NIEUWE T No. 1158. Zonaas 23 October 1887, 12de Jaargang. De quaestie der groote steden. B U IT E N L A N BINNENLAND, 11 i. De geheimzinnige gevangene I1A1I1I8IIII rOÜRlMT. ABORNEMENTSPRIJB Per 3 maauden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. IMNTIHNOiÜr AGITE MA HOR AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÉW Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPEES LAUKEL Er zijn, wij wezen er bij herhaling op, vele outrustende teekeuen in onzen tijd op verschillend gebied waar te nemen. De maatschappelijke toestanden verkeeren in gisting; zij geven reden tot rechtmatige be zorgdheid. Als wij dat iu het volgende constateereu, willen wij daarmee volstrekt niet gezegd hebben, dat wij tot de pessimisten belmo ren. Een Christen mag alles niet altijd van de donkerste zijde beoordeelen; voor hem straalt immers uit den hooge een licht straal ook op de dikste nevelen, welke hem omringen. Maar betaamt het den Christen niet pes simist te wezen, optimist kan hij evenmin zijn. Van het standpunt des geloofs moet men toch met ernst streven naar de waar heid; alle oppervlakkigheid wordt daardoor als van zelf reeds buiten gesloten. De we- reldliug kan zich vergapen aan den schijn; de geloovige moet doordringen tot het in wendige, deu kern der dingen. Aan die waarheid herinneren wij, omdat men wel eens, als men niet medezingt iu het lied, dat ter eere van deze eeuw wordt aangeheven, beschuldigd wordt van opzet telijke overdrijving bij de voorstelling van de bedenkelijke verschijnselen des tijds. Toch zijn wij ons bewust aan dat euvel niet mank te gaan. Trouwens ook wij zijn kinderen der 19e eeuw en welk rechtgeaard kind zal zijne moeder noodeloos kwetsen. De waarheid dient evenwel te worden gezegd. En daarom zullen wij voortgaan, ter leering en waarschuwing, als het pas en nood geeft, nadruk te leggen op het geen iu onze dagen bezorgdheid wekt en afkeuring verdient. Waar wij kwalen doen kennen, weuscheu wij echter ook, zoo mo gelijk, het geneesmiddel aan de hand t9 doen. Het ligt iu den aard der zaak, dat wij bij het vervullen van laatstgenoemde roe ping, ons niet aanmatigen de wijsheid iu pacht te hebben; ons oordeel geven wij voor beter; het is ons voldoende de quaes tie, waarop wij de aandacht vestigden, ter sprake te hebben gebracht. Thans willen wij vluchtig een vraagstuk behandelen, hetwelk wij niet aarzelen een wanhopig vraagstuk te heeteu. Wij weten het niet beter en duidelijker aan te duiden dan door de woorden: De quaestie der groote steden. Aanleiding tot het aan de orde stellen van dat vraagstuk wij zouden ook kun nen schrijven: die moeilijkheid vonden wij iu de berichten uit Londen, nopens de woe lingen der werkloozeu. Die tjjdingen bevatten, wel beschouwd, niets nieuws. Niet alleen te Londen, maar ook te Parijs, te Weeneu, te Berlijn en in alle hoofdsteden van ons werelddeel, doen zich bij herhaling dergelijke tooneelen van wanorde voor. Het kwaad bepaalt zich al lerminst tot de hoofdsteden. Gelijk wij reeds FE U ILL E TON. 6) Vervolg.) Dan moet hij in huis zich verscholen heb ben, zegt Lebrun. Zjj klimmen de trappen op en zoeken in ka mers en zolders. Nu, open deze kamer, gebiedt Lebrun. Maar, mijnheer, dat kau niet, zegt de por tier, het is de kamer der Gravin. Wat is dat hier voor een leven! roept eensklaps, eene deur openende, een heer in een chambrecioak gehuld. De Graaf! fluistert de portier Lebrun in 't oor. Neem me niet kwaljjk, mijnheer de Graaf, zegt Lebrun, zjjne kaart voor den dag halende. W ij zijn slechts dienaren der Parijsche veilig heidspolitie, doch wij hebben te veel vertrouwen aangaven, openbaart het zich in alle groote