N I E IT W E m. 1147. Zoodag 25 September 1887. 12de Jaargang. Eenc gewichtige getuigenis en hare moraal. BlIiTKNL AND. BINNENLAND. i. De Vaticaansclie Tentoonstelling. miimii roiiRiiT. A.BOIÏIÏEMBNTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlemt Foor de overige plaatsen in Nederlaud tr. p. p. Voor het Buitenland Afz }nderl jjke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B XT RE A IT: St. Janstraat Haarlem. 0.85 1,- 1,50 0,06 XIENDaA AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVERTENTIÊBT Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag- avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: RÜPPIES LAUKEY. Meermalen riepen wij de aandacht onzer lezers in voor de overweging van de ge welddadige veranderingen, welke in de groepeering der Staten van ons werelddeel plaats grepen. Alle vastigheid (zoo conclu deerden wij) ontbreekt. De tuimelgeest der volken, gesteund, direct of indirect, door het egoïsme der mogendheden, bracht groote omkeeringen te weeg, terwijl de groote Staten zeiven, hoewel geroepen tot het be- wakeu der eenmaal, langs wettigen weg in het leven geroepen jgrenzen, zich zelveu, op hunue beurt aan Stateuroof hebben schuldig gemaakt. Die verschijnselen hebben wij steeds uit de werking van den revolutie-geest ver klaard. In die overtuiging deelde ook, bij zijn optreden als geleerde, staatkundigeen publicist, de ontslapen Staatsman Mr. Thor becke. Dezer dagen kwam ons toevallig onder de oogen een opstel, hetwelk hij iu 1831 het licht deed zien: »Over de verandering vau het algemeen Stateustelsel van Europa sedert de Fransche omwentelingVan dat werk heeft nooit meer dan het eerste stuk het licht gezien, hetgeen do belangrijk heid van hetgeeu hij schreef, zeker niet ver mindert. Aan het gewichtig »Voorwoord« zijnde volgende zinsneden ontleent: »De Fiansche omwenteling, in een zeke ren zin de algemeenste en grootste, welke de geschiedenis kent, heeft de inwendige gesteltenis, zoowel in Frankrijk, als van de meeste Europeesche Rijken tot in het hart getroffen. Doch de invloed der revolutie be paalt zich daarbij niet. De omwenteling is daarenboven een crisis geworden voor de gezellige verbintenis der Staten van ons werelddeel, een crisis nog lang niet ten einde. »De gezellige verbintenis der Rijken is de wijze waarop zij met en door elkander bestaan. Zij vormen te zamen een lichaam of stelsel, hetwelk rust op de uitwendige betrekking van elke mogendheid, in verband gebracht met de uitwendige betrekkingen van alle overige. De inrichting van deze groote gemeenschap, in welke elke Staat, niet naar zijne afzonderlijke betrekking met dezen of genen Staat, maar uit zijue waarde voor het geheel, wordt beoordeeld, zij het mij vergund, het algemeen stelsel van Europa te no9tneu. Algemeene staatkunde of algemeene diplomatie, is dienovereen komstig de keunis, of, in een bedrijvigen zin, de kunst, welke net gemeeuschappe- F E U ILL E TO N. De geheimzinnige schoenen. 3) Eene Italiaansche legende. Vervolg.) Beppo vervolgde in gedachten verzonken zijn weg; hij begon nu aan zichzelven te twijfelen en sprak; Ben ik het wel? Beppo? Bij den heiligen Crispiju! ik wil er mij nu van overtuigen, of mijne schoenen geen schoenen meer ziju. Na naar alle kanten te hebben rondgekeken, ontdekte hij links van den weg, onder een olijf boom, op honderd pas afstand, een kleinen jongen, die rustig lag te slapen. Dat kind zal de zaak uitmaken, zeide hij. En regelrecht op den knaap afgaande, schudde hij hem ruw heen en weer. Hola! kleine kerel! riep Beppo hem toe, tracht mij de waarheid te zeggen, zooals je ze voor je ziet, of ik worg je.Wat heb ik hier in mijn hand, in mijn rechterhand? Esn stok, antwoordde het kind, dat, zoo plotseling uit ziju diepen slaap ontwaakt, groote oogen opzette. Goed. En nu, wat heb ik in mijn lin kerhand? Fazanten. Fazanten herhaalde Beppo, als het spreek woord waarheid bevat, zeggen de kinderen altijd lijk samenstel der Staten tot onderwerp beeft. 