N I E U W E
mÈnSË
in n e \~17a n i).
1119,
Zondag 19 Juni 1887.
12de Jaargang.
m
Stemmen.
BUfTE^LAft i).
1® JrllWf\
i.
Een merkwaardig domino-spel.
RUM
ABONHEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,
Voor het Buitenland 1,50
Afzcnderljjke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUBE AIT: St. Jansstraat Haarlem
SLÜ.S
PBIJS DEK ADVEHTENTIÉH
Van 16 regels
Elke regei meer
30 6#nts.
5
AGITE MA WON AGITATE.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en V r ij d a g-
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KUPPERS L A U R E Y.
Er wordt in deze dagen veel gerede
neerd over kiesstelsels, verkiezingen en al
wat daarmee in verband staat. Sedert de
volksstem onmiddellijk wordt geraadpleegd
zijn er reeds boekdoelen vol geschreven
over allerlei systemen en wérd er op de
parlementaire markt veelvuldige wijsheid
over de beste wijze tot het zich doeu uiten
der bevolking verkocht.
Napoleon III had misschien den meest
»afdoenden« weg gekozen; hij raadpleegde in
gewichtige gevallen de natie direct, door
het stellen van zekere vragen, waarop ieder
meerderjarig burger moest antwoorden.
Met regelmatige zekerheid luidde het
antwoord steeds guustig. Geen wonder trou
wens, vermits, ten plattenlanae, door de
veldwachters werd gevoteerd.
De oom tuchtigde de Franschen, voor de
afdwalingen der revolutie van 1783 met
het zwaard; de neef deed het met de stem
bus. Wat Napoleon III uithaalde, was
eigenlijk niets anders dau een guitenstreek,
om niet een ander woord voor streekte
plaatsen. Als hij het stelsel der directe
verkiezingen had willen belachelijk maken,
had hij niet anders of beter kannen ban
delen.
Hoeveel gewicht aan dergelijke volks
stemming valt te hechten, bewijst daghel
der het feit, dat in Juli 1870 meer dan
zes millioen Franschen zich bij vernieu
wing voor Napoleon III verklaarden, terwijl
hij in September als een nietswaardige werd
afgezet.
Eu nu zal men zeggen, dat tusschen die
maanden de nederlagen liggen, welke Frank
rijk leed en de oorlog met Pruisen; maar
als men werkelijk sympathie voor Napo
leon III had gekoesterd; zou het volk die
nederlagen hebben beschouwd als beproe
vingen niet alleen voor den Keizer en het
zou niet hebben geweend en geleden.
Het votum van Juli was evenwel niets
anders dan eene comedie.
Eene vertooning maar zouden de
rechtstreeksche verkiezingen wel ergens
werkelijk iets anders zijn. De behendigste
behaalt te onzent, in de meeste distric
ten, nl. in die, waarin geene besliste mee
ning heerscht, de overwinning.
Zou een stelsel, dat zulke uitkomsten
kan opleveren, zich zelf niet veroordeelen?
Toch zouden wij niet licht medewerken om
een ander systeem in te voeren, daar wij
zouden vreezen, dat het voorstel met geen
eerljjke bedoelingen werd gedaan. Nu men
eenmaal, zeker te kwader ure, de stembus
tot orakel voor Natie en Regeering maakte,
moet men in die politiek in des vredes
naam maar berusten en trachten het zoo
onschadelijk mogelijk te doen werken.
Daartoe adviseerende willen wij niet ge
acht worden in beginsel dat stelsel der
volkskeuzen goed te keuren. Integendeel
F E U 1 L L E T O N.
De oorsprong van den krakeling.
Er was eens een Koning, die regeerde over
een koninklijk in die streek van Europa, waar
thans Wurtemberg, in Duitschland, is gelegen.
De koninkrijken waren destijds niet zoo groot
als tegenwoordig.
Hij kende zijne onderdanen allen persoonlijk
en noemde hen bij hun naam en was zoo gena
dig en toegeeflijk, dat hij zeer bemiud was bij
ziju volk.
Te Stuttgart, de hoofdstad van dat koninkrijk,
woonde een bakker, Stichel genaamd, die de
betrekking van 's Konings hofbakker ver.ulde.
Stichel was een gunsteling van den Koning,
•gaf veel brood aan de armen en was ook zeer
gezien.
Eens op een morgen, toen de Koning aan het
ontbijt zat, proefde hij het brood ea zie, het
was bitter.
