NIEUWE No. 1115. Zondag 5 Juni 1887. 12de Jaargang. De offers van den cultuur strijd. De Vaticaansche Tentoon stelling. BUITENLAND. i. De Missie. HAARIMSCHE MIIMIT. A.BONNEMENTSPBIJ8 Per 3 maanden voor Haarlemt 0,8a Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1, Voor het Buitenland 1,50 Afionderljjke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B CTREAU: St. Jansstraat Haarlem ENDiU AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIÉN Van 16 regels.30 Gents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Tr ijd ag- avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: K P P E R S LAUREY. Bij de beraadslagingen over de jongste kerkelijk-politieke wetten in het Huis der Afgevaardigden te Berlijn werd door de leden van bet Centrum luide protest aangetee- keud t6gen eeue uitdrukking, welke Von Bismarck zich veroorloofde in zijne rede voering, den 21 April gehouden. De Prui sische Minister-president scheen namelijk in zijne rede te willen ontkennen, dat er in den cultuurstrijd van katholieke zijde offers zijn gebracht. Volgens het stenogram van de Aorddeutsche Allg. Zeitung heeft Von Bismarck gezegd: »Ik zeg tot die hee- reu, welke steeds roepen: wij hebben zoo lang gestreden en ons opgeofferd en wij waren steeds in gevaar, ik zeg tot die heereu, in welke gevaren hebt gij dan ver keerd en welke offers hebt gij gebracht Prins Von Bismarck heeft de periode van den cultuurstrijd mede doorleefd. Hij schijnt echter bij zjjue diplomatieke werk zaamheden de tallooze offers niet bemerkt, of ze reeds vergeten te hebben, welke alle standen van het katholieke Duitschlaud, van den Aartsbisschop tot den Kapelaan, van den Vorst tot den geriugsten arbeider gedurende eene tijdruimte van meer dan tien jaren hebben gebracht, offers van leven en gezondheid, van gevangenschap en geld straffen, van verbanning, lijden en ontbe ringen van allerlei aard. De woorden door Von Bismarck gesproken, dringen er ons toe om eens, zij het ook in 't kort, een blik te slaan op de offers, die in den ou- zaligen cultuurstrijd door de Katholieken van Duitschlaud zijn gebracht. Op de eerste plaats der offers stellen we de gevangenisstraffen, welke Aartsbis schoppen, Bisschoppen, Dekens, Pastoors en Kapelaans, en ook vele leekeu, zoo man nelijke als vrouwelijke, ten gevolge van den cultuurstrijd hebben te lijden gehad. Laten we slechts de merkwaardigste ge vallen eens nagaan. De Aartsbisschop van Gnesen-Poseu, de tegenwoordige Kardinaal Ledochowski, zat te Ostrowo volle twee jaren (van 3 Februari 1874 tot 3 Februari 1876) gevangen; de Aartsbisschop van Keu len, de tegenwoordige Kardinaal Melchers, meer dan een half jaar (van 31 Maart tot 9 October 1874), de Bisschop van Trier bijna een gausch jaar (van 6 Februari tot 31 December 1874), de Bisschop van Pader- born van 4 Augustus 1874 tot 19 Januari 1875, de Bisschop van Manster van 18 Maart tot 27 April 1875, de Wijbisschop Janizewski van Posen zes maanden, de Wijbisschop Cybichowski van Gnesen negen maanden. Beide Wijbisschoppen werden ge kerkerd, de eerste, omdat hij het h.Sacramont des Vormsels had toegediend, de laatste, om dat bij op Witten Donderdag de heilige Olie had gewijd, aldus wegens functiën, waar toe zij door hun verheven ambt volkomen FEU 1LLET O N. 9.) Vervolg.) De Pater keek zichtbaar tevreden naar de rjjkbeladen velden en de schoone dre ven. „Zoo ik zie,// zeide hij, „werkt gij met zaaimachines; ik keur het Zeer goed, als de mentch zich aan de industrie wijdt en niet altijd bij het gevoelen blijft, dat het oude steeds het beste it; immers de werkhanden kunnen nu op eene andere wijze gebezigd worden, wanneer de machine den ruwen arbeid verlicht. Men moet than» niet aarzelen, met den tijdgeest mede te gaan!" antwoordde de pachter met ernst. „Zeker, beste vriend, den geest des tijds in het nuttige en goede tegen te streven, is niets an ders dan zijn eigen zaak te