7en gevolge der revolutie (wij cursiveereu) is dit gemeenebest in de onderlinge afmeting van zijne deelen en in de wetten zelve van opbouwte eenemale veranderd. In bet werk, waarvan thans het eerste stuk verschijnt, wordt de schets gewaagd van eene verau- dering, die op dit oogeublik meer dan ooit naar vaste vormen zoekt. Ik wensch baar aangemerkt te zien als bijdrage tot de ge schiedenis der grondstellingen, welke de diplomaten door en tegen de omwenteling ontvouwd, hebben geleerd. Zij mogen met de bedoelingen der bandelende personen niet worden verward, zij moeten veeleer uit de natuur en den geheeleu samenhang der gebeurtenissen, in welke die bedoelin gen en feiten elkander wederkeerig beper ken, ondersteunen of wijzigen, worden op gemaakt. »Ilet is evenwel de meeuing niet om de historische verscheidenheid en beweging op te offeren aan een logisch geraamte. Ik tracht de beginselen, welke bij schakeling der bizondere oorzaken en uitkomsten beer- schende zijn geweest, aan te wijzen in het geen geschied is, en haar booldomtiekkeu iu bun licht te plaatsen. Op deze aanduiding van bet doel van het geschrift, volgt dan die van de rich ting, welke er uit spreken zal. »De revolutiegeest (ging der schrijver voort) bleef ook iu de diplomatie zich zelve getrouw. Hij beproeft overal (wij cursivee reu weder) waar hij zich vertoont en overal met hetzelfde gevolg heerschappij uit te oefenen. »Hij wil bezit zonder verwerving, een tegenwoordig aanziju zonder verleden en eene toekomst, die bij stuit in de geboorte. Hij kampte voorbeen tegen hetgeen bestoud; bi) kampt nu tegen de uitvoering zijner eigene theorieën. Hij is de onverzoenlijke vijand van burger en Staat, welke, om mij van Ranke's woorden te bedienen, een ver bond is van recht, niet alleen tusschen de levenden, maar tusschen de levenden, de gestorvenen en ben, die nog moeteu gebo ren worden. Doch van dezen geest onderscheide men de orde van zaken, welke sedert en ouder de revolutie beeft plaats gegrepen. De om wenteling is zelve getreden iu de rij der historische verschijnselen. Zij is in dezen zin een antecedent geworden voor de vol gende leeftijden, aan welks invloed men vergeefs zich poogt te onttrekken. »Op den bodem, dien de omwenteling heeft verwoest, kiemt een nieuw zaad en zien wij den grond liggen tot eene nieuwe samenleving der volken, naar een plan, welks aauvankelijke en gestadige verwe- de waarheid. Ben je er zeker van dat het fazan ten ziju? Volkomen zeker, zei de jongen, ik heb er verscheiden in mijn strik gehad, maar nooit zulke mooie. Wat deukt ge, dat ze waart ziju? Aan de herberg hier dicht bij, zoudt ge er dadelijk zestig lire voor krijgen, maar in Napels, in dezen tijd van het jaar, wel het dubbele. Ge zijt een beste jongen, zei Beppo; ga maar weer slapen, als je nog niet uitgeslapen zijt. Vaarwel. lioera? vervolgde onze schoenmaker bij zichzelven, terwijl hij zijn tocht naar Napels voortzette. Misschien heeft het geluk wel niet voor Tito alleeu ons dorp bezocht; mijne schoenen zullen mij, na hunne gedaanteverwisseling, wel een speenvarkentje opbrengen. Ik zou wel dwaas zijn, als ik liever mijne eigen oogen geloofde dan die van alle andere meuscken, die hetgeen ik daar aan mijn stok heb voor fazanten houden, waar voor ik honderd-twintig lire kan vragen! Op dit oogenblik kwam er een jager, aan, een werkelijke jager, met een jachthond bij zich. Hier, Fido! hier! koest! riep de jager, den houd dwingende aan ziju voeten te komen liggen. Wel vriend vervolgde hij, waar hebt gij die prachtige vogels gevonden? Ik loop van den ochtend af al rond, in de hoop eindelijk eens een schot te kuuneu lossen. Ik kom niet gaarne platzak thuis; wil je me dus die twee fazanten afstaan? Ik bied er je honderd lire voor. zenlijkiug in bet gebeurde ontdekt wordt.