steden. En dat kan geene verwondering ba ren. De bevolking der onderscheiden lauden concentreert zicb hoe langer boe meer in de steden. Het platteland wordt bier en daar bijna ontvolkt. De steden van den derden en vierden rang kwijnen weg door toenemend verval. Yeleu maken er zich (met eene bedoe ling, welke wij wel niet zullen behoeven aan te wijzen) een genoegen van om te smalen op de middeleeuwen. Wij willen bet echter aan iederen onpartijdigen gevraagd hebben, of zich toen all«s niet anders in dat opzicht voordeed? Er heerschte welvaart in de srteden en in de dorpen; de landbou wende stand genoot veel goeds, terwijl de poorters iu de steden in hun beroep en bedrijf werkelijk op grooteu zegen moch ten bogen. De nieuwe tijd begon met het ouderscheid tusscheu steden en dorpen weg te nemen. Trouwens dat behoefde geeue verwondering te baren, want gelijkstelling, ook al strijdt dat met de geschiedenis en het gezond ver stand, is een der kenmerken, waardoor de revolutie-leer zich zoo droevig onder scheidt. Daartoe uitgelokt, ook door de meerdere weelde, welke iu de groote steden heerscht, richt zich de populatie der dorpen iu steeds talrijker getale op weg naar de groote ste den. Eu toen daardoor de uitbouwiug der steden noodzakelijk werd en tijdelijk vele handen noodig waren om dien arbeid te verrichten, droomde de eenvoudige werk man op liet platteland zich een paradijs van geluk als gevolg van zijn verblijf in de stad. Een stroom van werklieden overdekt de steden. Voor een korten tijd ging dat alles goed; de stroom kou zijne bedding vinden. De toestanden veranderden echter; eindelijk geraakt men uitgebouwd. Toen ontstond het begin der periode, in welker ontwikkeling wij ons nu bevinden. J )e groote steden zijn niet meer in staat in de behoeften van al hare inwoners te voorzien. Betrekkelijk is dat nog bet ergste niet. Ontzettender nog dan broodsgebrek is het ontbreken van waarachtig godsdieustig- zedelijk leven in vele kringen der steden- bevolking. De wereld- en zondedienst nam iu de steden eene ontzettende verhouding aan. Meu leeft er schier alleen voor zijn vermaak. Het merkwaardige verschijnsel doet zicb daarbij voor, dat de vreugde schijnt toe te nemen, naarmate de ellende klimt. Men zou dus met recht hebben te spreken van de vreugde der wanhoop. Helaas! die aanduiding is maar te waar. De wanhoop voert toch als eene schrik gestalte door de straten in zoo menige groote stad. Ol is niet dezer dagen, van zeer onverdachte zijde, betoogd, dat de zelfmoord eene mauie begint te worden. Bijna geen dag gaat er voorbij, dat men niet iu de bladen van zelfmoord* hoort gewagen. in uwe rechtschapenheid, dan dat gij ons zoudt willen verhinderen onzen plicht te doen. Wij zoeken een vluchteling, die hier in huis moet wezen. Doet uw plicht, mannen, doch verschoon de kamer der Gravin. Mijne echtgenoote is niet al te wel. Het spijt mij, zegt Lebrun, dat ik uw verzoek moet afslaan. Waarschuw hare hoogheid, dat wij ook hare kamer moeten onderzoeken. Het zij zoo, sprak de Graaf. Deze scheen een zeer beschaafd man te zijn,met manieren, die den waren man van adel kenmer ken. Zijn hoofd was getooid met een gekleurd Grieksch bonnetje met gouden kwast, zijne oogen gewapend met een klein lorgnet, terwijl een schoone, gevulde ba»rd zijn edel gelaat veel man lijkheid bjjzette. Lebrun en zijne agenten deden hun best, bijna drie uren aan een stuk, en geen hoekje werd in tuin en huis vergeten, doch deu ontvluchte vond men niet. Met de wanhoop in het hart verliet Lebrun de villa. -* Geen wonder trouwens, als men let op liet verbroken verband tusschen inspanning en uitspanning, tusschen arbeid en