NIEUWE 1129. Zondag 24 Juli 1887. 12de Jaargang. Een heilvolle arbeid. BUITENLAND. U— De Pastoor van St. Lyphar. HliRLMSfHI C01IR4MT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland ir. p. p. Voor het Buitenland Ms imderljjke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. 1 0,8b 1,50 0,06 MNTLENDJUr AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regels .30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPEH8 i I.AUEET Met hartroerende woorden schetst de groote Apostel in zijn tweeden brief aan de Corinthiërs de moeilijkheid, de nood en de gevaren van zijn hoogverheven ambt. Ik heb, zoo schrijft bij, meer moeite dan anderen verdragen, gevangenschap en mis handelingen ondergaan en in doodsgevaar verkeerd. Ik werd door de Joden geslagen en gesteenigd en niet minder dan drie maai heb ik schipbreuk geleden. Geroepen om de leer van Christus voor heidenen en Koningen te verkondigen verrichtte de Apostel zijn grootscheu Missie-arbeid in Syrië en Palestina, in Klein-Azië en Grie kenland en bezegelde eindelijk zijn Apos tolaat met den marteldood te Rome in het jaar 67 na Christus. Naar het voorbeeld van dien grooten Apostel heeft ook de Katholieke Kerk van den aanvang barer stichting af, het als hare voornaamste roeping beschouwd, aan alle, ook aan de wildste en meest verwij derde volken het Evangelie te verkondigen en de onafgebroken vervulling van dit ver heven ambt is een der schoonste parelen aan hare kroon. Voornamelijk de Pausen ontfermden zich over het lot der arme, verlaten heidèuen en zonden hun tallooze Missionarissen, die hen beschaving, zedeleer en wetenschap brachten en hen deelachtig maakten aan de genaden des Geloofs. »Gaat, en leert alle volken,sprak de Heiland bij zijn scheiden tot de Apostelen en de Paus is diensvolgens de executeur-testamentair van deze laatste beteekenisvolle woorden des Heeren. »Het is te allen tijde het recht en de plicht geweest der Katholieke Kerk,* aldus schreef in het jaar 1875 de onverschrok ken Bisschop Dupanloup in zijn brief aan den Italiaanschen Minister Minghetti, »de barbaarsch6 volken, die de meest verwij derde streken van den aardbol bewonen, het christeljjke Geloof en de christelijke beschaving te breugeu. Zoo heelt zij het licht des Evangelies tot de einden der aarde gedragen en daardoor tegelijkertijd voor alle natiën relaties aangeknoopt, die in het belang van de welvaart, van het aan zien en van de politiek der volken van groote waarde zijn. Zeker, het werk is even moei lijk als schoon. Wij, de oude natiën van het Westen, genieten de weldaden van het Christendom met minachting, vol ondank of hoogmoedige onverschilligheid; en toch wat zouden we zijn zonder het Evangelie? En hoe staat het geschapen met die vol ken, welke nog niet door dit alles bezie lende en alles verheffende licht worden beschenen? Als men de wereldkaart voor zich heeft en met aandacht beschouwt, dan moet men met leedwezen erkennen, dat nog zoovele kolossale landstreken niet door de zon van het Geloof worden beschenen. Hoe veel millioeneu menschen wandelen nog heden, nadat het Christendom bijna ne gentien eeuwen heeft bestaan, in de scha duwen der dwaling en der afgoderij! En hoe ver is het met de meuschheid in die rampzalige gewesten gekomen! Wij willen hier geenszins spreken van die ontaarde F EU ILL E TO N. 2) Vervolg.) Toen (le Abt alleen was, werd hij moedeloos; de gedachte om den grijsaard van den dood te ontrukken bad zijn moed ondersteund; eene edele gedachte heeft vele kracht. Toen hij zich echter geheel alleen zag, midden in den nacht op de golven, vroeg hij zich af, of hij nog langer kam pen zon. Was dit wel de moeite waard? Wat zou hij vinden, wanneer bij den oever bereikte? Hoevele nieuwe gevaren! Had hij niet lang ge noeg in de ketenen gezucht? Was de marteldood niet