wedervindeu maar zij wisten ook, dat de zelfmoord eene doodzonde is, eene misdaad, welke voor degeneu, die haar bedrijven, het Paradjjs gesloten houdt. FEUILLETON. 5.) (Vervolg.) De pachter wist zeer goed, dat die man een bedrieglijk bankroet gemaakt had, en dat het met zijne moreele gevoelens lang niet pluis was, doch dit had geen nood hij bezat kennis en doorzicht met hem alleen kon men nog een verstandig woord spreken. Het terrein, waarop zij zich bewogen, was natuurlijk het kerkelijk-goasdieiistige, dat volgens hunne verklaring niets anders was dan domperij, on gehoorzaamheid, trots en zoo meer, zoodat zelfs het dorp Eichenthal daardoor zou aangestoken worden. „De tijden zijn voorbij" zeide de Ginster- boer, dikke rookwolken uit z-jne pijp blazende; „de tijden zijn voorbij, dat men de denkende liedön, de wel ontwikkelde menschen op eene mestvaalt zet en in de gevangenis sleept. De wetenschap heeft over het domme papen- werk gezegevierd; zelfs de lompe en plompe boer wil niet langer aan den leiband loopen. Haha! omdat de clericale partij inzag, dat zij meer «n meer grond onder de voeten scheen te ver- In hetzelfde blad vinden wij nog eene andere raededeeliug, die niet minder be hartigenswaardig is. De philosophen, die sinds twintig eeu wen zoovele vrageu ter tafel gebracht en onderzocht hebben, spreken geen woord van zelfmoorden door kindereu gepleegd. Men kan derhalve uit dit zwijgen afleiden, dat iu huu tjjd zulke gevallen niet voor kwamen, Het is eene nieuwe kwaal. Hare oorzaak is wellicht niet moeiljjk te vinden. De kinderen zijn te vroeg rijpmen pronkt met de zoogenaamde wouderkiudereu men is verwonderd over de vroege ontwikkeling der kleinen; men moest er integendeel veeleer van ontstellen. Het is inderdaad eene hoogst onaangename gewaarwording een kind als een volwassene te hooren redeneeren. Een kind moet een kind blij ven met zijn gebabbel, met zjjne naïeve aan valligheid en gelukkige onwetendheid eu schuldeloosheid. Het kind met zijne oogen, die alles zien, met zijn altijd gespitste ooren, leeft te veel iu den kring der vol wassenen. Iu de groote steden met de vol gepropte huizen, leert het al te veel, wat schadelijk is voor zijn gemoed; het kent het leven vóór dat het zelf heeft geleefd. En op zulk eene wjjze ontstaan de zelf moordenaars in de prille jeugd; er gaat zelfs geen week voorbij of men hoort van kinderen gewagen, die de hand hebben geslagen aan 't eigen leven. Dante, die alle verdoemden heeft gezien, zag dezen niet. In zijne hel bevonden zich geeue zelf moordenaars van acht jaren. Sinds Daule is de tijd ook iu dit opzicht, helaas lont- zettend vooruitgegaanMisschien kunnen we iu de toekomst nog wel eens de Be kentenissen van zulk een klein kind onzer eeuw verwachten.* »Is zulk een ongeneeslijk kwaad, dat het ongeloof onder de kinderen heeft ge bracht, niet hartverscheurend te noemen?* vraagt de Univers. Ongetwijield ja; de bloem der onschuld, het schoonste sieraad van een kind en het geloof, waardoor het zich boven de treurige werkelijkheid dezer we reld verheft, dat alles moet volgens de nieuwe opvoedings- en schoolprogramma's verdwijueu. En wat bljjft er dan over? Een al te vroeg ontwikkeld kind, dat na tuurlijk ook te vroeg verwelkt, een kind, dat aan niets meer gelooft eu voor den zelfmoord geheel eu al rijp is geworden. Dat zijn de gevolgen van de scholen zonder God, waar het kind alles leert, be halve het eenige noodzakelijke, waar ge zorgd wordt, dat het zich tot alles kan voorbereiden behalve tot zijne eigenlijke bestemming: een degelijk mensch en een goed Christen té worden. Mag het ons dus verwonderen, als de Kerk er zoo op aandringt de jeugd in de vreeze des Heereu te laten opvoeden; als zij godsdienstlooze scholen zeer beslist ver- Hezen, deed zij alles, om weder vaste wortels te schieten, namelijk om de Jezuïeten, die het volk willeu drilooren en de staatsorde trachten omver te werpen, terug te roepen en daarom hebben zij den Paus als onfeilbaar uitgeroepen. Ha, ha, ha!" Een algemeen getier volgde op die rede; enkelen protesteerden, anderen klapten iu de handen. De Ginsterboer was iemand, die zooals men zegt, zich op de hoogte van den tijd