willen benadee- ]eu; ik schep er steeds genoegen in, wanneer ik zie, dat de vruchten der nieuwste uitvindingen ook op het platte land bijval vinden. De mensch moet trachten vooruit te komen, zoo goed hij kan en met alle krachten, hie hem ten dienste staan, dan verheft zich de welstand van den enkele en ook handel en industrie worden er door gehaat, gerechtigd waren. De overige Prelaten werden tot gevangenisstraffen veroordeeld wegens het niet-benoemeu van Pastoors en Kapelaaus, aldus wegens het niet-vervullen van een eisch, die de Staat thans heeft laten vallen. Ontelbaar zijn de gevangenisstraffen, welke de katholieke Priesters van den hoog bejaarden priesterlijken grijsaard tot den jeugdigen Kapelaan, hadden te verduren. En welk een omvaug de veroordeelingeu hadden, zulks wordt ons verkondigd door de statistiek, welke een liberaal blad over de eerste vier maanden van het jaar 1875 verschaft.Yolgens dit blad werden in een zeer kort tijdsbestek tot boeten en gevangenis straffen veroordeeld: 241 Priesters, 136 re dacteurs (ioo Geestelijken als leeken) en nog 210 andere persouen. Bovendien had den er in ditzelfde tijdvak 20 confiscaties, 55 arrestaties, 74 huiszoekingen, 103 ver banningen en 55 ontbindingen van ver gaderingen en vereenigiugen plaats. En voor welke feiten werden de gevan genisstraffen opgelegd? Yoor 't meerendeel wegens het niet-vervullen van eischen, die de Staat later niet meer stelde, of voor over tredingen, die volgens latere wetten niet strafbaar waren. Niet zelden hadden deze gevangenisstraf fen de schadelijkste gevolgen voor het leven en de gezondheid der gekerkerden. Hoe vele Priesters, vooral de hoogbejaarden, hebben tering en andere ziekten te danken aan de kerkerstraffenwelke zij hadden te on dergaan in gezelschap van de snoodste mis dadigers en zonder eenig voorrecht wat voeding en ligging aangaat. Eu waren de gekerkerden eindelijk uit de gevaugenis ontslagen, dan wachtte beu veelal een niet beter, dikwijls een nog slechter lot, de verbanning namelijk. Bij sommige Priesters bepaalde die verbanning zich tot eenige 2>Kreise«, bjj andereu tot onderscheiden provinciën; velen echter wer den uit Pruisen, ja uit gausch Duitschlaud verjaagd. De bannelingen moesten ouders, bloedverwanten en vrienden verlaten en stonden dan, als zij door gendarmes over de grenzen wareu gebracht, dikwijls zonder middelen en dus niet in staat zich een bestaan te verschaffen, vermits de Regee ring hun zelfs belette aan kleine kinderen onderricht te geven. Nog harder was het lot van ben, die op eene vesting of op eeu eiland waren geinterneera. Wie herin nert zich niet het bitter* lijden, dat een Priester had te verduren, die op het dorre en woeste en slechts door Pro testanten bewoonde eiland Zingst was ge- iuterueerd? 't Ontbreekt, jammer genoeg, nog steeds aan eene nauwkeurige statistiek der bannelingen en geïuterneerdeu. Wel licht is de categorie cultuur-strijdstraffen nog niet afgesloten, want de ergerlijke ver- bauuiugswet is immers nog van kracht, ondanks den vrede met het Duitsche Rijk gesloten. De hateljjkste en gruwelijkste vounis- en met den welstand worden het zelfbewustzijn en de ontwikkeling van den menscken opgewekt en bevorderd." Do boer stond verbaasd; zoo iets klonk im mers verstandig en niet domperig; de Pater sprak van vooruitgang, van zelfbewustzijn enz. Maar mogelijk was dit ook weder een strik om bem te vangen, want de Jezuïeten waren toch zoo slim, zoo vindingrijk, zoo terughoudei d, of zou mogelijk deze Pater eene uitzondering maken? Onverschillig, hoe bet ook zij, voor den Gin- sterboer was hij toch zoo gevaarlijk niet moer neen, geen enkele Jezuïet thans durfde hij met ben te spreken, als waren zij broeders. Hij keerde zich om, nam de pijp, waaruit bij dapper had gerookt, uit dsn mond en hield haar achter den rug. „Het gaat spoedig en gemakkelijker met de machine", zeida de Ginsterhoer, „en