* Wijlen Mr. Groen van Prinsterer ge tuigde in 1871 van de geciteerde woorden, dat zii den adelaarsblik en de meesterhand verraadden. Daarop deed Mr. Groen echter deze critische opmerking volgen, welke wij meenen ook niet te mogen achterhouden. Het is te bejammeren,zoo bracht Mr. Groen iu 't midden, »dat dit voortreffelijk geschrift, thans aau zoo menigeen onbe kend is. Doch wie thans, zonder gewaarschuwd te zijn, gissen zou naar den auteur, zou niet op bet denkbeeld gerakeu, dat bet uit de pen van Tkorbecke is gevloeid. Voorzeker zal het, bij de lezing of her lezing, niemand bevreemden, dat ik, te dien tijde, in den academie-vriend, ook een po- litiekeu geestverwant meende te zien. »Zoo was het in 1831. Sedert heb ik bij toeneming, met bijkans iedereen ge dacht, dat Thorbecke zich bij de voor standers der Volkssouvereiniteit bad ge schaard.* Ieder zal toestemmen, dat de woorden van Thorbecke en Groen bij uitnemendheid gewichtig zijn. Iu ons volgend nummer zullen wij ons echter uitsluitend bij Thorbecke bepalen, zijne woorden nemende als de uitdrukking bevattende van waarheid, welke uiteraard waarheid blijft, al week de schrijver later meer iu de richting der revolu tie uit. In de liberale Pruisische bladen wordt met zekere genoegdoening melding gemaakt van het afstand doen door Wurtemberg, Beieren en Baden van hun bizonder be lastingrecht. Do eenheidspartij ziet daarin het voorteekeu van het prijsgeven, door de genoemde Staten, van al de zoogenaamde »reservatrechten.« Daartoe zullen de Zuid- Duitsche Staten echter niet gemakkelijk overgaau. Ook de Beiersche Kamer van Afgevaar digden heeft thans (met 133 tegen 18 stem men) besloten tot landswet te maken de wet, in de jongste zitting van den Duit- schen Rijksdag tot stand gekomen, welke de brandewijn-belasting op nieuwe grond slagen regelt. Zoodra de Fransche Kamer in October weer bijeenkomt, willen de radicalen de Regeering interpelleeren over het bekende manifest van den Graaf van Parijs, 't Ge rucht heeft geloopen dat, wegens het ver schijnen vau dit stuk ook nog de andere in Frankrijk vertoevende Prinsen zouden verbannen worden (wat bij besluit van het Hoofd van het Gemeenebest geschieden kan), Oh! antwoordde Beppo, die evenveel zin had om ziju fazanten over te doen als den vo- rigen avond zijne schoenen. Het wild is in dit jaargetijde zeer zeldzaam, en dit wild vooral. Ik heb daareven juist geweigerd, er tweelion- dtrd lire voor aan te nemen. Tweehonderd lire! misschien hebt ge wijs gedaan, als ge ze naar Napels wilt brengen waar gij er wel het dubbele voor kunt krijgen; maar ik zal mij tegen dien prijs maar vergenoegen met ze te bewonderen. Zij zijn waarlijk prach tig! Het verbaast mij niet, dat mijn bond er dadelijk den neus van had. Hier, Fido, laat die toch niet voor ons ziju, met rust. Dag, vriend, goede reis! Per Bacco! riep Beppo uit, toen de jager buiten het bereik van zijne stem Was, waar houdt die mijnheer mij voor? Hij geeft mij zelfs toe, dat mijne fazanten tweehonderd lire waard zijn en hij had er mij maar de helft van dien prijs voor willen geven! Wat had zijn hond er gauw den neus van! Er valt niet meer aan to twijfe len, het ziju werkelijke fazanten; ik verlang er naar, te Napels te zijn; Goddank, daar is reeds de voorstad; binnen twintig minuten ben ik op de markt. Bij deze woorden verhaastte hij zijn schreden en hield zich niet meer op voor, noch luisterde naar een soldaat er eene waterdrager, die mit bewondering uitriepenHé 1 wat mooie fa zanten! Iu de voorstad aaugekomen, baande Beppo ich met de ellebogen een weg door de menigte, maar tot nu toe werd dit door niets be vestigd. Er