genot, ook als een gevolg daarvan tusschen levens bronnen en levensbehoeften. Duizenden leven in onzen tijd als iu eene onafgebroken bedwelming, en die toestand is veel gevaarlijker in de steden dan iu de dorpen, omdat men in de bedompte atmos feer der steden deu weldadigeu invloed mist van de verfrisscheude natuur. Wel heerscht de zonde overal; wel besmet en ontwijdt zich stedeling en dorpsbewoner, maar toch leeft de plattelandsbewoner in eene om geving, welke hem veel meer, dan die van den stedeling tot inkeer in zich zelveu noopt. Gods stem in de natuur klinkt hem, zoo hij niet moedwillig aan dien invloed zich onttrekt, duidelijker iu de oeren. Slot volgt). Z. H. Paus Leo XIII heeft het program ma der jubileum-feesten voor goed vast gesteld. Deu 31 u December zal de Paus zelf in het Vaticaan eene H. Mis celebreeren. Op Nieuwjaarsdag zal Z. H. de Kardi nalen, vreemde Aartsbisschoppen en Bis schoppen en alle voorname personen, uit alle hoekeu der katholieke weield naar Rome overgekomen, op plechtige wijze ont vangen. Deu volgenden dag zal de tentoonstelling op het Vaticaan worden geopend. Het aantal Italiaausche en Spaansche pelgrims, dat bij de jubileumfeesten te Rome zal komeu, wordt gedacht 15 a 18000 te zullen zijn. Iu het koninkrijk Saksen zijn de verkieziugen voor de Tweede Kamer gun stig voor de vereenigde conservatieven en nationaal-liberaleu uitgevallen. Behalve Bebel, werd geen enkele sociaal-demooi aat gekozen. De Rijksdag zal tegen de tweede helft van November worden bijeengeroepen. Het ontwerp eeuer Pensioenwet voor werklie den zal niet dadelijk worden ingediend. Wel is het gereed, maar men wil eerst de meeuiug van desbevoegden, mannen, die op njjverheidsgebied als specialiteiten gelden, er over inwinnen. De groote moeilijkheid, over welke zjj zullen worden geraadpleegd, betreft de vraag of de wet, evenals de Ou- gevafswet, aanvankelijk slechts voor be paalde groepen ouder de werklieden zal worden ingevoerd, dan wel of zij terstoud voor alle arbeiders zal werken. Iu eene eergisteren in Hyde Park te Londen gehouden vergadering werd beslo ten, eene deputatie te zenden aan deu Mi nister van binneulandsche zaken. De leiders verzochteu aan de menigte de deputatie niet te vergezellen, maar dit verzoek of die raad werd niet opgevolgd. De menigte trok iu massa op en kwam in Piccadilly, waar de politie eene charge uitvoerde en haar uiteendreef. Drie leden van de deputatie zijn De politieman was geheel uit liet veld gesla gen en dorst zich niet aan zijne superieuren te vertoonen; hij zond Pierre en Victor naar huis met bevel tot den volgenden dag te wachten met den ongelukkigen uitslag mede te deelen. liij nam een rijtuig en liet zich naar hot Café Eranqais brengen, waar omtrent dit uur zijn voorganger, de oude gepensioneerde Gillot zijn kaartje komt spelen. Hem wilde hjj in 't ver trouwen nemen en raad vragen wat nu te doen. Een ieder zal zeggen, dat dit de daad was van iemand, die door de teleurstellingen der laatste dagen wat zwak in de hersenen is geworden. De arme man had immers voor goed het spoor van den ontvluchte verloren en kon gerust de hoop opgeven van ooit den waren naam van den //stommen te weten te komen. Lebrun hoorde in het Café Eramjais, dat Gillot er in de laatste 14 dagen niet geweest was en de gallons wisten niet anders of de oude gewezen veiligheidsagent was ziek. Lebrun gaf het adres nan den koetsier en een kwartier later zat hjj aan het bed van den ouden, zieken collega. Zonder eenigen wrevel te toonen, dat zijn op volger hem in zulke omstandigheden kwam toegelaten bij den Minister van Binnen- landsche zaken. Het gesprek bad plaats met