O' middelijk zond de Koning om den hofbak
ker en vroeg naar de n de, waarop Stichel
antwoordde: Ik weet het niet, o genadige Koning,
wij blijven van oordeel, dat het gezag met
moet komen van beneden, maar van
boven.
De revolutie heeft de verhouding omge
keerd; de volkskeuzen kwamen toen in
zwang. Wat is echter een volk? Zoodra
men de omweutelings-denkbeelden is toe
gedaan, wordt het volk een schaduwbeeld,
't welk niet» werkelijks is, of wel een af
godsbeeld waarvoor de ambtsgrage dage
lijks (en steeds dieper) knielt.
Eene historische organisatie (wij weten
ons niet juister uit te drukken) kan eene
Natie van het standpunt der revolutie niet
wezen, alleen reeds omdat de omweutelings-
partij de geschiedenis feitelijk loochent. Zij
toch houdt alleeu rekening met het oogen-
blik; in den waren zin des woords ziet zij
niet achter- en niet voorwaarts. In verkie
zingstijd is het haar alleen om stembus
voordeel te doen.
Eu nu zou men kunnen zeggen, dat
elke partij de meerderheid wil behalen,
hetgeen tot zekere hoogte waar is; maar
als de anti-omwenteliugsgezinden naar de
zegepraal bij de volkskeuzen streven, dau
doeu zij dat om daardoor hunne beginselen
te doen triumfeeren, terwijl de libertijueu
doorgaans enkel de oppermacht begeeren,
om aan elkaar voordeelige positiëu te ver
zekeren.
Stembus-overwinningen zijn (om in een
paar woorden het verschil tusschen de beide
richtingen te omschrijven) voor de liberalen
doel, voor de behoudend-geziuden zijn zij
slechts middel, om tot hun doel, het te
gengaan der revolutie-ideeëu, te geraken.
De nadenkenden zullen het gewichtig
onderscheid tusschen een en ander dade
lijk wel beseffen. Zij zullen tevens begrij
pen, hoe dat uiteeuloopend karakter tusschen
de stembusinzichteu van de beide richtingen,
ook grooten invloed oefent op de wijze,
waarop elk der partijen bij de stembus te
werk gaat.
Op de stembus-methoden der beide hoofd
richtingen komen wij in ons volgend ar
tikel nog terug. Heden bepalen we er ons
toe nog te doen uitkomen, hoe, in zekeren
zin, de verschillende stelsels van verkiezin
gen ons koud laten. Het beginsel der directe
volkskeuzen kunnen wij niet als het ware
erkennen; onze voorstellingen omtrent het
gezag zijn daarmede, gelijk wij reeds con
stateerden, in strijd. Hoogsten kan men dus,
van ons standpunt gewagen van een groo-
ter of kleiner kwaad.
Heeft men nu bij de behandeling van
de nieuwe Grondwet in onze Tweede Ka
mer het kleinste kwaad gekozen?
Op die vraag blijven wij zelfs liefst het
antwoord schuldig. De behoudenden waren
het daarover niet eens. Het stembus-arti
kel werd niet door al onze geestverwanten
met dezelfde oogen aangezien.
Zonder aarzelen verklaren wij, zulks te
betreuren, al zou volkomen overeenstem
ming vermoedelijk toch niet tot eene andere
de een of andere vijand moet er zeker iets in ge
daan hebben, om mij te benadeelen.
Dat is (1e uitvlucht, die schurken altijd ge
bruiken, zeide de Koning, en hij veroordeelde
den bakker om bij zonsopgang onthoofd te zul
len worden.
De stadsarmen, die het bevel van den Koning
vernamen, jammerden en weenden en zeiden:
Zie, als Stichel dood is, zullen wij geen brood
meer hebben om te eten.
En zij smeekten den Koning, om den hofbak
ker vrij te laten. Hierover was de Koning zeer
bewogen, zijn hart werd week en hij autvvoordde-.
Ik wil het hem vergeven, als hij het vraagstuk, dat
ik hem zal opgeven, weet te beantwoorden.
En het volk zeide: Hoe zal het mogelijk zijn
o Koning! waarop de Koning hernam Laat
hij mij een brood bakken, waar ik doorheen
kan zien.
Daar had het volk veel op tegen en zeide:
O Koning, dat kan niet, want hoe zou brood
zoo helder kunnen zijn als water, zoodat men
er door heen zou kunnen zien?
Maar Stichel, de hofbakker, riep met luider
stem: „Dat neem ik aan, o Koning!"
