.Bijvoegsel behooreiide bij de
NIEUWE
van Zondag 25 September 1887.
De leerschool voor het volk.«
«Onze liberalen hadden altijd beweerd en
beweren nog, dat het hedendaagsch too-
neel de «leerschool des volksis.
Ook hier echter is de ontnuchtering ge
komen.
Dr. Jonckbloet schreef in zijn JS/eder-
landsche Letterkunde, met een blik op de
jongste geschiedenis van ons tooneel: «Er
heeft geen verheffing, geen veredeling van
het tooneel plaats gehad, het schijnt over
het algemeen tot een lager peil gezonken.
De liberale Middelburgsclie Courant be
treurt deze woorden, maar het blad moet
toch ook erkennen, dat de idealen, die men
zich met het oog op het tooneel had ge
schapen, nog zeer verre vau verwezenlijkt
zijn en alleszins het aanzien krijgen, nim
mer verwezenlijkt te zullen worden. De
ervaring heeft gelouterd en men is ten
slotte begonnen, met wat minder hoog zijne
verwachtingen te stellen.
En wat verder luidt het:
«Eu hoe schoon in theorie het moge
klinken om het tooneel eene leerschool voor
het volk te doen zijn en door goede stuk
ken meer en meer in die richting heen te
streven, laat ons niet vergeten dat, zoo
lang men niet het volk de gelegenheid biedt
om zonder kosten den schouwburg te be
zoeken, het daar niet komen zal om ge-
leerd te worden; en het zelfs dan nog zal
wegblijven wanneer men het stukken ver
toont die boven zijue bevatting, of niet in
zijn smaak vallen.
«De «leerschool voor het volk« is dus
nog in lange niet, wat zij wezen moet.
De vraag: of zij het wel ooit worden zal,
schijnt zich zelfs bij liberalen, die met het
hedendaagsche tooneel zoozeer dwepen, op
te dringen.
In Parijs is men ons zeker op tooueel-
gebied ver vooruit. Welnu, daar schreef
onlangs een blad, dat dagelijks aan het
theater ongeveer de helft vau zijne beschik
bare ruimte opoffert, het volgende:
«Het theater verslindt, vergiftigt, doodt
ons. Het verwart de hersenen, kreukt het
gezonde oordeel, vernietigt het verstaud, en
vervangt de sociale kennis en de philo
sophic door een mengsel van valsche reali
teiten en droombeelden, veel gevaarlijker,
veel schadelijker voor de maatschappij en
het individu, dan de slechtste harstochten eu
instiucteu. Verdoofd en ontzenuwd door
deze luchtspiegeling, die altijd voor ons
terugwijkt, verlaten wij het theater met
meer tegenzin eu meer walging jegens ons-
zelveu en anderen vervuld, nog meer onte
vreden over ons lot en met de gedachte
het te ontvluchten door de deur, geopend
voor alle losbandige fantasie, voor alle be
derf des geestes, alle ondeugden, alle mis
daden. In de politiek, in de moraal, in
de liefde, iii de kunst, heeft het theater,
het ideaal van het ideaal! ons meer kwaad
berokkend, dan alle revoluties en alle oor
logen, want het heeft het '.even doen ont
aarden eu verdraaid, eu wij zijn zoover ge
komen, ernstig te gelooveu, dat deze ont
aarding benijdenswaardig eu aanneme
lijk is«.
Scherper oordeel kan over de «leerschool
des volksal niet worden uitgesproken.
En dan nog wel van zoo onverdachte
zijde! Centrum.
De Kölnische Zeitung
door het Frankfurter Journal
gelooehenstraft.
Reeds weken voor de vergadering der
Duitsche Katholieken, welke te Trier moest
plaats hebben, wist de ICöln. Zeit., dat deze
vergadering de laatste zou zijn, die onder
krakeel en oneenigheid der vergaderden
zou uit elkaar gaan, om nimmer meer tot
stand te komen. Zij trachtte door allerlei
spitsvondigheden, door gerekte betoogen
haren lezers en ook den Katholieken aan
het verstand te brengen, dat, wijl de cul
tuurstrijd toch een einde had genomen
die vergaderingen slechts onzin waren. Zij
konden tot niets auders strekken, dan om
twist en tweedracht te zaaien tusschen de
zonen van hetzelfde] vaderlaud. Ook tijdeus
de vergaderiug verspreidde zij allerlei on
waarheden eu scheeve voorstelliugeu van
hetgeen op die vergadering plaats greep.
Niet alleen door katholieke bladen, maar
ook door andere werden hare beweringen
gelooehenstraft.
Het Frankfurter Journaleen nationaal
liberaal blad, ofschoon in 't geheel niet
katholiek, bezit toch waarheidsliefde genoeg,
om ondanks het toongevende leugenachtige
Kölnische wereldblad met lof van den Deut-
schen Katholikentag te gewagen.
Ouder anderen schrijft het Fr. Journal:
«Men kan onmogelijk een denkbeeld krjjgen
van de zoo zeer geroemde echtheid van het
katholieke volk, als men niet, al zij het
ook slechts een vluchtigeu blik geworpen
heeft, op de machtige vereenigingwelke van
kerspel tot kerspel de Katholieken der ge
meenten omvat, deze door de Overheidsper
sonen der diocesen met het streven daar
buiten verbindt, die tevens voeling houden
met Rome, om van daar raad en opbeu
ring te ontvangen. De Bisschop Korum
noemde de trouwe samenwerking van Gees
telijken eu leeken een schouwspel voor
menschen eu Eugelen, eu wij, zegt het
Journal, wi] meenen, dat zij ook is een
schouwspel voor de Evangelische wereld!
Wij voelen ons gedrongen hier de opmer
king te maken, hoe dag aan dag jubelend
wordt verkondigd: Het katholieke volk van
Duitschland is een, éeu! Waarlijk in dit
schouwspel geeft men ons eene zeldzame
volheid vau kracht en doorzicht te aan
schouwen. De geschiedenis der menschelijke
beschaving heeft niet veel zulke voorbeelden
HIARLEIHSEHE (OERMT.