gesloten deuren. Wegens de geruchten, bij zijne benoeming tot Lord Mayor in omloop, dat De Keyzer namelijk zijne plichten als Katholiek niet nakomt en vrijmetselaar is, heeft de re dactie van de Tablet bem schriftelijk ge vraagd of hij niet langer Katholiek is, waarop spoedig het antwoord volgde, dat dit gerucht valseh was. De Tablethier mede niet tevreden, weuschte te weten of die verklaring gelijkstond met de ontkenning vrijmetselaar te zijn. Eu nu volgde het bescheid, dat hij, de Lord Mayor, lid van de loge is en voornemens is vrijmetselaar te blijven. De nieuwe Lord Mayor, merkt hierbjj genoemd blad op, is niet tevreden met de behendigheid van die staatsmannen, welke altoos op het hek, dat de partijen scheidt, gaan zitten; hij vertoont den nooit aan schouwden toer, dat hjj aan weerszijden van het hek is gezeten. De vrijmetselarij, dat weet de Lord Mayor ook wel, is door de Kerk over geheel de wereld, dus, ook iu Eugeland, veroordeeld. Naar men bekend maakt zijn de onder handelingen tusschen Frankrijk en Enge land over eene volkomen neutraal-verkla ring van het kanaal van Suez, onder ga rantie van Europa, ten einde gebracht. De Gaulois behelst een telegram uit Weeneu,waarin melding wordt gemaakt van een gerucht, dat Rusland voornemens zou zijn bet tractaat van Berlijn op te zeggen; Oostenrijk en Italië zouden het geheel en al eens zijn. De Fransche Kamers zullen tegen 25 October worden bijeengeroepen. De Fransche Generaal Caffarel is nu ontslagen uit den krijgsdienst, met genot van zjju volle pensioen, dat hem niet kau onthouden worden, omdat hjj meer dan dertig jaren in dienst is geweest. President Grévy heeft gisteren zjju ontslag geteekeud. Over de fiuanciëele praktijkeu vau den schoonzoon van den President der Repu bliek, den Heer Wilson, brengen sommige bladen dag aan dag de meest oustich tel jjke bizouderhedeu. In hot midden gelaten iu hoeverre dit alles jui.t is, wordt er toch van onderscheidene zjjden op aangedrongen, dat ouder deze omstandigheden Wilson's toch reeds zoo sterk veroordeeld samen wonen met Grévy op het Elysée een einde zal nemen. Niemand behoort daar te wo- den dan het Hoofd van het Gemeenebest, en zeker niet iemand, die, financieel, een zooveel besproken naam beeft. Ook het wetsontwerp betreflénde den zout-ac- cjjtis heeft de Regeering, met enkele wjjzigingen, wederom ingediend. Zjj doet daarbjj opmerken, dat noch aan af schaffing van dien accjjns te denken valt, wat aan den Staat f3,700,000 'sjaars zou kosten; noch aan vermindering van f9 op f 5, teneinde storen, hoorde Gillot het geheele verhaal bedaard aan, nu en dan zjjne wenkbrauwen fronsende of een goedkeurend knikje gevende. En nu zijt ge zijn spoor bijster, mijn beste, zei de oude bevende man. Ja, mijnheer Gillot, en als ik het niet terug vind, zal ik misschien zóó diep in de achting van den chef gedaald zjju, dat tien ja ren werken mjj niet op normaal peil zullen terug brengen. Ik merk, zei Gillot, dat gjj nog jong zjjt. Hadt gij mijne ondervinding, dan was de man u niet ontglipt, doch er is slechts tjjd ver loren, meer niet. 11a, ha, ha! ging hij lachend voort, ha, ha, hal gjj zegt, dat hjj stom is en gjj zijne taal nog niet gehoord hebt, en ik durf beweren, dat hjj tegen u heeft gesproken. Gjj kijkt mjj verwonderd aan en deukt wellicht, dat de oude jjlt, och, beste Lebrun, het ware kan zich soms zoo onwaarljjk voordoen. Ga nu slapen. Kust eens goed uit. En kom morgen te drie uur terug. Dan passeeren hier de rijtuigen der beau-monde, om hun tour du lac te maken en dan zal ik zeggen, wat u te doen staat. (Slot volgtJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1887 | | pagina 1