NIEUWE
No. 1128.
Donderdag 21 Juli 1887.
12de Jaargang.
Broederschap?
BUITENLAND"
ii.
HAARLEM! (OIRAlfT
ABOÏUÏEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem t 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland ir. p. p. 1,
Voor het Buitenland 1,50
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
NTJENDJtA?
AGITE MA NON AGITATE.
PB.IJS DEB ADVEBTENTIÊN
Van 16 regels.30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: Kü PPEB8 L AUEE I
(Slot.)
Met belangstelling hebben wij kennis
geuomen van het betoog van den in ons
vorig artikel geciteerden schrijver. Hij heeft
onmiskenbaar met taleutvolle hand eene
diepe wonde van onzen tijd gepeild. De
rassenhaat is ontzettend groot. Ondanks de
theorie van het cosmopolitisme, die dage
lijks met veel ophef wordt verkondigd, re
geert het egoïsme van eiken Staat afzon
derlijk over al die opgeschroefde denk
beelden.
Het gaat met de Broederschap der vol
ken als met die tusschen de zonen van
hetzelfde vaderland. De klassenhaat is niet
minder onrustwekkend toegenomen in ouze
dagen; de sociaal-democraten en de anar
chie zijn de heillooze resultaten daarvan.
Kunnen wij ons dus iu veel wat de
aangehaalde schrijver betoogde, vinden, wij
geven hem niet toe, dat het heffen van
inkomende recliteu met de idee der ware
broederschap zou strijden.
Al de natiën moeten zich ouderling over
hunne belangen verstaau, er moet de meest
welwillende verhouding tusschen haar
heerschen, maar daarom mag elk land
zijn eigen belangen nog niet voorbijzien.
De Broederschap der volken moet, als zij
consequent ontwikkeld zal zijn, een einde
maken aan den oorlog, aan alle vijande
lijkheden, doch wij gelooven niet, dat ooit
de wwe/dfbelangen en de landsbelangen vol
komen één zullen worden. Zulks neemt niet
weg, dat er veel zou kuunen gedaan worden,
om de verhouding tusschen de natiën te ver
beteren.
Als ideaal zouden wij ons uitmuntend
goed kuunen voorstellen, dat de slagboomeu
der douane geheel tusschen de volken ver
dwenen. Maar alle idealen ziju niet voor
verwezenlijking vatbaar. De zonde heeft
alles onvolkomen doen worden in den mensch
en de menschheid. De gevolgen van den
val doen zich nog altijd kennen iu het
gebrekkige der toestanden. Met dat onvol-
komene moet echter rekening worden ge
houden door de wetgevers der onderschei
dene landen. De wetten moeten gegrond
zijn op de behoeften; de verheffing van den
mensch kan niet door of bij de wet ge
schieden. De ware broederschap is eene
vrucht ontloken uit het Kruis, vóór 18
eeuwen op Calvarië geplaatst.
Die overwegingen beheerschen, in ons
oog, ook de tarief-quaestie. Volgens onze
overtuiging, kan er bij de afzonderlijke
Staten geen sprake zijn van het doen ver
dwijnen van alle tarief-verschillen. Eerst
wanneer alle Staten tegelijk de tarieven
afschaften, zou de mogelijkheid ontstaan,
dat geen der Staten eenig nadeel der in
voering van het vrijheidssysteem onder
vond.
Vrij in, vrij uit dat moet het stel
sel worden, waarnaar alle landen zich rich-
F EU 1LLE TO N.
De Pastoor van St. Lyphar.
Even als zoovele andere Priesteis, had men
ook den Abbé Landau, Pastoor van St. Lyphar
naar Nautes in de gevangenis gesleurd. Reeds
had hij er enkele dagen in doorgebracht; veler
zijner ambtsbroeders had hij zien scheiden: geen
hunner was teruggekeerd. Zijn uur was geko
men. Midden in den nacht werd door eene
noodlottige stem, welke de slachtoffers opwekte,
ziju naam afgeroepen.
Hij stond op. Een grijsaard, die zich naast
hem bevond, werd eveneens opgeroepen. De Abt
Landau reikte hem de hand; de oude Ordens-
geestelijke zag h<m minzaam lachend aan en
zeide: Broeder, gaarne wil ik uwe hulp en uwen
steun aannemen. Wij hebben langen tijd met
elkander geleden; geef mij den arm op dezen
laatsten weg.
