N I E U W E
buitenland"
No. 1135.
Zondag 14 Augustus 1887»
12de Jaargang.
Wenken.
li 1 N N E N L A N 1).
2)
De Pleegzoon.
itiiRLEMSOHE COMMT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemt
Voor de overige plaatsen in Nederland ir. p. p.
Voor het Buitenland
Afsjnderlgke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
0.85
1,-
1,50
0,06
MNHLENDRj f
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
30 Cents.
AGITE MA NON AGITATE.
Van 16 regels
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentien worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag-
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÜPPERS LAUREY.
i.
De eerste lezing, zooals men zich in de
parlementaire taal gewoon is uit te druk
ken, der Grondwetsvoorstellen is afgeloopen.
Over de verkregen uitkomsten, als richt
snoer over de houding onzer geestver
wanten in de beide Kamers, zullen wij geen
oordeel uitspreken. Wij willen, waar blijk
baar de meeningen onzer politieke vrien
den over dat gewichtig punt verschilleu,
geen partij te kiezen in dien zin, dat wij
een bepaald advies zouden willen doen hoo-
ren. Onze taak meer bescheiden opvattende
zullen wij uit de gevoerde beraadslagingen
een paar wenken afleiden, welke haar nut
kunnen hebben bij de beantwoording der
vraag: wat nu?
Eu dan komen wij in de eerste plaats
tot de uitbreiding van het kiesrecht. Daar
aan wordt, ook in de Eerste Kamer, ont
zettend veel waarde gehecht. Ook wij willen
niet ontkennen, dat de rechtvaardigheid
gebiedt, dat er meerdere kiezers dan thans
tot de stembus worden geroepen. Toch ligt
er in hetgeen wjj dezer dagen weder in den
laude aanschouwden, eene aanwijzing in dit
opzicht.
De kiezers voor de Gemeenteraden moes
ten allerwege van hunne opvatting doen
blijken over de wijze, waarop de aftredende
leden 1/3 van het college) hun mandaat
hadden vervuld. Behalve nu in enkele plaat
sen, waar groote levendigheid heerschte,
werd de periodieke aftreding feitelijk als
eene formaliteit beschouwd. De aftredende
heereu werden herkozen, terwijl aan dat
verkieziugswerk in verreweg de overgroote
meerderheid der Gemeenten een betrekke
lijk zeer klein deel der heereu bevoegden
deelnam.
Dat verschijnsel moet wel tot nadenken
stemmen. Men vergeet daarbij niet, dat, het
is treurig toch waar, de verkiezing voor de
Gemeenteraden meer belangstelling inboe
zemen, dan die voor de Proviuciale Staten
of de Tweede Kamer. Zeer vele persoonlijke
consideratiëu mengen zich in den stem
busstrijd voor den Raad. In de kleine Ge
meenten kan soms een familie-geschil, waarin
vele personen betrokken zijn, aanleiding
geven tot het omzetten van de vertegen
woordiging van het dorp. Voorbeelden heb
ben wjj niet aan te halen, ieder, die op het
platteland bekend is, weet, dat wij gelijk
hebben. Al vormen de steden een grooter
strijd veld, toch werken daar soms afkeu
renswaardige beweegredenen mede tot het
doen ontstaan vau een heftigen strijd bij de
stemming voor den Gemeenteraad.
Door al die oorzaken bestaat er werke
lijk om de twee jaren eeuige animo bij de
Raads-stembus. Worden de kiezers opge
roepen om te stemmen voor de Gewestelijke
Staten, dan moet men hemel en aarde be
wegen om eenige honderden in 't geweer
te brengen. De politieke beteekenis der
F E UIL L E TO E.
Vervolg.)
Steeds lag zij nog in bezwijming toen de koot
landde. Kl«as Rijswijk nam haar op zijne sterke
armen en droeg haar naar zijne woning alwaar
zijne vrouw reeds een warm vertrek en warme
doeken gerred had liggen, bijgeval de manschap
pen iemand uit de schipbreuk hadden gered.
De zorgzame huisvrouw stond aan de vreemde
linge haar bed af, legde warme kruiken tegen
hare voeten en wreef haar de koude ledematen
terwijl haar man met dezelfde teederhrid het
weenende kind op den schoot en de kleine
bloedroode koude voetjes voor de warme kachel
hield. Weldra had de kleine opgehouden met schrei
en en liefkoosde hij met zijne mollige handjes het
gelaat van zijn edelen redder.