beter dan het leven ir. de gevangeuis? Deze treurige gedachten hielden den Priester bezig, terwijl de golven hem steeds verder voer den. Nu drong door de akelige duisternis het ge- stammen van Afrika en Australië, die nau welijks den naam van menschen verdienen. Wij denkeu hier aan de oude volken van het Oosten, aan de nog niet christelijke natiën van Azië, aan de aanhangers van Buddha en Mahomed. Welk een ontzettende moreele ellende ontmoeten we daar! Welk een diepe afgrond van bederf en gruwelijke wildheid of van slaafsche ellende en on wetendheid' Als er dus een wonderbaar, in den hoogsten zin beschavend werk be staat, dan moeten het zonder twijfel de Missiën zijn, en het is de onvergankelijke roem der Katholieke Kerk, dat zij niet op houdt, met onvermoeiden ijver op dat ge bied van hare roeping te arbeiden en in haren schoot aan duizenden Apostelen het aanzijn te schenken. Waar vindt men ze heden niet? Zoo wel in het heetste als in het koudste klimaat. Welke moeite, geva ren, of wijze van sterven schrikken hen af? Overal, waar onze reizigers, onze kooplie den of consuls landen, zijn de Missiona rissen hen voorgegaan en hebben den weg bereid. Meer dan tweehonderd diocezeu werden in de heideusche landen gesticht. Frankrijk o. a. heeft vijftienhonderd Missio narissen, die, zonder van de heldhaftige Lief dezusters te spreken, tegenwoordig aan de verspreiding van bet Christendom arbeiden. Wjj vinden de Europeesche Missionarissen in Schotland en Zweden, in de Douau- lauden en Turkije. Wij vinden ze in gansch Azië, te Jeruzalem, te Damascus, in An- tiochië, inBeyroedt en in Klein-Azië, in Per- zië, China, Gochiu-China, Tonkin, in Iudië, Japan en in Australië. Ginds wordt aan de zwarte wilden van Guinea, Iudië en Australië en hoe die verre gewesten mo gen heeten, het Evangelie verkondigd. In Afrika arbeiden katholieke Missionuarissen in Algiers, Tunis, Tripoli, Suez, aan gene zijde der Sahara, in Abyssiuië, aan den Zambezi, aan den Senegal, in het uitge strekte Nigritië, waar vjjftig millioen arme negers het oogeublik verbeiden, dat ook zij menscheu en Christenen zullen worden, evenzoo aan de Kaap de Goede Hoop en op Madagascar. Gelijk de katholieke Missionnarisseu met doodsverachting en verbazenden moed tot de negers van Afrika doordringen, evenzoo arbeiden hunne broeders aan de uitbreiding van het Christendom in Amerika. Men vindt ze te New-York zoowel als in Ca nada, in de landen van Arkansas en aan de Iludsousbaai, zoowel als in Texas, op de Antillen en in Guyana. Wie zal het aantal strijders tellen van dit over de gan- sche aarde verbreide en toch slechts een doel nastrevend groote leger van het katho lieke Apostolaat? Opdat echter aan dit Missie-leger, dat door de aanhoudende inspanning en geva ren en door het moordend klimaat van onderscheiden landen en ook door vervol ging dikwijls aan groote verliezen bloot staat, steeds de noodige aanvulling kan verstrekt worden, heeft de Kerk, in éeu laatsten tijd, de zoogenaamde buitenlaudsche Missiehuizen opgericht, instellingen, waar jongelieden voor het heilig Missie-ambt worden opgeleid. Bijna alle Europeesche ruisch van een vaartuig tot hem door, dat de golven doorkliefde. Hij blikte omhoog en op korten afstand ontwaarde hij eene in vollo vaart aankomende schuit, wier zeilen door den wind waren opgezwollen. De schipper had de riemen neergelegd en liet zich door den wind voortdrijven. Des schippers hand rustte op den rand van het vaartuig, terwijl hij den sterrenhemel beschouwde. Mogelijk bad hij. De Priester zwom naar hem toe. Toen hij het vaartuig bereikt, had stak hij den arm boven water uit en legde zijne koude hand op die des onbekenden. Deze verschrikte, boog het hoofd en zag den ongelukkige. //Heb medelijden met mij!" zeide de Pastoor, ,;anders moet ik onder de