En hjj beval, dat men meel zou brengen.
En toen hij het meel mengde en het deeg maakte
uitkomst hebben geleid. Het Regeerings-
artikel ware toch wel aangenomen, omdat
de linkerzijde het daaromtrent met het
Kabinet was eens geworden.
Wat ons aangaat, wij kunnen met het
kiesrecht-artikel volstrekt niet dwepen, ter
wijl ook het voorloopig kiesreglement (ge
lijk het reed8 werd aangeuomen) ons niet
voldoet. Wanhopen aan de toekomst onzer
beginselen, doeu wij daarom hog niet. Stel
lig gelooven wij, dat onder een niet-doel-
treffeud stelsel de goede principes toch
kunnen zegevieren, ais ieder vaderlandslie
vende burger maar zijn plicht doet. Daarop
komt het aan. Bij die waarheid, welke wij
eene onomstootelijke noemen, zullen wij in
ons volgend nummer met onze lezers stil
staan.
Z. II. Paus Leo XIII heeft Mgr. Riffo
Scilla afgevaardigd, ten einde Z. H. te ver
tegenwoordigen op de jubelfeesten vau
Koningin Victoria.
De Belgische Kamer van Afgevaar
digden heeft het door de Regeeriug aan
gevraagde crediet voor de groote interna
tionale tentoonstelling te Brussel in 1888
goedgekeurd, nl. 1,800,000 fr. voor de ge
bouwen, 1,000,000 fr. voor de door de
maatschappij te bouwen galerijen. Verder
heeft de Kamer alle door de Regeering ge
vraagde voordeelen voor de onderneming
goedgekeurd.
De Rijksdag heeft zonder langdurige
beraadslaging de wet ter verzekeiing van
zeelieden tegen ongelukken aangenomen.
De Staatssecretaris Bötticher heeft uit
zicht gegeven, dat er vóór het winterreces
eene wet tot verzorging van ouden of in
validen zal ingediend worden.
Het wetsontwerp betreffende de belas
ting op het gedistilleerd is in tweede lezing
bijna geheel overeenkomstig de voorstellen
der commissie goedgekeurd. Daarbij werd
eene bepaling aangenomen, volgens welke,
bij latereu aanslag, de belastingvrije hoe-
veelheil in het bezit van herbergiers en
handelaars in sterkeu drank 40 liter, en
van andere personen 10 liter zal bedragen.
De Rijksdag nam voorts bij tweede le
zing de wet op de benoeming van Burge
meesters in het Rijkstand aan. De Afge
vaardigden uit Elzas-Lotharingen en Windt-
horst bestreden haar. Carolath uitte den
weuscb, dat de Regeeriug zou voortgaan
maatregelen te nemen, die de Duitscbers
in het rijksland, niet de ontevreden nota
belen, bevredigen. Miquel wensehte dat bet
rijksland als een Duitscb, eenmaal verloren
maar herwonnen land wordt behandeld.
Verlangen de Afgevaardigden uit Eizas-Lo-
tharingen, dat op hunue bezwaren welwil
lend acht geslagen wordt, dan moeten zij
eerst het vertrouwen inboezemen, dat zij
eerlijk en goed tevreden zijn met den sta
tus quo. Miquel waarschuwt dringend te-
was de Koning en nl het volk verwonderd.
Toen Stichel met kneeden klaar was, maakte
hij een eene dunne rol van het deeg an boog
het toen in een halven cirkel, sloeg de einden
over elkaar en legde de heide punten op den
buitenrand. Toen deed hij het in den oven. En
toen het gebakken was, overhandigde hij het den
Koning en zeide: O, Koning, hier is het brood
waar gij door heen kunt zien! De Koning laclito
en sprak: „Dat is heel aarlig verzinnen."
Hij nam een ring van zijn vinger en sohonk
Stichel genade, waarover het volk zeer ver
heugd was.
Op den 31 Mei 1791 kwamen de militaire
kweekelingen, die te znmen het regiment Royal
Dauphin" uitmaakten, op de Tuileritön om hun
Overste, den kleineu Kroonprins, als geschenk
een domino-spel aan te bieden, dat wel het
merkwaardigste is, dat ooit is vervaardigd ge
worden. Palloy, de beeldhouwer, had Int doosje
waarin de steenen lagen, gemaakt uit een stuk
zwart marmer, dat afkomstig was uit (1e puin
hopen van de Bastille. Het moet eea meester
stuk van kunst zijn geweest. De steenen waren op
de achterzijde ook van zwart marmer, eu boven op
gen liet verkeerde gebruik der wet. Op de
vraag van Wiudthorst, of men voornemens
is ElzasLot,haringen te maken tot eene
Pruisische provincie, antwoordt de gevol
machtigde van den Bondsraad, Lerchenfeld,
dat geene provocaties den Bondsraad zijne
kalmte zullen doen vergeten. Daarna werd
het wetsontwerp betreffende de toepassing
der gewijzigde rijkswet op de laudswette-
lijke aangelegenheden van ElzasLotha
ringen bij tweede lezing aangenomen.