De vrouw was nog steeds bewegingloos in het
bed; zij lag met gesloten oogen en elke minuut
werden hare lippen bleeker en haar adem zwak
ker en zwakker. De geneesheer in het dorp
werd geroepen, elk middel aangewend, doch te
vergeefs. Slechts om het in het leven te mogen
Staten wordt door maar weinigen gevat.
Ten platten lande verleent men allicht een
burgemeester of notaris het mandaat, zon
der te vragen of hij wel de staatkundige
zienswijze van de bevolking uitdrukt. Het
is zoo'u goeieu, jovialeu man, hij is zoo
gemakkelijk voor ieder te spreken, dat hij
wel verdient om in de Staten zitting te
nemen,* zegt men. Eu dan kan men praten
als Brugman, men kan tegenover persoon
lijke consideratiëu, beginselen stellen, doch
dat alles zal niets baten. De heer A. of B.
die beste kerelwordt gekozen.
Natuurlijk gaat het iets beter toe bij de
verkiezingen voor de Tweede Kamer. Tocli
staat men telkens zeer verstomd over het
cijfer van hen, die afwezig bleven. Het
hooge gewicht, dat aan het zenden naar
's lauds Raadzaal is verbonden, wordt vol
strekt niet door de massa van kiezers be
grepen. Naar waarheid voorgesteld, is het
publieke leven te onzent lauw en flauw.
Op dien grond wenscheu vele verandering.
Reeds constateerden wij, dat wij eeuige
uitbreiding van het kiezerskorps hadden
verlangd. Kau men evenwel uit het scheppen
van honderd-duizenden kiezers iets goeds
voor het vaderland in 't algemeen, voor de
beginselen, voor welke wij strijden, in 't bi
zonder verwachten?
Verstaan wij iets van de toestanden des
tijds, dan zouden wij op die vraag niet
een zeer gunstig antwooid durven geven.
Niet zonder zorg zien wij de werking van
het nieuwe kiesstelsel te gemoet.
De nieuwe kiezers vormen eene onbe
kende grootheid, die wel eens, als zij zal
ophouden eene X te zijn, geducht zal kun
nen tegenvallen. Zonder overdrijving mag
gezegd worden, dat zekere afkeer van de
stembus, een trek is van het nationaal
karakter.
Dat is niet enkel bij ons te lande zoo,
maar overal. De meest bezadigdeu komen
niet dan noode ter stembus. Door die te-
rughoudiug van de kalmsten, hebben de
rumoerigsten de beste kansen om te slagen.
Nu zal men in 't vervolg vreemde din
gen kunnen zien gebeuren öf de stembus
onverschilligheid der nobelsten zal wijken
en dan is het land behouden, öf dat ont-
boudiugssysteem verandert niet, en dan gaan
wij te gronde, want de verderfelijke ele
menten, welke in de samenleving woeden
en woelen, zullen weer deelnemen aan den
strijd.
Tegenover de mogelijkheid, dat men er
niet in slagen zal om de bezadigsten te
winnen voor het prijsgeven van hnn ver
derfelijk stelsel van nietsdoen, worden wij
met angst vervuld, als wij deuken aan den
grooten omkeer, die op stembusgebied zal
plaats grijpen.
Vrees niet (hooren wij ons toeroepen),
want ook in 1848 ontbrak het niet aan
pessimisten, die allerlei kwaad van de ver
kiezingen duchtten en toch zijn al die be
nauwde voorstellingen te schande gemaakt.*
behouden, dat van het. hare afhing, had zij tot
hiertoe moed, kracht en volharding boven hare
krachten beproefd; doch nu beiden gered waren,
kwam ook weder de terugwerking, en het was
wel te voorzien, dat het leven spoedig zou heen-
vlieden. Eenmaal sloeg zij de oogen open en
staarde als wild het vertrek rond. tot zij ein
delijk het kind zag, dat in de armen van den
smid rustig was ingesluimerd. Geheel uitgeput,
met den dood op de lippen, drukte zij den ouden
man de hand, fluisterde zachtjens den naam
„Louis" en enkele oogen blikken daarna, was
iiare ziel naar God teruggekeerd, uit Wiens
handen zij haar had ontvangen.
Zij werd begraven op den stillen doodsakker,
die reeds voor jaren door de Noordzee was aan
gespoeld.
