N I E u w
m. U59.
Woensdag 26 October 1887.
12de Jaargang.
De quaestic der groote steden.
BUIT E ft LA INI D
Dq geheimzinnige gevangene
ABONNEMENTSFBIJ8
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland tr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B O RB A St. Janstraat Haarlem.
:üv ',:s
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIÊN
Van 16 regels.30 Cents.
Elke regei meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
A d v e r t e n t i n worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÜPPEE8 8c LAUKEY.
ii.
(Slot.)
Hebben wij in onze vorige beschouwing
gezien, hoe bedenkelijk de toevloed der be
volking vau het platteland naar de groote
steden moet genoemd worden, thans willen
wij de vraag behandelen, of tegen dat kwaad
niets te doen is.
Naar onze overtuiging valt op die vraag
een bepaald toestemmend antwoord te geven.
Eu dan wijzen we alleerst op den toestand
van den landbouw, als een der hoofdoor
zaken, waarom zoo velen uit de dorpen zich
naar de steden verplaatsten.Het loon, 't welk
een boerenarbeider verdient, staat door-
Jraaos beneden dat, hetwelk een opper
man, iu eeue stad werkzaam, verkrij
gen kan.
Toch mag men den boer niet van schraap
zucht beschuldigen als hij zijn knecht niet
meer uitbetaalt. De prijs der landbouwpro
ducten is iu de laatste jaren bedenkelijk
gedaald. Al het voordeel daarvan wordt
door de consutneuten, alzoo het meest door
de stadbewoners, genoten, terwijl de pro
ducenten er ouder lijden.
Op dit oogenblik ligt het buiten ons
bestek om de economische quaeslie te be
handelen, of de consument op den duur
wel door de lage prijzen wordt gebaat.
Laier komen wij nog wel eens op dat be
langrijk vraagstuk terug. Slechts dat willen
wij nu, als onze opvatting, mededeelen, dat
de welvaart in de steden ontzaglijk lijdt
ouder de mindere welvaart van den boe
renstand, daar nu de landbouwers ook min
der geld in de stad brengen. De samenle
ving is een geheel. Het Apostolische woord
vindt daarbij zijne bevestiging: »als een deel
ljjdt, lijden alle leden.
Het is iu elk geval een feit, dat de goede
dagen voor den landbouwer uit zijn. Wel
wei'd ook vroeger van den bloei in dien
stand te hoog opgegeven, wijl de huur-
boer zware pachten moest betalen en dan
alleen de eigengeërfde het meest voordeel
genoot; maar de boeren leefden ontegen
zeggelijk onder gunstigere omstandigheden.
De dalende markten hebben in alle andere
Staten op het vaste land van Europa aan
leiding gegeven om den landbouw door de
tarief wetgeving te beschermen.
Alleen Nederland bleef achter. Wij be
zitten het groote geluk van sedert ja-
reu te worden geregeerd of gedomineerd
door voorstanders van den vrijeD handed.
Onze landbouw en nijverheid moeten maar
de slachtoffers blijven van eeue
theorie.
Ieder onbevangen deukende zal beseffen,
dat zulk een toestand allerrampzaligste
vruchten moet dragen. Zeer zeker zullen
er zijn, ook onder de landbouwende stan
den, die van deze absolute vrijheid, door
voordeeligen handel, profiteeren, doch de
landbouw, mitsdien in ziju geheel genomen,
gaat er onder gebukt.
Een der middelen om het platteland
FEUILLETON.
7) (Vervolg en slot.)
Aan de villa van den Graaf de Itavillac in wel
ker tuin de //stomme// gevlucht was geweest,
werd den volgenden middag te 5 uur ge
scheld door twee keeren: de eene had een grij
zen vollen baard, de andere was een man van
circa 50 jaar met een grooten dragonderknevel.
De Graaf was niet thuis zei de portier. Hij
was uitgereden.
Zjjn tour du lac natuurlijk? vroeg de man
met den grijzen baard.
Ja, mijnheer.
Mogen wij hem wachten?
De portier deed het salon open, zette twee
stoelen klaar en wilde zich verwijderen.
Laat de deur als ik u verzoeken mag
weer wat op te heffen zoeken wij in be
scherming, door het tarief van in- en uit
gaande rechten, van den landbouw. Maar
ook eeue gematigde protectie aan de indus
trie te verleenen, zou heilzaam werken voor
het doen opleven van het platteland en
zulks met het oog op de omstandigheid,
dat ook vele fabrieken iu of bij buiten
gemeenten zijn gevestigd.