het gein, dat ze mij gekost heeft, heb ik reeds uit de voor- deelen er van terug gekregen; steeds vooruitgaan, is trouwens mijne zinspreuk ook." vAls allen er zoo over dachten, dan zou de akkerbouw weldra een ander standpunt innemen. Gij drijft zeker alles wel met machines?" sen waren die, waarbij de diguitarissen uit hun ambt werden ontslagen. Bijna alle Bisschoppen van Duitschland en vele Prie sters hebben zalk een vounis ondergaan. Ontslagen werden: de Bisschop van Gnesen Posen, 15 April 1874, toen hij reeds in de gevangenis vertoefde, de Bisschop van Paderborn, den 5 Januari 1875, de Prins-Bisschop van Breslau, den 6 Octo ber 1875, de Aartsbisschop van Keulen, den 28 Juni 1876, de Bisschop van Lim burg den 13 Juni 1877. Behalve de zware moreele offers, welke door de schei ding van huuue diocesauen, de onmogelijk heid om hunne ambtsplichten te vervullen, den Opperherders werden opgelegd, stonden zij bijna allen ook hulpeloos in den vreemde en moesten van de aalmoezen der geloo- vigen leven. De jonge Priesters, die in 't geheim met de zielzorg van verweesde parochiën zich bezighielden, verkeerden voortdurend in gevaar. Het zwaard van Damocles hing hen steeds boven het hoofd. Voor beu bestond geen rust; dag en nacht werden zij door agenten van politie en gendarmes achtervolgd en wareu dus verplicht zich in de slechste en ongezoudste verblijven op te houden, waar zij, door lijden en ont beringen, de kiemen opdeden van een vroegtijdigen dood. (Slot volgt.) In een uit Rome ontvangen schrijven werd aan het hoofdcomité bericht, dat de voor de Vati caansche Tentoonstelling bestemde voorwerpen al daar vóór dtn 15 October eerttkomen.de worden ingewacht. Het hoofdcomité meent te voldoen aan het verlangen van al de inzenders, indien het zich belast met de verzending naar Rome van al de voorwerpen, welke Katholieken van Nederland op de Vaticaansche Tentoonstelling den H. Vader zullen aanbieden. Tevens wenscht het gevolg te geven aan het door velen uitgedrukt verlangen, dat gehtel de Nederlandtche inzending, alvorens naar Rome te gaan, in een van Neerland's steden zou worden tentoongesteld. Hoe groot toch de deelneming moge zijn, welke naar valt te hopen, de nationale bedevaart zal vinden, die tusschen 21 en 30 April van het volgend jaar in de Eeu wige stad wordt verwacht, de gioote meerderheid van de Katholieken van Nederland zal niet in de gelegenheid zijn, de Nederlandsche offergaven op de Vaticaansche tentoonstelling zelf te bezich tigen. Het zal zonder twijfel RÜer goedkeuring vin den, dat h#t comité als plaat6 waar deze tentoon stelling in Nederland zal worden gehouden, de hoofdstad des Rijks heeft aangewezen. Te Amsterdam zullen derhalve al (Is voorwer pen, vereenigd, in de maand Augustus tentoon gesteld en van daar gezamenlijk naar Rome ver zonden worden. Het behoeft voorzeker niet uitdrukkelijk te worden gezegd, dat niets belet, de in de verschil lende steden er. bisdommen vervaardigde en ver zamelde voorwerpen vooraf afzonderlijk in die plaatsen ten toon te stellen, alleen dient te wor den gezorgd, dat zij tijdig naar Amsterdam wor den opgezonden. „Hoe meent gij dat?" „Hebt gij ook stoomploegen?" De pachter stond met den mond wijdgeopend; van stoomploegen had hij nog nooit hooreu spre ken. Hij schudde het hoofd. „Dan moet gij er u stellig een aanschaffen, beste vriend, en in plaats van die windmolen daar, ook een stoom- molen, gij zult er spoedig het voordeel van ondervinden." „Kent gij ze? Hoe kan ik die het best verkrij gen?" De Pater lachte en zeide: „o, die zijn in de stad te vinden, en nu wenscli ik u in uwe ondernemingen het meest succes! Vaarwel 1" H'j keerde zich om en wilde gaan; de boer editor, die in de zaak belang begon stellen, sprak, „heer heer Pater, wilt gij eene flesch wijn met mij drinken? Daar ligt mijne hofstede; alleen ter wille van den vooruitgang." „Hartelijk dank; wij Paters mogen buiten