Van alle plaatsen kwamen er menschen, die
over het vergane schip narichten trachtten in te
winnen, doch er was niemand, die iets kon zeg
gen van de arme boerenvrouw uit Normandië
en den blonden kleinen knaap, dien zij in het
huisje van den smid had nagelaten. Klaas was
niet ongenegen, het kind bij zich te houden,
en zijne vrouw verzorgde den kleine en beminde
hem niet alleen, maar had hem destemeer lief,
omdat hij haar aan hare eigene kinderen her-
Die taal doet onze vrees niet wijken. De
toestanden zijn toch sedert 1848 niet wei
nig veranderd. Het ongeloof nam ontzet
tend toe en de onzalige gevoelens van het
liberalisme vinden telkeus me9r aanhangers.
Wijlen Mr. Tborbecke, toen de leider der
vrijzinnigen, zou nu eeu bekrompen be-
houdsman worden geheeteu.
Eerst dan zouden wij ons met het nieuwe
kiesstelsel kunnen verzoenen, als wij moch
ten gelooven, dat de overtuiging in 't hart
van alle geloovige kiezers werd geboren
of versterkt, dat het verwaarloozen van
de kiezersplicht eene schuld vormt tegen
over God en het geweten. God wil, dat
wij getrouw zijn in alles, in 't groot en
klein.
De regeling van het kiesrecht en zelfs
het voorloopig kiesreglement, uoemeu wij
daarom, van ons standpunt, heete hangijzers.
(Slot volgt).
Eergisteren is te Fulda de conferentie
der Pruisische Bisschoppeu geopend. Het
voorzitterschap is opgedragen aan den Aarts
bisschop van Keulen. De Bisschop van Pa-
derborn laat er zich wegens zijn hoogen
leeftijd vertegenwoordigen door den Dom-
capitularis Dr. Schulte. De Wijbisschop
Dr. Gleicb,[heeft er zitting voor het vacante
Bisdom vau Breslau, en de Aartsbisschop
van Freiburg voor de gemeenten in Hohen-
zollern.
Naar men verzekert, is Hertog Adolf vau
Nassau reeds sedert lang er zeker van, dat
de Mogendheden zijne erfelijke aanspraken
op Luxemburg zullen erkennen. Misschien
zal hij, als 't tijdstip daar is 't welk
nog in geen jaren moge aanbreken!waarop
hij tot den Troon wordt geroepen, de Kroon
overdragen aan zijn zoon.
In de Kreuzzeitung wordt bij vernieuwiug
aangedrongen op de verhooging der graan
rechten. De Regeeriug heeft, volgens ge
noemd blad, reeds veel te lang getoefd, en
daardoor aan de speculanten te veel tijd
gelaten. De schrijver in het strengconser-
vatieve orgaan beweert, dat de schuld van
die vertraging geheel komt ten laste van
de naiionaal-hberale partij, welke verklaar
de, dat zij het voorstellen, van conserva
tieve zijde, eener nieuwe Graanwet, zou be
antwoorden met eene verwerping der Bran-
dewijuwet. De Duitsche landbouwer weet
dus nu wat hij van de natiouaal-liberale
richting te denken heeft.
De Moniteur de Rome logenstraft het
bericht, dat Z.H. dePaus eene eommissieheeft
benoemd om de quaestie van de deelneming
der Katholieken van Italië aan de politieke
verkiezingen te onderzoeken.
De luitenauts der gendarmerie in de
Servische steden Posharewtz en Pizot zijn
in hechtenis genomen, onder verdenking
van medeplichtigheid aan verscheidene
moordaanslagen, welke in die steden sedert
innerde, welke zij vóór twintig jaren eveuzoo ver
zorgd en gekoesterd had en die de goede God
allen, uitgenomen één zoon, weder tot zich
had genomen. De kleine vreemdeling wies op
tot eeu frlsschen, blozenden knaap; hij was de
lieveling van allen; men noemde hem Louis,
omdat het de naam was, die zijne stervende
moeder nog had uilgesproken.
Toeu Louis oud genoeg was en begrip kreeg
van hetgeen men hem vertelde, verhaalde men
hem ook sens de geschiedenis van het gestrande
sehip en toonde hem op het kerkhof den groenen
grasheuvel, waaronder zijne moeder begraven
ligt. Met groote oogen zag het kind dan die
begraafplaats aan doch weende geene tranen; het
knelde zich vaster aan den boezem van hen, die
nu zijn tweede vader en moeder waren gewor
den. Toen hij echter tot meer gevorderden
leeftijd kwam, werd hij nieuwsgierigor, om meer
zekerheid omtrent zijne afkomst te vernemen.
De vrouw van den smid had zorgvuldig de klee
deren en de sieraden der boerin bewaard, even
zoo het kleine gebedenboek, dat zij bij zich
droeg en dat in de Eransche taal geschreven
was. En hierop had Louis al zijne aandacht
gevestigd. Op het eerste blad stond met sierlijke
letters, die half door het zeewater waren uitge-
het optreden van het nieuwe Servische
Ministerie hebben plaats gehad. Men spreekt
van een veertigtal personen, die verdwenen
zouden zijn.