De fabrieksarbeiders versterken zeer
dikwerf de bevolking der dorpeu. Wanneer
zulk eene bescherming eene kunstmatige
moest geuoemd worden, zouden wij haar
afkeuren; zij zou dan trouwens geene ge-
wenschte resultaten kuuneu afwerpen.
Doch niets is minder het geval dau dat.
Veeleer zouden wij zeggen: de niet-protec-
tie is kunstmatig, omdat zij strijdt tegeu
de natuur der dingen.
Waar alle ons omringende lauden de
beschermende vleugelen van het Tarief uit
spreiden over landbouw en nijverheid, daar
schijnt de houding onzer Regeering en Wet
geving, zich tot een afkeurenswaardig uiets-
doeu te bepalen, even noodlottig als on
verklaarbaar.
Wil men dus de groote steden voor nog
grootere ellende bewaren, dau waarin zij
reeds verzonken liggen, dan moet de toe
stand ten plattelaude minstens zoo worden
gemaakt, (lat de bedenkelijke volksver
huizing* wordt gestuit.
De verhouding tusschen steden en dor
peu (om die voor een liberaal kettersche
woorden te blijven bezigen) moet weder
normaal worden.
Nog twee andere maatregelen zouden,
dunkt ons, kunnen geuomen worden.
Men heeft de wet afgeschaft, volgens
welke aan het bouwen van nieuwe wonin
gen voordeel werd verbonden vau tijdelijke
vrijstelling van grondlasten. Deaauwasder
groote steden deed dat gunstbetoon verder
ounoodig voorkomen. Zeer terecht. De vraag
verdient thans echter zeer ernstige over
weging of die gunstige bepaliug voor de
dorpen niet weder behoorde te worden iu-
gevoerd. Wellicht zou dat althans iets, bij
wijze vau protest, tot de verbetering van
de welvaart ten plattelaude kunnen bij
dragen. Als de woningen goedkoop kunnen
gebouwd worden en dus ook tegen uiterst
billijke prijzen verhuurd, zou de lust om
zich meer op de dorpeu te vestigen of ge
vestigd te blijven kunnen toenemen.
Als tweeden maatregel bevelen wij aan,
het invoereu van het beginsel, dat iu de
groote steden geen onderstand aan behoef-
tigen (als regel natuurlijk, daar het niet
toelaten van uitzonderingen tot onmensch-
ljjkheden aanleiding zou kunnen geven) zal
worden verstrekt, dau na een zeer ruimen
termijn van inwoning. Hij dus, die zich
vau eeu dorp naar eene stad verplaatst,
weet dan, dat hij, moest teleurstelling zijn
deel worden, niet spoedig in eeue groote
stad door burgerlijke of kerkelijke auto
riteit finauciëel zal bijgestaan worden.
Nog andere maatregelen waren te bera
men, die alle tot het bereiken van bet
open staan en de voordeur ook, zei de //grijze
baard// eene kaart toonende, die den portier eene
siddering door de leden joeg.
Weldra stapten eenige mannen de gangdeur
in en plaatsten zich op bevel van den grjjze
in eene aangrenzend vertrek door eene porte britee
van het salon geseheiden.
Een half uur later kraakten de kiez lsteeneu
op het voorplein der villa onder de wielen van
de calèche van den Graaf, die met zijne ecktge-
noote terug kwam van zijn rjjtoertje.
De Graaf liep de gang in en vroeg verwon
derd aan den portier, die van den grijze 't be
vel had gekregen om aan de deur vau het salon
te wachten, wat het beduiden moest, dat de voor
deur wagenwjjd openstond.
Er is bezoek voor u, excellentie, zei de
portier, terwijl hij boog.
De Graaf keek vreemd op, toen lijj twee hem
geheel onbekende personen voor zich zag, doch
met zijne gewone beminnelijkheid sprak hij:
Wie heb ik de eer te zien?
De man met den grijzen baard rekte zich uit
in zijne volle lengte. En terwijl hij de eene hand
beoogde doel zouden medewerken. Iu elk
geval schijnt het ons hoogst noodig toe,-
dat er wat gedaan wordt tot oplossing der
quaestie vau de groote steden. Langer lij
delijk toezien zou onverantwoordelijk
wezen.