bevond een man, ach arme! der verlichte eeuw. Waarom hij nu zoo tegen de Jezuïeten was uit gevaren, kon men niet zeggen, want zij haddtn hem nooit iets kwaads gedaan. Immers, bij kende ze niet eens, wijl in den omtrek geene Jezuïeten waren en hij iu de stad nooit of nimmer hunne preeken had gehoord; maar van Eugène Sue en Corvin had hij nog al eens veel gelezen; hij was geabonneerd op allerlei prulgeschrifteu en daarin eerst zag hij hoe „staatsgevaarlijk", sluw en slecht de Jezuïetenorde was! Nadat het rumoer was opgehoudeu, nam de pennelikker het woord op eu begon; „lk beu een volbloedig Katholiekdoch zoo als men thaus met ons handelt eu ons iets wil opdringen, zulks gaat te ver. De ullramonta- nen zoeken ons den voet op den nek te zetten: zij willen het middeleeuwsche systeem weder toepassen. Hetgeen men godsdienst noemt, is oordeelt eu vooral er op uit is, christelijke scholen op te richten en den ijver en de offervaardigheid voor het godsdienstig on derwijs op te wekken en aan te moedigen Het opgroeiende geslacht vormt de toe komst der maatschappij. Vrijdenkerij en ongeloof trachten zich van het kind mees ter te maken, om ook in de toekomst heer eu meester te zijn eu zij vragen er niet naar, of de ongelukkige offeis van hun streven aan lijf en ziel verloren gaan. Trachten we derhalve de kinderen, zoo veel het maar eeuigszins mogelijk is, aan den verderfelijken invloed van het ongeloof te onttrekken 9u hen door eene echt chris telijke opvoeding tot goede Christenen eu verdienstelijke leden der maatschappij, maar vooral tot burger* van het Paradijs, tot zalige erfgenamen van den Hemel te vor men. En dit kunnen we niet beter doen dan door hen te onttrekken aan den ver derfelijken invloed van de godsdienstlooze school, hen van de prille jeugd af aan met onvermoeiden ijver en volharding met de waarheden van ons heilig geloof bekend te maken en hen in de vreeze des Heereu op te voeden, opdat zich geene levensmoe heid van hun hart meester make, die tot daden aanspoort welke het hart van den Christen met droefheid, ontzetting en af grijzen vervullen. De voorbereidende werkzaamheden voor de tentoonstelling van voorwerpen, den katholieken eeredieust betreffende, welke tijdeus het jubileum van Z. H. Paus Leo XIII zal plaats hebben, vorderen goed. De ten toonstelling zal verrijzeu in het zoogenaamde Piazzale della Pigna, een door het Belvedere, het museum Chiaromonti, denBraccio uuovo en de bibliotheek ingeloten reusachtige tuin. In dezen lusthof staat sedert den aanvang van dit jaar de zuil, welke Leo XIII ter herinnering aan het concilie, waarop het dogma der onfeilbaarheid afgekondigd werd, heeft doen plaatsen. De iu aanbouw zijnde galerjjen staan met eene groote zaal der bibliotheek in verbinding, waarin Z. H. de Paus de tentoonstelling zal openen. Al wederom heeft men in het Ka- biuettendoodende Frankrijk een Ministerie versleten. Goblet eu de zijnen hebben ont slag moeten nemen, daar de Kamer, in het geschil tussehen de Regeeriag en de be- grooti igs-commissie, voor laatstgenoemde partij koos. Bij den aanvang der zitting, toen het verslag der begrootiugs-commissie aan de orde kwam, bestreed de Minister van Fi nanciën, de heer Dauphin, met den meesteu nadruk de daarin vervatte voorstellen, en trachtte in eene uitvoerige redevoering de door hem aangeboden begrooting te recht vaardigen. slechts eeu dekmantel, waaronder men zich wil yerberger.: men doopt voor geld, men onderwijst voor geld, het geld speelt de hoofdrol; ziedaar de geheele godsdienst! „Dat is toch zeer zeker niet mooi van u,"riep eene stem uit het uiterste hoekje van het vertrok, „neen, dat is niet edel, dat gij den godsdienst, die zoovelea tot brave en fatsoenlijke menschen gevormd heeft, overboord werpt eu met voeten treedt. Ik zou wel eens willen zieu, hoe het zou gaan als iedereen uwe meening deelde, als niemand meer aan God eu gebod gelooide; ik vermeen, dat het er dan met de zekerheid van den persoon en die van den eigendom zóó niet zou uitzien, als thans! Schaam u dus zulk eene taal te voeren!" Het was Jacob, de beminde van Grietje, die aldus sprak; met mannelijken moed bezield, stond hij, slank als hij was, recht voor de tafel eu toen hij zich langzaam en bedaard nederzette, heersclite er in de zaal de diepste stilte. Zoo driest had nog niemand den rijken Ginsterboer en den „geleerden" schrijver durven aanspreken... De pachter was de eerste, die zich van zijne verbazing herstelde doch de woede maakte zich van hem meetser iu den hoogsten graad. „Wat wil die vlasbaard?