Alvorens de Priesters, die nu genoemd waren
geworden, (en er waren er velen! de gevangenis
verlieten, omhelsden zij diegenen, welke men
«iet had opgeroepen. «Wij zullen elkander weder-
teu. Hoelang zal het echter nog wel du
ren, eer het zoo ver is gekomen?
Voorloopig gunnen de respectieve landen
elkaar (om eene populaire uitdrukking te
bezigen) het licht niet iu de oogen.
Duitschland staat gewapend tot de tanden
toe. Frankrijk niet minder; ook Oostenrijk
en Rusland, om van Engeland, Italië en
Turkije maar te zwijgen, hebben honderd
duizenden militairen op de been.
Dat is dus de Broederschap® door de
revolutie gekweekt. Ook uit het behandelde
oogpunt is zij eene leugen van de bedeu-
kelijkste soort. Soldaten zijn veel gevaar
lijker dan tolbeambten, al valt het niet te
ontkennen, dat de tariefrechten de stoffe
lijke welvaart der volken zeer kunnen be-
uadeelen.
Wat de bescherming en de freetrade aan
gaat, zoo zal niemand kunnen tegenspre
ken, dat de groote Staten, in het procla-
meereu van tolvrijheid moeteu voorgaan.
Dat geschiedt echter niet. Veeleer moet
het tegendeel worden betreurd. Het leed
wezen, dat men daarover dragen kan, be
let echter niet, dat men de kleine Staten
moet beschermen tegen de zelfzucht der
groote.
Het wil ons daarom voorkomen, dat de
schrijver vau het betoog iu sprake, niet
altijd juist onderscheidt en daardoor ook
onjuist coucludeert. Op zich zelf is het nog
volstrekt geen teeken van gemis aan Broe
derschap, dat er tariefrechten worden ge
heven. Alleen reeds als middel om de in
komsten van een land te stijven, verdienen
de tolrechten alle aanbeveling. Wanneer
zij daarenboven kuunen strekken tot be
scherming der nijverheid zijn ze nog mesr
te verdedigen.
Kunnen wij iu dat eene punt niet in
stemmen in de redeueering van den schrij
ver, in andere opzichten (wij herhalen het)
bezit hij ouze volkomene sympathie. Vooral
met betrekking tot de vervolging der vreem
delingen, juicheu wij ziju betoog ten volle
toe. De vrijheidshelden koesteren omtrent
de gastvrijheid al zeer vreemde denkbeel
den. Of hebben wij het niet beleefd iu ons
eigen vaderlaud, dat door een liberaal or
gaan iu afkeurenden zin werd gesproken
over het verblijf op onzen vrijen Neder-
laudscben bodem van een hooggeacht Pre
laat, die door de Dnitsche rechters, krach
tens de elleudige Meiwetteu, gewrochten
der duisternis, was veroordeeld?
Voor Domela Nieuwenhuis wordt persoon
lijk door de liberalen gratie gevraagd, hoe
wel hij al de bestaande instellingen, zelfs
het koningschap daarin begrepen, aantastte
en het persoonlijk eigendomsrecht bestreed.
Maar een man, die zijn leven aan den
Godsdienst wijdde, die voor het behoud dei-
wetten en instellingen, welke de samenle
ving op hechten grondslag doen rusten,
door woord en daad pleitte, en aan wieu
geen andere misdaad kon verweten wordeu,
dan, dat hij in de hoogste levensvragen
voor den godsdienstigen mensch, zijne Gees-
zien", zeiden zij, „doch hier op aarde niet meer";
zij wezen ten Hemel. Zij mochten het doen;
want zij stierven voor God.
De voltrekkers der volkswraak sleepten de onge-
lukkigeu door de stille straten. Zij sloegen den weg
in naar de haven. Het grootste zwijgen was hen
opgelegd. Men vreesdo medelijden, mogelijk wel
angst op te wekken. Het getal offers was zoo groot!
Men nadert de Loire. Een vaartuig ligt er
gereed. Eeuige Priesters, die niet begrepen,
wat met hen gebeuren moest, vroegen: //Waar
heen verbant gij ons? Naar Spanje? Naar Cayenne!"
Een grimmig gelach of wreede spotternijen was
het eenige antwoord op deze vragen.
De ongeduldige beulen stooten, slaar. en mis-
haudelen diegenen, welke aarzelen het nood
lottig schip te betreden. Nadat allen ingescheept
zijn, vaart men tot in 'c midden van den stroom.
De meeste gevangenen zijn in eene kamer opge
sloten; eenigen staan op het dek. Ouder deze
laatsten bevindt zich ook de Pastoor van 3t
Lyphar, alsmede de oude kloosterling.