Of er daarom iets iu de door ons ge-
wenschte richting zal worden beproefd.
Wij zouden op die vraag geen bevesti
gend antwoord durven geven. De ziekelijke
opvatting der vrijheid, welke thans over-
heerschend is, gaat uit van de meening,
dat alles wel vau zelf terecht zal komen,
hetgeen niet wegneemt, dat zoodra die
vrijheidspredikers ziek worden, zij zich naar
den geneesheer begeven.
De enkele gaat dau, naar de logica dier
vrijheidsvrienden, boven allen, de samen
leving. Vriendelijk voor haar is dat niet.
De Kreuzzeitung meldt, dat behalve de
Graaf van Parijs, eergisteren de Hertog
van Chartres, de Prins van Joinville, de
Hertog van Nemours, de Hertog d'Audiffret
Pasquier, benevens ongeveer zeventig Or-
leauistiscke Afgevaardigden en Senatoren te
Dordrecht zijn aangekomen.
De Graaf van Parijs moet zijn aan
hangers hebben aaubevoleu, elk bondge
nootschap met de groep Clémeuceau af te
wijzen.
De Frausche Minister van oorlog
heeft den Ministerraad medegedeeld, dat de
kosten der mobilisatie van het zeventiende
legerkorps twee millioeu beneden de raming
zijn gebleven.
De acte van beschuldiging iu de zaak
van den brand der Opéra-comique is be
kend geworden. Aan de zeven beschuldig
den wordt onachtzaamheid, nalatigheid, niet
toepassing van de reglementaire bepalingen,
enz. ten laste gelegd, en daardoor den dood
veroorzaakt te hebben van zoovele men-
scheu. Den heer Carvalho, den directeur,
wordt onder anderen ten laste gelegd, dat
niemand in het bizouder door hem belast
was met de zorg om bij het ontstaan van
brand het ijzeren scherm te laten zakken.
A. Joubert, die uit Canues eeu brief
aau VIntransigeant geschreven heeft, dat
hij eene chèque van 10,000 fr. op de So~
ciété générale ten name van Wilson gezon
den heeft voor eeue ridderorde, die hij ech
ter niet heeft bekomen, is hoegenaamd niet
te vinden. Reeds hebben twee A. Joubert's
(Ambroise en André) bekend gemaakt, dat
zij vreemd zijn aau dien schandelijken hau-
del. Zij waren of wonen ook niet te Can
nes. Den brief aan VIntransigeant kan men
dus beschouwen als valsch.
Sommigen, die Wilson geen goed hart
toedragen, verklaren nu dat de brief ver
moedelijk geschreven zal zijn door of van
wege Wilson zelf, ten einde op die wijze
de tegen hem ingebrachte beschuldigingen
te ontzenuwen.
Dat Wilson het Elysée zal verlaten, geldt
als eene uitgemaakte zaak.Geschiedt het niet,
bracht aan zjjn grijzen haardos en de andere
aan zijn grijzen baard, riep hjj:
Wat weet de Graaf De Itavillac van den
moord van Februari in den faubourg St. Antoine?
Fluks rukte hij haardos en baard af, die liij
voor de voeten van den Graaf wierp.
Lebrun! ontsnapte onwillekeurig aan de
lippen van den ontstelden Graaf.
Kom, waarde Graaf, werp als ik, uw val-
schen baard maar op den grond. Dezen keer
kunt gjj den dans toch niet meer ontspringen.
Nog voor de Graaf tijd had van den schrik
te hekomen, werd de porie brisée opengeworpen
en schoten eenige mannen toe, die zich op den
Graaf wierpen. Het was hoog tijd, daar deze
reeds een zakrevolver te voorschijn had gehaald.
Doe uw plicht, mannen, riep Lebrun. Naar
den Procureur des Keizers met den Graaf: den
//stomme// zullen wjj nu wel leeren spreken!
-*
Een proces, dat eene cause célebre was, werd
eenige maanden later afgewikkeld in het Hof
van assises, waar de Graaf De Itavillac wel als
dan zal zeer zeker, wanneer de Kamer bij
eenkomt, eeue interpellatie volgen over dit
zonderlinge kamers verhuren* in de Staats-
paleizen door den President der Republiek.