inspanning bezwijken." „Houd u aan de boot vast," sprak de schip per met zwakke stem; ik heb twee passsgiers aan boord, die ik niet ken. En gij, zijt gij niet een Priester? „Ja," antwoordde de bedienaar des altaars. natiën hebben zulk eeu buitenlandseh se minarie, Frankrijk en Italië bezitten er zelfs meer. Boven al deze Missiehuizen staat de Propaganda te Rome. Zij kweekt Missiona rissen uit het volk van alle natiën. Nadat zij de noodige studiën hebbeu gedaan en tot Priester zijn gewijd, keeren zij in bun vaderlaud terug en verkondigen onder hun volk bet Evaugelie des heils. Er bestaat iu Europa eene groote mo gendheid, die aan den Missie-arbeid der katholieke Kerk, wellicht zonder het te willen, een hoog te waardeeren hulp ver leent. Het is Engeland, dat bijna drie eeuwen lang de Katholieke Kerk met alle middelen van geweld vervolgde en getracht heeft haar te vernietigen. Engeland is eene wereldmacht bij uitnemendheid. Zijne sche pen bevaren alle zeeën. Met het net zijner machtige en rijke koloniën omspant het alle werelddeelen en men kau van Enge land wel getuigen, dat iu dit uitgestrekte Rijk de zou niet ondergaat. Waar ook de Britsche vlag zich heeft ontplooid, daar kunnen ook de katholieke Missionarissen hun arbeid beginnen en voortzetten. Ter wijl de Duitsche koloniën iu Afrika voor hen gesloten blijven, geeft de Engelsche Regeering hun niet alleen volle vrijheid, maar zij beschermt hen op velerlei wjjzen en maakt daardoor de zoude goed, die Engeland in vroegere eeuwen jegens de Katholieke Kerk heeft bedreven. De geleerde Graaf Montalembert doet ;n zijn klassiek werk Les moines de VOccident de uitspraak: »Geen volk ter wereld heeft de Katholieke Kerk zoo noodig dan het Engelsche, maar ook de Kerk heeft aan Engelands hulp meer behoefte dan aan die vau andere Staten.Zeker, Engeland kan den bescha- venden arbeid der Katholieke Kerk bij de uitbreiding en bevestiging zijner macht niet missen en de Kerk is zeer gebaat met de welwillendheid, die de Engelsche Regeering betoont en die voor de uitbreiding van het katholieke Geloof haar zeer te stade komt. Zoo beleven wij in onze dagen, het merkwaardige schouwspel,dat terzelfder tijd, waarin andere natiën de katholieke Kerk vervolgen, zij niet alleen in het Engelsche moederland eene hooge vlucht neemt en het haar ontroofde terreiu herovert, maar ook in de Engelsche koloniën eene werk- dadigheid ontwikkelt, die aan de dagen van den H. Franciscus, den Apostel van Indië eu Japan herinnert. Het aantal katholieke Bisdommen ouderEngelscben schepter, over treft reeds dat van elke andere natiën en het herstel van de katholieke hiërarchie in Schotland, 't welk door Paus Pius IX be gonnen, door Leo XIII werd voleindigd, is eene schitterende getuigenis vau de enorme uitbreiding der Katholieke Kerk in de on der den schepter van Koningin Victoria vereenigde landen. Maar hoe veel blijft er nog te doen, totdat de gausehe wereld aan het zoete juk vau den Heiland is onderworpen Er is nog veel te ontginnen op de braak lig gende velden van bet heidendom. Dat dan een ieder medewerke om zoo spoedig mo gelijk het gelukkige oogeublik te bereiken, „Als gij mij terugstoot, zal ik even als almijue gezellen moeten sterven." „God beware mij daarvoor?" sprak de brave mau. „Houd u maar vast; ik wil zien, of de passagiers slapen." Daarop ging hij naar den anderen kant van Int schip, en kwam terug met de woorden: „Klim binnen, eu dan zullen wij zien, wat verder te doen is//. De Pastoor haastte zich in het schip te stap pen. De Bretaniër wees hem zich op een deken neder te leggen, verborg hem onder zeildoek en fluisterde hem toe: „Blijf hier en verroer u niet! Als mijne passagiers op de bestemde plaats zijn aangeland, dan zal ik u aan wal zetten en de lieve God wake verder over u!" De Pastoor kon niets