// riep hij, „da; hij spreke over zaken die hij verstaat, over os eu ezel! Hij heeft geen woord in te brengen inde Minister Goblet zeide, dat de rol, welke de begrootings-commissie te vervullen heeft, hierin bestaat, hare medewerking aan de Regeering te verleeuen. Doch hij was bereid zich nader met de commissie te verstaan. Mocht de Kamer in anderen zin beslissen, dan zou hij gaarne het gezag nederleggen. Het eerst werd nu gestemd over eene motie vau orde van Delaforge, van den volgenden inhoud: »De Kamer, rekenende op de verstandhouding tussehen de Regee- riug en de commissie, verklaart opnieuw de noodzakelijkheid om iu de bezuinigings- politiek te volharden. Rouvier verklaarde, uit naam der com missie, zich tegen deze motie, en ze werd daarop met 275 tegen 257 stemmen ver worpen. Minister Goblet verklaarde daarop, dat het Kabinet zijn ontslag nam. De Kamer vereenigde zich ten slotte met 412 tegen 143 stemmen, met de voorstel len der begrootiugs-commissie. 't Zal nu te bezien staan of, bij de re constructie van het Kabinet, de Ministers van Buitenlaudsche Zaken en van Oorlog behouden worden. Vooral het laatste is van belang met het oog op de verhouding tot Duitscbland, welke ongetwijfeld door Boulanger's aftreden grootelijks zou ver betereu. Terecht of ten onrechte is de Duitsche openbare meeniug op dezen druk ken Minister zeer gebeten, en met name maakte ze zich in de laatste dagen weer warm over eeu, hem toegeschreven mobi lisatie-plan, uit te voeren in de aan Duitsch- land grenzende departementen, een plan trouwens waartoe de Kamer (en deze toonde zich nu pas weer vóór alles: zuinig van aard) nog de gelden moet bewilligen. Met Boulangers aftreden zou waarschijnlijk dit plan vervallen. Behoudt men hem echter als Minister, dan zal de verwoedheid der Duitsche pers nog wel aanmerkelijk stijgen. Naar men verzekert, heeft de President der republiek besloteu aan den heer De Freyciuet het samenstellen van een nieuw Ministerie op te dragen. De Frausclie Regeering heeft een wets ontwerp ia gereedheid gebracht, houdende goedkeuring van de tussehen Frankrijk en Griekenland gesloteu overeenkomst betref- feude het doen van opgravingen in den bodem van het oude Delphi. Volgens dat ontwerp zal Frankrijk tien jareu lang het uitsluitende recht bekomen voor die opgravingen, voor het gieten van de vormen der gevonden voorwerpen en het openbaar maken der stukken betreffende die voorwerpen, welke voor het overige het eigendom zullen blijven van Griekenland. In de geweerfabriek en geschutgieterij te Breslau, waar tot dusver dag eü nacht met vermeerderde werkkrachten gearbeid werd, ziju beschikkingen genomen ter ver rede, die mannen van 't vak, bekend met de wereld, ons voorhouden die vlasbaard!" „Zeker, schelden kunt ge, Giusterboer," sprak Jacob kalm en bedaard, „doch als de bewijzen falen, moeten bet de scheldwoorden weder goed maken. Gij kunt mij beschimpen, zooveel gij wilt, daar geef ik niet om, doch den godsdienst en de personen, die hem verkondigen, die ons op den rechten weg trachten te brengen, laat ik niet bespotten!" Hij dronk zijn glas uit en verliet onder toejuiching van enkele goedgeziuden en het gesis der „verlichte mannen", de ge lagkamer. „Dat is nu eeu echte Jezuïet," sprak de man met den spitsen neus. De Giusterboer had uit ergernis het glas zóó driftig op tafel gezet, dat het in stukkeu sprong. Allen zwegen. De oorzaak, waarom de Eichenthalers, d. w. z. de partijgenooten van den Giusterboer, zoo opgewonden waren, was, dat er iu de eerstvol gends dagen eene Missie zou gegeven worden en dat nog wel door die gehate Jezuïeten. Het was de eerste, die er zou plaats hebbende meesten kanden eene Missie slechts bij naam en hechten er de zorderlingste begrippen aan. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1887 | | pagina 1