tijds niets gebruiken en daarbij is mijn tijd zeer beperkt. Dit zeggende nam bij den hoed af en ging heen. De boer groette wtderkeerig en haalde (le pijp weder voor den dag; zij was koud ge worden. „Die is verstandig genoeg 6n niet misdeeld, die Pater sprak ten minste nog van voor- De zorg voor het in onvaugst nemau der goederen, voor het teutoonstellon en het ver zenden naar Rome, heeft het hoofdcomité opge dragen aan het Comité' voor de Ntderlandsch- Vaticaansclie Tentoonstelling te Amsterdam. Dit comité bestaat uit de heereu: Jos. Th. J. Cuypers, architect, President. Mr. W. P. A. Hellegers, secretaris. Rector L 0. L. Eijgenraam. Het Combé zal zich in verbinding stellen met de vijf diocesaan-comilés, met de verschil lende corporaties en gestichten, alsmede met de particuliere personec, welke bij Iragen hebben toegezegd. De inzend :rs worden uilgenoodigd, met da exptditie der goederen naar Amsterdam te wach ten, tot hun, hetzij door de katholieke dagbladen hetzij bij bizonder echrijvtn door het comité de regelen voor da verzending met de in te vul len formulieren zullen zijn medegedeeld. In naam van het Nederlandsche Uoofdcomité, Dr. ANDREAS JANSEN, Secr. De Belgische Senaat heeft eergisteren met 38 tegen 23 stemmen de reeds door de Kamer goedgekeurde wet bekrachtigd, waarbij een invoerrecht wordt geheven van buitenlandsch vleesch. Deze honger-wet, gelijk meu haar noemt, is bij het publiek tamelijk impopulair. Door de Brusselsche rechtbank zijn eergis teren eeu aantal socialisten, in hechtenis genomen tijdens de jongste ongeregeldheden, tot gevangenisstraffen veroordeeld van 8 dagen tot een maand. De werkstakingen nemen af. Te Molen beek, waar zich het zonderlinge verschijn sel voordeed, dat eeu aautal arbeiders het werk staakten wegens staatkundige vorde ringen (algemeen stemrecht en dergelijke) is alles weer in orde gekomen door eeue schikking met de patroons, waarbij dezen beloofden met de werklieden gemeenschap pelijk een adres tot de Regeering te richten ter verkrijgiug van de staatkundige rechten bovengenoemd. Gisteren heeft te Holteuau, bij Kiel de plechtige opening plaats van de werken vior het kanaal ter verbinding van de Noordzee met de Oostzee. Voor dit werk, waarvan reeds ongeveer 300 jaren gesproken werd, is door den Rijksdag een som van 156 milioen Mark toegestaan. Het kanaal is van groot belang voor de scheepvaart. De vaak gevaarlijke weg door de Deeusche Soud, het Kattegat en het Skagerak kan daardoor vermeden worden, en de reis naar dè Russische havens wordt er aanmerkelijk door bekort. De weg van Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen naar de Oostzee wordt er bv. 22 uren korter door, die van Louden 151/s, die van Ham burg 45 uren. Het kanaal wordt zoo breed dat twee oorlogschepen elkander er in voorbjj kunnen varen. uitgang en zeide, dat ik een 8toommolen zou bouwen; dat idee is voortreffelijk;en over der godsdien.t sprak hij geen woord, ook niet van de Missie, wonder]jjk.Hem zal ik niet beschuldigenl" Onder deze alleenpraak was de pachter op zijne hofstede teruggekeerd, nu en dan nog een blik naar de Pater» werpende die zich meer en meer verwijderden. Het was avond geworden. De kerkklokken kondigden het begin der Missie aan. Van alle kanten, heinde en ver, stroomden de geloovigen naar (le kerk, velen uit godsvrucht, eenigen uit nieuwsgierigheid De kerk was eivol; zij kon de menigte nau welijks bevatten. Ook de Ginsterhoer was ver schenen, en hal zich iu een donker hoekje ver scholen, hij wilde niet gezi»n worden; want de boeren kenden zijne gezindheid. Hij wa« slecht» gekomen, om te vernemen of al hetgeen men tegen de Jezuïeten inbracht ook waar was; hij wilde zich overtuigen, dat hunne leer slecht, onzedelijk was en tegen de wet streed, en dan Hij was het met zich zeiven nog niet eens, wat hij dan zou doen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1887 | | pagina 1