anders, dan de hand drukken van den schipper. Innerlijk zegende en loofde hij den Heer, die uil den waterkolk en den vuuroven hen redt, die Hij redden wil. Na eene vaart van eenige uren hield de boot dat alle menschen in den Gekruiste gelooven. De Missiëu in de heideusche landen kosten geld, veel geld. Elke gave, die voor dit doel wordt geschonken is eeu zaadkorreltje, dat men zaait op den grooten akker, eu 't welk door den zegen der Kerk bedauwd, te zijnen tijde voortreffelijke vruchten zal leve ren. Behalve door stoffelijke gaven moeten wij ook door het gebed en door bevordering van Missie-vereeuigingen aan het groote be- keeriügswerk deelnemen. Boven alles moeten we trachten het Rijk van Christus uit te breiden iu eigen kring, iu onze familie en in ons hart, opdat de woorden meer en meer bewaarheid worden, die op de obelisk op het St. Pietersplein geschreven staan; Christus overwint, Christus heerscht, Christus gebiedt.* De universiteits-stad Marburg heeft de zer dagen, bij gelegenheid dat de 1000ste student aan hare hoogeschool ingeschreven werd, een groot feest gevierd. In de Aca demische Monatshefte wordt gevraagd, of er niet veeleer aanleiding had bbstaan om een treurdag te houden, aangezien de over productie van geleerden aan alle Duitsche universiteiten het ontstaan van een we tenschappelijk proletariaat iu de naaste toekomst zeker maakt.» Als eeu nieuw bewijs hiervoor wordt gemeld, dat er aan alle boogescholeu te zamen ruim duizend jon gelieden iu de veeartsenijkunde studeeren, een cijfer dat meer dan het dubbele is van de behoefte. De vooruitzichten van een veearts zijn daarenboven alles behalve schitterend; de meesten verdienen nauwelijks genoeg om te leven, laat staan om iets over te houden voor den ouden dag. Hoezeer de markt overvoerd is, bleek onlangs bij eene op roeping voor de betrekking van directeur vau het slachthuis te Kiel, waaraan een traktement van 3000 mark en vrije woning is verbonden. Niet minder dan 70 gedi plomeerde veeartsen boden zich daarvoor aan. Thans is de tekst hekend geworden van de circulaire, die 's Pausen Staatssecretaris de vorige maand aan de Nuntiussen in het buitenland gezonden heeft en die beschouwd kan wordeu als eene toelichting van de door Leo XIII gehouden allocutie. De Staats secretaris verklaart, dat Z. H. de Paus elk denkbeeld om afstaud te doen van zjju we reldlijk gezag vau de hand wijst, »daar het wereldlijk gezag voor den Heiligen Stoel eene onvermijdelijke voorwaarde is tot vrije uitoefening van zijne apostolische zending.* De circulaire werkt uitvoerig de stelling uit, dat »uoch de gerechtigheid, noch de onafhankelijkheid, noch de waardigheid van den Souverein-Opperpriester ongedeerd kun nen blijven, indien Italië voortgaat met het in bezit houden vau het overschot van het wereldlijk erfgoed.* Uit Victoria, in Britsch Columbia, Op het gevaar van het ontstaan van een weten schappelijk proletariaat hebben wij reeds in het hoofdar tikel van ons nummer van 13 Jan. jl. gewezen. bij 3t. Nazaire stil. De twee vreemden betaal den het reisgeld en stapten aan wal. De visscher verwijderde zich dra van den oever en na eene streek teruggestevend te hebben, zeide hij tot den Priester: „Sta op, eerwgarde heer, thans zijn wij alleen. Hoezeer moet gij geleden hebben! Hier, neem eene teug brandewijn, het zal u weder verwarmen. Deze oude deken kunt gij mede nemen; als ik mijne vrouw zeg, wat ik er mede gedaan heb, zal zij niet boos worden. Want dikwerf zegt zij, als ik des nachts thuis ben; „Jozef, laat ons in onze boot stappen en zien of wij geen ongeluk- kigen vinden, die gered kunnen worden.// Als ik dit hoor, dan geloof ik, dat het haar door den goeden God ingegeven is en ik voldoe volgaarne aan haar verlangen Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1887 | | pagina 1