Tusschen het Centrum eu de nationaal-
liberaleu is een compromis gesloten be
trekkelijk de suikerbelasting. Van de beet
wortelsuiker zal een lager recht, dau de
Regeeriug wilde, worden geheven.
De heer Fergusson verklaarde in het
Lagerhuis, dat Engeland bjj de overeen
komst met Turkije geene geldelij ke ver
plichtingen op zich heeft genomen. De heer
Smith deelde mede, dat Kardinaal Howard
in een brief aau Salisbury den weusch
des Pausen had overgebracht om een
Gezant bij II. M. de Koningin te accredi-
teeren, om deze bij gelegenheid van haar
jubilé geluk te weuscbeu. Lord Salisbury
antwoordde, dat de Koningiu zoodauigeu
Gezant met genoegen zou ontvangen op
deuzelfdeu voet ais de Gezanten van den
Paus in andere hoofdsteden van protes-
tautsche of katholieke landen ontvangen
worden; eene wetsverandering is hiertoe niet
noodig.
De Porte is zeer ongerust over het
bjjeenroepeu der Bulgaarsche Sobrauje. De
Bulgaren hebben besloten de crisis in hun
land zelveu op te lotseu.
Naar uit Constautiuopel gemeld wordt,
moeten er tusschen Engeland en Frankrijk
onderhandelingen geopend zijn over eene
wijziging van het vijfde artikel der Engelsch-
Turksche conventie in zake Egypte. Oos
tenrijk protesteert tegen de bepaliugeu be
treffende den gezondheidsdienst, bewerende
dat de conventie de internatiouale sanitaire
controle in Egypte vernietigt.
Door de Russische Regeering wordt
het vestigen van katoen-plantages in Mid
den-Azië aaugemoedigd. Eene Russische
maatschappij heeft in den omtrek van
Merv eene groote oppervlakte gronds aan
gekocht voor den katoeubouw. De eerste
proeven moeten reeds goed geslaagd zijn.
De aanvraag van eene Amerikaansehe
maatschappij voor soortgelijke concessiën
is van de hand gewezen.
Men verneemt uit Odessa, dat de Rus-
eische Regeering voortgaat groote hoeveel
heden krijgsbehoeften naar Siberië te zen
den. Honderd transportbooten worden voor
de Kaspische zee gereed gemaakt. De Rus
sische Regeering verstrekt tevens het Traus-
kaspische spoormateriaal.
In zake de gratie-qaaestie was in het Han
delsblad gevraagd: „Is het niet veel bevredigeu-
gekleurd.van het gekleurd marmer, (lat den schoor
steen gesierd had in de kamer var. deu Gouverneur
der Bastille, Delaunay. De oogen waren van
goud, en op de keerzijde van elke steen stond
een gouden letter, die in orde gerangschikt de
inscriptie vormden „vive le Roi! vive la Reine
et le Dauphin (leve do Koning, leve de Koningin
en de dauphin" (Kroouprins). De Courier des
83 departements van 22 Mei 1791 vermeldt dit
vei haal, ook mevrouw Campan deelt het, hoewel
niet zoo juist, in hare gedenkschriften mede.
Toen (1e knapen dit geschenk overhandigden,
whs de Koning afwezig, doch zij defileeiden
voorbij de Koningiu, die den Kroonprins aan
de hand hield. De zoon van Palloy was (le
aanvoerder der knapen en reciteerde liet vierre
gelig vers, dat met gouden letters buiten op de
(loos stond. De gouvernante van den prins dankte
voor het geschenk, en de plechtigheid was af-
geloopen.
Men heeft niet kunnen nagaan, waar (lit be
langrijke geschenk gebleven is, hoewel men, op
aansporing van een kapitein der schutterij, Lasue,
die bij (le overhandiging was tegenwoordig ge
weest, en er nog als grijsaard op aandrong, zeer
vele. pogingen heeft aangewend om het le ont
dekken.