Geruchten hebben geloopen, dat Rouvier,
de President van den Ministerraad, aan
Grévy zijn ontslag zou hebben aangeboden
maar het dagblad Soleil weerspreekt die
berichten bepaaldelijk.
De Loudensche Lord Mayor heeft de
commissie, welke verleden jaar werkzaam
was ten behoeve van de noodlijdenden, au-
dermaal uitgenoodigd tot eene samenkomst,
om te beraadslagen over maatregelen tot
leeniging vau den weder heersckenden nood.
Gladstone geeft eeue redevoering gehou
den te Derby, waarin hij Home Rule als
,ket eenige geneesmiddel aanprees tegen alle
Ierscke beroeringen. Het in-bet-geheel-niet-
betaleu van pacht veroordeelde hij sterk,
maar, zeide liij, men zou wel gematigder
worden en dan was er zeker meer kans,
dat de Iersche zaak in aanhang winnen zou.
Uit Madrid wordt bericht, dat de Spaau-
sclie Regeering de tractaat-Mogendheden
van I860, onder welke ook Nederland be
hoort, heeft uitgenoodigd tot eeu nieuvr
Congres, teneinde het tractaat betreffende
Marokko aau te vullen. Het staat vast, dat
de meeste Staten Spanjes voorstel zullen
aannemen.
Het Italiaansche Ministerie van Oor
log heeft order gegeven tot den aankoop
van 2000 kameelen voor Massowah.
Akuet Kantibaï, het hoofd van den Ha-
babstam, heeft een verbond met Italië ge
sloten en de Souvereiniteii van Italië er
kend. De plechtige bekrachtiging had den
16en Oct. te Massowah in het hoofdkwar
tier plaats; Aknet werd tevens door Saletta,
uit naam der Italiaansche Regeering, als
hoofd der Harab erkend. Het verhoud wordt
van veel belang geacht in geval van eeu
oorlog met Abessinië. Door Saletta weiden
hem verscheidene geschenken overhandigd,
terwijl hij voorts eeu maandgeld van 500
talleri zal genieten.
't Schijnt in Rusland hoe langer hoe
erger te worden. Niet minder dau elf amb
tenaren der geheime politie hebben te Mos-
kau terechtgestaan wegens het heulen met
dieven en andere misdadigers. Zij ziju tot
verbanning naar Siberië of zware gevange
nisstraffen veroordeeld. Onder hem zijn Ko
lonel Mourvajeff, gewezen hoofd der plaat
selijke geheime politie, en Majoor Nicolas,
zijn adsisteut.
Volgens geruchten uit St. Petersburg,
zouden voorts te Kopenhagen verscheidene
nihilisten gevat zijn, die derwaarts geko
men waren om een moordaanslag op den
Czaar te plegen.
Er worden door de politie allerlei bui
tengewone veiligheidsmaatregelen geuomen
voor de terugreis van den Keizer.
Ook te Weenen moet een nihilist ge
vat ziju, Josiewitch genaamd, volgens som
migen een der voornaamste medeplichtigen
aau den moord op Alexander II.
Uit Geneve wordt bericht, dat de Bonds-
beschuldigde terecht stond, maar veel meer als
voornaamste getuige dienst deed.
Hoofdbescliuldigde was Baron De Bellancourt
Griffier aan 't hetzelfde hof.
Deze was het, die in den nacht van Februari
uit het achterdeurtje van het nederige huisje
in den faubourg St. Antoine ontvluchtte met
het pakket onder den arm. Wat dit pakket, aan
de oude Marianna toevertrouwd, heeft bevat, is
men nooit te weten kunnen komen. De Bellan
court had op 't bericht van de tweede inhech
tenisneming van den Graaf alle stukken, tot het
pak bohoorende, verbrand.
Algemeen was het gevoelen, dat er compro-
mitteerende politieke stukken in waren voor
beide familiën De Ravillacs en De Bellancourts,
die ter eeniger tijd moesteu dienst doen om
beiden in 't ongeluk storten.
De Bavillac, werd slechts tot 2 jaar gevan
genisstraf veroordeeld, maar De Bellancourt, door
de jury aan moord schuldig bevonden, werd
ter dood veroordeeld, hetgeen door den Keizer
in 20 jaren tuchthuisstraf weid veranderd, in het
zesde jaar van zijn straftijd overleed lijj.