zullen te Straatsburg eerlang weder 73 jonge Elzassers tereebt staan, die ge tracht hebben zich aan den dienstplicht te onttrekken, door zich op Fransch grond gebied te begeven. Het dagblad Paris maakt een telegram uit Bucharest openbaar, volgens hetwelk de berichten uit Sofia hoogst ongunstig zijn. Er beerscht iu Bulgarije volslagen regeeriugloosheid; Prins Ferdinand is on machtig zijn gezag te baudhaven. Volgens eene correspondentie in de lemps zijn op Madagascar goudlagen ontdekt. Hierdoor zal in den maatsckappelijkeu toe stand van bet eiland nog al verandering komen door de talrijke avonturiers, die door deze ontdekking daarheen zullen ge trokken worden. Naar aan bet Journal dés Ddbats ge meld wordt, gaat de Secretaris van Prins Ferdinand, de beer Fleiscbmann, Bulgarije verlaten. De Porte heeft eene nota verzonden aau bet Kabiuet van St. Petersburg, be treffende bet Bulgaarsche vraagstuk. Iu dit stuk wordt gezegd dat, niet bet oog op de houding van zekere Europeesche Kabi netten, welke bet aannemen der Russische voorstellen weinig waarschijnlijk maakt, de Porte, ten einde eene mislukking te voor komen, zich verplicht acht eene nieuwe gedachteuwisseliug uit te lokkeu, opdat het gemeenschappelijk overleg leide tot eene zoo danige regeliug als de goedkeuring van alle mogendheden kan verwerven. Naar wij tot ons genoegen vernemen, is de nu gesloten Nederlandsch Vaticaausche-Tentoon- sttllir.g te Amsterdam, door ruim 15000 beta lende personen bezocht. De moeilijlce arbeid, dien de heeren Cuypers, Hellegers, Sterck en de hun behulpzame dames zich getroost hebben, is dus boven alle verwachting goed geslaagd. Voor de opening dezer tentoonstelling vreesden velen, dat zij geene belangstelling zou inboezemen, en daar om slecht bezocht zou worden. Het drukke be zoek van zoovele duizenden belangstellenden, zelfs uit de hoogste klasse der maatschappij, heeft wederom bewezen, dat alles, wat onzen 11. Vader Leo XIII betreft, groote en algemeene belang stelling wekt. Bovengenoemde heeren endedoor hen te hulp geroepene dames, hebben werkelijk den hartelijken dank van het geheele Katholieke Nederland verdiend, voor de uitmuntende wijze, waarop zij de liefde hebben doen uitkomen, die in ons vaderland voor Z. H. Paus LeoXIlI bloeit. Het is niet onopgemerkt gebleven schrfjft De Tijd dat bij het afnemen van het gods dienstig gevoel, de ontevredenheid onder de lagere standen toeneemt en dat de sociaal-democratie die zich daar verdrong, en was eenigszins ver wonderd, dat niemand acht op zijne vogels sloeg. Die arme drommels! dacht hij, misschien weten zij niet eens het onderscheid tusschen een goudlakenschen fazant en eene gans; wij zullen zien, wat zij er op de markt van zeggen. Toen hij een van de nauwe steegjes doorging, die op de Toledostraat uitkwamen, boorde Beppo bet geluid van een tamboerijn en boven zijn hoofd vernam hij een schaterend gelach. Hjj keek naar boven en hij herkende Tito eu Ide- letta, die hem, op het balkon staande, met de hand toewuifden. Kom boven! riep Tito hem toe, hier wordt bruiloft gevierd; volg diou tamboerijn- speler, die juist bier bij ons komt, om ons te lateu dansen. Kom dus boven; dan zullen wij samen een glas wija drinken. Loop heen, oude raaf en valsche kat! antwoordde Beppo; deukt ge, dat men zich te Napels niet anders kan vermaken dan in uw dwaas gezelschap? Zie maar eens, wat ik hier aan mijn stok heb! Hiermede zal ik zoo Btraks in over vloed hebben om te dansen en te drinken, als ik daar zin in mocht krijgen. Wel, mijn waarde Beppo, dat zyn slechts een paar.Het laatste woord van dien zin werd overstemd door het leven, dat de gasten veroorzaakten. Beppo keerde hem den rug toe en begaf zich op weg naar de groote markt. (Slot volgt).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1887 | | pagina 1