De nacht was schoon en helder; de sterren
flikkerden aan den hemel; zachtjes glij 11 de boot
over de golven, als voer men naar een feest
Plotseling dondert er eene vreeselijk stem, die
telijke Overheid meer dan de aardsehe
macht gehoorzaam was, moest op dezen
bodem niet geherbergd worden.
Dat protest lichtte wel de Broederschap,
zooals de revolutie die predikt, droevig
schitterend toe!
De ware Broederschap trouwens kan
alleen worden begrepen en geleerd aan den
voet van dat Kruis, waaraan Hij hing, Die
God zijnde, mensch werd, om als mensch
voor de Broederen te leven, te lijden en te
sterven. Hetgeen de wereld, buiten God,
Broederschap heet, is eigenlijk niets anders
dan vermomde vijandschap. De groote om
wenteling,Christus verloochenende, moest wel
de moeder worden van klassenhaat en ras
senhaat.
Ook van die beide kwalen is de mensch
heid alleen te genezen in dat Bethesda,
met zijn meer dan vijf zalen, waarin de
Heer, als de hemelsche zieleuarts, niet op
houdt te verschijnen.
Z. D. H. Mgr. Kopp heeft nu uit Rome
het officiëel bericht ontvangen, dat hij be
noemd is tot Prins-Bisscliop van Breslau.
Uit geloofwaardige bron wil de Kreuz-
zeitung weten, dat de Duitsche natie zich
reeds tot een bedrag van 80 millioen van
Russische effecten ontdaan heeft en die aan
het buitenland heeft afgegeven. Onder
buitenlandmoet iu dit geval blijkbaar
het Russische Ministerie vau financiën wor
deu verstaan, dat, het dreigend gevaar be
seffende, den eersten stoot op Rusiauds
kredietwaardigheid zocht af te weren, daar
het over Londen en Amsterdam voor de
genoemde som opkocht en zich daardoor
in een toestand plaatste, waarin het niet
lang blijven kan, want geen Staat wordt
zoozeer door een staatsbankroet bedreigd
dau Rusland.
Het artikel van de Kreuzzeitung onder
scheidt zich door eene ongewone scherpte.
Door de Norddeutsche wordt, iu verband
tot de houding der Franschen tegenover
de Duitschers de verwachting uitgedrukt,
dat het aantal Duitschers, dat enkel voor
genot Frankrijk bezoekt, nu al wat Duitsch
is daar wordt bespot en mishandeld, steeds
geriuger zal wordeu.
Naar men verzekert, zou er ernstig quaes-
tie wezen bij de Rijksbank, of zij voortaan
wel Russische Staatspapieren iu beleeuiug
zou nemen.
Te Berlijn zijn Zaterdag een zevental
personen iu hechtenis genomen, het ge
heime comité der sociaal-democraten vor
mende.
Aan den Deenschen Kapiteiu Sarauw,
die voor eenige jaren door het Reichsge-
riclit te Leipzig wegens hoogverraad tot
12 jaren tuchthuisstraf werd veroordeeld,
is nu, door een kabinetsorder des Keizers,
volkomen kwijtschelding van straf verleend.
Hij is alreeds in vrijheid gesteld.
In het Rijksland zijn weder onderschei-
beveelt: „Burgers bevrijdt de Republiek van
hare vijanden!"
Op dit bevel storieu zich de beulen, die sche
nen te rusten, op de ongelukkige Priesters, ont-
kleeden hen, binden lien twee aan elkander en
stooten hen door eene klep van het schip in
den stroom
De Pastoor van St. Lyphar en de grijsaard,
die men samen gebonden had, werden van liet
verdek geworpen. Beiden riepen onder den val:
Barmhartige God, ontferm u onzer, neem ons
beide op in den Hemel!"
Uit gebed mengde zich tusschen het smeekeu,
het jammeren en het geschreeuw, dat bij het
vaartuig werd gehoord; het gekerm was vreeselijk.
De ongelukkigen werden door de golven naar
links en rechts geslingerd en matten zich, zon
der ds geringste hoop op redding, in 't water
af. De uitvoerders stieten de offers, die zich
aan de boot wilden vastklampen, met stangen
terug. Te midden van dit onbeschrijfelijk rumoer
liet de strik na, waarmede de Abt Landau en de
kloosterling waren verbonden. De Abt was een
krachtig man en kon zwemmen. Met zijne hulp
hield zich de grijsaard boven water. Een tijd
lang koesterden zij de hoop, zich te redden. Doch
dene personen wegens van Frauschgeziud-
heid getuigende stoutigheden tot verschil
lende straffen veroordeeld. Te Muhlhausen
kreeg een werkman 6 maanden omdat hij
voor de woning des Burgemeesters de Mar
seillaise gezongen en Gambetta en Garibaldi
(beide reeds ter ziele) had laten «leven
Zeven maanden kostte aan een ander werk
man de kreet: »Leve Frankrijk, weg met
Pruisenbesloten met het zingen van de
Marseillaise, en zoo nog een aantal anderen.