De Standard verneemt uit Pest, dat
er te Turn-Severin een aantal Russen en
Bulgaren in hechtenis genomen zijn, onder
beschuldiging vau deelneming aan samen
zwering tegen de Bulgaarsche Regeering.
Aan hetzelfde blad wordt uit Oonstan-
tiuopel gemeld, dat de Porte het voornemen
om aan de mogendheden een rondschrijven
over Bulgarije te richten, heeft laten varen.
Het Journal de St. Petersbourg zegt, naar
aanleiding van het vertrek van deu Prins
Van Coburg, dat Rusland zijne meening
omtrent de onwettigheid vau de keuze der
Sobranje niet wijzigen kan, terwijl de mo
gendheden en de Porte het besluit van den
Prins, wegens die onwettigheid, ook niet
zouden kunnen billijken. Het Journal ziet
in 's Prinsen vertrek een bedroevend inci
dent, meer meent, dat de verdere ontwik
keling der gebeurtenissen moet afgewacht
worden.
De JVowaje Wremja is van meening, dat
de Prins niet laog in Bulgarije zal kunnen
blijven. De Grasdanin acht het hoogst ge-
wenacht, dat Rusland zich outhoude van
eiken stap ten voor- of ten uadeele van
den Prins Van Coburg.
De Wiener Medic. Wochenschrift deelt
mede, dat de hoogleeraren der Russische
universiteit te Dorpat allen hun ontslag
hebben gevraagd, in antwoord op het Kei
zerlijk bevel om in het vervolg hunne col
leges in de Russische taal te geven. Mits
dien is de invoering van den bedoelden
maatregel thans 3 jaren verdaagd.
Nu de cholera te Napels verschenen
is, heeft de Prefect alle feesten en optoch
ten op den openbaren weg in de geheele
Provincie Napels verboden.
De lijd bespreekt de particuliere spaarbanken
ett is hrt geheel eens mat het betoog van mr.
A. KerJijk, in het S. W., dat een gedeelte
van het reservefonds nimmer aan anderen dau
aan de inleggers mag ten goede komen; slechts
wenscht hij dit nog strenger door te voeren.
Wilde mr. Kerdijk met bedoelde gelden volks
bibliotheken, onderwijs-inrichtingeD, die eene
leemte aanvullen in de opleiding der kinderen
uit de lagere volksklassen, in het leven roepen,
gronden koopeu om dio tegen geringen prijs in
kleine perceeltjes als moestuintjes te verpachten
aan werkmauegezinne», arbeiderswoningen bouwen
en er de kosten van wedstrijden tusschen hand-
werkslitden uit bestrijden, kinderspeeltuinen in
richten, enz., De Tijd meent, dat ook zij,
die geen eeut aan de spaarbank van het Nut
hebben toevertrouwd, even gotd gebruik kunnen
maken van die moes- en speeltuiutjes, van die
volksbibliotheek enz. als de inleggers. Dit acht
het blad niet billijk.
De besten ouder de werklieden sparen dan
voor anderen, die wellicht uiel gespaard hebben,
omdat zij zorgeloos leefden en hun werkloon
wischt, den naam Jeanne Voutier en daaronder
nog eenige woorden in het Fransch, die niemand
kon verstaan.
Jaren verliepen en Louis hielp mede in de
smidse, doch vergezelde ook nog wel eens Ro
land, den eenig overgebleven zoon van Klaas,
een jorgmensch van twintig jaren, wanneer
deze vertrok om met andereu ter haringvangst
te gaan. Zulke kleine zeereisjes waren deu knaap
hoogst welkom; och, hoe gaarne zou hij nog ver
der gestevend hebben, steeds verder, tot aan de
witte kusten van Frankrijk; zouden daar nog
menschen wonen, met wie hij verwant was? Doch
aan de twee oude lui in de smidse stond een
groot onheil te wachten. Op een uacht ontstond
er een vreeselijk onweer, zooals er nog geen
gewoed had, sedert die dagen, dat het Frausche
postschip was vergaan. Op de dijken klampten
de beangstigde vrouwen zich aan elkander vast
en sperden hare oogen open, of zij in de dui
sternis geen der booten ontwaren; 's morgeus
was het zoo mooi weer geweest, dat vele man
nen het ruime sop kozen, onder welke Roland,
de zoon vau den smid.
Wordt vervolgd).