Een en twee jaren gevangenis kregen twee
personeu, die soldaten tot desertie hadden
verleid.
De National Zeitung bericht, dat door
de Berlijusche politie de leden van het cen
traal comité der socialisten, die de hoofd
leiding van de geheime organisatie der
socialisten vormden, zjjn gevangen ge
nomen.
Te Berlijn is thans ook een Siameesch
Gezantschap gevestigd. De Gezant Dewa-
wongse Rajabholokandh is met zijn geheele
personeel aldaar aangekomen.
Sir Drummond Wolff, van den Sul
tan maar niet kunnende vernemen of hij
de overeenkomst met Engeland betreffende
Egypte nu wil goedkeuren ja of neen, heeft
nujl. Zaterdag zijne koffers gepakt en Con-
stantinopel verlaten.
Wolff's buitengewone zending betreffen
de de Egyptische zakenwelke deze on
bevredigende uitkomst opleverde, heeft
ongeveer 2 jaren geduurd, en aandeBrit-
sclie schatkist omstreeks een millioen pond
sterling gekost.
De tegenstanders van het Kabinet Salis
bury hebben gedurig hun stem verheven
tegen deze zending, en steeds beweerd, dat
Engeland's gewone vertegenwoordigers de
zaak even goed of nog beter iu orde kon
den brengen. Er zal in het Parlement dan
ook nog wel wat over voorvallen.
Het Huis der Lords heeft, na eeu debat
vau 4 uur, de Iersche strafwet bij derde
lezing aangenomen.
De Bulgaarsche Sohranja is voor on-
bepaalden tijd door haren Voorzitter Tont-
scheff verdaagd, »omdat Vorst Ferdinand
nog niet aanstonds ter eedsaflegging kan
overkomen en aan den Prins wordt thans
liet voornemen toegeschreven deEuropeesche
Hoveu af te reizen en met name eeu be
zoek te brengen aan St. Petersburg.
Naar 't heet, tracht de Russische Re-
geeriug de Porte terug te houden van het
goedkeuren der candidatuur van den Prins.
Een feit is het, dat de werkeloosheid der
Porte in deze te Sofia een zeer slechten
indruk maakt en oorzaak is dat men weêr
meer dau ooit van de noodzakelijkheid
spreekt, dat Bulgarije zelf handelend op
trede. Mag men den Weener berichtgever
van the Times gelooven, dan is Prins Fer
dinand, wat zijn uiterlijk betreft, aan de
Bulgaarsche heeren (die trouwens door den
kloeken Alexander op dit punt verwend zijn)
niet medegevallen. In plaats van eeu rijzig
en schneidighuzaren-officier zegt de
weldra gevoelde de oude Priester, dat zijne
ledematen verstijfden en riep zijn lotgenoot toe:
„Tracht u van mij los te rukken; ik kan niet
langer meer kampen. Ik houd u maar op. Als
gij alleen zijt, zult gij den anderen oever wel
bereiken. Verlaat mij en red u!"
Terwijl kjj dus sprak, trachtte hij de koord
los te krijgen, die beiden nog aan elkander bond.
Het gelukte hem. De Abt Landau bemerkte het
en zeide: „Broeder, ik verlaat u niet; ik zal
u redden, of wij sterven samen. Klim op mijn
rug. Laten wij den moed uiet verliezen! Moge
lijk bereiken wij den oever of eene visscherschuit.
Laten wij op God vertrouwen: ook Joas heeft
Hij gered."
De grijsaard gehoorzaamde; doch da beulen
hadden, helaas! een der breedste plaatsen der
Loire tot hunne helsche uitvoering gekozen. De
oevers lagen ver van elkauder verwijderd, en
de krachten van den Abt begonnen te ver
zwakken: beiden zouden weldra in de diepte zin
ken. De kloosterling zag het en draalde niet
langer. Hij neeg zich tot liet oor van hem, die
hem redden wilde en fluisterde „Vaarwel,"
gleed af en werd door den stroom medegesleep t.
Wordt vervolgd).